Nederlands Agentschap voor Disruptieve Innovatie
De hele korte versie: klassieke manieren om wetenschap en innovatie te stimuleren zijn erg ongeschikt voor disruptieve innovatie, ideeën die misschien helemaal niet gaan werken, maar als ze dat wel doen de wereld kunnen veranderen. En dat soort innovatie hebben we keihard nodig. De Duitse overheid heeft hiervoor een succesvol agentschap geschapen waar dit wel lukt, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Nederland overweegt nu ook een “Agentschap voor Disruptieve Innovatie” op te richten. In dit stuk vertel ik over de Duitse ervaring, en dat als we niet uitkijken onze poging ook (initieel) stroperig ingepakt gaat worden zodat we de gewenste nieuwe innovaties niet gaan krijgen. Laten we dat beter doen!
In het VK is er ARIA, in Duitsland hebben ze SPRIND, nou wij nog
De langere versie
Innovatie is lastig: iemand moet er zin in hebben en er moet ook nog geld voor zijn. Soms gaat dat hand in hand, bijvoorbeeld als een organisatie zelfstandig aan z’n product of dienst sleutelt: situaties waar de kost maar een klein beetje voor de baat uit gaat. Vaak zijn dit optimalisaties van bestaande producten/diensten. Ook is het goed mogelijk geld op te halen als het idee concreet genoeg is dat je met een business plan kan komen.
Maar er zijn ook dingen die nog lang geen inkomsten of winst op gaan leveren. Zoals fundamenteel onderzoek, waar we de vraag wanneer het wat op gaat leveren eigenlijk niet eens moeten stellen. Natuurlijk moeten we weten hoe de zwaartekracht precies werkt, ook al lijkt er geen cent mee te verdienen. 60 jaar later krijg je er wel werkende GPS voor terug terloops, maar dat wist je toen niet. Dit soort onderzoek wordt (gelukkig) nog best goed gefinancierd.
In het midden is het moeilijker. Wie betaalt er voor onderzoek naar een geheel nieuw type zonnecel? Een type dat voorlopig praktisch gezien nog echt veel slechter is dan bestaande technologie, maar wie weet is het ooit wel een revolutie.
Nederland en Europa hebben een hele vloot aan financieringsmechanismen voor (wetenschappelijk) onderzoek. NWO stelt ieder jaar een miljard euro ter beschikking, KNAW zo’n 100 miljoen. Horizon Europe doet zo’n 15 miljard euro per jaar, waar toch vast een boel van in Nederland terecht zal komen.
Als je het juiste soort instituut bent, en je wil het juiste soort ding, kan je met manmaanden (m/v/x) moeite per aanvraag kans maken op geld. Misschien. Wetenschappers die ik spreek hebben een hele dagtaak aan het binnenhalen van geld via deze mechanismen. Het is ook altijd een actuele vraag: hoe komen we nog aan geld, en hoe moeten we ons onderzoek nu weer ombouwen/uitleggen zodat we binnen de prioriteiten vallen. Funding binnenhalen is letterlijk een volledige baan, en helaas ook een loterij. Eentje die niet noodzakelijk om de inhoud of innovatie gaat.
Dit is echt een raar circus, wat ik als Horizon Europe expert voor de Europese Commissie van heel nabij heb meegemaakt. Honderden pagina’s formulieren en voortgangsrapportages. “Work packages” waarin jaren vooruit gedefinieerd is wanneer er wat bereikt gaat worden, uitgesplitst in honderden te behalen doelen.
Eigenlijk moet je al zeker weten dat je onderzoek resultaat op gaat leveren voor je het geld ervoor krijgt. En je moet al die mijlpalen ook halen, ook al ontdek je gaandeweg dat de (nuttige) innovatie elders ligt. Wijzigen van plan is heel lastig en de administratieve lasten zijn sowieso moordend. Clubs als TNO hebben hele afdelingen om geld binnen te halen, te vergaderen, en de urenstaten op tijd aan te leveren. Ik weet niet of ze daarna nog toekomen aan innoveren, overigens.
Erger nog, als het regulier gefinancierde onderzoek resultaat oplevert is dit met geen mogelijkheid te commercialiseren (‘valoriseren’ noemt men het). Uit angst dat ooit iemand ergens de schuld van krijgt geven universiteiten en instellingen een uitvinding pas vrij als aan een hele serie totaal onmogelijke voorwaarden is voldaan. Ik heb hier zelf ervaring mee en het is vreselijk. Dikwijls sterft een nieuw idee zo, want bij de geringste twijfel mag er niks commercieels meer mee gedaan worden.
Op bovenstaande manier innoveert het natuurlijk voor geen meter. Er zijn gebieden in de wereld waar een levendige startup- & investerings-scene bestaat, ook voor dingen die geen software zijn. Zo kan er toch geld komen voor speculatieve nieuwe ideeën. Helaas hebben wij hier zo’n startup scene niet echt. Investeerders in Europa willen namelijk ook erg graag met zekerheid hun geld weer terug krijgen.
Maar hoe komt een echte innovatie dan wel aan geld?
Die Bundesagentur für Sprunginnovationen SPRIND: Heimat für Radikale Neudenker:innen
Er wordt vaak naar Amerika gekeken voor inspiratie. Dat was al niet zo nuttig, alles is heel anders daar, maar recent zijn ze in de VS ook echt geen voorbeeld meer. Beter kijken we naar een land als Duitsland. Ook niet bekend om z’n dynamische en flexibele bureaucratie, maar daarom wel een bron van praktische inspiratie.
Al in 2018 constateerde men in Duitsland dat er een ernstig gebrek was aan innovatie. Angela Merkel had hier persoonlijk een rol in, en men besloot om te komen tot een Agentschap voor Disruptieve Innovatie: SPRIND. Gedurende bijna twee jaar gingen ministeries en een oprichtingscomité aan de slag om een geheel nieuwe manier van innovatiefinanciering te ontwerpen. Een plek waar als je aankomt met iets wat zeker gaat lukken, ze je geen geld gaan geven. “Zo’n loket hadden we al”.
Ik ben goed bevriend met de grondlegger en directeur van SPRIND, en ze hebben me ook weleens ingehuurd. Dus ik zit er niet heel neutraal in, maar ben wel goed op de hoogte.
Om ondersteuning te krijgen voor je innovatie vul je dit korte formulier in. Het formulier is simpel, maar de vragen zijn geen kattenpis. “How are the things you want to achieve currently being done? Why has this practice not been successful so far?”. Poeh. En nog heftiger: “Assuming that your potential disruptive innovation had been fully realized and had developed its greatest possible impact: How would you describe the world in such a scenario?”.
Als je met echt nieuwe dingen bezig bent tik je dit met enige moeite wel in. Maar als je onderzoek meer incrementeel is, of bestaat uit wat optimalisatie van bestaande dingen, dan struikel je al in dit stadium. En dat is ook de bedoeling.
Er zijn tot juli van dit jaar zo’n 2500 inzendingen geweest, waarvan 6% doorging tot de volgende ronde. En ook die is niet ‘business as usual’. Per onderwerp assembleert men een team doorgewinterde professionals in het relevante veld. Belangrijk daarbij is dat de experts van SPRIND uitgezocht zijn op hun behoefte aan innovatie en nieuwe dingen, veelal (voormalige) ondernemers en bewezen innovators. Je hoeft hier niet je nieuwe antibiotica-idee te presenteren aan iemand die al heel tevreden is met de bestaande antibiotica. Ook zijn de professionals geen mensen uit de fundingindustrie die graag willen horen hoe goed je je work packages en milestones gedefinieerd hebt.
In gemiddeld 12 weken komt SPRIND tot een beoordeling. Vervolgens biedt men naast financiering nog veel meer ondersteuning: raad en daad, steun met oprichting rechtsvorm & structuur, opbouw van team, en toegang tot het netwerk van overige innovators & uitvinders bij SPRIND.
Nog sneller zijn de SPRIND “Challenges” waarbij binnen 14 dagen een beslissing wordt genomen (!).
Cruciaal is dat SPRIND is ingericht om de ondersteunde innovaties daarna ook echt te laten bloeien. De bedoeling is dat deze staatsgesponsorde innovatie leidt tot succesvolle bedrijven en organisaties. Waar traditionele funding (NWO etc) inhoudt dat een innovatie als uitgangspunt op de plank blijft liggen, tenzij aan onmogelijke voorwaarden is voldaan, is het bij SPRIND actief de bedoeling dat de uitvinding de wereld weer in gaat. En misschien gaan er wel mensen heel rijk van worden zelfs. Het is overigens niet zo dat de Duitse overheid sinterklaas speelt, men krijg graag aandelen in het succesvolle bedrijf, of deelt op een andere manier in de winst. Men werkt creatief binnen de mogelijkheden van de Europese en Duitse wetten op staatssteun.
Maar de sleutel is dat uitvindingen ook echt weer uit moeten vliegen. En niet bij verstek op de plank gaan rotten, en alleen bij uitzondering “gevaloriseerd” worden door de markt.
Inmiddels is SPRIND redelijk op gang. Niet alleen zijn ze een mechanisme voor financiering, middels hun podcast (en aflevering met mij), boek, tijdschrift en rapporten zijn ze ook een actieve bijdrage aan de innovatiecultuur. De recente evaluatie door de Duitse overheid was behoorlijk positief.
Wat recente door SPRIND gesteunde initiatieven zijn onder andere innovatieve antibiotica, “planet proof plastics”, betere synthese van methanol (van gigantisch belang voor de energietransitie) en anti-virusmedicijnen op basis van DNA origami. Het is een indrukwekkende lijst.
Maar makkelijk was het niet
Maar wow, het was een hele strijd. Angela Merkel was een grote fan, en heeft de extreem traag lopende oprichting sterk bekritiseerd. Maar daarna was het leed nog niet geleden. SPRIND wilde eigenzinnig zijn en op een nieuwe manier werken. En de rest van de Duitse overheid wilde dat niet.
Alles is uit de kast gehaald om SPRIND te “normaliseren” tot een gewone financieringsclub. Nog voor de boel live ging moest men zich aan zoveel regels van andere ministeries houden dat vrijwel niets meer mogelijk was. Dit is helaas ook wat je kan verwachten als je iets echt nieuws wil doen binnen bestaande conservatieve structuren.
In reactie hierop werd eind 2023 de “SPRIND Vrijheidswet” aangenomen, waarmee de organisatie werd vrijgesteld van veel beknellende regels, en diverse beslissingsbevoegdheden verhuisden van andere ministeries naar SPRIND zelf. Ook werd het mogelijk om experts gedurende vijf jaar meer te betalen dan de ambtenaren CAO. Verder draaide de bewijslast om voor het ministerie van financien: men kreeg nu nog maar vier weken de tijd om een voorstel te beoordelen, en als er dan geen reactie was mocht SPRIND aannemen dat het wel goed zat.
Dit zijn heel heftige maatregelen. Dat er een hele wet aangenomen moet worden om de rest van de overheid mee te laten werken is nogal wat. Dit was alleen mogelijk omdat de top van de Duitse politiek nadrukkelijk aan boord was. Ook koos men als eerste directeur een markante voormalige ondernemer op een missie om Duitsland weer te laten innoveren. Dit was geen typische “veilige keuze” voor een redelijke directeur, dit was een keuze voor iemand die daadwerkelijk iets geheel nieuws wilde doen.
En Nederland?
Ook in Nederland heeft het idee van “een SPRIND” postgevat, en dat is natuurlijk geweldig. Hier noemen we het NADI, het Nederlands Agentschap voor Disruptieve Innovatie. De eerste aankondiging is geweest:
“Om het Nederlandse innovatievermogen te versterken en risicovolle technologieontwikkeling sneller van de grond te krijgen, doet het kabinet binnen bestaande kaders een verkenning naar de toegevoegde waarde van een Nationaal Agentschap voor Disruptieve Innovatie (NADI). NADI is geïnspireerd op succesvolle internationale voorbeelden zoals DARPA in de VS, ARIA in het Verenigd Koninkrijk en SPRIND in Duitsland.”.
Naar verluidt worden organisaties als TNO, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de bestaande geldschieter NWO betrokken bij de verkenning.
Mijn enthousiasme voor een NADI hier is werkelijk enorm. Ik kan niet wachten. Misschien zou ik er wel willen werken. Of gebruik van maken! Het is echt een heel goed idee, en het vult een enorm gat.
Maar ik ben ook heel erg bang dat dit vanaf dag 1 gaat ontsporen. Disruptieve innovatie komt niet uit bestaande structuren. Het ligt geheel voor de hand dat NADI “ingepakt” gaat worden in alle bestaande regels en gebruiken. In Duitsland was er grote steun van Angela Merkel, en zonder haar bemoeienis was het echt nooit iets geworden. En desondanks ging het ook in Duitsland in eerste instantie mis & moest de politiek ingrijpen met een vrijheidswet.
Ik zie dat soort interventies uit de top hier niet gebeuren. En voor je het weet is NADI dan een afdeling, een concept of een “brand” binnen bestaande structuren, en eindigen we weer met tragische trajecten om tot financiering te komen, gevolgd door intense controles of alles wel innoveert zoals afgesproken, en als dat desondanks leidt tot een succes we blijven zitten met intellectueel eigendom dat met geen mogelijkheid “gevaloriseerd” kan worden.
Een andere mogelijk risico is dat een staatsinvesteringsfonds (zoals Invest-NL) het oppakt, en dan zijn we weer terug bij business cases, terwijl we disruptieve innovaties wilden.
Mijn oproep in dit vroege stadium is dan ook helder: creëer vanaf het eerste moment een structuur die mijlenver verwijderd is van “business as usual”. Ga niet in zee met traditionele geldschieters, geef ze geen rol in de opzet.
Ik ben gelukkig niet de enige die dit denkt, ook innovators Jelle Prins en Michiel Bakker maken zich zorgen. In hun NRC opiniestuk Nederland moet inzetten op innovaties die voor velen als sprookjes klinken (kopie) schreven ze:
“In Nederland staan vaak oud-politici, ambtenaren of bankiers aan het roer van publieke organisaties. Laten dit nu net mensen zijn die hun hele carrière hebben geleerd om risico’s in te perken. Bovendien hebben ze zelden leiding gegeven aan organisaties die disruptieve technologieën ontwikkelden en missen ze een fundamentele technische achtergrond. Ilan Gur, de topman van ARIA (=SPRIND UK), is gepromoveerd in de technische materiaalkunde en heeft bedrijven opgericht in Silicon Valley. Het bestuur bestaat uit topwetenschappers en -ondernemers. NADI heeft leiders nodig die, net als Gur, technische diepgang combineren met ondernemerservaring en oog voor de publieke zaak. … Dat betekent: geen vinger in de pap voor Invest-NL, TNO en ministeries.”
Als het lukt om deze principes al aan het begin vast te leggen kunnen we mogelijk van NADI in een keer een succes maken, zonder daarbij zoals in Duitsland nog een aparte “vrijheidswet” aan te moeten nemen na een paar jaar voortmodderen.
En dan zou het zomaar kunnen worden wat we nodig hebben om Nederland en Europa weer te laten innoveren.