High Level Forum (HLF) te Accra
Lijst van vragen
Nummer: 2008D01948, datum: 2008-09-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2008Z00965:
- Indiener: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2008-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-09-11 12:30: Procedurevergadering Buitenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-11-16 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld .. 2008 Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij een viertal fracties de behoefte de minister voor Ontwikkelingssamenwerking enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over diens brief d.d. 18 juli 2008 inzake het OESO/DAC High Level Forum (HLF) te Accra, 2-4 september 2008 (31 250, nr. 21). De minister heeft op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van ā¦. 2008. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Ormel De adjunct-griffier van de commissie, Van Toor Inbreng van de fractie van het CDA De leden van de fractie van het CDA zijn van mening dat het van belang is dat Nederland de voortrekkersrol op het terrein van de uitvoering van de Parijse agenda, zoals door de voormalige minister ingezet, nadrukkelijk vasthoudt. Het is dan ook goed dat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking hier stevig op inzet tijdens het High Level Forum te Accra. Het is voor de toekomst van ontwikkelingssamenwerking en internationale samenwerking cruciaal dat er een structurele verandering plaatsvindt. Uit evaluatie is gebleken dat de effectiviteit van de ontwikkelingsinspanningen onder druk staat doordat de partnerlanden zelf niet kunnen aangeven hoe hun ontwikkelingsproces eruit zou moeten zien en dat donorharmonisatie niet (voldoende) van de grond komt. Voor deze leden geldt dat het primaat van ontwikkelingsinspanningen bij het partnerland zelf komt te liggen en dat bijdragen van donoren moeten passen in het eigen ontwikkelingsconcept en de nationale ontwikkelingsplannen. Op dit terrein is er nog onvoldoende bereikt en lijkt het niet van de grond te komen. De leden van de fractie van het CDA vragen de minister wat concreet kan worden gedaan om dit een impuls te geven en waar hij op gaat inzetten tijdens de conferentie. Nederland zal inzetten op verbetering van donorharmonisatie. Aan welke concrete acties denkt de minister en kan hij een voorbeeld geven van de op te nemen concrete ijkpunten tot aan 2010? Hoe ver kan de minister op dit terrein gaan? Kunnen eisen worden gesteld? Naast harmonisatie van bilaterale donorinspanningen is het natuurlijk van belang dat inspanningen van maatschappelijke organisaties worden geharmoniseerd. Tijdens de conferentie zullen civil society organisaties aanwezig zijn en met donor- en partnerlanden van gedachten wisselen, maar niet alle maatschappelijke organisatie zullen hier aanwezig zijn. Hoe worden deze overige organisaties, die wel aanwezig zijn in de partnerlanden, betrokken bij harmonisatie? De minister heeft een initiatief ontplooid om de samenwerking tussen de VS en Nordic+ te intensiveren, uitmondend in de Potomac Verklaring over Effectiviteit van Hulp. Het is van belang dat ook andere niet-EU-landen participeren in donorharmonisatie. Maar wat zijn de consequenties voor EU-harmonisatie als de banden op dit terrein worden aangehaald met landen die zich, zoals in de brief van de minister staat verwoord, aan het andere ambitieuze einde van het continuüm bevinden? Wat zijn de verwachtingen van de minister en die van de ministers van andere EU-landen van deze conferentie? Zijn er concrete afspraken gemaakt en wordt er daadwerkelijk een impuls gegeven aan de implementatie van de Parijse agenda? Hoe zal de uitkomst van deze conferentie een rol spelen bij volgende conferenties? Inbreng van de fractie van de PvdA Hoewel hulp alleen niet werkt, is hulp een onmisbare katalysator van ontwikkeling mits onder de juiste voorwaarden geboden. De Verklaring van Parijs bevat belangrijke internationale afspraken om ontwikkeling van partnerlanden zo effectief mogelijk tot stand te brengen. Maar uiteindelijk gaat het om geboekte resultaten in partnerlanden. De Verklaring is daarom een middel en geen doel. Toch zijn de leden van de fractie van de PvdA verheugd om in de tussenevaluatie te lezen dat Nederland zeer voortvarend is met het implementeren van de Verklaring van Parijs en feliciteren zij de minister met deze geboekte resultaten. De Verklaring wordt immers breed gedragen door donoren en partnerlanden gezamenlijk en bevatten vijf cruciale elementen voor hervorming van ontwikkelingssamenwerking. De Nederlandse inzet in Accra wordt door deze leden ondersteund. De minister accentueert in zijn brief de juiste voorwaarden voor hulp zoals de omschakeling van donorgericht naar partnergeleid beleid, het gebruik maken van lokale systemen, fondsen voor capaciteitsopbouw in partnerlanden en versnelde uitvoering van de Verklaring om enkele te noemen. De leden van de fractie van de PvdA hebben echter ook enkele vragen en ondersteunende aanbevelingen voor de Nederlandse inzet in Accra. Internationaal wordt steeds vaker benadrukt dat parlementen een belangrijke rol spelen in de discussie over effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking, maar er wordt nog onvoldoende onderkend hoe cruciaal hun rol is. Sterke parlementen dragen bij aan een sterke democratie en een gevoel van nationaal ownership ā zij kunnen immers de stem van de bevolking vertegenwoordigen. Is de minister het met deze leden eens dat de rol van parlementen ook in dat licht in Accra benadrukt dient te worden? De leden van de fractie van de PvdA verwachten van de minister dat hij een sterk pleidooi voor parlementen houdt. De strekking daarvan is dat parlementen volwaardig moeten kunnen participeren in de verschillende fasen van planning, implementatie, follow-up en evaluatie van ontwikkelingssamenwerkingsprogrammaās naast budgetcontrole. Om deze budgetcontrolerende taak beter uit te kunnen voeren zouden regeringen jaarlijks aan het parlement een lijst van donoren van wie geld wordt ontvangen moeten tonen en de bijbehorende bedragen. Hiermee wordt de accountability en transparency verhoogd. Is het waar dat het International Aid Transparency Initiative er toe kan bijdragen dat parlementen in partner- en donorlanden hun budgetcontrolerende taak beter kunnen uitvoeren? Zo ja, op welke wijze? Naast het voornemen om toe te werken naar voortrollende committeringen is het vooral zaak dat wordt benadrukt dat donorlanden de aangegane verplichtingen nakomen. Voorts wordt het tijd om in overeenkomsten gender als belangrijk criterium voor effectieve ontwikkeling te hanteren. Het is opvallend dat een Ronde Tafel voor parlementariĆ«rs ontbreekt in de serie van Ronde Tafels tijdens de Accra meeting, dat is een groot gemis. Hoewel het kort dag is om een Ronde Tafel voor parlementariĆ«rs nu nog toe te voegen aan het programma, is het wel zinvol om de conclusies uit de conferenties over effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking van parlementaire netwerken zoals AWEPA, PGA, CPC, PNoWB, PAP en NCGAP een plek te geven tijdens de Accra meeting. AWEPA organiseert met de andere organisaties een parlementaire delegatie naar Accra. Welke mogelijkheden ziet de minister om parlementariĆ«rs en de conclusies uit de conferenties een plek te geven tijdens de Accra meeting? De tweede versie van de Accra Agenda for Action (AAA) bevat veel verbeteringen ten opzichte van de eerste versie. Wat betreft de versterking en erkenning van de rol van het parlement suggereren wij dat de AAA op 2 punten verbeterd wordt. Punt 6 vraagt terecht om country leadership van partnerlanden bij het maken van beleid. Country leadership lijkt echter synoniem te staan voor regering. Het verdient aanbeveling om eigenaarschap te erkennen als zijnde van de regering en het parlement gezamenlijk. Het is een misvatting om het parlement in dezelfde categorie als burgers te vermelden. Punt 23b op p. 5 over transparency verzoekt partnerlanden om parlementen een controlerende taak op de overheidsuitgaven te geven. Het is echter essentieel dat parlementen deze controlerende taak altijd uitvoeren en de leden van de fractie van de PvdA verzoeken de minister om zijn aangekondigde voornemen om parlementaire controle als voorwaarde voor een partnergeleide relatie op dit punt in de AAA op te laten nemen. Onder het kopje āwederzijdse rekenschapā spreekt de minister van āeen goed politiek mechanisme om verantwoording af te leggen aan de eigen bevolkingā. Wat verstaat de minister onder āgoed politiek mechanismeā? De leden van de fractie van de PvdA verwelkomen de sterke rol die de minister speelt in het internationale debat over fragiele staten. Ontwikkelingssamenwerking is ook risicoās durven nemen en dat geldt helemaal in fragiele staten. Het concept politieke dialoog en goed bestuur ondersteunen deze leden en zij hebben daar twee vragen over. Welke instrumenten hanteert Nederland bij het uitoefenen van de politieke dialoog en erkent de minister dat juist in fragiele staten sterke parlementen belangrijk zijn om goed bestuur zo veel mogelijk te waarborgen en de risicoās te reduceren? Juist in fragiele staten waar een stabiele overheid ontbreekt, zouden NGOās partner in ontwikkeling moeten zijn, hoe ziet de minister in het licht van effectiviteit de rol van NGOās in fragiele staten? Het voornemen van de minister om de Verklaring van Parijs te verbinden met de Millenniumdoelstellingen juichen de leden van de fractie van de PvdA zeer toe. De indicatoren voor effectieve ontwikkelingssamenwerking in annex 3 van de Verklaring van Parijs zouden kunnen worden aangevuld met de MDGās. Graag een reactie van de minister hierop. De minister beoogt de hervormingsagenda van ontwikkelingssamenwerking aan de hand van de Verklaring van Parijs verder vorm te geven. Naar de mening van de leden van de fractie van de PvdA kan dat niet zonder eerlijke handel tussen donor en partnerland te adresseren. Komt eerlijke handel ter sprake in Accra? En is de minister bereid eerlijke handel op te nemen in toekomstige debatten en conferenties over effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking? De enorme effecten van klimaatsveranderingen in zijn totaliteit voor partnerlanden en specifiek de daaruit voortkomende migratie en effecten op de voedselzekerheid legitimeren dat het thema klimaatsverandering tijdens de Accra meeting over effectiviteit van ontwikkeling aan de orde komt. Het tegengaan van klimaatsverandering is immers een beleidsprioriteit van deze minister en de leden van de fractie van de PvdA zijn van mening dat zonder ingrijpen de Millenniumdoelstellingen nooit gehaald zullen worden. Op welke wijze kan de minister klimaatsverandering in Accra op de agenda plaatsen? De minister sluit zijn brief af met een interessante opmerking over nieuwe spelers in het veld van ontwikkelingssamenwerking zoals China. Terecht geeft de minister aan dat hun wijze van opereren in Accra indringende vragen op tafel zal leggen. China stelt minder voorwaarden, heeft meer aandacht voor groei en biedt minder gepolitiseerde hulp, schrijft de minister, maar is dat wel zo? Heeft de minister zicht op de wijze waarop China haar hulp biedt? Is China aanwezig in Accra en kan de minister vragen of China de contracten die zij afsluit in Afrika, publiek kan maken zodat parlementaire controle hierop mogelijk wordt en er door donorlanden van deze nieuwe werkwijze geleerd kan worden? China heeft, evenals India en BraziliĆ«, de Verklaring van Parijs ondertekend. Hoe staat het met het uitvoeren ervan door deze landen? Wordt dit geĆ«valueerd? Zo ja wat zijn de bevindingen? Inbreng van de fractie van de SP De leden van de fractie van de SP merken op dat verschillende onderzoeken uitwijzen dat er gefundeerde kritiek te leveren valt op de effectiviteit van de Europese ontwikkelingshulp. Vindt de minister het wenselijk dat er een vergelijkend onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit tussen Europese ontwikkelingshulp en (daadwerkelijk) multilaterale hulp in VN-verband? Is de minister bereid in Accra te pleiten voor nader onderzoek over de meest efficiĆ«nte en effectieve bestedingsvormen van (multilaterale) ontwikkelingshulp? Inbreng van de fractie van de VVD De leden van de fractie van de VVD vragen of de minister bereid is om de organisatoren van de vervolgconferenties te verzoeken om naast vertegenwoordigers van NGO's ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven uit te nodigen. Zeker nu China een zo'n belangrijke rol speelt die grote gevolgen heeft voor het OS beleid van het Westen, lijkt het ook goed om een vertegenwoordiging van China uit te nodigen. Vervolg Bladzijde PAGE 2