Antwoord op vragen van het lid Agema over de eerste multiculturele jeugdzorginstelling in Europa
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D04280, datum: 2008-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z05041:
- Gericht aan: A. Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin
- Indiener: M. Agema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
CZ-K-U-2863539
15 sep. 08
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Kamervragen
1 7 juli 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema
(PVV) over de eerste multiculturele jeugdzorginstelling in Europa
(2070824650).
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
Antwoorden op kamervragen van REF bmkHetLidDeLeden het Kamerlid
Agema REF bmkKamerleden over REF bmkOnderwerp de eerste
multiculturele jeugdzorginstelling in Europa .
( REF bmkNummer 2070824650 )
1.
Bent u bekend met het bericht “Psychokliniek voor jonge allochtoon?
1.
Ja.
2.
Deelt u de mening dat het beslist onnodig is om een aparte
multi-culti-instelling op te richten voor het behandelen van psychische
problemen van jonge allochtonen? Zo neen, waarom niet?
2.
Nee ik deel uw mening niet. Het staat zorginstellingen vrij om op basis
van eigen expertise te kiezen welke doelgroep van cliënten zij willen
bedienen. Binnen het huidige kader van de Zorgverzekeringswet is er
ruimte om daarover als zorgaanbieder afspraken te maken met een
zorgverzekeraar. Dit geldt voor zover het geneeskundige geestelijke
gezondheidszorg betreft, waarbij de behandeling niet langer dan een jaar
duurt. Belangrijkste voorwaarde is dat er adequate zorg wordt geleverd,
zoals de beroepsgroep die gewend is te leveren. In de brief
‘Diversiteit in het Jeugdbeleid’ is aangegeven dat er een inspanning
nodig is om ook migrantenjongeren goed te kunnen bereiken met zorg en
jeugdhulpverlening.
3.
Hoe verklaart u dat, terwijl opeenvolgende regeringen de mond tot
vervelens toe vol hebben gehad over integratie, als puntje bij paaltje
komt in dit land steeds weer gekozen wordt voor segregatiebevorderende
oplossingen rond allochtonen?
3.
Ik heb op dit moment geen aanwijzingen dat er in dit geval sprake is van
een segregatiebevorderende oplossing. Zoals ik bij de eerdere
beantwoording van kamervragen door de kamerleden Çorüz en Van
Toorenburg (2070806740) al heb aangegeven is bekend dat kinderen van
migranten ondervertegenwoordigd zijn in de ambulante en poliklinische
jeugd-ggz. Ze komen veelal via somatische klachten en crisissituaties
binnen bij de jeugd-ggz. GGZ Nederland heeft in zijn visiedocument
‘Jeugd-ggz breed beschikbaar’ dan ook aangegeven dat het voor de
jeugd-ggz de hoogste prioriteit heeft om psychische stoornissen bij
kinderen uit migrantengezinnen vroegtijdig te signaleren. Daarnaast
moeten diagnostiek en behandeling beter aansluiten bij de specifieke
hulpvraag van de cliënten uit migrantengroepen. Het initiatief van De
Jutters om een multiculturele psychokliniek te openen past goed binnen
het kader van de brief “Diversiteit in het Jeugdbeleid” ten behoeve
van de positieverbetering van allochtone jongeren.
4.
Zegt het niet alles over de integratieramp die zich in dit land aan het
voltrekken is, dat we ons er tegenwoordig zelfs maar bij neerleggen dat
aan een Marokkaanse moeder niet uit te leggen valt dat haar kind niet
bezeten is door boze geesten? Naar welk niveau van beschaving glijden we
af, als dergelijk achterlijk bijgeloof niet meer weersproken wordt?
4.
Zoals in het bovengenoemde bericht al door de directeur van De Jutters
wordt aangegeven, vraagt de communicatie met allochtone ouders in
sommige gevallen extra aandacht. Ik beschouw dit als een professionele
manier om ouders in hun waarde te laten. Dit schept de ruimte om aan de
hand van psycho-educatie toe te lichten welke psychiatrische stoornis
mogelijk ten grondslag kan liggen aan de klachten van een kind.
Belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat het kind de behandeling krijgt
die het nodig heeft.
Postbus 16166
2500 BD DEN HAAG
Telefoon (070) 340 50 30
Fax (070) 340 78 34 Bezoekadres:
Parnassusplein 5
2511 VX DEN HAAG Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres
met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief Internetadres:
www.jeugdengezin.nl
IF DOCPROPERTY "propArchiefkopie" Fout! Onbekende naam voor
documenteigenschap. = "Archiefkopie" AUTOTEXT sysArchiefkopie
AANGETEKEND ""