Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Veiligheidsbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum	 …   september 2008	Behandeld	DVB/CV

Kenmerk	DVB/CV – 415/08	Telefoon	070 - 348 5230

Blad	  PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /1	Fax	070 - 348 5479

Bijlage(n)



	Betreft	Beantwoording vragen van   REF bm_txtLidLeden  \* MERGEFORMAT 
het lid   REF bm_txtnaam  \* MERGEFORMAT   Van Dam  over de voortgang
van de EUFOR-missie in Oost-Tsjaad

	

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Dam
over de voortgang van de EUFOR-missie in Oost-Tsjaad. Deze vragen werden
ingezonden op 11 september 2008 met kenmerk 2008Z02183 / 2070829560.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

	De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders



Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de
heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de
heer Van Middelkoop, minister van Defensie, op vragen van het lid Van
Dam (PvdA) over de voortgang van de EUFOR-missie in Oost-Tsjaad.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport van Oxfam over de invloed van de
EUFOR- en MINURCAT-missie in Oost-Tsjaad op de situatie van de
vluchtelingen aldaar? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Herkent u het door Oxfam geschetste beeld dat de grootste bedreiging
voor de vele vluchtelingen en burgers niet de grootschalige aanvallen
van rebellen zijn, maar juist alledaagse criminaliteit en banditisme?

Antwoord

Alledaagse criminaliteit en banditisme vormen inderdaad een belangrijke
bedreiging voor de vluchtelingen en burgers in Oost-Tsjaad, maar het is
niet de enige bedreiging waarmee ze te maken kunnen krijgen. Zo kunnen
zij ook worden geconfronteerd met plunderingen door rebellen. De
frequentie hiervan is seizoensafhankelijk. In het regenseizoen is deze
beperkt.

Vraag 3

Klopt het door Oxfam geschetste beeld dat de Tsjadische politie en
MINURCAT niet in staat zijn om de Tsjadische bevolking en vluchtelingen
te beschermen tegen deze vormen van onveiligheid?

Vraag 4

Is het waar dat er tot op heden ca. 300 DIS-politieagenten door MINURCAT
zijn opgeleid en dat dit achterloopt bij de verwachte resultaten? Zo ja,
waarom blijft de opleiding van DIS-politieagenten achter bij
doelstellingen?

Vraag 5

Is het waar dat deze reeds opgeleide politieagenten nog niet ingezet
zijn? Zo ja, waarom zijn zij nog niet ingezet?

Antwoord

De VN-missie MINURCAT is verantwoordelijk voor het trainen van de lokale
politie, die op zijn beurt moet zorgen voor veiligheid in en rondom de
vluchtelingenkampen. Momenteel zijn 320 van de beoogde 850
politieagenten getraind. De vertraging werd ondermeer veroorzaakt door
bureaucratische belemmeringen in verband met aanbestedingsprocedures
voor de bouw van de zes trainingskampen. De kampen worden inmiddels in
snel tempo opgebouwd en de training van de overige politieagenten is in
volle gang. Een ander obstakel is dat de regering van Tsjaad het decreet
nog niet heeft ondertekend waarmee MINURCAT toestemming krijgt om
getrainde agenten structureel in te zetten ten behoeve van de veiligheid
in de vluchtelingenkampen. Naar verwachting zal de regering van Tsjaad
begin oktober het formele akkoord tekenen. 

Vraag 6

Deelt u de aanbeveling van het rapport dat de EUFOR-missie haar
patrouilles moet uitbreiden in de gebieden waar veel vluchtelingen
aanwezig zijn of in gebieden waar vluchtelingen voedsel verbouwen?

Antwoord

Een van de taken van EUFOR is de bescherming van burgers in gevaar, in
het bijzonder vluchtelingen en ontheemden. Derhalve kan een (verwachte)
verslechtering van de veiligheidssituatie in gebieden waar veel
vluchtelingen aanwezig zijn of in gebieden waar vluchtelingen voedsel
verbouwen aanleiding zijn de patrouilles in deze gebieden te
intensiveren. De besluiten over intensivering van patrouilles worden op
grond van informatie uit het veld genomen door de commandant van het
EUFOR veldhoofdkwartier. Er is een goede informatie-uitwisseling met
hulpverleners. 

Vraag 7

Ziet u verder in het rapport aanleiding om de uitvoering van de missie
aan de orde te stellen in Europees verband en aan te dringen op
verbeteringen?

Antwoord

In overleg in EU-verband staan de situatie in Tsjaad en het functioneren
van EUFOR met regelmaat op de agenda. Nederland zal wijzen op het belang
van een goed functionerend MINURCAT. Voorts blijkt dat een actievere
opstelling van de Tsjadische regering noodzakelijk is, vooral als het
gaat om de werkelijke inzet van getrainde Tsjadische agenten in de
vluchtelingenkampen.

1) Mission incomplete: why civilians remain at risk in eastern Chad,
Oxfam Briefing Paper, September 2008