Brief van de heer Noorda
Bijlage
Nummer: 2008D06292, datum: 2008-09-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Nevenfuncties van wetenschappelijk personeel en de positie van bijzondere hoogleraren (2008D06290)
Preview document (🔗 origineel)
Geachte heer Plasterk, In de afgelopen maanden is gebleken dat er maatschappelijke behoefte is aan bewijzen van de onafhankelijkheid van de wetenschapsbeoefening aan de Nederlandse universiteiten. In de door alle universiteiten onderschreven ‘code wetenschappelijke integriteit’ wordt bepaald dat elke universiteit een register bijhoudt, waarin de voor de wetenschapsbeoefening relevante nevenfuncties van het wetenschappelijk personeel worden bijgehouden. Aan alle universiteiten bestaat dan ook een regeling, waarin wordt bepaald dat elke onderzoeker slechts die nevenfuncties mag bekleden, waarvoor hij van het bevoegd gezag toestemming heeft verkregen. Genoemd gezag, colleges van bestuur dan wel de decanen van de faculteiten, zijn daarmee ook op de hoogte van alle relevante nevenfuncties en zij zijn ook verantwoordelijk voor de gewenste registratie. U heeft de universiteiten gevraagd aan te geven op welke wijze belanghebbende buitenstaanders, het publiek, de media, de volksvertegenwoordiging, inzage kunnen verkrijgen in de relevante nevenfuncties van het wetenschappelijk personeel. De universiteiten zullen in deze behoefte voorzien, of hebben daar inmiddels al in voorzien, door middel van het aanbieden via hun website van persoonlijke profielpagina’s van alle hoogleraren en onderzoekers. Dezen zullen daarop naast hun vakgebied, onderzoeksinteresses en resultaten ook de relevante nevenfuncties vermelden. De colleges van bestuur zullen bevorderen dat de hoogleraren op korte termijn hun persoonlijke webpagina’s vullen met hun gegevens. Voor wat betreft de relevante nevenfuncties zijn de colleges van bestuur verantwoordelijk voor de correspondentie van de informatie op de persoonlijke webpagina’s met de door hen geregistreerde goedgekeurde nevenfuncties. Ook zijn zij op de hoogte van en verantwoordelijk voor eventuele om zwaarwegende redenen bij uitzondering niet in het openbaar vermelde nevenfuncties. De categorie van bijzonder hoogleraren vraagt om een eigen benadering van de openheid over onafhankelijke wetenschapsbeoefening. Bijzonder hoogleraren zijn immers niet in dienst van de universiteit, maar van een rechtspersoon die zich ten doel stelt het onderzoek in bepaalde wetenschapsgebieden te bevorderen. De rechtspersoon en de door haar voorgestelde hoogleraren worden door het college van bestuur in de regel voor een beperkte tijdsspanne toegelaten tot de universiteit na een grondige toets van wetenschappelijke intenties, kwaliteit en onafhankelijkheid. Datum 3 september 2008 Ons kenmerk VSNU 08/0662U Van deze categorie hoogleraren, aldus verbonden aan hun instelling, zullen de universiteiten ofwel een lijst op hun website publiceren, waarin de leerstoel, de rechtspersoon, de financieringsbron en de hoofdfunctie van de betreffende hoogleraar staan vermeld ofwel steeds de hoofdfunctie van de desbetreffende hoogleraar publiceren. Zoals ik al meldde, is de inrichting van de voorzieningen op de website van de universiteiten nog niet overal voltooid. Wanneer dat wel het geval is, zal het nog enige tijd kosten voordat de gevraagde gegevens van het wetenschappelijk personeel volledig zijn. Wij stellen u voor aan het eind van dit jaar te rapporteren over de vorderingen. Met vriendelijke groet, Dr. S.J. Noorda Voorzitter PAGE - PAGE 2 - Datum Onderwerp 3 september 2008 Registratie nevenfuncties Ons kenmerk Uw kenmerk VSNU 08/0662U Doorkiesnummer E-Mail +31 (0) 70 302 14 18 steijn@vsnu.nl Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG