Antwoord op vragen van het lid Thieme over vogelgriep toekomen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D07931, datum: 2008-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z02181:
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: M.L. Thieme, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
FORMTEXT Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
FORMTEXT Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
FORMTEXT Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: FORMTEXT Postbus 20401
FORMTEXT 2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: FORMTEXT 070 - 3786868
Fax: FORMTEXT 070 - 3786100
FORMTEXT De Voorzitter van de Tweede Kamer
FORMTEXT der Staten-Generaal
FORMTEXT Postbus 20018
FORMTEXT 2500 EA 's-GRAVENHAGE
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT 11 september 2008 FORMTEXT 2008Z02181
2070 829540 FORMTEXT VD. 2008/1894 FORMTEXT 1 oktober 2008
FORMTEXT Kamervragen over vogelgriep FORMTEXT 3785137 FORMTEXT
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over
vogelgriep toekomen.
1
Kent u het bericht “Slachterijen contactbron voor vogelgriep”?
Ja.
2
Is het waar dat de onderzoekers gebruikmaakten van de Nederlandse
analyses naar aanleiding van de Nederlandse vogelpestcrisis in 2003? Zo
ja, leidden die analyses tot vergelijkbare uitkomsten?
Ja, dat is gebruikelijk in de wetenschap. De conclusies uit Nederlandse
onderzoeken zijn gebruikt voor mogelijke transmissieroutes van
vogelgriep in het Verenigd Koninkrijk (V.K.). Het Nederlandse onderzoek
is gebaseerd op analyses van epidemiologische gegevens van de uitbraak
in 2003. Uit het Nederlandse onderzoek bleek buurtverspreiding veel
belangrijker dan verspreiding over grotere afstanden. De Engelse
onderzoekers concludeerden dat buurtverspreiding in het V.K. geen
belangrijke rol zal spelen in verband met de verschillen in
pluimveedichtheid. Daarop hebben ze de theoretische bijdrage van andere
transmissieroutes onderzocht.
Het Engelse onderzoek leidde dan ook niet tot vergelijkbare uitkomsten,
in dit onderzoek is de contactstructuur van de Britse pluimveesector in
kaart gebracht, het Nederlandse onderzoek is een analyse van de
uitbraakgegevens van 2003.
3
Deelt u de mening van de onderzoekers dat slachterijen en transporten de
voornaamste contactbron vormen voor de verspreiding van vogelgriep? Zo
ja, welke conclusies verbindt u daaraan in verband met het beperken van
het verspreidingsrisico van vogelgriep?
Zo neen, waarom niet?
Nee, ik deel deze mening niet en dit is ook niet de mening van de
Engelse onderzoekers. Allereerst worden hygiënemaatregelen op bedrijven
en het reinigen en ontsmetten van transportwagens e.d. niet in dit
onderzoek meegenomen. Daarnaast wil ik benadrukken dat dit een onderzoek
van de Britse pluimveesector is en niet vergelijkbaar is met de
Nederlandse pluimveesector.
De onderzoekers geven aan dat, gegeven de aanwezige contactstructuur in
de Britse pluimveesector, in potentie slachterijen en
pluimveeservicebedrijven (vangploegen die kippen uit een stal halen en
klaarmaken voor transport naar het slachthuis) een grote rol zouden
kunnen spelen bij het verslepen van een vogelgriepinfectie naar andere
bedrijven als er geen hygiënemaatregelen zouden worden genomen om die
mogelijke transmissie te voorkomen.
4
Kunt u uiteenzetten hoe u het antwoord op vraag 3 ziet in relatie tot de
in Nederland genomen maatregelen om het risico van de verspreiding van
vogelgriep adequaat te verminderen waar het gaat om contactbronnen in
slachterijen en transport? Hoe verhouden deze maatregelen zich naar aard
en omvang met grootschalige maatregelen als de landelijke ophokplicht
voor pluimvee?
In Nederland worden bij vervoer en transport van levende dieren naar het
slachthuis alle mogelijke hygiënische maatregelen in acht genomen, op
het bedrijf en bij het lossen op het slachthuis. In Nederland wordt
direct van het bedrijf waar pluimvee geladen wordt naar het slachthuis
gereden zonder tussenstop op andere bedrijven. Ook leden van de
pluimveeservicebedrijven, die het pluimvee vangen en klaarmaken voor
transport, dienen zich aan de hygiënemaatregelen te houden. Op deze
manier is het slachthuis een eindstation waardoor geen verspreiding naar
andere bedrijven wordt veroorzaakt.
De afschermplicht wordt ingevoerd wanneer er een dreiging is dat
vogelgriep via de wilde vogels, het gehouden pluimvee kan besmetten. Zie
ook Kamerstuk 2007-2008, 28807,
nr. 125.
5
Bent u bereid een kosten-batenanalyse te laten maken door een
onafhankelijk onderzoeksinstituut naar de opbrengstwaarde van de huidige
wijze van pluimveeverwerking versus de kosten die een door de WHO en
andere gezaghebbende instituten verwachte vogelgrieppandemie met zich
mee zal brengen? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze gaat dit
plaatsvinden? Zo neen, waarom niet?
Nee, de Nederlandse pluimveehouderij en een mogelijke wereldwijde
grieppandemie zijn twee grootheden die methodologisch niet met elkaar
vergeleken mogen worden.
6
Kunt u uiteenzetten of het Britse onderzoek aanleiding voor u vormt om
substantiële beleidswijzigingen door te voeren ten aanzien van het
houden, vervoeren en verwerken van pluimvee? Zo ja, op welke termijn en
op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Nee. Het Britse onderzoek is een theoretische exercitie geweest die
potentiële gevaren heeft blootgelegd voor verspreiding van vogelgriep
in de Britse pluimveehouderij.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
¹) Meat&Meal, 7 september 2008
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
REF datum \* MERGEFORMAT 1 oktober 2008 REF onskenmerk \*
MERGEFORMAT VD. 2008/1894 PAGE \* MERGEFORMAT 3
Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp doorkiesnummer bijlagen