Antwoord op vragen van de leden Azough, Peters en Dibi inzake Iraanse studenten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D05658, datum: 2008-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z05077:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: N. Azough, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Peters, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T. Dibi, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 72 www.justitie.nl Onderdeel Directie Vreemdelingenbeleid Datum 19 september 2008 Ons kenmerk 5563687/DVB/08 Uw kenmerk 2070825670 Bijlage(n) 1 Onderwerp Beantwoording vragen van de leden Azough, Peters en Dibi (allen GroenLinks) inzake Iraanse studenten Hierbij zend ik u mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de beantwoording van de vragen van de leden Azough, Peters en Dibi (allen GroenLinks) over Iraanse studenten die worden uitgesloten bij bepaalde studies. De Staatssecretaris van Justitie, Vragen van de leden Azough, Peters en Dibi (allen GroenLinks) aan de ministers van Justitie, van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over Iraanse studenten die worden uitgesloten bij bepaalde studies. (Ingezonden 17 juli 2008) Vraag 1 Bent u bekend met het bericht dat Iraanse studenten bij bepaalde studierichtingen, zoals kernfysica, worden uitgesloten? Antwoord Ja. Bij het antwoord op deze vragen is de ministeriële regeling in kwestie ter informatie bijgevoegd. Deze regeling voorziet, in tegenstelling tot wat in een aantal berichten wordt gesuggereerd niet in het uitsluiten van studierichtingen. De regeling betreft een verbod op het overbrengen van zeer gespecialiseerde en specifiek gedefinieerde kennis aan personen met een Iraanse nationaliteit. Concreet betekent dit dat het gehele bachelor-onderwijs toegankelijk is en blijft omdat de aangeboden kennis in het bachelor-onderwijs per definitie niet gespecialiseerd genoeg wordt geacht. Verder is voor masteropleidingen en hoger deze kennis zodanig specifiek afgebakend dat dit geen hele opleidingen zal beslaan. Het betreft negen kennisgebieden die alle direct leiden tot kennis en vaardigheden om nucleaire- of raketsystemen te kunnen fabriceren. Met andere woorden, een Iraanse student kan in principe gewoon natuurkunde studeren zolang de gevolgde onderwijsonderdelen niet direct betrekking hebben op een van de negen kennisgebieden. Daarenboven is er de mogelijkheid voor onderwijsinstellingen om in individuele gevallen ontheffing van dit verbod aan te vragen bij het ministerie van OCW. Dit is van belang omdat niet in alle gevallen er grond hoeft te bestaan voor de vrees dat Iran daarvan zal profiteren. Vraag 2 Deelt u de mening dat het uitsluiten van onderwijs van mensen met een bepaalde nationaliteit in strijd is met artikel 1 van de Grondwet? Deelt u de mening dat nog minder aanvaardbaar is bij Iraanse Nederlanders met een dubbele nationaliteit? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo neen, waarom niet? Antwoord Nee. De ministeriële regeling is de Nederlandse implementatie van een bindend besluit van de VN Veiligheidsraad. De verbindendheid van besluiten op grond van hoofdstuk VII van het Handvest in de Nederlandse rechtsorde berust op de ratificatie van het Handvest van de Verenigde Naties door het Koninkrijk. Vraag 3 Bent u ervan op de hoogte dat Nederland Resolutie 1737 van de VN-Veiligheidsraad veel strikter interpreteert dan andere landen? Zo ja, waarom interpreteert u deze resolutie zoveel strikter? Zo neen, bent u van plan ruimhartiger om te gaan met deze resolutie zoals andere landen dat ook doen? Antwoord Dit is onjuist. Naar aanleiding van Veiligheidsraadresolutie 1737 en het daaruit voortvloeiende Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie (2007/140/GBVB d.d. 27 februari 2007) hebben ook andere Europese lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en België maatregelen getroffen. De Sanctieregeling Iran 2007 is de Nederlandse implementatie van een bindend besluit van de VN Veiligheidsraad. Daarbij is mede invulling gegeven aan hetgeen is bepaald in voornoemd Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie. In artikel 6 van dit Gemeenschappelijk Standpunt (GS) is het volgende vastgelegd: “Lidstaten dienen, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, de noodzakelijke maatregelen te treffen teneinde te voorkomen dat Iraanse onderdanen, op hun grondgebied of door hun onderdanen, gespecialiseerd onderwijs of training ontvangen in disciplines die zouden kunnen bijdragen aan Iraanse proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van overbrengingsmiddelen voor nucleaire wapens.” Het verplichtende karakter van dit artikel gaat dus verder dan artikel 17 van Veiligheidsraadresolutie 1737, waarin ‘slechts’ wordt opgeroepen tot waakzaamheid. 5563687/DVB/08/19 september 2008 PAGE 3 / NUMPAGES 3 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.