[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Samenvatting individuele versnellingsplannen G4

Bijlage

Nummer: 2008D08510, datum: 2008-10-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Stand van zaken Deltaplan Inburgering (2008D08509)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage I – Samenvatting individuele versnellingsplannen G4

Versnellingsplan gemeente Amsterdam

De gemeente Amsterdam concentreert zich in haar Versnellingsplan op het
verbeteren van de afspraken in en de werking van de inburgeringsketen,
gericht op een effectieve en klantgerichte uitvoering. Daarvoor zijn
drie speerpunten bepaald:

1. De klant centraal

Verkorten van wacht- en doorlooptijden. 

De tijd tussen werving en start van een traject was onnodig lang. Door
stevige afspraken tussen gemeente en aanbieders van taal- en
inburgeringstrajecten worden deze periodes verkort. Zo stellen
aanbieders nu zelf groepen samen, en plaatst de gemeente kandidaten bij
een andere aanbieder wanneer zij niet binnen 20 dagen zijn geplaatst. In
drie pilots werkt de gemeente aan een verdere verkorting van de
doorlooptijd. In dit kader gaat de gemeente ook de meerwaarde van een
assessment voor iedere deelnemer onderzoeken. De Taalbrug tenslotte is
een drempelloze voorziening waar alle inburgeraars direct terecht kunnen
als overbrugging naar de start van een inburgeringscursus.

Bieden van maatwerk

In verschillende pilots verkent Amsterdam de noodzaak om meer maatwerk
te leveren. Amsterdam zet zoveel als mogelijk in op duale trajecten. Er
is een al wat langer lopende pilot voor allochtone vrouwen (PaVEM) en
dit najaar zijn pilots gestart voor startende ondernemers en hoger
opgeleiden. Maatwerk betekent ook dat deelnemers bij voorkeur toegeleid
worden naar een Staatsexamen of een startkwalificatie. 

Intensivering van de werving

Voor een groot deel van de doelgroep bestaat er een drempel om met een
traject te starten. Daarom maakt Amsterdam gebruik van laagdrempelige
voorzieningen om van daaruit de instroom naar het Wet inburgering-aanbod
te stimuleren. Een succesvol voorbeeld is het project Taal- en
Ouderbetrokkenheid, waarbij ouders op de scholen van hun kinderen de
Nederlandse taal leren en kennismaken met de Nederlandse samenleving. De
werving is in Amsterdam een verantwoordelijk van de stadsdelen en de
Dienst Werk en Inkomen. In elk stadsdeel is een Taalwijzer, van waaruit
de voorlichting aan en werving van inburgeraars plaatsvindt. In
aanvulling hierop start dit najaar een extra wervingsteam. Dit team gaat
zich vooral richten op vindplaatsen, zoals lokale evenementen,
sportverenigingen, scholen. Overigens: Amsterdam constateert dat de
eigen bijdrage drempelverhogend werkt. 

Kinderopvang

Cruciaal voor het succes van de inburgering is de beschikbaarheid van
kinderopvang voor deelnemers. In een pilot zijn alle administratieve
werkzaamheden rondom kinderopvang belegd bij één partij. Het resultaat
van deze pilot is dat er meer aanmeldingen voor kinderopvang
binnenkomen. Amsterdam verkent de mogelijkheid om samen met ROC een
combinatie van opleiding tot kinderopvangleidster en opvang te
realiseren en de slagingskans van een pilot met gastouderschap. Ook
onderzoekt de gemeente de mogelijkheid om voor- en vroegschoolse en
inburgering op elkaar te laten aansluiten 

2. Verbeteren sturing en beheersing

Het tweede speerpunt voor Amsterdam is het verbeteren van de
managementinformatie. Belangrijkste acties hierin zijn:

Ontdubbelen van de cijfers, zodat er zicht ontstaat niet alleen op het
aantal gerealiseerde trajecten maar ook op het aantal individuele
deelnemers. Want, één deelnemer volgt vaak meerdere trajecten. 

Toegankelijk maken van het klantvolgsysteem voor aanbieders, zodat
iedere partner in de keten toegang heeft tot de actuele klantgegevens.

Een vervolgonderzoek naar de aard en omvang van de doelgroep van
inburgering.

3. Stabiel toekomstperspectief

Ten slotte richt Amsterdam haar blik op de toekomst. Een nieuw
uitvoeringsstelsel moet haar fundamenten vinden in een evenwichtig en
eenduidig rijksbeleid. In dat kader wil Amsterdam de discussie met het
Rijk verder voeren over de inrichting van het Participatiebudget en de
wijze waarop de inburgering hierin landt. 

Versnellingsplan gemeente Den Haag

Sinds de start van de Wet Inburgering heeft de gemeente Den Haag zich
volop gericht op het realiseren van de afgesproken
inburgeringstaakstelling met het rijk: 11.916 personen op traject. Tot
en met augustus 2008 hebben we in Den Haag ongeveer 25.000
inburgeringsplichtigen en -behoeftigen benaderd en gesproken. Opvallend
is dat inmiddels ruim 5.121 van de verplichte inburgeraars geen gebruik
maakt van een door de gemeente aangeboden inburgeringsvoorziening. Deze
groep (met een oververtegenwoordiging van werkenden) kiest bewust voor
een handhavingsbeschikking en is daarmee zelf verantwoordelijk voor haar
inburgering. Daarnaast blijken inburgeringsbehoeftigen in zeer beperkte
mate bereid om een inburgeringsaanbod te accepteren. Dit betekent dat in
Den Haag een grote groep inburgeraars is bereikt, maar dat de
afgesproken taakstelling onmogelijk kan worden gehaald. Doordat het
Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen eind 2008 is uitgeput, richt
de gemeente Den Haag zich in 2009 op de moeilijk bereikbare en te
interesseren groep van inburgeringsbehoeftigen. Dit vraagt om een andere
aanpak gericht op intensieve werving en een doelgroepgerichte
benadering. Het op maat aanbieden van trajecten is de ambitie van Den
Haag: van kwantiteit naar kwaliteit. 

Het versnellingsplan van Den Haag omvat de volgende elementen: 

Creëren van een aantrekkelijk inburgeringsaanbod door in 2009
verschillende vormen van duale trajecten aan te bieden: aanbod
gecombineerd met werk, educatie, ondernemerschap en maatschappelijke
participatie verhoogt de kans van slagen voor inburgeraars. We
differentiëren naar doelgroep: van een traject gericht op sterk
geïsoleerd levende vrouwen tot een passend aanbod voor werkenden. Om
maatschappelijke participatie vorm te geven is een digitale
participatiebank in opbouw waarin vrijwilligerswerk en andere onbetaalde
participatieplekken zijn opgenomen Tot nog toe hebben 62 organisaties
zich bereid verklaard particpatieplekken beschikbaar te stellen

Integraal aanbod: de intake voor inburgeringstrajecten wordt verbreed
naar een multidisciplinaire aanpak waarbij ook onderzocht wordt in
hoeverre er sprake is van schulden, niet gebruik van voorzieningen,
gezins- of ander sociaal maatschappelijke problemen. Er wordt tussen de
verschillende specialisten nauw samengewerkt. Doel is het vergroten van
de zelfredzaamheid van de inburgeringsplichtigen en –behoeftigen. 

De gemeente lost knelpunten kinderopvang zoveel mogelijk op door inkoop
van kindplaatsen bij dagopvang specifiek voor de doelgroep inburgeraars,
verbetering van de administratieve en financiële afhandeling van
kinderopvang en betere benutting van voorscholen voor de opvang van
kinderen van inburgeraars. 

Met als slogan “Inburgeren is van ons allemaal” wil de gemeente Den
Haag de werving rondom inburgering sterk intensiveren. Hierbij wordt
contact en intensieve samenwerking gezocht met zelforganisaties,
scholen, moskeeën  en andere relevante partijen in de stad. Ook worden
via klantenpanels inburgeraars uitgenodigd om hun ervaringen rondom
inburgering met de gemeente te delen en wordt een adviesraad geformeerd.


De gemeente Den Haag zal uiterlijk 31 december 2008 het ISI hebben
bijgewerkt. Hiertoe is inmiddels het geautomatiseerde systeem aangepast.
Vanaf 2009 kan de realisatie in Den Haag actueel worden gevolgd van alle
burgers die een traject volgen en van wie alle benodigde
verantwoordingsdocumenten zijn ontvangen.  

Het versnellingsplan levert een kwalitatieve impuls aan de inburgering.
De gemeente Den Haag verwacht echter in 2009 ook een hoger aantal
trajecten te kunnen realiseren. Belangrijkste voorwaarde is een adequate
financiering vanuit het rijk. De huidige trajectvergoeding is
ontoereikend voor de noodzakelijke kwaliteitsverbetering, intensieve
werving van behoeftigen en maatwerk voor groepen met een grote
achterstand en in een sterk isolement.

Verder is voor het realiseren van bovenstaande prognose het noodzakelijk
dat het rijk drempels wegneemt. Bij drempels moet gedacht worden aan
onderdelen van het examen, kinderopvang en stimulansen voor
‘werkenden’ om deel te nemen aan een inburgeringstraject.

 Versnellingsplan gemeente Rotterdam: Inburgering door Participatie

In 2006 zijn er meer dan 9.000 taaltrajecten voor inburgeraars gestart
in Rotterdam. Met de invoering van de Inburgeringswet in 2007 is de
instroom zeer fors gedaald naar enige honderden. Belangrijke oorzaken
zijn geweest: tijd voor aanbesteding, complexe wet- en regelgeving,
imago van de wet bij inburgeraars en te complexe gemeentelijke
uitvoering. Begin 2008 heeft de gemeente Rotterdam de volgende besluiten
genomen ter verhoging van de instroom: het verkorten van de
instroomprocedure en – tijd, het opzetten van inloopklassen zodat
inburgeraars direct kunnen starten met taallessen na een taal- en
leertoets, het inschakelen van ambassadrices bij werving, een intensieve
communicatie- en wervingscampagne en decentrale intake. Tenslotte heeft
Rotterdam besloten tot compensatie van de eigen bijdrage voor
inburgeraars tot 1 november 2008. Deze extra inzet heeft erin
geresulteerd, dat per 1 april 2008 ruim 4.800 inburgeraars waren
getoetst en waarvan meer dan 4.000 inburgeraars in de klas zaten. Het
aantal ondertekende trajectplannen bleef bij deze inhaalslag achter:
689. Dat laatste cijfer is eind september opgeschroefd naar 1.720. 

Het streefaantal te starten inburgeringsvoorzieningen is voor de gehele
periode tot eind 2009 gesteld op 15.000, waarvan er circa 6.000 bereikt
moeten worden vóór eind 2008. Of het eindresultaat binnen de
vastgestelde periode (eind 2009) daadwerkelijk wordt behaald, is
twijfelachtig. In elk geval zet Rotterdam nu fors in op verhoging van
het aantal inburgeringsvoorzieningen. Daartoe zijn intussen de volgende
stappen genomen:

verder verkorten en vereenvoudigen van de instroomprocedure

het op grote schaal en versneld oproepen van inburgeringsplichtigen

verscherpt handhaven

het continueren van de compensatie van de eigen bijdrage

het inzetten op een intensieve gebiedsgerichte aanpak, zodat werving en
instroom toegankelijker wordt

het maken van afspraken met deelgemeenten over opvangvoorzieningen voor
kinderen van inburgeraars

het aanbieden van duale trajecten, ook voor inburgeraars zonder
uitkering

het maken van afspraken met werkgevers om mogelijkheden van inburgering
op de werkvloer te vergroten. 

doorgaan met het inschakelen van ambassadrices bij de werving

een intensieve samenwerking tussen taalaanbieders enerzijds en vrouwen-
en migrantenorganisaties bij de werving bevorderen

voortzetten van communicatiecampagne

het benutten van allerlei bijzondere voorlichtingscampagnes en aanpakken
om de doelgroep inburgeraars rechtstreeks te bereiken bij werving (o.a.
interventieteams).

het instellen van een klankbordgroep van inburgeraars, zodat een beter
beeld ontstaat van belemmeringen bij uitstroom en mogelijke
uitvalredenen.

Tenslotte is Rotterdam voornemens op korte termijn een Taskforce
Inburgering in te stellen met een programmamanager voor de periode tot
eind 2009. Met deze scherpe aansturing en de bovengenoemde acties wil
Rotterdam alle inzet plegen om de instroom van inburgeraars sterk te
vergroten, uitval te belemmeren en doorstroom naar het
inburgeringsexamen te realiseren.   FORMTEXT   

Versnellingsplan gemeente Utrecht

In haar versnellingsplan, dat als basis voor de samenwerkingsafspraken
tussen gemeente en het Ministerie WWI gehanteerd gaat worden, voert
Utrecht haar inspanningen om het inburgeringsaanbod aan de
ontwikkelingen aan te passen, laagdrempeliger te maken en de instroom te
verhogen, verder op. Het doel van het versnellingsplan is een
verdubbeling van het aantal gerealiseerde trajecten in 2009 t.o.v. 2008
naar 2400 trajecten. Randvoorwaarde voor de uitvoering van het
versnellingsplan is een aanzienlijke verhoging van de normvergoeding per
traject (zie onder).

De belangrijkste elementen van het Utrechtse versnellingsplan zijn:

Een intensieve wervingscampagne, gericht op inburgeringsbehoeftigen en
niet-uitkeringsgerechtigden;

Positieve en negatieve financiële prikkels zoals: 

een aanbrengbonus voor het werven van nieuwe inburgeraars (hiermee
streven we ernaar om met name meer inburgerinsgbehoeftigen en vrouwen te
bereiken), 

een bonus bij de start van het traject, een bonus bij voldoende
aanwezigheid en een bonus bij succesvolle afronding van het traject.

het verrekenen van evt. bonussen met de eigen bijdrage;

Het gericht aanbieden van een gecombineerde voorziening aan
inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigden. Het uitkeringsbestand
wordt zorgvuldig gescreend op inburgerings-plichtigen, die vervolgens
een gecombineerde voorziening wordt aangeboden;

Intensivering van traject- en maatschappelijke begeleiding om de
instroom te verhogen en te voorkomen dat mensen uitvallen voordat ze het
gewenste niveau hebben behaald;

Afspraken met werkgevers en werkgelegenheidsprojecten, voor werkende
inburgeringsplichtigen en werkloos-werkzoekende inburgeringsplichtigen
en -behoeftigen;

Starten met inburgering van ‘pardonners’ voordat de uitkering
geregeld is;

Experimenteren met een persoonsgebonden participatiebudget (PPB);

Continueren van alternatieve vormen van kinderopvang en zoeken naar
nieuwe oplossingen zoals het oprichten van activeringscentra incl.
aanbod voor kinderopvang en het afstemmen van Vroeg- en Voorschoolse
Educatie met Inburgering, bijv. door het vormen van een voorschoolgroep
voor kinderen van inburgeraars, die aansluit bij de tijden en locatie
van de inburgeringscursus.

 

Randvoorwaarden

Randvoorwaarde voor de uitvoering van het versnellingsplan is het
verhogen van de normvergoeding per traject. De huidige trajectprijzen
zijn ontoereikend om alle doelgroepen, inclusief analfabeten, op het
gewenste niveau te brengen. De huidige Utrechtse resultaten worden
gehaald dankzij een grote hoeveelheid maatregelen die de gemeente uit
eigen middelen financiert (zoals vervolgtrajecten, ondersteunende
projecten, informele kinderopvang, het betalen van de kosten van een
herexamen). Daarnaast is extra werving en begeleiding nodig om meer
inburgeraars in te laten stromen, beter maatwerk te kunnen bieden en
uitval te voorkomen. Werving en begeleiding zijn niet in de huidige
trajectprijzen inbegrepen. Ook inclusief de participatiebonus van €
1.000 (die slechts voor een deel van de trajecten geldt) zijn de
vergoedingen niet kostendekkend. De huidige vergoeding voor een regulier
traject is € 6.000, terwijl de gemiddelde trajectkosten minstens €
10.000 bedragen. Kortom, de aangekondigde kwaliteitsbonus dient
substantieel te zijn om enige zoden aan de dijk te zetten. Tot slot
merkt Utrecht op dat zolang inburgeraars niet verplicht kunnen worden
het aanbod van de gemeente te accepteren, het onmogelijk zal zijn om de
taakstellingen voor de periode 2007-2009 te realiseren. 

 PAGE    

 PAGE   1