[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Bijlage

Nummer: 2008D05751, datum: 2008-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verdrag en toelichtende nota (2008D05749)

Preview document (🔗 origineel)


No.W09.04.0433/V	's-Gravenhage, 15 oktober 2004

Bij Kabinetsmissive van 2 september 2004, no.04.003365, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt de Overeenkomst inzake de bevordering, de
beschikbaarstelling en het gebruik van het Galileo- en het
GPS-satellietnavigatiesysteem en verwante toepassingen; Dromoland
Castle, Co Clare, 26 juni 2004, met toelichtende nota.

Deze overeenkomst creëert een raamwerk voor samenwerking tussen
enerzijds de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en anderzijds de
Verenigde Staten, met betrekking tot de onderlinge afstemming van het
Amerikaanse satellietnavigatiesysteem GPS (‘Global Positioning
System’) en zijn Europese tegenhanger Galileo. Galileo verkeert op dit
moment nog in de ontwikkelingsfase; de planning is dat het systeem in
2008 operationeel zal zijn.

De Raad van State onderschrijft de strekking van de overeenkomst, maar
maakt de volgende opmerkingen over de toelichtende nota.

De toelichtende nota bij de overeenkomst is uiterst beknopt. Uit de nota
is niet af te leiden welke verdragsverplichtingen exclusief rusten op de
Europese Gemeenschap en welke (mede) op de lidstaten. Ook wordt niet
duidelijk welke concrete verplichtingen de overeenkomst voor Nederland
schept en welke uitvoeringsmaatregelen op nationaal niveau zijn vereist,
welke financiële middelen daarmee gemoeid zijn, welke instanties bij de
uitvoering betrokken zullen zijn, en in hoeverre hier een rol is
weggelegd voor het bedrijfsleven of voor wetenschappelijke instellingen.
Evenmin wordt duidelijk in hoeverre de bepalingen van het verdrag nog
uitwerking vergen in eventueel te maken nadere afspraken. 

Meer specifiek wijst de Raad erop dat in artikel 10 wordt gesproken over
verenigbaarheid met “de eisen van de ICAO en IMO” zonder dat in de
toelichtende nota wordt aangegeven wat die eisen inhouden. Voorts wordt
niet verduidelijkt wat de “COSPAS-SARSAT-Raad”, die in artikel 12
wordt genoemd, is. Bovendien acht het college wenselijk dat in de
toelichting wordt ingegaan op de aard van de “aansprakelijkheid” die
ingevolge artikel 19 op Nederland kan komen te rusten, en de gevolgen
die deze aansprakelijkheid kan hebben. 

Ten slotte zal naar de Raad meent moeten worden toegelicht wat de
verhouding is tussen de voorlopige toepassing die geregeld is in artikel
20, derde lid, en de inwerkingtreding zoals die is geregeld in het
eerste lid van dat artikel. Daarbij zal ook aan de orde moeten komen hoe
het derde lid van artikel 20 zich verhoudt tot de regeling omtrent
voorlopige toepassing in artikel 15 van de Rijkswet goedkeuring en
bekendmaking verdragen.  

De Raad adviseert in de toelichtende nota aan de genoemde punten
aandacht te besteden.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoelde
Overeenkomst wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

  PAGE  2