[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Regeling vaststelling bedragen materiële instandhouding basisonderwijs, (v)so en samenwerkingsverband 2009

Bijlage

Nummer: 2008D08430, datum: 2008-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Voorhang regeling vaststelling bedragen materiële instandhouding basisonderwijs, (v)so en samenwerkingsverband 2009 (2008D08429)

Preview document (🔗 origineel)


Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
van 30 september 2008, nr. PO/FenV/52424, houdende de vaststelling van
de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs,
speciaal onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het
samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur
voor het jaar 2009 en de vaststelling van het bedrag per formatieplaats
voor de bekostiging van de materiële voorzieningen voor de
instandhouding van rijdende scholen voor het jaar 2009 (Regeling
vaststelling bedragen materiële instandhouding basisonderwijs, (v)so 
en samenwerkingsverband 2009)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. A. M.
Dijksma,

Gelet op de artikelen 113, vierde lid, en 118, vierde lid, van de Wet op
het primair onderwijs en de artikelen 111, vierde lid en 113, tweede
lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel B18 van het Besluit
trekkende bevolking WPO;

Besluit:

Artikel 1. Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen
en de speciale scholen voor basisonderwijs

De bedragen van de programma's van eisen voor de basisscholen en de
speciale scholen voor basisonderwijs, bedoeld in artikel 113, vierde
lid, van de Wet op het primair onderwijs, zijn voor het jaar 2009
vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 2. Vaststelling bedragen programma’s van eisen  voor het
(voortgezet) speciaal onderwijs

De bedragen van de programma's van eisen voor het (voortgezet) speciaal
onderwijs, bedoeld in artikel 111, vierde lid, van de Wet op de
expertisecentra zijn voor het jaar 2009 vastgesteld overeenkomstig
bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 3. Vaststelling van de bekostiging voor de materiële
instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de
inrichting van de zorgstructuur

De bekostiging voor de materiële instandhouding van het
samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de
zorgstructuur, bedoeld in artikel 118, vierde lid, van de Wet op het
primair onderwijs, is voor het jaar 2009 vastgesteld  overeenkomstig
bijlage 3 bij deze regeling.  

Artikel 4. Vaststelling bedrag per formatieplaats voor de bekostiging
van de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van
rijdende scholen

Het bedrag per formatieplaats, bedoeld in artikel B18 van het Besluit
trekkende bevolking WPO, is voor het jaar 2009 vastgesteld
overeenkomstig bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 6. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling bedragen
materiële instandhouding basisonderwijs, (v)so en samenwerkingsverband
2009.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant
worden geplaatst. 

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

(S. A. M. Dijksma)

Algemene toelichting

Deze regeling geldt zowel voor het basisonderwijs, het speciaal
onderwijs als het voortgezet speciaal onderwijs.   

De programma's van eisen vormen de onderbouwing van de rijksvergoeding
voor de materiële instandhouding van de scholen in het basisonderwijs,
speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. De bedragen van de
programma's van eisen voor het jaar 2008 alsmede de bekostiging voor de
materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met
de inrichting van de zorgstructuur voor dat jaar en het vaststellen van
het bedrag per formatieplaats voor de bekostiging van de materiële
voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van rijdende scholen
voor dat jaar zijn met ingang van het jaar 2009  aangepast volgens de
methodiek die hieronder is beschreven onder het kopje Prijsbijstelling.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009, tenzij de
Tweede Kamer anders bepaalt. De leden van de Tweede Kamer kunnen tijdens
de op deze regeling van toepassing verklaarde procedure,  de zogeheten
voorhangprocedure, gedurende een termijn van 4 weken aangeven dat zij
overleg wensen over de voorgestelde inhoud van de regeling. Als dit
overleg ook daadwerkelijk resulteert in een wijziging van de regeling,
wordt voor 1  januari 2009 de inhoud van de regeling gewijzigd en wordt
de regeling opnieuw gepubliceerd. 

Prijsbijstelling

De bedragen van de programma's van eisen voor het jaar 2009 en de
bekostiging voor de materiële instandhouding van het
samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur
voor 2009 en het bedrag per formatieplaats voor de bekostiging van de
materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van rijdende
scholen zijn aangepast op basis van de werkelijke prijsontwikkeling in
2007, de geactualiseerde prijsontwikkeling in 2008 en de verwachte
prijsontwikkeling in 2009. Dit heeft geresulteerd in een bijstelling van
3,90% om op het prijsniveau voor het bekostigingsjaar 2009 te komen. De
afzonderlijke vergoedingsbedragen voor het jaar 2008 zijn overeenkomstig
dit percentage verhoogd. Deze prijsbijstelling kan door de gehanteerde
methodiek, waarin ook een verwachting is meegenomen, afwijken van  de
inflatiecorrectie die gaat gelden voor  het desbetreffende jaar. 

Op grond van artikel 113, vijfde lid, van de Wet op het primair
onderwijs en artikel 111, vijfde lid van de Wet op de expertisecentra
kan de minister bij de vaststelling van deze regeling wijzigingen in de
programma’s van eisen aanbrengen indien de toestand van ’s Rijks
schatkist of onderwijskundige ontwikkelingen dat noodzakelijk maken. Van
deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. De correctie is beperkt
gebleven tot de aangegeven prijsbijstelling op grond van de
prijsontwikkelingen. 

Administratiekosten en BTW 

Met ingang van het jaar 2009 dienen de administratiekantoren over de in
rekening gebrachte kosten die worden gemaakt voor administratie, btw te 
betalen. Omdat deze extra kosten zullen worden doorberekend naar de
scholen is in het programma van eisen administratie, beheer en bestuur,
het  totaal bedrag voor administratie daarom met € 8,9 miljoen
verhoogd. 

Verhoging bedrag voor medezeggenschap

In verband met de omzetting van aanbod financiering naar
vraagfinanciering van de scholing van het personeel in het kader van de
medezeggenschap is het budget voor het bedrag per leerling met in totaal
0,7 miljoen verhoogd.

Wijziging van de bekostiging van leerlingen op residentiële plaatsen

Bij de Wet van 27 september 2007 tot wijziging van onder meer de Wet op
de expertisecentra en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het
wegnemen van enkele knelpunten bij leerlinggebonden financiering en het
opheffen van de landelijke commissie indicatiestelling (Stb. 445) is
ondermeer de bekostigingssystematiek van de residentiële plaatsen
gewijzigd, met dien verstande dat de bekostiging wordt geharmoniseerd
met de reguliere bekostiging, te weten t-1 op basis van het aantal
leerlingen op de teldatum. Hierdoor vervalt na 1 januari 2009 de
bekostiging voor de materiële instandhouding van onbezette plaatsen.
Afgesproken is dat voor de justitiële jeugdinrichtingen en gesloten
jeugdzorgvoorzieningen, verbonden aan scholen ook na de inwerkingtreding
van deze wet de onbezette plaatsen van de betrokken vestiging bekostigd
blijven. In artikel 38 van de Regeling bekostiging personeel PO
2008-2009 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2008-2009
wordt dit voor de personele bekostiging geregeld. Indien dit artikel
wordt toegepast zal met toepassing van artikel 116, tweede lid, van de
Wet op de expertisecentra ook aanvullende bekostiging voor de materiële
instandhouding worden toegekend.

Voorlichting

Bij deze regeling horen twee digitale voorlichtingsbrochures die vanaf
begin december 2008 zijn te raadplegen via de website van CFI,  
HYPERLINK http://www.minocw.nl/bekostiging  www.cfi.nl . 

Afwijking vaste verandermomenten

Voor de inwerkingtreding van regelingen op het gebied van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap gelden de vaste verandermomenten 1 januari en 1
augustus. Regelingen dienen uiterlijk drie maanden voor deze vaste
verandermomenten bekend te worden gemaakt. Met deze regeling wordt
afgeweken van die termijn van drie maanden. De reden voor die afwijking
is dat de bedragen in deze regeling pas kunnen worden vastgesteld na het
indienen van de begroting door de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en dat maakt het niet mogelijk om de termijn van drie maanden
in acht te nemen. 

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

(S.A.M. Dijksma)

Bijlage 1

Bedragen programma's van eisen voor basisscholen en speciale scholen
voor basisonderwijs voor het jaar 2009

Totale MI-vergoeding. 

De totale MI-vergoeding is een lumpsumvergoeding bestaande uit
verschillende onderdelen en wordt uitgedrukt in de formule: 

Y = Ya + Yb + Yc + Yd

waarbij 

Y    = rijksvergoeding per school per jaar

Ya = vergoeding groepsafhankelijke programma's van eisen

Yb = vergoeding leerlingafhankelijke programma's van eisen

Yc = vergoeding aanvullende programma's van eisen

Yd = extra vergoedingen.

Voor elk van de symbolen Ya tot en met Yd geldt een formule, waarin
gerekend wordt met een vast bedrag per school en een bedrag per
variabele indicator (leerling, groep of m²).

Hieronder volgt de uitwerking naar de verschillende programma's van
eisen. 	

A.  Groepsafhankelijke programma's van eisen						

Ya = bedrag per school afhankelijk van het aantal te huisvesten groepen
leerlingen als bedoeld in artikel 14, eerste en tweede lid, van het
Besluit bekostiging WPO

	2 groepen	3 groepen	4 groepen	5 groepen	6 groepen

€ 17.747,00 	€ 22.834,00 	€ 29.404,00 	€ 35.127,00 	€
38.942,00 

 voor elke groep meer 	€ 4.451,00 	 	 

Bij meer dan 13 groepen wordt het bedrag eenmalig verhoogd met	€
1.696,00 



Leerlingafhankelijke programma's van eisen 

					

Vergoedingsformule:								

Yb    =  vast bedrag per school  +  bedrag per leerling  x  het aantal
leerlingen

    	

Vergoedingsbedragen : 					

Vast bedrag per school  =      	€ 12.572,71 

Bedrag per leerling        =	€ 285,80 				

C.  Aanvullende programma’s van eisen

					

Nederlands Onderwijs aan AndersTaligen  (NOAT)						

Vergoedingsformule: 								

Yc      =  vast bedrag per school  + bedrag per leerling  x  het aantal
NOAT-leerlingen 

Vergoedingsbedragen :					

Vast bedrag per school = 	€ 104,17 

Bedrag per leerling        = 	€ 18,65 

								

Extra vergoedingen

1. Voor speciale scholen voor basisonderwijs wordt voor 2% van de
leerlingen in het samenwerkingsverband een extra vergoeding van €
209,62 per leerling verstrekt. Indien in het samenwerkingsverband
meerdere speciale scholen voor basisonderwijs aanwezig zijn, vindt de
verdeling van deze vergoeding plaats overeenkomstig de rekenregel
zorgformatie:

l = p/q x (0,02 x r) x eerdergenoemd bedrag per leerling. De factor
(0,02 x r) wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. In deze
rekenregel hebben de componenten de volgende inhoud:

l  = extra vergoeding MI voor een speciale school voor basisonderwijs in
een samenwerkingsverband

p = het aantal leerlingen van de speciale school voor basisonderwijs,
voor zover dat aan het desbetreffende samenwerkingsverband is toe te
rekenen

q = het totale aantal leerlingen van alle speciale scholen voor
basisonderwijs die deelnemen aan het desbetreffende
samenwerkingsverband, voor zover dit aan dat samenwerkingsverband is toe
te rekenen

r =  het totale aantal leerlingen van alle basisscholen en  speciale
scholen voor basisonderwijs die deelnemen aan het desbetreffende
samenwerkingsverband, voor zover dit aan dat samenwerkingsverband is toe
te rekenen.

2. Voor basisscholen in een samenwerkingsverband zonder speciale school
voor basisonderwijs wordt voor 2 % van de leerlingen in het
samenwerkingsverband een extra vergoeding van € 209,62 per leerling
verstrekt.

Bijlage 2 

Bedragen programma’s van eisen voor scholen voor (voortgezet) speciaal
onderwijs voor het jaar 2009.

I. De totale MI-vergoeding.

De totale MI-vergoeding is een lumpsumvergoeding bestaande uit
verschillende onderdelen en wordt uitgedrukt in de formule:  Y = Ya + Yb
+ Yc

waarbij 

Y = rijksvergoeding per school per jaar

Ya = vergoeding groepsafhankelijke programma's van eisen

Yb = vergoeding leerlingafhankelijke programma's van eisen

Yc = vergoeding aanvullende programma's van eisen

Voor elk van de symbolen Ya tot en met Yc geldt een formule, waarin
gerekend wordt met een vast bedrag per school en een bedrag per
variabele indicator (leerling of groep). Onder groep wordt verstaan het
aantal te huisvesten groepen als bedoeld in artikel 128 van de WEC.
Bovendien wordt in Ya en Yb nog gerekend met vaste bedragen per
schooltype.

Hieronder volgen de totale vergoedingsbedragen van de twee hoofdgroepen
van de programma's van eisen, de aanvullende programma’s van eisen en
overige vergoedingsbedragen.

A. Vergoedingsbedragen groepsafhankelijke programma's van eisen     

Onderwijssoort	per school   	SO-schooltype	 VSO-schooltype

 	 	     vast	per groep	     vast	per groep

a. Dove kinderen	€ 16.337,69 	€ 3.072,43 	€ 3.828,06 	€ 4.731,59
	€ 3.773,75 

b. Slechthorende kinderen	€ 7.677,04 	€ 3.041,45 	€ 4.941,50 	€
4.962,09 	€ 3.789,63 

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden	€ 7.750,03 	€ 3.091,99 
€ 5.023,61 	n.v.t.	n.v.t.

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen	€ 14.083,43 	€ 7.138,42 	€
6.817,78 	€ 5.976,05 	€ 5.259,69 

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap	€ 8.224,37 
€ 4.422,66 	€ 5.584,03 	€ 5.378,42 	€ 4.435,99 

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap	€
6.471,40 	€ 4.218,82 	€ 4.910,35 	€ 6.271,69 	€ 3.501,83 

j. Zeer moeilijk lerende kinderen	€ 7.596,99 	€ 4.039,36 	€
4.920,71 	€ 5.453,51 	€ 4.714,97 

k.Zeer moeilijk opvoedbare kinderen	€ 6.471,40 	€ 4.218,82 	€
4.910,35 	€ 6.271,69 	€ 3.501,83 

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut	€ 6.471,40 
€ 4.218,82 	€ 4.910,35 	€ 6.271,69 	€ 3.501,83 

n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

	a + j (doof en zmlk)	€ 12.841,41 	€ 3.459,20 	€ 4.265,12 	€
5.020,36 	€ 4.150,24 

Doof en blind	€ 16.337,69 	€ 3.072,43 	€ 3.828,06 	€ 4.731,59 
€ 3.773,75 

b + j (sh en zmlk)	€ 7.645,02 	€ 3.440,62 	€ 4.933,19 	€
5.158,66 	€ 4.159,77 

f + j (lg en zmlk)	€ 11.777,04 	€ 3.042,66 	€ 6.148,61 	€
5.330,30 	€ 5.329,43 



B Vergoedingsbedragen leerlingafhankelijke programma's van eisen     

Onderwijssoort	per school   	SO-schooltype	 VSO-schooltype

 	 	     vast	per leerling	     vast	per leerling

Alle onderwijssoorten	€ 10.634,22 	 

a. Dove kinderen	 	€ 6.294,00 	€ 1.005,49 	€ 6.755,00 	€
1.109,18 

b. Slechthorende kinderen	 	€ 5.492,00 	€ 855,67 	€ 6.163,00 	€
1.056,30 

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden	 	€ 4.695,00 	€ 713,27
	n.v.t.	n.v.t.

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen	 	€ 11.996,00 	€ 833,67 	€
13.074,00 	€ 933,54 

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap	 	€ 3.671,00
	€ 567,85 	€ 7.246,00 	€ 1.008,90 

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap	 
€ 3.430,00 	€ 562,05 	€ 7.225,00 	€ 765,69 

j. Zeer moeilijk lerende kinderen	 	€ 5.701,00 	€ 576,53 	€
6.769,00 	€ 891,62 

k.Zeer moeilijk opvoedbare kinderen	 	€ 3.430,00 	€ 562,05 	€
7.225,00 	€ 765,69 

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut	 	€
3.430,00 	€ 562,05 	€ 7.225,00 	€ 765,69 

n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

	a + j (doof en zmlk)	 	€ 9.999,65 	€ 1.380,23 	€ 11.154,85 	€
1.688,73 

Doof en blind	 	€ 10.385,10 	€ 1.659,06 	€ 11.145,75 	€
1.830,15 

b + j (sh en zmlk)	 	€ 9.197,65 	€ 1.230,41 	€ 10.562,85 	€
1.635,85 

f + j (lg en zmlk)	 	€ 3.722,00 	€ 893,24 	€ 3.975,00 	€
1.108,46 



C. Aanvullende programma’s van eisen.

1. Brancardliften

Dit betreft een aanvullende vergoeding voor brancardliften waarin
vergoedingscomponenten zijn opgenomen voor installatieonderhoud en
elektriciteitsverbruik. De vergoeding per brancardlift is € 5.882,15 .

2. Schoolbaden

Dit betreft een aanvullende vergoeding voor ruimten voor watergewenning
of bewegingstherapie (hydrotherapie) in gebruik bij en door scholen. De
genormeerde vergoeding is afhankelijk van het soort bad en het bedrag
per m³ waterinhoud.

Soort bad	Bedrag per bad	Bedrag per m³ waterinhoud

hydrotherapiebad	€ 9.135,42 	€ 265,96 

watergewenningsbad	€ 19.752,56 	€ 154,59 

toeslag beweegbare bodem	€ 958,03 	€ 72,44 

 3. Vergoeding dienstreizen leerkrachten voor ambulante begeleiding van
teruggeplaatste leerlingen.

Dit betreft een aanvullende vergoeding voor dienstreizen ten behoeve van
de ambulante begeleiding van leerlingen, die in het direct voorafgaande
schooljaar waren toegelaten tot een school, niet zijnde een instelling
als bedoeld in artikel 1 van de WEC, en die zonder dat voor hen nog een
leerlinggebonden budget beschikbaar is, zijn teruggeplaatst naar een
school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs (bo)
of  een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel
een opleiding, genoemd in artikel 7.2.2., eerste lid onder a en b, van
de Wet educatie en beroepsonderwijs (vo). De vergoeding wordt berekend
op basis van het aantal teruggeplaatste leerlingen op 1 oktober 2008.

Het bedrag per teruggeplaatste leerling is gesplitst naar onderwijssoort
en schooltype waarnaar is teruggeplaatst.

onderwijssoort	bo	vo

a. Dove kinderen	€ 1.243,62 	€ 569,12 

b. Slechthorende kinderen	€ 379,40 	€ 189,71 

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden	€ 379,40 	€ 189,71 

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen	€ 476,36 	€ 476,35 

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap	€ 370,99 	€
248,32 

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap	€
456,53 	€ 254,20 

j. Zeer moeilijk lerende kinderen	€ 185,49 	€ 122,24 

k.Zeer moeilijk opvoedbare kinderen	€ 456,53 	€ 254,20 

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut	€ 456,53 
€ 254,20 



a + j (doof en zmlk)	€ 370,99 	€ 248,32 

Doof en blind	€ 370,99 	€ 248,32 

b + j (sh en zmlk)	€ 370,99 	€ 248,32 

f + j (lg en zmlk)	€ 370,99 	€ 248,32 



II. Overige vergoedingsbedragen

1. Vergoeding dienstreizen leerkrachten voor autistische leerlingen.

De regionale expertise centra’s (REC’s) ontvangen de bijzondere
bekostiging voor de opvang en het begeleiden van leerlingen met autisme
verbonden aan de scholen voor (v)so, zie artikel 40 van de regeling
bekostiging personeel primair onderwijs 2008-2009.

De REC’s ontvangen ook de vergoeding voor de dienstreizen van
leerkrachten ten behoeve van het  begeleiden van leerlingen met autisme.
Het vergoedingsbedrag bedraagt voor het gehele jaar 2009 € 985,82 per
toegekende fte, die voor het schooljaar 2006-2007 is bepaald door
omrekening van het aantaltoegekende formatierekeneenheden in het
schooljaar 2005-2006. De vergoeding wordt vastgesteld naar evenredigheid
van de periode waarover deze bijzondere bekostiging is toegekend en naar
rato van het aantal fte’s waarop deze bekostiging is gebaseerd of een
gedeelte daarvan. 

Bijlage 3

Bekostiging voor de materiële instandhouding van het
samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de
zorgstructuur.

De MI- bekostiging van de centrale dienst wordt uitgedrukt in de
formule: 

Y= bedrag per leerling x aantal leerlingen op de basisscholen in het
samenwerkingsverband

Vergoedingsbedrag:

Bedrag per leerling = € 6,98 .



Bijlage 4 

Bekostiging van de materiële voorzieningen ten behoeve van de
instandhouding van rijdende scholen

Het bedrag per formatieplaats, bedoeld in artikel B18 van het Besluit
trekkende bevolking WPO, is voor het jaar 2009 vastgesteld op €
15.472,63 .