Antwoord op vragen van de leden Voordewind, Haverkamp, Van der Staaij en Van Baalen over geweld tegen christenen in India
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D05635, datum: 2008-09-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z01761:
- Gericht aan: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. van Baalen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.C. Haverkamp, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie AziĂ« en OceaniĂ« Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag Datum 18 september 2008 Behandeld Wierish Ramsoekh Kenmerk DAO-603/2008 Telefoon 070 3485142 Blad PAGE \* MERGEFORMAT 1 Fax 070 3485323 Bijlage(n) 1 Betreft Beantwoording vragen van de leden REF bm_txtonderwerp \* MERGEFORMAT Voordewind (ChristenUnie), Haverkamp (CDA), Van der Staaij (SGP) en Van Baalen (VVD) over geweld tegen christenen in India Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind (ChristenUnie), Haverkamp (CDA), Van der Staaij (SGP) en Van Baalen (VVD) over geweld tegen christenen in India. Deze vragen werden ingezonden op 5 september 2008 met kenmerk 2008Z01761/2070828950. De minister van Buitenlandse Zaken, Drs. M.J.M. Verhagen Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Haverkamp (CDA), Van der Staaij (SGP) en Van Baalen (VVD) over geweld tegen christenen in India. Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de uitbarsting van geweld tegen christenen in de Indiase staat Orissa, na beschuldigingen van de moord op de leider van een hindoe-organisatie? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 Bent u op de hoogte van het feit dat in India de laatste tijd vaker geweldsincidenten tegen christenen hebben plaatsgevonden, zoals afgelopen december in Kandhamal? Betekent dit dat de situatie van christenen in India de afgelopen tijd is verslechterd? Antwoord In India komen op lokaal niveau met enige regelmaat uitbarstingen van geweld voor tussen religieuze groepen. Niet alleen christenen, maar ook hindoes, moslims en sikhs zijn in het verleden slachtoffer geweest van religieus geweld. De gebeurtenissen in Orissa geven geen aanleiding te veronderstellen dat de situatie van christenen in India in zijn algemeenheid is verslechterd. Wel is te constateren dat frustratie bij sommige radicale hindoegroeperingen over christelijke bekeringsactiviteiten een voedingsbodem vormt, die op verschillende momenten en op verschillende plaatsen tot geweld tegen christenen kan leiden. Vraag 3 Hoe beoordeelt u deze ontwikkelingen, mede in het licht van de toezegging van de Indiase regering in het kader van de universele periodieke beoordeling van de Mensenrechtenraad om al het mogelijke te doen om de volledige veiligheid van de christelijke minderheden in India te garanderen en hun recht op godsdienstvrijheid te beschermen zoals vastgelegd in de grondwet van India? Antwoord Godsdienstvrijheid en het tegengaan van geweld tegen religieuze minderheden is een van de prioriteiten van mijn mensenrechtenbeleid. Ik ben dan ook bezorgd over de gebeurtenissen in Orissa. Die bezorgdheid wordt ook gedeeld door de Indiase premier Manmohan Singh, die het geweld in Orissa in scherpe bewoordingen heeft veroordeeld. De Indiase grondwet is seculier en voorziet in godsdienstvrijheid voor alle religies in India. Dit fundamentele principe wordt in India in het algemeen ook toegepast, hoewel zich op lokaal niveau met enige regelmaat uitbarstingen hebben voorgedaan van geweld tussen religieuze groepen. Vraag 4 Bent u bereid om zowel in bilateraal als in internationaal verband uw zorgen over deze gebeurtenissen aan de Indiase autoriteiten kenbaar te maken en hen ertoe te bewegen alles in het werk te stellen om een einde te maken aan het geweld? Antwoord Zoals besproken met uw Kamer tijdens het AO Razeb op 10 september jl., heb ik tijdens het recente Gymnich-overleg de interventie van de Italiaanse minister Frattini, die zijn ernstige zorgen uitsprak, onderschreven. Daarbij heb ik ook aangegeven dat de Indiase autoriteiten het geweld in Orissa hebben veroordeeld en schadeloosstelling voor slachtoffers beschikbaar hebben gesteld. Het tegengaan van geweld tegen religieuze minderheden is een van de prioriteiten van mijn mensenrechtenbeleid. Het is van groot belang dat dit onderwerp niet alleen bilateraal maar zeker ook in EU-verband wordt besproken. Ik heb derhalve verder gesuggereerd dat de EU in contacten met India zou vragen naar maatregelen om herhaling te voorkomen en te bezien of en wat wij, als EU, daar aan kunnen bijdragen. Minister Kouchner heeft deze suggestie ter harte genomen. Het Franse voorzitterschap heeft maandag 8 september aan de ambassadeurs van de EU-lidstaten in India gevraagd een rapport op te stellen over de situatie en suggesties te doen voor nadere maatregelen. Deze kwestie wordt wat mij betreft tijdens de volgende top op 29 september tussen EU en India besproken. De EU voert sinds 2004 een mensenrechtendialoog met India die jaarlijks plaatsvindt. Deze dialoog is destijds van start gegaan onder Nederlands EU-voorzitterschap en de Nederlandse ambassade is binnen de EU nog altijd een van de voortrekkers op mensenrechtendossiers. Tijdens deze mensenrechtendialoog wordt het onderwerp van godsdienstvrijheid ter sprake gebracht. Vraag 5 Is het bericht waar dat NGOâs geen toestemming krijgen om hulp te verlenen in de vluchtelingenkampen die zijn ingericht? Bent u bereid om hiertegen protest aan te tekenen bij de Indiase autoriteiten? Antwoord Ik beschik niet over informatie dat ngoâs de toegang tot de vluchtelingenkampen wordt ontzegd. 1) âMeer geweld tegen christenen in Indiaâ, de Volkskrant, 2 september 2008