Antwoord op vragen van de leden Joldersma en Jager over modernisering reclasseringstoezicht
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D02237, datum: 2008-09-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z05075:
- Gericht aan: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie
- Indiener: F. Joldersma, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Jager, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 71 31 Fax (070) 3 70 90 11 www.justitie.nl Onderdeel Afdeling Sanctie- en Reclasseringsbeleid Datum 1 september 2008 Ons kenmerk 5560900/08/DSP Uw kenmerk 2070825640 Bijlage(n) 1 Onderwerp Vragen van de leden Joldersma en Jager (beiden CDA) over de modernisering van het reclasseringstoezicht Hierbij doe ik u de antwoorden op de vragen van de leden Joldersma en Jager (beiden CDA) over de modernisering van het reclasseringstoezicht toekomen (ingezonden op 17 juli 2008, met kenmerk 2070825640). De Staatssecretaris van Justitie, Antwoorden van de Staatssecretaris van Justitie op vragen van de leden Joldersma en Jager over de modernisering van het reclasseringstoezicht (ingezonden op 17 juli 200; nr.82070825640). Vraag 1. Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de rechtbank van Maastricht het toezicht op een (ex-)gedetineerde heeft overgelaten aan een particuliere begeleider in plaats van het aan de reclassering toe te wijzen? Antwoord 1. Ja. Vraag 2. Past deze keuze binnen de bestaande regelgeving en de afspraken die hierover met Reclassering Nederland zijn gemaakt en de definitie die u zelf van reclasseringstoezicht hanteert? Antwoord 3. De rechtbank Maastricht heeft in tegenstelling tot het bericht niet het toezicht, maar de begeleiding van een justitiabele door een particulier bureau als bijzondere voorwaarde opgelegd. Uit het vonnis blijkt dat de rechter geen reclasseringstoezicht op de naleving van de voorwaarde heeft opgelegd. Volgens de wet is het Openbaar Ministerie altijd verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de voorwaarden. Dit is dus ook in deze situatie het geval. In de praktijk kan de rechter de reclassering opdracht geven de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden. Dit laatste wordt reclasseringstoezicht genoemd. Ik ben overigens van mening dat bij oplegging van bijzondere voorwaarden gericht op gedragsverandering of begeleiding in beginsel ook reclasserings-toezicht moet worden opgelegd. Ik heb aan de betrokken organisaties (Openbaar Ministerie, reclasseringsorganisaties en zittende magistratuur) gevraagd na te gaan of bij deze bijzondere voorwaarden vaker geen reclasseringstoezicht wordt opgelegd. Vraag 3. Deelt u de opvatting dat bij het reclasseringstoezicht een onderscheid kan worden gemaakt tussen enerzijds begeleiding en anderzijds controle op de naleving van voorwaarden? Deelt u de opvatting dat begeleiding door anderen dan de reclassering kan worden gedaan terwijl het op zich logisch is dat de controle op naleving van voorwaarden bij de executie van het vonnis bij de reclassering ligt? Vraag 4. Hoe past deze uitspraak binnen de modernisering van het reclasseringstoezicht? Wanneer geeft u uitsluitsel over de daadwerkelijke uitwerking van de verbetering van het reclasseringstoezicht? Antwoord 3 en 4. De reclassering heeft zowel een taak bij de begeleiding als bij de controle op de naleving van de voorwaarden. Het uitgangspunt is dat het toezicht primair gericht is op de controle op het nakomen van door het OM en de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden en het signaleren van (dreigende) overtreding daarvan. Daarnaast bestaat het toezicht uit het stimuleren en motiveren van de veroordeelde om zich aan de bijzondere voorwaarden te houden. Het toezicht wordt in beginsel uitgevoerd door de reclassering. Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief van 12 juli 2007 over de modernisering van het reclasseringstoezicht (Kamerstukken II, vergaderjaar 2006-2007, 29 270, nr. 14). De invulling van de bijzondere voorwaarden is gericht op reïntegratie en gedragsverandering door wetenschappelijk onderbouwde interventies of behandeling. Dit kan zowel door de reclasseringsorganisaties plaatsvinden als door particuliere zorg- en behandelinstellingen. De modernisering van het reclasseringstoezicht bevindt zich op dit moment in de testfase. Op basis hiervan wordt het reclasseringstoezicht verder ontwikkeld en gereed gemaakt voor landelijke implementatie. De start daarvan is voorzien eind 2009. 5560900/08/DSP/1 september 2008 PAGE 3 / NUMPAGES 3 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.