[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Paulus Jansen en Samsom inzake de vergunningsaanvraag voor het gebruik van MOX als brandstof in de kerncentrale Borssele

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D07981, datum: 2008-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05223:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op kamervragen van de leden Jansen
(SP) en Samsom (PvdA) inzake de vergunningsaanvraag voor het gebruik van
MOX als brandstof in de kerncentrale Borssele, kenmerk 2070827820.

Vraag 1

Welke veiligheidsanalyses gaat u uitvoeren1) in het kader van de
vergunningaanvraag van EPZ voor het gebruik van MOX als brandstof in de
kerncentrale Borssele?

Antwoord

Het is aan de vergunningaanvrager om de noodzakelijke gegevens te
verschaffen waarop het bevoegd gezag (in dit geval de ministers van
VROM, SZW en EZ tezamen) kan beoordelen of de gevraagde
vergunningswijziging op veilige wijze kan worden doorgevoerd. Tot die
gegevens behoren de in de artikelen 11 en 6 van het Besluit
kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen vermelde gegevens waaronder
dus ook (de aanpassing van) het veiligheidsrapport en risicoanalyse.

Ter voorkoming van misverstanden wijs ik er op dat er thans nog geen
vergunningaanvraag ontvangen is, maar dat er slechts sprake is van een
startnotitie van de milieu-effectrapportage die daarvoor nodig is. Zie
ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 2

Zijn deze veiligheidsanalyses onderdeel van de MER?

Antwoord

De uitkomsten van de door de vergunningaanvrager uitgevoerde
veiligheidsanalyses worden gebruikt in het milieu-effectrapport (MER).

Vraag 3

Welke praktijkgegevens inzake veiligheidsaspecten van het gebruik van
MOX in centrales van hetzelfde ontwerp als die in Borssele worden
gebruikt ten behoeve van de MER?

Antwoord

Op dit moment zijn de richtlijnen voor de uit te voeren
milieu-effectrapportage nog niet vastgesteld door het bevoegd gezag. Dat
zal waarschijnlijk in oktober 2008 gebeuren. Eerst dient de
onafhankelijke Commissie voor de milieu-effectrapportage daar nog een
advies voor af te geven. In de richtlijnen wordt opgenomen welke
onderwerpen in het MER behandeld moeten worden. Er mag van worden
uitgegaan dat het onderwerp veiligheid daar zeker toe zal behoren.

 

Vraag 4

Bent u op de hoogte van het beëindigen van de proef met het gebruik van
MOX  in de Catawba kerncentrale van Duke Energy2) wegens de hoge
uitzetting van onderdelen van de installatie na de plaatsing van MOX
brandstofelementen? Hoe verhouden de conclusies van de proef van Duke
Energy zich tot de ervaringen in Europese centrales?

Antwoord

Ja. Naar verwachting zullen de ervaringen met MOX  in andere centrales
onderdeel uitmaken van het MER. Op die resultaten kan nu dus nog niet
vooruitgelopen worden.

Vraag 5

Wat is het tijdpad voor de afhandeling van de MER en de
vergunningaanvraag op grond van de Kernenergiewet? Bent u bereid om de
Kamer te informeren over uw conclusies inzake de MER en de
veiligheidsanalyses vóór de vergunningen worden afgegeven?

Antwoord

Het voorziene tijdpad luidt thans als volgt:

7 mei 2008: Ontvangst van de Startnotitie voor de
milieueffectrapportage.

5 juni – 16 juli 2008: Terinzagelegging Startnotitie met gelegenheid
tot het indienen van zienswijzen voor de richtlijnen. In deze periode
zijn 3 zienswijzen ontvangen.

september 2008: Advies van de Commissie voor de milieu-effectrapportage
voor de richtlijnen voor de MER.

oktober 2008: Vaststelling van de richtlijnen door het bevoegd gezag.

Begin 2009: Door EPZ geplande indiening van de vergunningaanvraag met
MER. In de maanden daarna volgt de terinzagelegging van de aanvraag en
het MER en kunnen zienswijzen ten aanzien van het MER worden ingebracht.
De volgende fase is het opstellen en de terinzagelegging van de
ontwerpbeschikking waarop weer zienswijzen kunnen worden ingebracht.

Eind 2009: Als in de voorgaande fasen geen vertraging is ontstaan zal
dan de definitieve beschikking kunnen worden afgegeven.

Alle documenten die betrekking hebben op de vergunningaanvraag en MER
zijn openbaar en kunnen door een ieder worden ingezien gedurende de
perioden van terinzagelegging. Teneinde dit bekend te maken wordt
daarvan mededeling gedaan in de Staatscourant alsmede landelijke en
regionale dagbladen waaronder een huis-aan-huis blad.

In de ontwerpbeschikking zal in de motivatie onder meer worden ingegaan
op de conclusies die het bevoegd gezag trekt ten aanzien van het MER en
van de gevolgen voor de veiligheid van het toepassen van MOX.

Een aparte informatie aan de Tweede Kamer van deze openbare informatie
wordt niet voorzien.

Vraag 6

Klopt het dat de op grond van het convenant kerncentrale Borssele3) in
te stellen «Commissie van deskundigen benchmarking nucleaire veiligheid
KCB» nog niet benoemd is? Zo ja, hoe valt dit te rijmen met uw
mededeling aan de Tweede Kamer op 16 november 2007 dat de instelling van
deze commissie nog dit jaar zijn beslag zal krijgen?4) Zo neen, hoe is
de samenstelling van deze commissie?

 

Antwoord

De Commissie van deskundigen benchmarking nucleaire veiligheid KCB is
eind 2007 door de convenantpartijen samengesteld en wordt voorgezeten
door ir. W.K. Wiechers. De commissie bestaat verder uit ir. A.
Versteegh, dr. B. Tomic (beiden benoemd door EPZ, Essent en Delta), dr.
R. Stück en dr. J. Pachner (beiden benoemd door de Rijksoverheid). Op
15 en 16 januari 2008 heeft de eerste vergadering van de commissie
plaatsgevonden.

Vraag 7

Hoe verhoudt het gebruik van MOX zich tot de in het ‘Convenant
kerncentrale Borssele’ gestelde verplichting te behoren tot de
vijfentwintig procent veiligste watergekoelde en watergemodereerde
vermogensreactoren in de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika
en Canada?

Antwoord

Deze twee onderwerpen staan los van elkaar. De toepassing van MOX zal in
de vergunningsprocedure onder meer beoordeeld worden op de effecten die
dit voor de nucleaire veiligheid met zich meebrengt en of die
aanvaardbaar zijn binnen het gegeven kader van de wet- en regelgeving.
Die aanvaardbaarheid is een van de voorwaarden waaraan moet worden
voldaan wil toepassing van MOX worden toegestaan.

Genoemde verplichting uit het Convenant beoordeelt hoe veilig de KCB is
ten opzichte van andere centrales, maar ziet niet toe op de hoogte van
het veiligheidsniveau op zich. Het voldoen aan het in de vergunning
vastgestelde veiligheidsniveau wordt getoetst in het reguliere nationale
toezicht.

1) 	Aanhangsel Handelingen nr. 584, vergaderjaar 2006-2007, vraag 2:
“Wel is duidelijk dat voor de toepassing van MOX een aanpassing van de
Kernenergiewet-vergunning noodzakelijk is en dat in dat kader ook
veiligheidsanalyses en een milieu-effect rapport moeten worden
opgesteld.”

2) 	‘Duke halts use of test fuel at plant’;   HYPERLINK
"http://www.newsobserver.com/126/story/1165543.html" \o
"http://www.newsobserver.com/126/story/1165543.html" 
http://www.newsobserver.com/126/story/1165543.html .

3) 	16 juni 2006, ondertekend door EPZ, Delta, Essent en
staatssecretaris milieu.

4) 	Aanhangsel Handelingen nr. 675, vergaderjaar 2007-2008.

Hoogachtend,

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Dr. Jacqueline Cramer

		

Directoraat-Generaal Milieu 1 oktober 2008 DGM/SVS 2008086852	Pagina  
PAGE  2 /  NUMPAGES  4 

	Afschrift aan

Paraaf





dvos

hSNB	Directoraat-Generaal Milieu



	kfd

	Directie Stoffen, Afvalstoffen, Straling





	Paraaf	Straling, Nucleaire en Bioveiligheid





	dSVS







Rijnstraat 8





	Paraaf	Postbus 30945

	Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

KFD	2500 GX Den Haag

	der Staten-Generaal

Interne postcode 645

	Postbus 20018

Paraaf



2500 EA  DEN HAAG

BSG	Telefoon +31 70 339 4988



	Fax +31 70 339 1286





www.vrom.nl























Beantwoording Kamervragen van de leden Jansen en Samsom inzake de
vergunningsaanvraag voor het gebruik van MOX als brandstof in de
kerncentrale Borssele (kenmerk 2070827820)

























Datum

Kenmerk

Bijlage(n)





1 oktober 2008

DGM/SVS 2008086852

















Uw brief

Uw kenmerk







20 augustus 2008

2070827820