Reactie consultatie Nota van wijziging Tijdelijke Cyberwet AIVD en MIVD

Deze reactie is als PDF ook te vinden op de site internetconsultatie.nl. Ook kan er tot en met 16 januari nog gereageerd worden.

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J Bruins Slot
en aan minister van Defensie, K.H. Ollongren

Betreft: Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma

Geachte ministers,

In aanvulling op de uitstekende reacties van mijn voormalige collega’s van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden, de stichting Bits of Freedom en het College voor de Rechten van de Mens wil ik graag het volgende kwijt.

Alle voornoemde reacties uiten hun zorgen over de complexiteit en onduidelijkheid van de voorgestelde wijziging op de voorgestelde tijdelijke wet. Door deze onduidelijkheid is bijvoorbeeld de interpretatie mogelijk dat diensthoofden voortaan sommige verzoeken namens zichzelf goed mogen keuren, en dat de Toetsingscommissie een dusdanig goedgekeurd verzoek wel voorgelegd krijgt, maar er niet op hoeft te toetsen.

Mogelijk is deze tamelijk absurde situatie niet wat beoogd is. Desondanks hebben zelfs de doorgewinterde professionals van TIB, BoF en het College regelmatig moeite te begrijpen wat er in de nota van wijziging bedoeld is, of wat de gevolgen zijn. Ook de Raad van State maakte in zijn eerdere advies een punt van de aanzienlijke complexiteit: “Tot slot acht de Afdeling het geen gegeven dat met de voorgestelde maatregelen de beoogde operationele snelheid en wendbaarheid zal worden bereikt. Het stelsel van toezicht neemt door het voorstel toe in complexiteit en zal, met name tijdens en na de inzet van bevoegdheden, veel extra inspanning vragen”.

Recent verscheen in het Financieele Dagblad een stuk getiteld “Echte democraten kunnen schrijven” (tweet). Hierin wordt betoogd dat helder communiceren door bestuurders “geen leuk extraatje” is, maar een basisvoorwaarde voor een functionerende democratie. De voorliggende gewijzigde wijziging is allesbehalve helder.

Juist veelal heimelijk opererende inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben de duidelijkste en begrijpelijkste wetten nodig. Uit persoonlijke ervaring weet ik dat de huidige Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) al uitermate ingewikkeld is. Dit is niet verwonderlijk want sinds 1973 zijn er vele lagen complexiteit aan toegevoegd. BoF spreekt hierdoor in haar inzending terecht over een “beleidslabyrinth”.

Ook vanwege mijn eerder geuite inhoudelijke bezwaren pleit ik er daarom voor om de situatie niet nog ingewikkelder te maken met dit gewijzigde wetsvoorstel, en eerder vaart te maken met het aangekondigd “groot onderhoud” van de Wiv.

Eventueel kan in de tussentijd volstaan worden met het oprekken van de beoordelingstermijn bulkdata tot 5 jaar, het uitbreiden van de bijschrijfmogelijkheid naar artikel 54 (analoog naar huidig artikel 47), het adresseren van de “stomme tap” en te werken aan het stroomlijnen van het gehele verzoekproces, van team tot TIB. Dit zijn weinig controversiĆ«le wijzigingen die wel de tijd zouden bieden om te komen tot een gedegen hervorming van de I&V wetgeving.

Met vriendelijke groet,

A.W.R. Hubert