[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2008D05707, datum: 2008-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag informele Milieu- en Energieraad, 3 en 5 juli 2008 (2008D05706)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag informele Milieu- en Energieraad, 3 en 5 juli 2008

De gecombineerde informele Milieu- en Energieraad, het eerste grote
evenement onder Frans voorzitterschap, vond van 3 tot 5 juli in Parijs
plaats. Minister Cramer vertegenwoordigde Nederland bij het milieudeel,
bij het energiedeel nam Minister Van der Hoeven het over. Ook was er een
gezamenlijke werklunch voor de ministers. Graag geven wij u een beknopt
verslag van deze informele raad.

Klimaat en energiepakket

Tijdens de bijeenkomst werd vooral gesproken over het Europese klimaat
en energiepakket, met als doel het bevorderen van het bereiken van een
akkoord in eerste lezing in december dit jaar. De discussie stond bijna
volledig in het teken van de onderhandelingen over de actuele gevoelige
kwesties, wat pittige discussies opleverde. Ook zaten de rapporteurs van
het Europees Parlement aan tafel. Voor een akkoord in december is immers
instemming van het EP een voorwaarde. Hun actieve deelname was van grote
meerwaarde voor de discussie. Daarnaast waren bij het begin ook
ministers uit Afrika aanwezig, alsmede vertegenwoordigers van de
industrie en NGO’s. 

Belangrijkste resultaat van de bespreking is de toenadering tussen
lidstaten op het EU klimaat- en energiepakket. Nederland heeft met
andere lidstaten sterk gepleit tegen structurele wijzigingen in het
pakket. De systematiek van het pakket – de door de Commissie
voorgestelde kosteneffectieve inspanningenverdeling waarbij rekening
gehouden wordt met draagkracht – lijkt nu door alle lidstaten
geaccepteerd te worden. Geconstateerd is dat het compromis gezocht moet
worden in aanvullende flexibiliteit in het bereiken van de doelen. 

Het Franse voorzitterschap heeft over zowel het klimaatdeel als het
energiedeel voorzitterschapconclusies uitgebracht. De kernvraag die in
deze conclusies wordt gesteld, is of de huidige solidariteit in het
pakket genoeg is voor een akkoord. Om dat te onderzoeken heeft de
voorzitter het verzoek gedaan aan het Comité des Représentants
Permanents (COREPER) om te werken aan flexibiliteitopties in het pakket
(zowel bij broeikasgassen als bij hernieuwbare energie), aan de stap van
20% naar 30% emissiereductie, aan veilingopbrengsten, carbon leakage en
aan financiering van demonstratieprojecten voor CCS (afvang en opslag
van CO2). Tegelijk zal de voorzitter na de zomer bilaterale gesprekken
gaan voeren met de Lidstaten over oplossingen richting een akkoord over
het pakket.

Kopenhagen 2009 en financiële architectuur voor internationaal
klimaatbeleid

Tevens is gesproken over het bereiken van een internationaal
klimaatakkoord in Kopenhagen in 2009. De algemene tendens was dat de EU
de leiding moet blijven nemen en haar eigen huis op orde moet hebben
door het EU-pakket succesvol af te ronden voor Kopenhagen.

In de marge van de informele Milieuraad was op initiatief van Nederland
een bijeenkomst van de ministeriele werkgroep over internationale
financiële architectuur georganiseerd. Er was veel steun voor dit
initiatief van Minister Cramer om dit voor de internationale
klimaatonderhandelingen cruciale element snel op te pakken. De huidige
internationale financiële architectuur is gezien de uitdagingen op
klimaatgebied (mitigatie en adaptatie) te verbrokkeld, er is nog
onvoldoende zicht op de benodigde bedragen en zekerheid ontbreekt dat
dat geld ook de armste landen zal bereiken. 

De voorzitter concludeerde dat het wenselijk is dat de EU hierover al in
Poznan de discussie aangaat. Daarbij wil het Franse voorzitterschap de
Milieuraad en ECOFIN betrekken. Er blijft behoefte aan een motor om deze
discussie in de EU aan de gang te houden en Nederland zal zich daarvoor
blijven inzetten. 

Energiebesparing

De Raad sprak op informele basis over energiebesparing en wisselde best
practices uit.  Commissaris Piebalgs kondigde enkele nieuwe voorstellen
op dit terrein aan. Zo is de Commissie voornemens om in november 2008 de
bestaande gebouwenrichtlijn, met daarin prestatienormen voor de gebouwde
omgeving, te herzien om zo het besparingspotentieel van de richtlijn te
vergroten. Daarnaast is deze  zomer een bijstelling van de
Ecodesign-richtlijn verschenen, die voorstelt om naast
energieverbruikende producten ook energiegerelateerde producten onder de
reikwijdte van de richtlijn te brengen. Dat betekent dat niet alleen
efficiëntie- en milieueisen zullen worden gesteld aan bijvoorbeeld een
televisie, maar ook aan producten als isolerende beglazing. 

Nederland deed tijdens zijn presentatie van een best practice over de
gebouwde omgeving (convenant Meer met Minder) een oproep aan de
Commissie om vaart te maken met de uitvoering van het bestaande
Actieplan Energiebesparing uit 2006, in het bijzonder ten aanzien van de
Ecodesign-richtlijn. Dit Actieplan bevat ambitieuze plannen voor
energiebesparing. De Raad gaf destijds zijn volle steun hieraan, maar
van een voortvarende uitvoering door met name de Europese Commissie is
geen sprake. Nederland heeft benadrukt dat zonder actie op Europees
niveau de nationale besparingsdoelstellingen onhaalbaar zijn. 

Hernieuwbare energie

De Raad debatteerde over het voorstel voor de richtlijn hernieuwbare
energie, onderdeel van het brede Europese energie- en klimaatpakket. Uit
de discussie bleek brede steun voor  een alternatief systeem van handel
in hernieuwbare energie zoals voorgesteld door Duitsland, het Verenigd
Koninkrijk en Polen. Dit moet de handel in hernieuwbare energie tussen
lidstaten gemakkelijker maken en zo bijdragen aan een kostenefficiënte
invulling van de nationale doelstellingen, zonder risico van weglek van
nationale stimuleringsbudgetten en het ondermijnen van de nationale
doelstellingen. 

Nederland heeft ingebracht dat het uiteindelijke handelssysteem geen
afbreuk mag doen aan de relatief omvangrijke Nederlandse groene
stroommarkt. Nederland zal zelf voorstellen doen voor verbetering van
het huidige systeem, aangezien de voorstellen van de Commissie hun doel
voorbij schieten.

Ook heeft Nederland aangegeven voorstander te zijn van een indicatief
traject richting 2020, als het gaat om de wijze waarop lidstaten
invulling geven aan hun nationale doelstelling voor hernieuwbare
energie. Monitoring van de tussentijdse voortgang door de Commissie aan
de hand van nationale actieplannen moet de uiteindelijke realisatie van
de doelstelling borgen.

GGO’s

Tevens is gesproken over genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s).
Het Franse Voorzitterschap wil in het komende half jaar een debat voeren
over verbreding van de wetenschappelijke beoordeling bij GGO-toelating
en de merites van GGO-vrije gebieden. De bestaande richtlijn wordt niet
ter discussie gesteld, er wordt gesproken over aanpassingen in de
werkwijze en eventueel om besluiten die via comité-procedure kunnen
worden genomen. Alle ministers gaven aan dit debat te verwelkomen. 

Ook in de Nederlandse interventie werd gesteld dat er bij sommige
Lidstaten twijfels bestaan over over het wetenschappelijk onderzoek en
dat het daarom goed was dit debat over GGO’s te voeren. Nederland
onderstreepte dat de autoriteit verantwoordelijk voor dit onderzoek, de
European Food Safety Authority (EFSA) – op basis van zijn mandaat –
goed wetenschappelijk werk verricht. Nederland erkende wel dat
verbetering van de beoordelingsprocedure denkbaar is. Men zou kunnen
overwegen de EFSA-rapporten breder te bespreken, bijvoorbeeld in de vorm
van zogenoemde ‘science courts’. In de discussie onder het Franse
voorzitterschap zou  ook gesproken kunnen worden op welke wijze
ethische, maatschappelijke en sociaal-economische aspecten van GGO’s
in het debat oer ggo’s aan de orde kunnen komen, zodat de voor- en
nadelen van de (toepassing van) GGO’s completer op een rij worden
gezet. 

GGO zal op de Milieuraden van oktober en december op de agenda komen. In
december hoopt het voorzitterschap overeenstemming over raadsconclusies
te bereiken. 

 PAGE    

 PAGE   1