Adviesprogramma
Bijlage
Nummer: 2008D06199, datum: 2008-09-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Werkprogramma van de Raad voor Cultuur 2009 (2008D06198)
Preview document (🔗 origineel)
Raad voor Cultuur Adviesprogramma 2009 Inleiding De Raad voor Cultuur kent sinds 1 januari 2006 een nieuwe structuur, samenstelling en werkwijze met als doel regering en parlement van meer strategische beleidsadviezen te voorzien dan in het verleden om verschillende redenen mogelijk was. Tegen deze achtergrond heeft de Raad eind 2006 een advies- en werkprogramma 2006-2009 gepubliceerd. Daarin heeft de Raad zijn eerste opvattingen gegeven over de positie van kunst, cultuur en (nieuwe) media in de samenleving. Deze opvattingen vormen het kader waarbinnen de Raad verkenningen, adviezen, debatten en publicaties wil opzetten. In het Adviesprogramma 2009 wordt een overzicht gegeven van de te verwachten beleids- en in sommige gevallen instellingsadviezen. In al deze gevallen gaat het om gevraagde adviezen binnen de thema’s intercultureel, internationaal en regionaal cultuurbeleid, eCultuur/medialisering, culturele vorming, cultuur en economie, en instrumentarium cultuurbeleid. Vanuit de taken van de Raad op het terrein van instellingsadvisering is het niet ongebruikelijk dat de Raad gedurende een subsidieperiode tussentijds advies geeft over beleidsplannen van instellingen. Verwachting is dat dit ook in 2009 aan de orde zal zijn. Buiten het formele adviesprogramma om zal de Raad naar verwachting enkele verkenningen uitvoeren ter oriëntatie op gewenste strategische beleidsadviezen in de toekomst. Daarnaast zal de Raad worden betrokken bij de evaluatie van de nieuwe subsdieplanprocedure. De subsidieadvisering over de Basisinfrastructuur 2009-2012 in 2008 heeft uiteraard heel veel beslag gelegd op de capaciteit van Raad, commissies en staf. Een aantal onderwerpen is dientengevolge doorgeschoven naar 2009. Voor enkele beleidsonderwerpen is het zeer waarschijnlijk dat de Raad om advies wordt gevraagd. Maar aangezien het nog te prematuur is voor een nadere vraagstelling staan deze onderwerpen niet in het overzicht van beleidsonderwerpen. Het betreft bijvoorbeeld de voortgang van de bibliotheekvernieuwing. Tot de hoofdtaken van de Raad voor Cultuur behoort naast het geven van beleidsadviezen en subsidieadviezen ook advisering die voortvloeit uit de Archiefwet, de Monumentenwet en de Wet tot Behoud van Cultuurbezit. Ook in 2009 zal de Raad in dat kader naar verwachting weer tientallen adviezen uitbrengen. Conform de Mediawet zal de Raad medio 2009 advies uitbrengen inzake de erkenningen van de publieke omroep. De aanvaarding door de Tweede Kamer van het Tweede Protocol bij het Verdrag van Den Haag inzake de bijzondere bescherming van cultureel erfgoed in geval van gewapende conflicten zal leiden tot een adviesaanvraag aan de Raad ten behoeve van een nadere aanwijzing van de lijst van betrokken objecten. De onderwerpen 1. Cultuur Digitaal De inmiddels alomtegenwoordigheid van culturele instellingen en collecties op internet verruimt het publieksbereik en de onderzoeksmogelijkheden aanzienlijk en doet institutionele grenzen vervagen. Het vergt een omslag in het denken over wat eigen is en wat vreemd. Informatie moet in een bredere context dan de eigen website vindbaar en toepasbaar worden gemaakt. De toepassing van de nieuwe technieken (waaronder digitalisering van bestaande informatie) vragen om een andere bedrijfsvoering en scheppen nieuwe mogelijkheden voor publieksbereik. Over de hele linie bezien moet in het informatiebeleid van instellingen echter nog een belangrijke slag gemaakt worden. De vraag welke informatie voor welk doel in welke samenhang toegankelijk wordt gemaakt voor welke doelgroep moet daarbij veel scherper geformuleerd worden. Het eCultuur-advies (2003) is inmiddels verouderd, er is behoefte aan een update.Daarbij is in het bijzonder behoefte behoefte aan een visie op schaalvergroting van digialiserings- en ontsluitingsinspanningen, op de relatie tussen vraag en aanbod, op de gewenste digitale infrastructuur voor cultuur, op de gevolgen van digitale ontwikkelingen voor de kennisinfrastructuur en op de gevolgen van het digitale domein voor samenwerkingstrajecten enerzijds en profilering van de eigen instelling anderzijds. 2. Ondernemerschap (normen eigen inkomsten) In 2009 zal met de cultuursector worden overlegd over ambitieuze, maar wel realistische eigen inkomstennormen per categorie instellingen in de basisinfrastructuur. Na dit overleg neemt de minister een beslissing. Over de voorgenomen beslissing zal de Raad om advies worden gevraagd. De Raad zal bezien hoe een optimale mix van kwaliteit van cultuurproductie en uitvoering van erfgoedtaken enerzijds en kwantiteit van bezoek en eigen inkomsten anderzijds kan worden gerealiseerd. De mogelijkheden verschillen niet alleen per cultuursector, maar ook binnen sectoren. Het voorgenomen beleid gericht op versterking van ondernemerschap komt voort uit de wens het maatschappelijk draagvlak van culturele instellingen te vergroten. Die doelstelling wordt uiteraard breed gedragen. Geconfronteerd met maatschappelijke uitdagingen zoeken culturele instellingen naar nieuwe manieren om hun relevantie te vergroten. In de museumsector bijvoorbeeld vinden momenteel ingrijpende veranderprocessen plaats, die niet alleen vergaande consequenties hebben voor de wijze waarop ze hun publieksfunctie vervullen, maar ook voor de wijze waarop ze omgaan met kennis en collecties. 3. Cultuur en Europa De Europese agenda voor cultuur in het licht van mondialisering (2007) is in Nederland positief ontvangen. Via de Open methode van Coordinatie (OMC) zet Nederland actief in op de beleidsthema's van Europa. Ook probeert Nederland relevante onderwerpen buiten het DG cultuur te volgen en waar mogelijk te beïnvloeden. Toch roepen deze ontwikkelingen ook vragen op: Hoe kunnen we een zinvolle verbinding leggen tussen het Europese en het nationale cultuurbeleid? Anders gezegd, welke onderwerpen moeten er op de Nederlandse agenda voor Europa 2009-2012 komen te staan? Welke kansen en bedreigingen staan het nationale cultuur- en mediabeleid te wachten van de zijde van de EU? Welke bedreigingen staan Nederlandse creatieve bedrijfstakken te wachten van de zijde van de EU? Hoe kan het nationaal cultuurbeleid zich verhouden tot de toenemende samenwerking in de Euregio's? Dit punt kan worden verbonden met het onderzoeks-/adviesthema “Verhouding nationaal – regionaal cultuurbeleid”. 4. Kunstvakonderwijs (relatie met arbeidsmarkt en i.s.m. Onderwijsraad) Aan de Tweede Kamer is een brief toegezegd over de mogelijkheid en wenselijkheid van het beperken van de instroom op de kunstacademies. De Raad voor Cultuur heeft de afgelopen jaren in zijn adviezen herhaaldelijk over het kunstvakonderwijs gesproken. Met name waar het gaat om de kwaliteit van de uitstroom en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het advies ziet op een verbreding van de vraag naar de kunstvakopleiding en de kwestie van vraag en aanbod. Tevens kan een relatie worden gelegd met de postacademische opleidingen in de diverse sectoren. 5. Kosmopolis (evaluatie en beoordeling) Zoals reeds eerder met de Raad overlegd, zullen de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van OCW de Raad vragen om in 2009 het initiatief Kosmopolis, opgericht ter stimulering van de culturele dialoog in ons land, te evalueren en te beoordelen. Het gaat daarbij zowel om de tot dan toe ondernomen activiteiten en behaalde resultaten in dit kader als om een oordeel en advies over de voortzetting van dit programma. Gezien de samenwerking in het kader van Kosmopolis met de G4 zal over de evaluatieopdracht en de samenstelling van de adviescommissie nader overleg plaatsvinden met de G4. 6. Orkestenbestel Het beleid voor de symfonische orkesten is op een aantal punten aan herziening toe. Sinds de invoering van de zogenoemde Van Dael norm voor de arbeidsvoorwaarden is er in de exploitatie van de orkesten het nodige veranderd en zijn er mogelijk knelpunten ontstaan die om een oplossing vragen. Aan de orde moeten ook komen vraagstukken rond de samenwerking tussen orkesten (programmering, uitwisseling, marketingbeleid, educatie) en de regionale inbedding. 7. Evaluatie vaste boekenprijs De Raad heeft in 2002 en 2003 geadviseerd over de vaste boekenprijs en over de mogelijkheid die wettelijk vast te leggen. Sinds 2005 bestaat de Wet op de Vaste Boekenprijs. Bij de instelling van de wet is vastgelegd om eens in de vijf jaar te evalueren of de wet naar behoren werkt. Er worden twee onderzoeken uitgevoerd: een interne evaluatie, uitgevoerd door de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak, en een externe evaluatie door een wetenschappelijk bureau. De Raad zal begin 2009 om advies over de uitkomsten worden gevraagd. 8. Evaluatie Stifo Net als vijf jaar geleden vraagt de minister de Raad om een evaluatie van het functioneren van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties. Dit advies wordt in april 2009 uitgebracht. 9. Advies meerjarenbegroting Publieke Omroep Zoals gebruikelijk adviseert de Raad jaarlijks over de meerjarenbegroting van de Nederlandse Publieke Omroep. Dit advies wordt op 1 november uitgebracht. 10. Advies omroeperkenningen Voordat de minister over de ingediende aanvragen van omroepverenigingen voor een erkenning of voorlopige erkenning beslist, vraagt hij op basis van de Mediawet onder andere advies aan de Raad. Juni 2008 worden de aanvragen ter advisering naar de Raad gestuurd. Dit advies wordt in augustus 2009 uitgebracht. PAGE \* MERGEFORMAT 4