[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

agenda

Bijlage

Nummer: 2008D07063, datum: 2008-09-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Transportraad 9 oktober 2008 (2008D07062)

Preview document (šŸ”— origineel)


GEANNOTEERDE AGENDA TRANSPORT, TELECOM EN ENERGIERAAD

9 OKTOBER 2008

ONDERDEEL TRANSPORT

Hieronder vindt u een samenvatting van de Nederlandse inzet op de
onderwerpen van de Transportraad van 9 oktober aanstaande. Overigens
worden over de meeste onderwerpen momenteel nog onderhandelingen gevoerd
in Brussel. 

Het Franse Voorzitterschap beoogt Raadsconclusies aan te nemen over het
pakket groen vervoer. In de Raadsconclusies onderschrijven de lidstaten
de noodzaak voor het verduurzamen van het vervoer. Ook het principe van
het internaliseren van de externe kosten in de vervoersmodaliteiten
wordt onderschreven. Ik verwacht akkoord te kunnen gaan met deze
Raadsconclusies. Het voorstel tot wijziging van de Eurovignetrichtlijn
zal deze Transportraad niet besproken worden. De verwachting is dat het
Franse Voorzitterschap dit voorstel agendeert voor de Transportraad van
december 2008.

Met betrekking tot de richtlijn inzake de grensoverschrijdende
handhaving van verkeersveiligheid zal een debat plaatsvinden over de
rechtsgrondslag. In de Raadswerkgroep is discussie ontstaan over de
vraag of dit voorstel wel onder de eerste pijler van het EG-verdrag
thuishoort. Voor is het van belang dat er, in het kader van het
verbeteren van de verkeersveiligheid, spoedig een akkoord wordt bereikt.
 

Op het gebied van luchtvaart streeft het Voorzitterschap naar het
aannemen van Raadsconclusies over het Europese voorstel voor het
onderbrengen van de luchtvaart in het emissiehandelsysteem in relatie
tot derde landen. Het Europese zelf staat niet ter discussie. Het lijkt
erop dat ik deze Raadsconclusies kan ondersteunen. De Raad zal tevens
een mandaat aannemen dat de Commissie machtigt om te onderhandelen met
Libanon over een luchtvaartakkoord. Ik kan akkoord gaan met dit mandaat.

Belangrijk onderwerp op de Transportraad betreft een besluit over de
start van de ontwikkelingsfase van het SESAR-project. Ik kan dit besluit
ondersteunen.  

Tevens streeft het Voorzitterschap een akkoord te bereiken op een
technische wijziging van de verordening inzake de gemeenschappelijke
onderneming van SESAR. Ook dit kan ik ondersteunen.

Tenslotte staan er twee maritieme onderwerpen uit het derde pakket
maritieme veiligheid geagendeerd: het voorstel voor een richtlijn
betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen en het voorstel
voor een richtlijn betreffende de wettelijke aansprakelijkheid en
financiƫle zekerheden van scheepseigenaren. Over beide voorstellen
heeft de Raad nog geen overeenstemming bereikt. Het Franse
Voorzitterschap zoekt nu naar een oplossing. Tijdens de informele
Transportraad van 1-2 september 2008 heeft Nederland aangegeven
constructief te willen meewerken aan een oplossing.



Intermodale vraagstukken

Pakket duurzaam vervoer

Raadsconclusies

Het Franse Voorzitterschap streeft naar het aannemen van Raadsconclusies
over het pakket duurzaam vervoer. Dit pakket bestaat uit de mededeling
ā€œStrategie voor de internalisering van de externe kosten van
vervoerā€,  een mededeling over geluidsreducerende maatregelen voor
bestaand spoormateriaal en een voorstel voor de wijziging van de
Eurovignetrichtlijn. De Raadsconclusies gaan in op de eerste twee
voorstellen. Het voorstel tot herziening van de Eurovignetrichtlijn zal
waarschijnlijk besproken worden tijdens de Transportraad van december
2008. 

In de Raadsconclusies onderschrijven de lidstaten de noodzaak voor het
verduurzamen van het vervoer. Ook het principe van het internaliseren
van de externe kosten wordt onderschreven. Op het gebied van spoorgeluid
wordt de mededeling van de Commissie verwelkomd. 

De Raadsconclusies nodigen de Commissie uit om verschillende acties te
ondernemen, onder meer om een debat op te starten over het vervolg van
het Witboek Transport (dat in 2010 afloopt), te komen met nadere
voorstellen op het gebied van het internaliseren van de externe kosten,
strengere eisen te stellen op het gebied van bronbeleid, te komen met
het Actieplan voor intelligente transportsystemen en het Actieplan voor
stedelijke mobiliteit en nadere voorstellen te doen op het gebied van
het reduceren van het spoorlawaai. 

Stand van zaken

De Raadsconclusies worden op moment van schrijven nog besproken. De
lidstaten lijken in algemene zin akkoord te kunnen gaan met de
Raadsconclusies maar, zoals vaker met Raadsconclusies, zijn het nog niet
eens over de precieze bewoordingen van een aantal zinsneden.   

Inzet Nederland

Nederland kan akkoord gaan met Raadsconclusies. De voorgestelde tekst
sluit in algemene zin aan op de Nederlandse inzet. Nederland kan het
principe van het internaliseren van de externe kosten in de
vervoersmodaliteiten ondersteunen. Het traject naar het internaliseren
van externe kosten moet echter wel deel uitmaken van een bredere,
geĆÆntegreerde aanpak waarbij een mix van instrumenten gebruikt wordt,
zoals bronbeleid en het investeren in kennis en innovatie. Ook dient bij
de keuze van het doorberekenen van de externe kosten nauwkeurig in kaart
te worden gebracht wat de feitelijke effecten van de maatregelen zullen
zijn. Meer specifiek voor de binnenvaart heeft Nederland aangegeven dat
eventuele voorstellen voor deze sector bestaande institutionele kaders
dienen te respecteren. 

Gevolgen voor Nederland

De Raadsconclusies zelf hebben geen gevolgen voor Nederland. De
beoordeling van mogelijke nadere voorstellen hangt af van de wijze
waarop de Commissie deze voorstellen zal vormgeven. Mogelijke extra
lasten voor de vervoerssector zullen hierbij in het oog worden gehouden.


Landvervoer

Richtlijn betreffende grensoverschrijdende handhaving verkeersveiligheid

	-	Debat

Over de richtlijn betreffende de grensoverschrijdende handhaving
verkeersveiligheid zal een debat plaatsvinden over de rechtsgrondslag.
Deze ontwerprichtlijn beoogt het begaan van bepaalde
verkeersovertredingen (snelheid, alcohol, gordel en roodlichtnegatie)
door EU-burgers in een andere lidstaat aan te pakken door de
uitwisseling van naam en adresgegevens van kentekenhouders voor te
schrijven. Het land waar de overtreding is begaan zal een boete opleggen
aan de houder van een voertuig waarmee een overtreding is begaan.
Tijdens de behandeling van het voorstel in de Raadswerkgroep is
discussie ontstaan over de gekozen rechtsgrondslag van het voorstel. Een
aantal lidstaten is van mening dat de ontwerprichtlijn duidelijke
raakvlakken heeft met de derde pijler van het EG-verdrag vanwege de
strafrechtelijke aspecten van het voorstel. 

Stand van zaken

Het voorstel is nog niet inhoudelijk besproken. De discussie heeft zich
geconcentreerd op de vraag over de rechtsgrondslag.

Inzet Nederland

Voor Nederland staat, in het kader van het verbeteren van de
verkeersveiligheid, het bereiken van een akkoord voorop. Mede in het
licht van een advies van de Juridische Dienst van de Raad over de
rechtsgrondslag zullen de verschillende opties moeten worden bestudeerd
om te beoordelen op welke wijze snel tot het gewenste resultaat kan
worden gekomen. Daarbij is het voor Nederland van belang dat de
bestaande technische infrastructuur voor de uitwisseling van gegevens
(Eucaris) met enkele buurlanden gehandhaafd kan blijven. Indien gekozen
wordt voor een oplossing in de derde pijler zou dit kunnen betekenen dat
het onderwerp verder behandeld zal worden in de Raad Justitie en
Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad). 

Gevolgen voor Nederland

De discussie over de te volgen procedure heeft geen directe gevolgen
voor Nederland.

Luchtvaart

Europees emissiehandelsyteem voor de luchtvaart in relatie tot derde
landen

Raadsconclusies

Het Franse Voorzitterschap streeft naar het aannemen van Raadsconclusies
over het emissiehandelsysteem voor de luchtvaart in relatie tot derde
landen. Deze Raadsconclusies moeten gezien worden tegen de achtergrond
van de discussie die momenteel in ICAO wordt gevoerd over het Europese
emissiehandelsysteem voor de luchtvaart. Derde landen hebben zich in
ICAO meerdere malen uitgesproken tegen eenzijdig opgelegde deelname aan
het Europese emissiehandelssysteem. 

In de huidige Raadsconclusies wordt de Commissie verzocht om met derde
landen de mogelijkheden van equivalente maatregelen te onderzoeken.
Daarnaast wordt de werkgroep luchtvaart en klimaat onder ICAO opgeroepen
om met vergaande voorstellen te komen die een bijdrage kunnen leveren
aan de internationale klimaatonderhandelingen.  

Het Europese voorstel zelf staat niet ter discussie in de
Raadsconclusies.

Stand van zaken

De Raadsconclusies worden op moment van schrijven nog besproken. 

Inzet Nederland

Nederland lijkt te kunnen instemmen met de Raadsconclusies. Voor
Nederland is het van belang dat zo veel mogelijk derde landen zich
aansluiten bij het Europese emissiehandelssysteem voor de luchtvaart al
dan niet door het toepassen van een vergelijkbaar systeem. Dit bevordert
het mondiale level playing field en draagt bij aan een mondiale reductie
van de broeikasgasemissies van de luchtvaart.

Gevolgen voor Nederland

De Raadsconclusies zelf hebben geen gevolgen voor Nederland. 

Onderhandelingsmandaat luchtvaartakkoord Libanon 

-	Aanname

Het voorstel heeft tot doel de Commissie een mandaat te verschaffen om
de onderhandelingen te starten met Libanon over een luchtvaartakkoord.
Dit luchtvaartakkoord past binnen het streven om een Europees -
Mediterraan luchtvaartruim te creƫren, waarbij - naast het verkrijgen
van vrije markttoegang - naar convergentie met Europese regelgeving
wordt gestreefd. In dit kader heeft de Europese Unie bijvoorbeeld reeds
een akkoord afgesloten met Marokko en is een mandaat verschaft aan de
Commissie om met Jordaniƫ en Israƫl te onderhandelen. 

Stand van zaken

Over het onderhandelingsmandaat lijkt overeenstemming te bestaan.

Inzet Nederland

Nederland is akkoord met het verlenen van een mandaat aan de Commissie
om de onderhandelingen te starten met Libanon. Dit past binnen het
beleid om met buurlanden dergelijke brede luchtvaartakkoorden af te
sluiten.

Gevolgen voor Nederland

Het beoogde luchtvaartakkoord doet niets af aan de reeds verkregen
markttoegang op basis van de bilaterale luchtvaartovereenkomst tussen
Nederland en Libanon. Het akkoord zal op bepaalde gebieden leiden tot
meer markttoegang naarmate de convergentie met Europese regelgeving
toeneemt.

SESAR

Aanname van een Raadsresolutie

Algemene oriƫntatie op de wijziging van de verordening inzake de
Gemeenschappelijke Onderneming

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een Raadsresolutie
waarin een besluit genomen wordt over de start van de ontwikkelingsfase
van het SESAR-project. De basis voor de overgang naar deze fase is het
onlangs opgeleverde SESAR Masterplan. 

Het SESAR-project beoogt technologische harmonisatie en innovatie van de
huidige luchtverkeersleidingsystemen in Europa te realiseren. Aldus
zouden aanzienlijke kostenbesparingen moeten worden gerealiseerd, wordt
de capaciteit vergroot en nemen de betrouwbaarheid en veiligheid van het
luchtverkeer toe. Bovendien kan SESAR bijdragen aan een vermindering van
de impact die vluchten hebben op het milieu. Het project valt uiteen in
een definitiefase (2004-2008), een ontwikkelingsfase (2008-2013) en een
implementatiefase (2014-2020 ev). In de ontwikkelingsfase worden de
basistechnologieƫn uit het onlangs opgeleverde SESAR Masterplan
ontwikkeld en gevalideerd. Daartoe is een Gemeenschappelijke Onderneming
(GO) opgericht, met de Europese Gemeenschap en Eurocontrol als
stichtende leden. De GO bestaat uit een Raad van Bestuur en een
uitvoerend directeur. De kosten van deze fase zijn begroot op ā‚¬2,1
miljard, gelijkelijk te verdelen over de Gemeenschap, Eurocontrol en
deelnemende sectorpartijen.

Daarnaast beoogt het Voorzitterschap een akkoord te bereiken over een
technische wijziging van de verordening inzake de Gemeenschappelijke
Onderneming. Deze wijziging heeft als belangrijkste gevolg dat de SESAR
GO niet langer onder de Belgische wet valt maar een Europese organisatie
wordt. Dit brengt onder meer fiscale voordelen met zich mee.

Stand van zaken

Over de Raadsresolutie en over de wijziging van de verordening inzake de
Gemeenschappelijke Onderneming bestaat overeenstemming.

Inzet Nederland

Nederland steunt de Raadsresolutie die het startschot geeft voor
ontwikkelingsfase. Voor Nederland zijn in de besluitvorming over de
start van de ontwikkelingsfase van het SESAR project de volgende
voorwaarden van doorslaggevend belang:

de ontwikkelingsactiviteiten van het project beginnen pas nadat de
onderhandelingen met de sectorpartijen over hun lidmaatschap en
(financiƫle) bijdrage tegen het einde van 2008 succesvol zijn afgerond;

de GO dient te beschikken over een duidelijke procedure voor het beheer
van de risicoā€™s die aan het project verbonden zijn;

de Commissie zal moeten rapporteren over de maatregelen die worden
genomen om deze risicoā€™s te ondervangen.

Deze punten zijn mede op aandringen van Nederland inmiddels opgenomen in
de Raadsresolutie. 

Nederland steunt tevens de wijziging van de verordening van de GO.

Gevolgen voor Nederland

Invoering van een nieuwe generatie Europese
luchtverkeersleidingssystemen zal ook voor Nederland leiden tot
verbetering van de benutting van het luchtruim. Bovendien draagt SESAR
bij aan een vermindering van impact die vluchten hebben op het milieu. 

U ontvangt zo spoedig mogelijk een nadere brief over de stand van zaken
van het SESAR-project.

Maritiem

Voorstel voor een richtlijn inzake de naleving van
vlaggenstaatverplichtingen

Politiek akkoord

Dit voorstel is Ć©Ć©n van de twee resterende voorstellen uit het derde
pakket maritieme veiligheid waarover de Raad nog geen akkoord heeft
bereikt en waarvoor het Franse Voorzitterschap naar een oplossing zoekt.
Over de overige vijf voorstellen uit het maritieme pakket heeft de Raad
inmiddels een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld.

Het oorspronkelijke Commissievoorstel heeft tot doel de kwaliteit van de
schepen onder de vlaggen van de lidstaten te verhogen. Het voorstel moet
er voor zorg dragen dat lidstaten er op toezien dat schepen onder hun
vlag de relevante internationale regelgeving naleven en dat maritieme
administraties voldoen aan hoge kwaliteitsnormen. Voorgesteld wordt om
internationale verplichtingen waaraan de lidstaten zich moeten houden in
de hoedanigheid van vlaggenstaat, op te nemen in een communautair kader.
Het voorstel verplicht lidstaten tot bekrachtiging van of toetreding tot
de relevante internationale verdragen. Verder voorziet het voorstel in
opname in communautair kader van de binnen de Internationale Maritieme
Organisatie (IMO) ontwikkelde audit-procedure over de naleving door
vlaggenstaten van de internationale verplichtingen. Ook voorziet het
voorstel in het ontwikkelen en onderhouden van
kwaliteitsmanagementsystemen voor de maritieme administraties van de
lidstaten. 

Stand van zaken

Tijdens het debat over het voorstel op de Transportraad van april
jongstleden bleek een meerderheid van lidstaten, inclusief Nederland,
weliswaar de doelstelling van het verhogen van de maritieme veiligheid
te onderschrijven, maar de meerwaarde van het voorstel te betwijfelen.
Het Europees Parlement is wel voorstander van de twee resterende
voorstellen uit het maritieme pakket en dreigt overeenstemming over de
overige vijf voorstellen uit het pakket te bemoeilijken indien de Raad
geen positief signaal afgeeft over de twee resterende voorstellen. Het
Franse voorzitterschap tracht de impasse te doorbreken door het
oorspronkelijke Commissievoorstel ingrijpend af te slanken en daarnaast
een ā€œgemeenschappelijke verklaring van de lidstaten over maritieme
veiligheidā€ toe te voegen. Het Voorzitterschap stelt voor om een groot
aantal elementen uit het oorspronkelijke Commissievoorstel voor een
richtlijn naar deze gemeenschappelijke verklaring van de lidstaten over
te hevelen. De discussie tussen Voorzitterschap, lidstaten en Commissie
over deze mogelijke oplossing is momenteel nog gaande.    

Inzet Nederland 

Nederland heeft tijdens de informele Transportraad van 1-2 september
aangegeven, bereid te zijn constructief mee te werken aan een oplossing
voor dit dossier. Het huidige compromisvoorstel van het Voorzitterschap
lijkt op een aantal belangrijke punten aan de eerder door Nederland
geuite zorgen tegemoet te komen. Zo heeft Nederland  - met vele andere
lidstaten -  steeds gepleit voor een politieke verklaring of
Raadsconclusies waarin lidstaten zich onder meer committeren tot een
gezamenlijke inspanning in IMO met het doel de nu nog vrijwillige
IMO-audit tot een verplichtend instrument te maken. Weliswaar behoudt
Nederland twijfels bij de meerwaarde van een richtlijn, maar in de door
het Voorzitterschap voorgestelde compromistekst worden de internationale
vlaggenstaatverplichtingen niet meer opgenomen in een communautair
kader. Daarmee zou Nederland de gewenste nationale beleidsruimte bij de
interpretatie van internationale verdragen behouden.    

Gevolgen voor Nederland

Zoals het er op dit moment naar uit ziet, zal het compromisvoorstel er
niet toe leiden dat de nationale beleidsruimte bij de interpretatie van
internationale verdragen en resoluties teniet wordt gedaan.
Internationale verdragen bieden vaak, binnen vastgestelde grenzen,
bewust enige ruimte voor de nationale beleidsruimte om maatwerk mogelijk
te maken. Nederland is reeds partij bij alle, voor een vlaggenstaat
relevante internationale verdragen. In 2007 heeft Nederland met succes
vrijwillig een IMO vlaggenstaat-audit ondergaan waarbij bleek dat
Nederland in ruime mate aan de internationale verplichtingen voldoet en
zich een verantwoordelijke vlaggenstaat toont.

Voorstel voor een richtlijn inzake de wettelijke aansprakelijkheid en
financiƫle zekerheden van scheepseigenaren

Politiek akkoord

  

Dit voorstel is Ć©Ć©n van de twee resterende voorstellen uit het derde
pakket maritieme veiligheid waarover de Raad nog geen akkoord heeft
bereikt en waarvoor het Franse Voorzitterschap naar een oplossing zoekt.
Over de overige vijf voorstellen uit het maritieme pakket heeft de Raad
inmiddels een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld.

Het oorspronkelijke Commissievoorstel heeft tot doel op Europese schaal
een regeling op te stellen voor de wettelijke aansprakelijkheid van
scheepsexploitanten (eigenaar of enige andere organisatie of persoon
verantwoordelijk voor de exploitatie van een schip). Daartoe wordt
voorgesteld dat lidstaten het internationale 1996 Limitatieverdrag
inzake de beperking van de aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen
zo snel mogelijk ratificeren. Daarnaast wordt voorgesteld dit
Limitatieverdrag op te nemen in Gemeenschapswetgeving. Het voorstel
voorziet ook in een hogere aansprakelijkheid voor schepen die de vlag
voeren van een land dat geen partij is bij het Limitatieverdrag. Verder
wordt voorgesteld de aansprakelijkheidsregeling aan te vullen met een
systeem waarbij scheepsexploitanten worden verplicht zich te verzekeren.
Dit laatste geldt zowel voor de exploitanten van schepen die de vlag van
een lidstaat voeren als voor de exploitanten van schepen die de vlag van
een derde land voeren en die de exclusieve economische zone (of een
gelijkwaardige zone) van een lidstaat binnenvaren.

Stand van zaken

Tijdens het debat over dit voorstel op de Transportraad van april
jongstleden bleek een meerderheid van lidstaten, inclusief Nederland, de
meerwaarde van het voorstel te betwijfelen ten opzichte van de bestaande
internationale verdragen op het gebied van aansprakelijkheid en
vergoeding voor schade. Het Europees Parlement is wel voorstander van de
twee resterende voorstellen uit het maritieme pakket en dreigt
overeenstemming over de overige vijf voorstellen uit het pakket te
bemoeilijken indien de Raad geen positief signaal afgeeft over de twee
resterende voorstellen. Het Franse voorzitterschap tracht de impasse te
doorbreken door het oorspronkelijke Commissievoorstel voor een richtlijn
ingrijpend te wijzigen en daarnaast de bovengenoemde
ā€œgemeenschappelijke verklaring van de lidstaten over maritieme
veiligheidā€ toe te voegen. In het voorstel van het Voorzitterschap is
de verwijzing naar wettelijke aansprakelijkheid geschrapt en beperkt het
voorstel zich tot de verplichting voor scheepseigenaren tot het bezit
van financiƫle garanties voor maritieme vorderingen. De discussie
tussen Voorzitterschap, lidstaten en Commissie over deze mogelijke
oplossing is momenteel in Brussel nog volop gaande.

Inzet Nederland

Nederland heeft op de informele Transportraad van 1-2 september
aangegeven bereid te zijn constructief mee te werken aan een oplossing
voor dit dossier. Veel meer dan bij het bovengenoemde voorstel over
vlaggenstaatverplichtingen vereist dit compromisvoorstel nog nadere
uitwerking. Een eventueel compromis dient in ieder geval niet te leiden
tot potentiƫle strijdigheden met bestaande internationale verdragen op
het gebied van aansprakelijkheid en vergoeding voor schade. Voor wat
betreft de gemeenschappelijke verklaring van de lidstaten verwelkomt
Nederland het voorstel van het Voorzitterschap om lidstaten te
committeren alle relevante internationale verdragen op het gebied van
aansprakelijkheid en vergoeding voor schade op afzienbare termijn te
ratificeren en in te voeren. 

Gevolgen voor Nederland

Op dit moment zijn de gevolgen voor Nederland van een mogelijk compromis
in dit dossier nog moeilijk aan te geven. Mogelijk zal Nederland als
onderdeel van het systeem voor havenstaatcontrole voortaan moeten
verifiƫren of schepen in Nederlandse havens in het bezit zijn van de in
het voorstel genoemde financiƫle garanties.

 PAGE    

 PAGE   1