Antwoorden
Bijlage
Nummer: 2008D03374, datum: 2008-09-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Mede ondertekenaar: C.P. Vogelaar, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Bijlage bij: Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Depla inzake de aanpak van overlast door woningeigenaren en huurders van woningen in particulier bezit (2008D03373)
Preview document (🔗 origineel)
2070824730 Vragen van de leden Kuiken en Depla (beiden PvdA) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanpak van overlast door woningeigenaren en huurders van woningen in particulier bezit. (Ingezonden 8 juli 2008). Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de vragen over woonoverlast gesteld op 30 juni 2008 door de gemeenteraadsfractie van de PvdA in Rotterdam aan het college van B&W? Antwoord: Ja. Vraag 2: Heeft u cijfers over het veroorzaken van overlast in de eigen woonomgeving, uitgesplitst naar huurders van woningen van woningcorporaties, huurders van woningen in particulier bezit en eigenaren van woningen? Antwoord: De specifieke cijfers waar om gevraagd wordt zijn niet voorhanden. In mei 2008 heeft het kabinet het Actieplan Overlast en Verloedering naar de Tweede Kamer gestuurd (TK 2007-2008 28684, nr.130). Daarin wordt aangegeven welke type overlast het meeste voorkomt in de eigen woonomgeving. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar overlastbeleving en type bewoner (huurder, eigenaar-bewoner, etc). Vraag 3: Deelt u de opvatting dat ook wooneigenaren recht hebben op ongestoord woongenot en beschermd moeten worden tegen extreme woonoverlast? Antwoord: Ja, alle bewoners in alle wijken hebben het recht op ongestoord woongenot. Dus ook wooneigenaren. Vraag 4: Kan artikel 174a van de Gemeentewet worden gebruikt om overlast door woningeigenaren aan te pakken door middel van een (tijdelijke) uithuisplaatsing? Zo neen, bent u bereid tot aanvullende wetgeving te komen om (tijdelijke) uithuisplaatsing wel mogelijk te maken? Antwoord: De burgemeester kan, op grond van artikel 174a (ook wel de wet Victoria genaamd) van de Gemeentewet, besluiten een woning te sluiten, indien door gedragingen in de woning de openbare orde rond de woning wordt verstoord. De overlastgevende gedragingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op drugshandel, wapenhandel, illegale prostitutie en dergelijke. De burgemeester moet hierbij steeds aantonen dat er sprake is van verstoring van openbare orde en verdere vrees voor het voortduren daarvan. Het doel van deze maatregel is het herstellen van orde en rust in de omgeving en de maatregel zelf richt zich daarbij op het sluiten van een woning (een objectgerichte maatregel), niet op het uithuis plaatsen van bewoners. De wet Victor (art 16a Woningwet) is bedoeld om de gemeente vervolgens in staat te stellen na sluiting van het pand ook het beheer over te laten nemen (of over te dragen) en eventueel te onteigenen als er geen verbetering optreedt. Het kabinet heeft in het Actieplan Overlast en Verloedering aan de Tweede Kamer toegezegd om een onderzoek te starten naar de effectiviteit van de wetten Victor (art 16a Woningwet) en Victoria (art 174a Gemeentewet). Dit instrument is op verzoek van de G4 ontwikkeld. Aanleiding voor het onderzoek was de behoefte aan instrumentarium om overlast van onder andere drugspanden en drugshandel tegen te gaan. Het onderzoek zal daarom ingaan op de knelpunten die mogelijk bij gemeenten spelen. Ook worden good practices verzameld. Eind 2008 wordt de kamer hierover geïnformeerd. Dit laat onverlet dat er een lacune lijkt te bestaan in de mogelijkheden die gemeenten nu hebben om overlast door huiseigenaren aan te pakken. In het Actieplan Overlast en verloedering heeft het kabinet reeds aangegeven het nut te zien van een extra bevoegdheid voor de burgemeester, om in het uiterste geval overlastgevende gezinnen uithuis te kunnen plaatsen. Op dit moment wordt bezien hoe deze bevoegdheid kan worden vormgegeven en welke aanvullende wetgeving hiervoor nodig is. Deze gedwongen uithuisplaatsing richt zich overigens zowel op overlastgevers met een koopwoning, als overlastgevers met een huurwoning. Vraag 5: Zijn er naast artikel 174a van de Gemeentewet nog andere instrumenten die gemeenten in kunnen zetten tegen overlast door woningeigenaren of huurders in de particuliere sector? Zo ja, welke? Antwoord: Ja, buiten de Gemeentewet hebben gemeenten andere instrumenten om overlast door bewoners aan te pakken, maar dit is afhankelijk van welk soort overlast zich voordoet: Als overlast wordt veroorzaakt door overtredingen in de bouwregelgeving: via de Woningwet kan een gemeente direct bestuursdwang en last onder dwangsom opleggen. In het uiterste geval kan er onteigening plaatsvinden. Voor de aanpak van overlast veroorzaakt door onrechtmatige bewoning (bijv. overbewoning, illegale doorverhuur, hennepteelt, etc) is er een wetsvoorstel in voorbereiding om een bestuurlijke boete in de Huisvestingswet mogelijk te maken. Dit wetsvoorstel zal voor half september 2008 aan uw Kamer ter behandeling worden aangeboden. Deze bestuurlijke boete moet het gemeenten gemakkelijker maken om te handhaven en overtredingen door middel van lik-op-stukbeleid aan te pakken. Algemene Plaatselijke Verordening (APV): een gemeente kan met lokale verordeningen specifieke regels stellen om overlast tegen te gaan. Zo kan het per APV verboden worden om zonder redelijk doel je in een portiek of poort in of bij een gebouw op te houden. Dit kan ook ingesteld worden voor gemeenschappelijke ruimtes van flatgebouwen e.d. De zogenaamde model-APV van de Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft hiervoor verschillende artikelen opgenomen, die gemeenten desgewenst kunnen inzetten. De inzet van multidisciplinaire interventieteams: gemeenten kunnen samen met het OM, de politie, woningbouwcorporaties, zorginstellingen, bedrijfsleven en burgers zgn. interventieteams vormen om zo problemen gezamenlijk aan te pakken. Het gaat daarbij vooral om maatregelen die zich richten op de oorzaken van overlast. Verschillende gemeenten hebben met betrekking tot de inzet van interventieteams te maken met juridische belemmeringen, bijvoorbeeld op het terrein van ‘binnentreding'. Een succesvolle inzet van interventieteams is daardoor niet altijd mogelijk. De ministers van BZK en Justitie brengen momenteel met de VNG de bestaande juridische belemmeringen in kaart en bezien welke eventuele maatregelen daaruit voortvloeien. Vraag 6: Ziet u mogelijkheden om de veelplegersaanpak voor overlastgevenden (stelselmatige aanpak van notoire overlastgevenden) ook ter bestrijding van woonoverlast door eigenaren en huurders in de particuliere sector in te zetten? Antwoord: Tijdens het algemeen overleg over het Actieplan Overlast en Verloedering is door de minister van BZK de toezegging gedaan om in samenwerking met de minister van Justitie te onderzoeken of invulling kan worden gegeven aan een veelplegersaanpak voor personen die overlast veroorzaken. In dit kader zal tevens de problematiek van woonoverlast door eigenaren en huurders in de particuliere sector worden meegenomen.