[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stichting Servicecentrum Scholenhuisvesting

Stichting Servicecentrum Scholenhuisvesting

Lijst van vragen

Nummer: 2008D05817, datum: 2008-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z00556:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2008-2009





31 507	Stichting Servicecentrum Scholenhuisvesting









	Nr. 	VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld … september 2008





De vaste commissie voor Financiƫn heeft behoefte om over de brief van
de minister van Financiƫn d.d. 11 juni 2008 inzake de oprichting van
een stichting voor het servicecentrum voor onderwijshuisvesting
(Kamerstuk 31507, nr. 1), enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

De vragen en opmerkingen zijn op 22 september 2008 aan de minister
voorgelegd. Bij brief van ... zijn ze door de minister van Financiƫn
beantwoord.





De voorzitter van de commissie,

Blok





De griffier van de commissie,

Berck





I 	Vragen en opmerkingen van de commissie





De commissie heeft nog enkele opmerkingen en vragen die met name zijn
gericht op de nut- en noodzaakvraag en op het gebruik van het
Stichtingenkader.

De commissie vraagt zich af welke kwalitatieve en kwantitatieve
doelstellingen gelden voor dit expertisecentrum? Wat moet wanneer
bereikt zijn?

De minister loopt het Stichtingenkader niet systematisch af in deze
brief met het voorstel tot oprichting. Heeft de minister het
Beleidskader voor Stichtingen gebruikt voor dit geval? Waarom blijkt uit
de brief niet of het Beleidskader voor Stichtingen systematisch is
doorgelopen?

 

Kan de advisering van gemeenten en scholen niet worden overgelaten aan
privaatrechtelijke adviesbureaus? Zal met de oprichting van deze
stichting sprake zijn van oneigenlijke concurrentie van een door de
rijksoverheid gesubsidieerde instelling met deze marktpartijen? Zo ja,
gaat de minister nog maatregelen nemen om oneigenlijke concurrentie te
voorkomen? Waarom acht de minister de advisering en stimulering van
integrale aanbesteding nu wel een publieke taak en over drie jaar niet
meer? Hoe wordt de kennis en expertise die met de subsidie zal worden
opgebouwd bewaard voor de scholen en gemeenten (continuĆÆteit)? Waarom
zijn de doelstellingen van de stichting zo sterk gefocust op de
stimulering van integrale aanbesteding en niet op bijvoorbeeld
oplossingen op maat, waarbij wellicht ook traditionele
aanbestedingsvormen zouden kunnen worden geadviseerd?

Kan de minister nader toelichten waarom een kenniscentrumfunctie – die
niet ingrijpt op de autonomie van de scholen en gemeenten - niet binnen
de Rijksoverheid kan worden ingebed?

Welke juridische status heeft het Steunpunt brede scholen momenteel? Is
reeds een subsidie verstrekt aan het Steunpunt brede scholen? Kan de
minister nader toelichten waarom dit (inhoudelijke) steunpunt zal worden
ondergebracht bij het (fysieke) Servicecentrum Onderwijshuisvesting?

Heeft de minister conform artikel 96, tweede lid, van de
Comptabiliteitswet 2001, overleg gevoerd met de Algemene Rekenkamer? Kan
de Kamer de bevindingen en de eventuele briefwisseling  ontvangen van
het overleg met de Algemene Rekenkamer in het kader van artikel 96,
tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001? Kan de minister aangeven of
en zo ja, hoe hij gevolg heeft gegeven aan de bevindingen van de
Algemene Rekenkamer in het kader van artikel 96 tweede lid van de
Comptabiliteitswet 2001?

Heeft de minister conform het Beleidskader voor Stichtingen advies
gevraagd aan de Toetsingscommissie Verzelfstandigingen? Kan de Kamer dit
advies ontvangen? Kan de minister aangeven of en zo ja, hoe hij gevolg
heeft gegeven aan het advies van de Toetsingscommissie
Verzelfstandigingen? 

Kan de minister nader ingaan op zijn beslissing om in te zetten op
integrale aanbesteding voor schoolgebouwen op basis van slechts 1
waarneming? Kan de minister nader toelichten waarom zo specifiek wordt
gefocust op integrale aanbesteding als generieke oplossing en niet op
bredere ondersteuning op maat?





II 	Reactie van de minister 





Hier tekst invoegen.



 PAGE    

 PAGE   1