[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapportage Vreemdelingenketen

Bijlage

Nummer: 2008D08705, datum: 2008-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-juni 2008 (2008D08704)

Preview document (🔗 origineel)




Rapportage

 Vreemdelingenketen

Periode januari-juni 2008

 september 2008Inhoudsopgave

  TOC \o "1-3" \h \z \u    HYPERLINK \l "_Toc210806543"  Inleiding	 
PAGEREF _Toc210806543 \h  3  

  HYPERLINK \l "_Toc210806544"  Belangrijkste ontwikkelingen	  PAGEREF
_Toc210806544 \h  4  

  HYPERLINK \l "_Toc210806545"  1	Toegang	  PAGEREF _Toc210806545 \h  6 


  HYPERLINK \l "_Toc210806546"  1.1	Inleiding	  PAGEREF _Toc210806546 \h
 6  

  HYPERLINK \l "_Toc210806547"  1.2	Instroom	  PAGEREF _Toc210806547 \h 
6  

  HYPERLINK \l "_Toc210806548"  1.3	Uitstroom	  PAGEREF _Toc210806548 \h
 6  

  HYPERLINK \l "_Toc210806549"  1.4	Bijzonderheden	  PAGEREF
_Toc210806549 \h  7  

  HYPERLINK \l "_Toc210806550"  2	Toelating	  PAGEREF _Toc210806550 \h 
8  

  HYPERLINK \l "_Toc210806551"  2.1	Inleiding	  PAGEREF _Toc210806551 \h
 8  

  HYPERLINK \l "_Toc210806552"  2.2	Asielproces	  PAGEREF _Toc210806552
\h  8  

  HYPERLINK \l "_Toc210806553"  2.2.1	Asielinstroom in Nederland	 
PAGEREF _Toc210806553 \h  8  

  HYPERLINK \l "_Toc210806554"  2.2.2	Asielinstroom in Europa	  PAGEREF
_Toc210806554 \h  9  

  HYPERLINK \l "_Toc210806555"  2.2.3	Uitstroom asielaanvragen	  PAGEREF
_Toc210806555 \h  9  

  HYPERLINK \l "_Toc210806556"  2.2.4	Voorraden	  PAGEREF _Toc210806556
\h  10  

  HYPERLINK \l "_Toc210806557"  2.3	Regulier proces	  PAGEREF
_Toc210806557 \h  10  

  HYPERLINK \l "_Toc210806558"  2.3.1	Instroom aanvragen voor (kort en
lang) verblijf	  PAGEREF _Toc210806558 \h  10  

  HYPERLINK \l "_Toc210806559"  2.3.2	Uitstroom aanvragen voor verblijf	
 PAGEREF _Toc210806559 \h  11  

  HYPERLINK \l "_Toc210806560"  2.3.3	Voorraden	  PAGEREF _Toc210806560
\h  11  

  HYPERLINK \l "_Toc210806561"  3	Toezicht	  PAGEREF _Toc210806561 \h 
12  

  HYPERLINK \l "_Toc210806562"  3.1	Inleiding	  PAGEREF _Toc210806562 \h
 12  

  HYPERLINK \l "_Toc210806563"  3.2	Instroom	  PAGEREF _Toc210806563 \h 
13  

  HYPERLINK \l "_Toc210806564"  3.3	Uitstroom	  PAGEREF _Toc210806564 \h
 13  

  HYPERLINK \l "_Toc210806565"  3.4	Bijzonderheden	  PAGEREF
_Toc210806565 \h  14  

  HYPERLINK \l "_Toc210806566"  4	Terugkeer	  PAGEREF _Toc210806566 \h 
15  

  HYPERLINK \l "_Toc210806567"  4.1	Inleiding	  PAGEREF _Toc210806567 \h
 15  

  HYPERLINK \l "_Toc210806568"  4.2	Instroom in het terugkeerproces	 
PAGEREF _Toc210806568 \h  15  

  HYPERLINK \l "_Toc210806569"  4.2.1	Instroom caseload DT&V	  PAGEREF
_Toc210806569 \h  16  

  HYPERLINK \l "_Toc210806570"  4.3	Doorstroom in het terugkeerproces	 
PAGEREF _Toc210806570 \h  17  

  HYPERLINK \l "_Toc210806571"  4.3.1	In behandeling caseload DT&V	 
PAGEREF _Toc210806571 \h  17  

  HYPERLINK \l "_Toc210806572"  4.4	Uitstroom uit het terugkeerproces	 
PAGEREF _Toc210806572 \h  18  

  HYPERLINK \l "_Toc210806573"  4.4.1	Uitstroom: ontwikkeling caseload
DT&V	  PAGEREF _Toc210806573 \h  18  

  HYPERLINK \l "_Toc210806574"  4.4.2	Uitstroom: algemeen beeld	 
PAGEREF _Toc210806574 \h  18  

  HYPERLINK \l "_Toc210806576"  4.5	Bijzonderheden	  PAGEREF
_Toc210806576 \h  19  

  HYPERLINK \l "_Toc210806577"  5	Opvang	  PAGEREF _Toc210806577 \h  20 


  HYPERLINK \l "_Toc210806578"  5.1	Inleiding	  PAGEREF _Toc210806578 \h
 20  

  HYPERLINK \l "_Toc210806579"  5.2	Instroom	  PAGEREF _Toc210806579 \h 
20  

  HYPERLINK \l "_Toc210806580"  5.3	Bezetting	  PAGEREF _Toc210806580 \h
 20  

  HYPERLINK \l "_Toc210806581"  5.4	Uitstroom	  PAGEREF _Toc210806581 \h
 21  

  HYPERLINK \l "_Toc210806582"  5.4.1	Uitstroom uit de opvang	  PAGEREF
_Toc210806582 \h  21  

  HYPERLINK \l "_Toc210806583"  5.4.2	Realisatie van de taakstellingen
huisvesting vergunning- en statushouders	  PAGEREF _Toc210806583 \h  21 


  HYPERLINK \l "_Toc210806584"  5.5	Bijzonderheden	  PAGEREF
_Toc210806584 \h  22  

  HYPERLINK \l "_Toc210806585"  6	Bewaring	  PAGEREF _Toc210806585 \h 
24  

  HYPERLINK \l "_Toc210806586"  6.1	Instroom	  PAGEREF _Toc210806586 \h 
24  

  HYPERLINK \l "_Toc210806587"  6.2	Doorstroom en bezetting	  PAGEREF
_Toc210806587 \h  24  

  HYPERLINK \l "_Toc210806588"  6.2.1	Rechterlijke toetsing	  PAGEREF
_Toc210806588 \h  24  

  HYPERLINK \l "_Toc210806589"  6.3	Uitstroom	  PAGEREF _Toc210806589 \h
 24  

  HYPERLINK \l "_Toc210806590"  7	Actuele ontwikkelingen	  PAGEREF
_Toc210806590 \h  25  

  HYPERLINK \l "_Toc210806591"  7.1	Regeling nalatenschap oude wet	 
PAGEREF _Toc210806591 \h  25  

  HYPERLINK \l "_Toc210806592"  7.2	Modern Migratiebeleid	  PAGEREF
_Toc210806592 \h  25  

  HYPERLINK \l "_Toc210806593"  7.3	Verbeteren en versnellen van de
asielprocedure	  PAGEREF _Toc210806593 \h  26  

  HYPERLINK \l "_Toc210806594"  7.4	Voortgang maatregelen ARK	  PAGEREF
_Toc210806594 \h  27  

  HYPERLINK \l "_Toc210806595"  7.4.1	IND bij de tijd	  PAGEREF
_Toc210806595 \h  27  

  HYPERLINK \l "_Toc210806596"  7.4.2	Twinning met de SVB	  PAGEREF
_Toc210806596 \h  29  

  HYPERLINK \l "_Toc210806597"  7.4.3	Sturen op Tijdigheid – Fase 2	 
PAGEREF _Toc210806597 \h  30  

  HYPERLINK \l "_Toc210806598"  7.4.4	Voortgang nieuw besturingsmodel	 
PAGEREF _Toc210806598 \h  30  

  HYPERLINK \l "_Toc210806599"  8	Lijst met afkortingen	  PAGEREF
_Toc210806599 \h  31  

 

	



Inleiding

Voor u ligt de Rapportage Vreemdelingenketen over de periode januari t/m
juni 2008. Mede op verzoek van de leden van de Tweede Kamer wordt in de
rapportage waar  mogelijk ingegaan op de effecten van beleid. Met ingang
van 2009 zal het algemeen beleidskader voor de vreemdelingenketen, dat
voor het nieuwe besturingsmodel van de keten is ontwikkeld, een basis
vormen voor de Rapportage Vreemdelingenketen. Vanaf dat moment zal in de
Rapportage over de beleidsdoelstellingen, -uitvoering en 

-effecten worden gerapporteerd. 

Deze rapportage beschrijft de hoofdlijnen van de resultaten in het
eerste half jaar van 2008 aan de hand van de zes kernactiviteiten in de
keten, te weten Toegang, Toelating, Toezicht, Terugkeer, Opvang en
Bewaring. Bij elk van deze kernactiviteiten wordt, waar mogelijk,
gerapporteerd over instroom en uitstroom. In een separaat hoofdstuk
wordt ingegaan op bijzondere actuele onderwerpen in deze periode.  

Belangrijkste ontwikkelingen

Conform de prognose is er – net als in de tweede helft van 2007 – 
sprake van een stijging in de toestroom van asielzoekers; gemiddeld meer
dan 1.300 per maand. Op basis van de beschikbare behandelcapaciteit bij
de IND wordt de behandeling van de aanvragen verspreid ingepland. In
afwachting van de behandeling worden vreemdelingen opgevangen in een
zogenoemde Tijdelijke Noodvoorziening (TNV). De bezetting van de TNV
bedraagt per 1 juli 2008 meer dan 1.750 (zie Hoofdstuk 5). 

Het aantal in behandeling genomen asielaanvragen is – volgens planning
– in de eerste zes maanden van 2008 toegenomen. Het aantal eerste
asielaanvragen dat op de aanmeldcentra in behandeling is genomen,
bedroeg in de eerste zes maanden van 2008 circa 5.400. In totaal zijn
circa 6.700 aanvragen in behandeling genomen (zie Hoofdstuk 2). 

De stijging in de asieltoestroom wordt veroorzaakt door een toename in
het aantal eerste aanvragen van vreemdelingen met de Irakese en in
mindere mate de Somalische nationaliteit. In maart en april 2008 was
sprake van een piek in de instroom van Chinese vreemdelingen die een
asielaanvraag hebben ingediend. Over deze instroom en de behandeling van
hun aanvragen is de Tweede Kamer afzonderlijk geïnformeerd. 

Het aantal kennismigranten dat naar Nederland komt blijft stijgen. Zowel
het aantal aanvragen om een MVV, als om een VVR door kennismigranten is
in de eerste helft van 2008 beduidend hoger dan in 2007 (zie Hoofdstuk
2).

In het eerste half jaar van 2008 zijn op diverse terreinen
beleidsvoornemens uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in initiatieven
voor de aanpassing van de asielprocedure, concrete doelstellingen voor
een nieuw migratiestelsel en activiteiten ter voorkoming en bestrijding
van illegaal verblijf. De Tweede Kamer is van deze beleidsontwikkelingen
op de hoogte gesteld door middel van een drietal brieven (d.d. 20 juni
2008 TK 2007-2008 19637/1207, d.d. 24 juni 2008 TK, 2007–2008, 29 344,
nr. 67 en d.d. 27 juni 2008 TK 2007-2008, 30 573, nr. 10) (zie
Hoofdstukken 3 en Hoofdstuk 7).

Ter bescherming van alleenstaande minderjarige vreemdelingen die
mogelijk het slachtoffer zijn of het risico lopen slachtoffer te worden
van mensenhandel en mensensmokkel is op 1 januari 2008 een pilot
‘beschermde opvang’ gestart. Aan deze risicogroep wordt besloten
opvang geboden (zie Hoofdstuk 5). 

In deze periode is de afhandeling van de Regeling afwikkeling
nalatenschap oude vreemdelingenwet voortvarend voortgezet. Meer dan
12.000 statushouders zijn inmiddels gehuisvest. Circa 25.500
vreemdelingen hebben de verlenging van hun in 2007 of 2008 in het kader
van de Regeling afgegeven verblijfsvergunning ontvangen. Van
vreemdelingen die reeds verwijderbaar zijn, wordt het overdrachtsdossier
met voorrang aan de DT&V overgedragen (zie Hoofdstukken 5 en 7).

Het project ‘‘Implementatie nieuw besturingsmodel voor de
vreemdelingenketen”  is nagenoeg afgerond (zie Hoofdstuk 7).

      

Toegang

De doelstelling in het proces Toegang is het houden van toezicht aan de
Nederlandse Schengenbuitengrens met als doel de bestrijding van illegale
immigratie en in bijzonder het  uitoefenen van persoonscontroles ten
aanzien van vreemdelingen en hun (hand)bagage die de buitengrens
overschrijden, al dan niet via een grensdoorlaatpost. 

Inleiding

Personen die Nederland binnen willen reizen vanuit een land buiten het
Schengengebied moeten dat doen via een persoonscontrole op een
grensdoorlaatpost. Deze grenscontrole wordt door de Koninklijke
Marechaussee (KMar) of in het havengebied Rotterdam, door de dienst
Zeehavenpolitie van het Regiokorps Rotterdam-Rijnmond (ZHP) uitgevoerd. 

Naast het uitvoeren van persoonscontroles op de doorlaatposten bewaken
de KMar en de ZHP het gehele Schengenbuitengrensgebied, dat bestaat uit
de maritieme kuststrook en haventerreinen. Dit om illegale
grensoverschrijding buiten de doorlaatposten te voorkomen en te
bestrijden. Als aan een persoon de toegang wordt geweigerd, heeft hij in
principe de verplichting direct terug te keren naar het land van
vertrek, het land van herkomst of een ander land waar de toegang is
gewaarborgd.

Instroom

In de havens van Rotterdam zijn in de eerste zes maanden ruim 138.000
grenscontrole uitgevoerd. Vanuit alle controles aan de
Schengen-buitengrenzen op aangewezen luchthavens en in de zeehavens is
in de periode januari-juni 2008 door de KMar en de ZHP aan 1.500
vreemdelingen de toegang tot Nederland geweigerd. Dit aantal is 12%
lager dan in dezelfde periode in 2007 en 17% lager dan in de tweede
periode van 2007. 

Een sterke daling is met name zichtbaar in het aantal weigeringen van
Bolivianen, dat tot slechts enkele gereduceerd is. Met ingang van april
2007 geldt voor Bolivianen een visumplicht voor Nederland. Bij de
aanvraag van een visum wordt al op de buitenlandse posten gecontroleerd
of de vreemdeling  voldoet aan de toegangs- en/of toelatingseisen. Ook
zijn er in de eerste maanden van 2008 beduidend minder Nigerianen
geweigerd.

Uitstroom

Circa 500 van de 1.500 geweigerde vreemdelingen hebben direct aan de
buitengrens een asielaanvraag ingediend en zijn voor behandeling van de
aanvraag doorgeleid naar het proces Toelating bij de IND.

Circa 63% van het totaal aantal geweigerde vreemdelingen is direct
teruggekeerd naar het land van herkomst dan wel een ander land waar
toegang is gewaarborgd. In absolute aantallen is dit gelijk aan het
aantal direct teruggekeerden in de eerste helft van 2007. Ten opzichte
van de tweede helft van 2007 betekent het een daling van circa 200 (zie
ook hoofdstuk 4). 

In 91% van het totaal aantal geweigerde vreemdelingen kon een claim
worden gelegd bij de vervoersmaatschappij, wat de terugkeer versoepelt. 


Bijzonderheden

Rabits

Voor 2008 is in het Plan of Works van Frontex een aantal van drie
oefeningen opgenomen om ervaring op te doen met de inzet (procedures,
taakuitoefening, samenwerking e.d.) van de snelle grensinterventieteams
(RABITS). Een van deze drie oefeningen heeft in het eerste half jaar
plaatsgevonden. De tweede is afgelast en de derde zal in de loop van
2008 nog plaatsvinden. Er zijn nog geen formele aanvragen gedaan voor de
operationele inzet van deze teams.

Snelle Actie Teams (SAT's)

In de maanden januari en februari van dit jaar is een zogenoemd ´Snelle
Actie Team´ (SAT) in de vorm van een pilot in Nigeria actief geweest.
Met deze pilot wordt bezien of de inzet van dergelijke teams een
preventieve bijdrage kan leveren aan de strijd tegen de internationale
handel in en smokkel van (minderjarige) vreemdelingen. 

Toelating

De doelstelling voor het proces Toelating is om een vreemdeling die een
verblijfsvergunning aanvraagt of een verzoek tot naturalisatie indient,
binnen de daarvoor gestelde termijn een besluit uit te reiken. Dit ten
behoeve van een gereguleerd toelaten van vreemdelingen tot Nederland, op
een maatschappelijk verantwoorde wijze, die recht doet aan de belangen
van de vreemdelingen en aan de Nederlandse belangen.

Inleiding

Aanvragen voor toelating tot verblijf in Nederland worden gedaan in het
kader van asiel of van een regulier verblijfsdoel. De aanvragen worden
ingediend bij en behandeld door de toelatingsorganisatie Immigratie- en
Naturalisatie Dienst (IND). Behandeling van beroeps- en hoger
beroepszaken vindt respectievelijk plaats bij de Vreemdelingenkamers van
de rechtbanken en bij de Raad van State.

Asielproces

Asielinstroom in Nederland

De stijging van het aantal asielaanvragen van de laatste maanden van
2007 zet zich conform de prognose voort in de eerste helft van 2008. In
deze periode hebben ruim 5.750 vreemdelingen voor de eerste keer asiel
aangevraagd, in de tweede helft van 2007 lag dit nog op 4.050. Het
betreft ook in de eerste helft van 2008 voornamelijk vreemdelingen met
de Irakese en Somalische nationaliteit die een eerste aanvraag indienen
(zie grafiek 2.1). Ook in andere Europese landen is de instroom van deze
groepen in 2008 gestegen (zie volgende paragraaf). 

In de maanden maart en april heeft een groep van circa 770 personen met
de Chinese nationaliteit zich aangemeld op het aanmeldcentrum. Hierover
is de Tweede Kamer ook op 22 april 2008 (TK 2007-2008, 19 637, nr.
1193), 28 mei 2008 (TK, 2007–2008, 19 637, nr. 1200) en 10 juni 2008
(TK, 2007–2008, 19 637, nr. 1203) schriftelijk geïnformeerd en er is
meerdere malen met de Kamer over gesproken. Deze specifieke groep
vreemdelingen is door het COA opgevangen. De snelle behandeling van de
door deze groep ingediende asielaanvragen heeft veel van de
verwerkingscapaciteit van de IND gevergd. 

In de periode januari-juni 2008 is van ruim 5.400 vreemdelingen een
eerste asielaanvraag in behandeling genomen op de aanmeldcentra in
Nederland. Daarnaast zijn nog eens circa 350 eerste asielaanvragen
buiten het AC in behandeling genomen. In de eerste helft van 2008  zijn
zo’n 900 tweede of volgende asielaanvragen ingediend. Ook bij de
tweede of volgende aanvragen zijn de meeste vreemdelingen afkomstig uit
Irak en daarnaast uit Afghanistan. In totaal zijn daarmee in de eerste
helft van 2008 ruim 6.650 aanvragen ingediend; dit is 32% meer dan in de
tweede periode van 2007. Van de totale instroom is 93% ingediend op de
aanmeldcentra (zie grafiek 2.2). De aanmeldcentra hebben in de eerste
helft van het jaar gemiddeld circa 1.040 aanvragen per maand behandeld
tegenover 760 aanvragen per maand in de tweede helft van 2007. Naast de
opening van Zevenaar is de verwerkingscapaciteit van de AC's vergroot
door meer personeel in te zetten.

In deze periode is voor ruim 400 uitgenodigde vluchtelingen de verkorte
procedure opgestart. 

Asielinstroom in Europa

In afwijking van de gegevens op nationaal niveau, maar aansluitend op de
Rapportage Vreemdelingenketen juli - december 2007, wordt hier over de
asielinstroom in Europa gerapporteerd over de periode oktober 2007 tot
en met maart 2008. De reden hiervoor is dat niet alle landen de
nationale gegevens volledig beschikbaar hebben of stellen. Over de
asielinstroom in Italië zijn geen gegevens beschikbaar. 

Van oktober 2007 tot en met maart 2008 hebben in totaal ongeveer 109.000
vreemdelingen asiel aangevraagd in een van de EU-landen (exclusief
Italië). Dit is een daling van circa 2% ten opzichte van de voorgaande
zes maanden, waarin circa 111.000 vreemdelingen asiel hadden aangevraagd
in een van de EU-lidstaten (exclusief Italië). 

De top-3 van ontvangende landen wordt in de maanden oktober 2007 tot en
met maart 2008 gevormd door Zweden, gevolgd door Frankrijk en het
Verenigd Koninkrijk. Nederland staat in deze periode op de negende
plaats in de landen top-10 (zie grafiek 2.3). 

Op basis van de voorlopig beschikbare  cijfers is in de maanden januari
tot en met juni 2008 een daling zichtbaar in de asielinstroom in Zweden.
In Duitsland, Frankrijk, Finland, Malta, Polen en Nederland is de
asielinstroom daarentegen gestegen.  

Uitstroom asielaanvragen

In de eerste periode van 2008 zijn bijna 6.400 asielvergunningen
verleend. In totaal zijn in het eerste halfjaar van 2008 zo’n 9.200
aanvragen voor asiel (inclusief onbepaalde tijd) en bezwaarschriften
afgehandeld, waarvan 42% werd ingewilligd, 38% afgewezen en 20% op
overige wijze werd afgesloten, zoals bijvoorbeeld wegens een intrekking.


In het vorige halfjaar werden nog 16.700 beslissingen genomen. Sinds 1
september 2004 wordt een vergunning voor bepaalde tijd verleend voor de
periode van 5 jaar in plaats van 3 jaar. Dit verklaart waarom het aantal
aanvragen voor vergunning asiel voor onbepaalde tijd danwel verlenging
van een vergunning asiel voor bepaalde in deze periode veel lager ligt
dan vorig jaar en naar verwachting vanaf september 2009 weer zal
stijgen.

De wettelijke termijn is niet voor alle asielaanvragen haalbaar
gebleken. Op het moment dat op deze aanvragen beslist kon worden, was de
wettelijke termijn verstreken. De aanvragers die dit betrof, zijn in
kennis gesteld met een termijnbericht.

Bijzonder beleid 

Gedurende de eerste periode van 2008 gold een categoriaal
beschermingsbeleid voor de volgende vreemdelingen:

Tutsi’s en personen van gemengde afkomst in de Democratische Republiek
Congo; 

Personen afkomstig uit Centraal-Irak; 

Personen afkomstig uit Ivoorkust;

Niet-arabische bevolkingsgroepen uit Noord, West en Zuid- Darfur te
Soedan; 

Somaliërs, met uitzondering van personen die naar plaatselijke
maatstaven gemeten onder redelijke omstandigheden tenminste zes maanden
hebben verbleven in Punt-land (m.u.v. Noord-Galkayo), in de periode
vanaf 1991, Somaliland, in de periode vanaf 1997, Sool of Sanaag.

Voor alleenstaande vrouwen uit Afghanistan en homoseksuelen uit Iran
geldt vanaf respectievelijk 24 juni 2006 en 18 oktober 2006 dat zij,
behoudens contra-indicaties, wegens klemmende redenen van humanitaire
aard in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel.

Ten aanzien van Guinee gold tot en met 31 maart 2008 een besluit- en
vertrekmoratorium.

Beroep en hoger beroep asiel 

Bij de rechtbanken zijn in de eerste helft van 2008 circa 2.250 beroepen
en voorlopige voorzieningen ontvangen. Eenzelfde aantal is ook behandeld
met een gemiddelde doorlooptijd van 37 weken. 

De Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak, heeft circa 550 hoger
beroepen en voorlopige voorzieningen ontvangen en datzelfde aantal ook
behandeld met een gemiddelde  doorlooptijd van 14 weken. 

Voorraden

De totale voorraad asielprocedures en beroepszaken in de
Vreemdelingenketen is in vergelijking met de stand op 1 januari 2008
gedaald met 3% (grafiek 2.4). Bij de IND was sprake was van een daling.
Bij de Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak, is de voorraad
nagenoeg gelijk gebleven en bij rechtbanken is de voorraad licht
gestegen. Ten opzichte van een jaar geleden (1 juli 2007) daalde de
totale voorraad met 46%.

Regulier proces

Instroom aanvragen voor (kort en lang) verblijf

Het aantal bij de IND ingediende aanvragen voor een MVV ligt in de
eerste periode van 2008 29% hoger in vergelijking met dezelfde periode
in 2007 (zie grafiek 2.5). Met name het aanbod voor gezinsvorming en
gezinshereniging is hoger; er zijn vooral veel aanvragen ingediend door
nareizende gezinsleden afkomstig uit Somalië en Irak. Het aantal
ingediende aanvragen voor kennismigranten blijft een stijgende lijn
vertonen. Ten opzichte van de tweede helft van 2007 zijn in totaal  16%
meer aanvragen van kennismigranten ontvangen. In vergelijking met de
eerste periode van 2007 is deze stijging zelfs 22%. 

 

Het aantal aanvragen VVR in eerste aanleg was in deze periode bijna 6%
hoger dan de zelfde periode vorig jaar. Het aantal ingediende aanvragen
voor Kennismigranten blijft ook hier een stijgende lijn vertonen. 

 

Uitstroom aanvragen voor verblijf

In de afgelopen periode zijn 20.600 aanvragen voor een MVV afgehandeld
en 27.300 aanvragen voor een VVR in eerste aanleg  afgehandeld. In 75%
respectievelijk 89% van het totale aantal behandelde MVV en VVR
aanvragen heeft dit geleid tot een positieve beslissing.

Het grootste deel van de behandelde eerste aanvragen VVR is ingediend
met verblijfsdoel gezinshereniging/ -vorming (grafiek 2.7). 

Naast de eerste aanvragen zijn er ruim 49.700 vervolgaanvragen op reeds
verstrekte reguliere verblijfsvergunningen afgehandeld, waarvan circa
91% is ingewilligd.

De gemiddelde doorlooptijden van de behandeling van eerste aanvragen MVV
en VVR bedragen 8 respectievelijk 10 weken. In 88% van het totaal de
behandelde aanvragen is binnen de wettelijke termijn beslist. 

Beroep en hoger beroep Regulier

De rechtbanken hebben in de eerste zes maanden van 2008 circa 7.600
beroepen en voorlopige voorzieningen afgedaan met een gemiddelde
doorlooptijd van 33 weken.

 

Bij de Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak,  zijn in deze
periode ruim 600 hoger beroepen en voorlopige voorzieningen ontvangen en
circa 550 hoger beroepen en voorlopige voorzieningen afgedaan met een
gemiddelde doorlooptijd van 13 weken. 

Voorraden

De voorraad VVR bezwaar bij de IND telt nog circa 4.100 zaken en is
daarmee ten opzichte van 1 januari 2008 met 28% gedaald. De voorraden
reguliere procedures en zaken zijn in de gehele Vreemdelingenketen (bij
IND, Raad voor de Rechtspraak en Raad van State) ten opzichte van 1
januari 2008 met 6% gedaald (zie grafiek 2.8). 

Toezicht

De primaire doelstelling in het proces toezicht is het bestrijden van
illegaliteit. Enerzijds wordt toezicht gehouden op de vreemdelingen zelf
met als doel dat de vreemdeling die hier niet  (langer) mag zijn,
eventueel na uitzitten van een straf,  uit Nederland wordt verwijderd,
waarbij indien van toepassing wedertoegang wordt voorkomen. Anderzijds
door de opsporing van migratiecriminaliteit, met als doel de ongewenste
gevolgen van illegaliteit te bestrijden en daarmee de voedingsbodem van
illegaliteit (illegaal wonen en werken) weg te nemen. 

Daarnaast wordt toezicht gehouden op de naleving van de aan de afgegeven
vergunning gestelde voorwaarden voor de geldigheid ervan en toezicht op
het verblijf van asielzoekers opdat zij ter beschikking staan van de
lopende asiel- en terugkeerprocedure.

Inleiding

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de activiteiten op het terrein van het
toezicht houden op rechtmatig verblijf in Nederland. Onder toezicht in
het kader van het bestrijden van illegaliteit wordt verstaan binnenlands
toezicht, toezicht aan de binnengrenzen en toezicht in en op de
haventerreinen. 

Binnenlands toezicht behelst het staande houden, het verrichten van
identiteitsonderzoek en in bewaring stellen van vreemdelingen door de
politie en KMar en de overige vreemdelingentaken die de politie
uitvoert, zoals de meldplicht voor kort verblijvers. 

Het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) wordt uitgevoerd aan de
binnengrenzen. Hierbij worden ingereisde personen na
binnengrensoverschrijding steekproefgewijs en zo veel mogelijk
informatiegestuurd aan vreemdelingentoezicht onderworpen. Dit is onder
meer het geval bij voertuigen die de Nederlandse grens zijn gepasseerd,
maar ook in geval van internationaal vliegverkeer waarbij sprake is van
een intra-Schengenvlucht naar het grondgebied van Nederland. 

Vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf die in het kader van MTV worden
aangetroffen, krijgen een aanzegging Nederland zelfstandig te verlaten,
reizen onder toezicht terug naar Duitsland of België of worden in
voorkomende gevallen in bewaring gesteld. 

In het kader van het Havengerelateerd Vreemdelingen Toezicht (HVT)
worden controles uitgevoerd -binnen het havengebied- op een rechtmatig
verblijf in Nederland.

In 2009 worden deze controles door een nieuw aangesteld team uitgevoerd.
Inmiddels is een aantal medewerkers geselecteerd die kwartier moeten
maken. De verwachting is dat een volledig team eind 2008 zal zijn
aangesteld.

Instroom

In het kader van het MTV zijn door de KMar in de eerste helft van 2008
circa 353.000 personen gecontroleerd. Dit is een stijging van ongeveer
6% ten opzichte van dezelfde periode in 2007. Van de 353.000
gecontroleerde personen is bij circa 2.300 (0.7%) gebleken dat zij geen
rechtmatig verblijf hadden in Nederland. Met die vaststelling stromen
deze vreemdelingen in het proces Terugkeer in (zie hoofdstuk 4.1). 

Binnenlands vreemdelingentoezicht wordt vorm gegeven door het uitvoeren
van persoons- en objectgerichte controles. Persoonsgerichte controles
richten zich op bij de overheid bekende vreemdelingen zoals
uitgeprocedeerde vreemdelingen en asielzoekers die zich aan de
meldingsplicht hebben onttrokken. De objectgerichte controles richten
zich op ruimtes of bedrijven ter verwijdering van aldaar aanwezige
illegale vreemdelingen.  Beide vormen van toezicht zijn als volgt
geprioriteerd: criminele vreemdelingen al dan niet illegaal,
vreemdelingen die de openbare orde verstoren of anderszins overlast
veroorzaken en tenslotte de uitgeprocedeerde en/of illegale vreemdeling.
Over het aantal controles in het kader van het binnenlands
vreemdelingentoezicht zijn wegens een aanpassing in de registratiewijze
geen gegevens beschikbaar.

Uitstroom

Vanuit het MTV zijn in het eerste half jaar van 2008 meer aangetroffen
illegalen in bewaring gesteld en minder direct overgedragen aan de
autoriteiten in België of Duitsland.  Ongeveer 1.000 van de circa 2.300
illegalen die in het kader van het MTV zijn aangetroffen, zijn in
bewaring gesteld (43%). In de tweede helft van 2007 waren dit er ruim
600. 

Ook zijn ongeveer 1.000 vreemdelingen (42%) van de in de eerste zes
maanden van 2008 aangetroffen illegalen onder toezicht van de KMar
uitgereisd naar België of Duitsland. Dit is een daling van circa 700
aantoonbaar vertrokken vreemdelingen (zie ook hoofdstuk 4). 

Circa 12% van de in de eerste zes maanden van 2008 bij het MTV
aangetroffen illegalen heeft een aanzegging gekregen om Nederland te
verlaten. Dit betekent een lichte daling van het absolute aantal niet
aantoonbare vertrekken ten opzichte van de tweede helft van 2007 (zie
ook hoofdstuk 4).

Door de politie zijn in het eerste half jaar van 2008 na controles circa
3.200 vreemdelingen in bewaring gesteld, waarvan ruim 2.400 zijn
overgebracht naar een DJI-cel en daarmee zijn ingestroomd in de caseload
van de DT&V. Van de overige 800 is de bewaring al voor de overdracht
opgeheven. 

Bijzonderheden

Illegaliteit

Op 20 juni jl. is in een brief aan de Tweede Kamer  (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2007–2008, 19 637, nr. 1207) – mede naar aanleiding van
een literatuuronderzoek van het WODC – aangegeven hoe het kabinet de
belasting van illegaliteit voor de maatschappij (bv. in de vorm van
criminaliteit en overlast) en de kwetsbare positie van de illegaal
verblijvende vreemdeling wil aanpakken. De brief gaat onder andere in op
een aantal maatregelen op het gebied van openbare orde die in het eerste
half jaar van 2008 zijn genomen. In deze rapportage worden enkele van
deze maatregelen kort weergegeven en de voortgang hierin uiteengezet.

Intensivering ongewenstverklaring van illegalen

Op 1 maart 2008 is een pilot gestart om ervaring op te doen met het
consequent ongewenst verklaren van vreemdelingen die zich bij herhaling
bewezen schuldig maken aan overtredingen van de Vreemdelingenwet. De
pilot ziet toe op een tussen de betrokken diensten volledig afgestemde
en gecoördineerde aanpak en wordt uitgevoerd tussen 1 maart 2008 en 1
maart 2009. De eerste resultaten worden in het najaar van 2008 verwacht.

Pilot ongewenstverklaring criminele EU-onderdanen

In een brief van 13 augustus 2007 (TK 2006-2007, 19 637, nr. 1168) is
melding gemaakt van een pilot inzake de ongewenstverklaring van
criminele EU-onderdanen, bedoeld om kaders vast te kunnen stellen
waarbinnen EU-onderdanen ongewenst kunnen worden verklaard. De pilot
wordt thans uitgevoerd door een aantal politiekorpsen en zal in ieder
geval het gehele jaar 2008 voortduren. 

Verruiming B-9 regeling

Het is van het grootste belang dat slachtoffers van mensenhandel
aangifte doen, zodat met de vervolging van de daders kan worden gestart,
en bescherming kan worden verleend aan de slachtoffers. Hiertoe zijn
begin 2008 de mogelijkheden voor toepassing van de zogenaamde B-9 
regeling verruimd, waarbij nog meer dan voorheen het belang van het
slachtoffer voorop staat. Over de wijzigingen in de B9-regeling is de TK
geïnformeerd in een brief van 18 oktober 2007 (TK 2006-2007, 19637, nr
1174). Deze wijzigingen hebben hun definitieve beslag gekregen met de
wijziging van artikel 3.48 Vb (Stb 2007, 436) en aansluitend met de
wijziging van de Vreemdelingencirculaire (WBV 2008/09).

Tot op heden kan geconcludeerd worden dat het nieuwe beleid niet leidt
tot een grote toename van het aantal aanvragen voor de B-9 regeling. 

Terugkeer

Het nationale terugkeerbeleid is er op gericht illegaal verblijf van
vreemdelingen in Nederland te voorkomen en tegen te gaan. Vreemdelingen
die niet rechtmatig of niet meer rechtmatig in Nederland verblijven
moeten zelfstandig of gedwongen terugkeren naar het land van herkomst of
vertrekken naar een ander land waar toelating is gewaarborgd. 

Inleiding

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de activiteiten om het daadwerkelijke
vertrek te realiseren van vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland
verblijven. Voor de terugkeer van de vreemdeling naar het land van
herkomst zijn meerdere organisaties in de vreemdelingenketen
verantwoordelijk.  

De Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Zeehavenpolitie (ZHP) zijn
verantwoordelijk voor het uitzetten van vreemdelingen van wie aan de
buitengrens is vastgesteld dat zij geen toegang krijgen tot Nederland. 

Die vreemdelingen die na het doorlopen van het asielproces een (eerste)
afwijzende beschikking op de asielaanvraag hebben gekregen en/of ter
fine van vertrek in bewaring zijn gesteld stromen in de caseload van de
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Ook stromen vreemdelingen die door
de KMar en VP vanuit het toezichtsproces in bewaring worden gesteld in
bij de DT&V. De DT&V is verantwoordelijk voor de regie op het
vertrekproces van deze personen. 

Parallel aan de directe terugkeeractiviteiten door organisaties in de
Vreemdelingenketen faciliteert de Internationale Organisatie voor
Migratie (IOM)  vreemdelingen bij zelfstandige terugkeer naar hun land
van herkomst. 

Instroom in het terugkeerproces

Het aanbod van vreemdelingen die direct kunnen vertrekken is gedaald.
Daarentegen zijn in de rapportageperiode meer vreemdelingen in bewaring
gesteld en ingestroomd in de caseload van de DT&V ter voorbereiding van
het vertrek.  

Vanuit Toegang

Als bij of na een toegangsweigering door de KMar of ZHP geen
asielaanvraag wordt ingediend, dient de vreemdeling direct terug te
keren naar het land van vertrek, het land van herkomst of een ander land
waar de toegang is gewaarborgd. Als vertrek niet direct mogelijk is,
wordt aan de vreemdeling een vrijheidsbeperkende dan wel
vrijheidsontnemende maatregel ex artikel 6 Vw 2000 opgelegd.  Circa 950 
vreemdelingen aan wie in het eerste half jaar van 2008 de toegang is
geweigerd zijn vrijwel onmiddellijk vertrokken of hebben een
vrijheidsontnemende maatregel opgelegd gekregen. 

Vanuit Toelating

In het proces toelating wordt na het afgeven van een negatieve
beschikking door de IND op zowel asiel- als reguliere aanvragen voor
verblijf een wettelijke vertrektermijn gegeven, waarbinnen de
vreemdeling zelfstandig het land dient te verlaten. Dit houdt in dat
vanuit het proces toelating met die vertrekplicht het proces terugkeer
is aangevangen. Het recht om binnen wettelijk bepaalde termijnen beroep
in te stellen, leidt er echter toe dat de vertrekplicht lang niet altijd
tot onmiddellijke verwijderbaarheid leidt. Indien na afloop van de
beroepstermijn is gebleken dat geen beroepschrift is ingediend tegen de
afwijzing op een aanvraag en de vreemdeling niet zelfstandig is
vertrokken, verblijft de vreemdeling onrechtmatig in Nederland en is hij
of zij verwijderbaar. In het eerste half jaar van 2008 is op circa 2.900
asielaanvragen negatief beslist, waarna direct instroom in de caseload
van de DT&V volgt. Vanwege de eerdergenoemde beroepstermijn zijn deze
vreemdelingen niet direct verwijderbaar. 

In deze periode ging circa 62% van de vreemdelingen met een afgewezen
asielaanvraag in beroep bij de rechtbank.  Circa 84% van dergelijke
beroepschriften die de rechtbanken in deze periode behandelden, is
ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de IND werd gehandhaafd. 

Vanuit Toezicht

Vanuit het toezichtproces stromen vreemdelingen het terugkeerproces in
wanneer na een controle door de vreemdelingenpolitie of de KMar direct
onrechtmatig verblijf is geconstateerd of wanneer na een
identiteitsonderzoek de identiteit en het rechtmatig verblijf niet
kunnen worden vastgesteld. In voorkomende gevallen kan de
vreemdelingenpolitie of de KMar overgaan tot het opleggen van een
vrijheidsbeperkende dan wel vrijheidsontnemende maatregel ex artikel 59
Vw 2000. Via de KMar stroomden circa 2.300 personen het terugkeerproces
in van wie is gebleken dat zij geen rechtmatig verblijf hadden in
Nederland (zie ook hoofdstuk 3.2).

Via de vreemdelingenpolitie stroomden ruim 2.400 personen het
terugkeerproces in.

Instroom caseload DT&V

De caseload van de DT&V bevat voornamelijk zaken van asielzoekers met
een eerste negatieve beschikking en in bewaring gestelde vreemdelingen.
Verwijder- en terugkeeractiviteiten op grond van een toegangsweigering
aan de grens door de Kmar of de ZHP, zolang er geen afhankelijkheid
ontstaat voor het verkrijgen van (vervangende) reisdocumenten, buiten de
reikwijdte van de DT&V.

Vanaf de tweede helft van 2007 behandelt de DT&V ook de dossiers van
vreemdelingen die niet in aanmerking komen voor een vergunning in het
kader van de Regeling nalatenschap oude vreemdelingenwet. 

In de periode van januari-juni 2008 zijn door DT&V circa 8.700
vreemdelingen de DT&V caseload ingestroomd. Dat is een stijging ten
opzichte van de 2e helft 2007, die vooral wordt verklaard door de
instroom van degenen die niet in aanmerking komen voor de Regeling
nalatenschap oude vreemdelingenwet (zie ook hoofdstuk 7.1.) 

In het eerste half jaar van 2008 is circa 48% van de instroom in de DT&V
caseload afkomstig uit het Toelatingsproces.  Ongeveer 18% na een eerste
negatieve beslissing op de asielaanvraag en ongeveer 30% vanwege het
niet in aanmerking komen van een vergunning in het kader van de Regeling
nalatenschap oude wet. Ongeveer 48% is afkomstig vanuit het
toezichtproces en aangedragen door de KMar en vreemdelingenpolitie en in
4% van de gevallen was de vreemdeling afkomstig uit het toegangsproces
als gevolg van een weigering aan de grens, waarbij geen asielaanvraag
werd ingediend of omdat een afhankelijkheid voor het verkrijgen van
(vervangende) reisdocumenten ontstaat.

 

In 7% van de totale instroom (toelating, toegang en toezicht) was tevens
sprake van een strafrechtelijke veroordeling. 

In grafiek 4.1 is de ontwikkeling in de instroom in de caseload van de
DT&V zichtbaar. 

Doorstroom in het terugkeerproces

In behandeling caseload DT&V

Aan het eind van deze rapportageperiode had de DT&V  ongeveer 9.300
vreemdelingen in behandeling. Het grootste  deel van deze caseload
-ongeveer 6.700- betreft ex-asielzoekers. Hiervan was ongeveer de helft
nog niet verwijderbaar. Veelal gaat het hier om zaken waarin het beroep
op de negatieve asielbeschikking nog moet worden behandeld. Het is dan
nog niet mogelijk de vreemdeling bij de diplomatieke vertegenwoordiging
van het (vermoede) land van herkomst te presenteren. Hierdoor is het
niet mogelijk de procedure voor de aanvraag van een laissez-passer (LP)
te starten.  

Ongeveer 27% van alle vreemdelingen in behandeling bij de DT&V (per 30
juni 2008) zit in vreemdelingenbewaring of in strafrechtelijke detentie
(VRIS).

In de eerste helft van 2008 zijn circa 2.700 aanvragen voor een LP
ingediend. 

In dezelfde periode zijn bijna 1.200 beslissingen op LP-aanvragen
ontvangen. Ongeveer 350 LP's en 200 nationaliteitsverklaringen zijn
afgegeven, in ongeveer 650 gevallen is de LP niet afgegeven (zie grafiek
4.2). In dezelfde periode zijn bijna 1.200 LP aanvragen door de DT&V
(voortijdig) ingetrokken. Reden hiervoor is veelal omdat de bewaring op
grond van een rechterlijke uitspraak moest worden opgeheven en de
vreemdeling niet langer beschikbaar is.

Uitstroom uit het terugkeerproces

Uitstroom: ontwikkeling caseload DT&V

In de eerste helft van 2008 zijn circa 6.300 vreemdelingen uit de
caseload van de DT&V gestroomd (zie grafiek 4.4). Dit is een stijging
van ongeveer 7% ten opzichte van de vorige zes maanden.

In 23% van de uitstroom van de DT&V is er sprake van een overdracht naar
het toelatingsproces wegens een ingesteld vertrekmoratorium, categoriaal
beschermingsbeleid, medische omstandigheden (artikel 64), het indienen
van een nieuwe toelatingsaanvraag of het (alsnog) verkrijgen van een
verblijfstitel (asiel dan wel regulier). 

De vreemdelingen die alsnog rechtmatig verblijf hebben gekregen vallen
feitelijk buiten de resultaten van de DT&V. Wanneer de uitstroom naar
toelating dan ook buiten beschouwing wordt gelaten, is ca. 45% van de
totale uitstroom van DT&V aantoonbaar uit Nederland vertrokken (dus
zelfstandig teruggekeerd danwel uitgezet).

Uitstroom: algemeen beeld

Naast de uitstroom van DT&V bestaat er nog direct uitstroom vanuit  het
proces Toegang en Toezicht. De uitstroom van de DT&V maakt deel uit van
de totale uitstroom.

Binnen de Vreemdelingenketen zijn in deze periode in totaal circa  5.250
vreemdelingen aantoonbaar uit Nederland vertrokken. Dit is een daling
van circa 10% ten opzichte van de vorige periode (zie grafiek 4.3). De
daling van het aantal toegangsweigeringen, waaruit direct vertrek
voortvloeit, is een belangrijke oorzaak hiervan. In hoofdstuk 1.2. is al
aangegeven dat het aantal toegangsweigeringen in vergelijking met
eerdere periodes is gedaald. 

Ook is sprake van een lager aantal overdrachten aan België en Duitsland
uit het MTV – namelijk 1.000 (zie ook 3.3). 

In deze periode zijn circa 3.200 vreemdelingen gedwongen uitgezet,
waaronder ook de in hoofdstuk 1.2 genoemde verwijderde geweigerde
vreemdelingen. 

Het aantal aantoonbaar vertrokken vreemdelingen betreft in deze periode
circa 37% van het totaal aantal geregistreerde vertrekken. 

Het aantal niet aantoonbare vertrekken is toegenomen. Met name in de
maand april is sprake van een hoog aantal vreemdelingen die de
woonruimte zelfstandig hebben verlaten nog voor het ingaan van de
vertrektermijn. 

IOM

IOM ondersteunt vreemdelingen in Nederland die vrijwillig willen
terugkeren naar het land van herkomst of die zich kunnen hervestigen in
een derde land. IOM biedt deze ondersteuning op basis van het Return and
Emigration of Aliens from the Netherlands (REAN) programma. Binnen de
doelgroep van IOM bevinden zich vreemdelingen in procedure of in het
bezit van een verblijfstitel en besluiten terug te keren, migranten die
zijn uitgeprocedeerd of na in het bezit te zijn geweest van een
verblijfsvergunning illegaal zijn geworden en migranten die nooit een
verblijfsvergunning hebben aangevraagd. Deze vreemdelingen nemen al dan
niet na doorverwijzing van een andere instantie zelf het initiatief tot
contact met IOM 

Een initieel contact is het eerste contact van een migrant met IOM. Dit
contact kan een informatief gesprek zijn of direct een aanvraag tot
vertrek. In de eerste zes maanden van 2008 heeft IOM circa 1.750
initiële contacten gehad met migranten. Dit is ongeveer gelijk aan het
aantal in de vorige rapportageperiode. 

In de periode januari t/m juni 2008 is door IOM voor ruim 300 nieuwe
cliënten bemiddeld bij het verkrijgen van een LP.  De gemiddelde
doorlooptijd voor een LP aanvraag was over de eerste maanden van 2008 34
dagen. 

 

In het eerste half jaar van 2008 zijn via de IOM in totaal ruim 300
LP-aanvragen behandeld, waarvan ruim 200 zijn ingewilligd en circa 100
niet zijn toegekend. 

Ruim 800 vreemdelingen zijn in de afgelopen periode met behulp van IOM
vrijwillig teruggekeerd naar hun land van herkomst of een ander land
waar de toegang gewaarborgd is. 

Bijzonderheden

Commissie Integraal Toezicht Terugkeer

In deze rapportageperiode heeft de Commissie Integraal Toezicht
Terugkeer een jaarverslag over 2007 aan de Minister en Staatssecretaris
van Justitie en de Minister van Defensie aangeboden.  Hierin zijn
conclusies en aanbevelingen opgenomen die onder andere zien op de regie
en sturing binnen het terugkeerproces en de informatievoorziening. Op 26
mei jl. is het jaarverslag met een reactie hierop aan de Tweede Kamer
verzonden. Hierin is aangegeven dat een aantal aanbevelingen van de CITT
ter hand wordt genomen in het kader van thans lopende trajecten. Hierbij
kan gedacht worden aan de optimalisering van de ketenbrede
informatievoorziening en de ontwikkeling van prestatieafspraken met de
uitvoerende organisaties. Daarnaast is in de brief d.d. 24 juni 2008 (TK
2007–2008, 29 344, nr. 67, zie hoofdstuk 7) al gemeld dat er
flankerende maatregelen worden uitgewerkt ter vergroting van de
effectiviteit van het terugkeerbeleid

Opvang

De doelstelling binnen het proces Opvang is dat asielzoekers die in
afwachting zijn van een uitspraak over hun aanvraag voor een
verblijfsvergunning worden opgevangen. Gedurende de asielprocedure
krijgt een asielzoeker huisvesting en  faciliteiten geboden door het
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Er wordt bij de opvang van
asielzoekers rekening gehouden met de omgeving, de wensen van de
maatschappij en het beleid van de EU. Hiertoe worden asielzoekers op
sobere, doch humane wijze opgevangen.

De asielzoeker meldt zich bij een aanmeldcentrum van de IND. Aldaar
wordt een asielaanvraag ingediend. Voorafgaand aan het indienen van de
asielaanvraag wordt de vreemdeling door het COA opgevangen in een
tijdelijke noodvoorziening vreemdelingen (TNV). Indien het niet mogelijk
is om de asielaanvraag binnen de aanmeldcentrumprocedure af te doen, of
tijdens deze procedure de aanvraag wordt ingewilligd, dan komt de
asielzoeker in de opvang bij het COA. 

Inleiding

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de huisvesting van vreemdelingen in
Nederland voorafgaande aan, tijdens en na hun procedure. Het COA biedt
hen in opdracht van het ministerie van Justitie tijdelijke huisvesting
en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, in Nederland of
elders. Het gaat vooral om asielzoekers en specifieke groepen zoals
onder andere alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

Instroom 

In de periode januari-juni 2008 stroomden ruim 6.000 personen de opvang
in.  Ten opzichte van de vorige periode is dit een verhoging van 24%
welke voornamelijk wordt  veroorzaakt door het aanhoudende aanbod
personen uit Irak en Somalië  (zie grafiek 5.2 en Hoofdstuk 2.1.1).
Aangezien een groot deel van deze groep in aanmerking komt voor een
verblijfsvergunning zal ook de druk op de huisvesting in de gemeenten
van deze groep gehandhaafd blijven.

Bezetting

De bezetting in de opvang blijft dalen. Ten opzichte van de vorige
periode is de bezetting in de opvang gedaald met 13%. De bezetting telt
per peildatum 1 juli 2008 19.650 personen (zie grafiek 5.3). 

Het aantal personen dat langer dan 5 jaar in de opvang verblijft is fors
afgenomen en bedraagt nog zo’n 5.250 personen. Dit heeft te maken met
de huisvesting van statushouders die een vergunning hebben gekregen in
het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet
(zie 5.4.2). Door de hogere instroom van het afgelopen jaar kent 47% een
verblijfsduur tot 1 jaar (zie grafiek 5.4).

Van de bezetting in de opvang op 1 juli 2008 is zo´n 38% in het bezit
van een verblijfsvergunning. Zij wachten op huisvesting in een gemeente.

Bezetting TNV

De bezetting van de TNV wordt bepaald door de hoogte van de instroom en
de verwerkingscapaciteit van de aanmeldcentra. De bezetting in de TNV is
gedurende de eerste helft van 2008 hoog geweest en telde op 1 juli 2008
circa 1.750 personen. Om de wachtlijst en daarmee het aantal mensen in
de TNV terug te dringen, is een aantal acties ondernomen. Eén van deze
acties is het opnieuw instellen van de AC-functie in Zevenaar begin dit
jaar. Om vervolgens de doorstroming naar de vervolgfase te bevorderen is
extra capaciteit ingezet. Deze maatregelen hebben een direct effect op
de hoogte van wachtlijst en TNV bezetting.

Uitstroom 

Na de toelatingsprocedure moet de asielzoeker de COA-opvang verlaten.
Bij een inwilliging van de aanvraag voor verblijf zal de dan
ex-asielzoeker naar de reguliere woonruimte in een gemeente moeten
verhuizen. Als de uitkomst een afwijzing betreft, dan dient hij terug te
keren naar het land van herkomst of naar een ander land waar toegang is
gewaarborgd. Een asielzoeker mag dan tot zijn vertrek nog 28 dagen in
een azc verblijven. 

Indien daartoe aanleiding bestaat en in geval van zicht op uitzetting
kan de vreemdeling in vreemdelingenbewaring worden gesteld, bijvoorbeeld
in een Uitzetcentrum.

Uitstroom uit de opvang

Door de uitvoering van de Regeling ter afwikkeling van de nalatenschap
van de oude Vreemdelingenwet is de uitstroom uit de opvang en de
gerealiseerde huisvesting toegenomen. De uitstroom uit de opvang bedroeg
in de eerste  periode van 2008 circa 8.800 personen. Dit is een
stijging van 34% ten opzichte van de tweede periode 2007 (zie grafiek
5.5).  

Realisatie van de taakstellingen huisvesting vergunning- en
statushouders

Na de inwerkingtreding van de Regeling ter afwikkeling van de
nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet en op grond van het met de VNG
gesloten bestuursakkoord inzake het vreemdelingenbeleid is sprake van
twee halfjaarlijkse (deel)taakstellingen, namelijk voor de huisvesting
van de statushouders op grond van de Regeling en voor de huisvesting van
de vergunninghouders, die onder de nieuwe Vreemdelingenwet tot Nederland
zijn toegelaten.

Huisvesting statushouders (Regeling)

Bij de start van de Regeling is uitgegaan van een verwachte omvang van
een te huisvesten doelgroep van 25.000-30.000 statushouders, die volgens
het met de VNG gesloten akkoord uiterlijk eind 2009 gehuisvest dient te
zijn. In navolging van de eerste (deel)taakstelling met betrekking tot
de huisvesting van de statushouders over de tweede helft van 2007 is
voor het eerste halfjaar van 2008 een indicatieve huisvestingsopdracht
van 5.000 personen vastgesteld. Het huisvestingsproces van de
statushouders is in de eerste helft van 2008 bijzonder goed op stoom
gekomen. Per 1 juli 2008 hebben de gemeenten ruim 12.000
huisvestingsplaatsen voor registratie bij het COA aangemeld.

Het hoge tempo van huisvesting getuigt van grote betrokkenheid van
gemeenten en particulieren bij de huisvesting van de doelgroep. 

Huisvesting vergunninghouders (Vw2000)

De (deel)taakstelling met betrekking tot de huisvesting van
vergunninghouders voor het eerste halfjaar van 2008 bedroeg 1.750
personen. Gevoegd bij de achterstand op 1 januari 2008 van ruim 875
plaatsen moesten er circa 2.625 huisvestingsplaatsen worden geleverd.
Gedurende het eerste halfjaar van 2008 zijn circa 2.375 personen
gehuisvest, waardoor de (deel)taakstelling volledig is gerealiseerd en
de achterstand tot circa 250 nog te leveren plaatsen is teruggedrongen
en daarmee tot een historisch laag peil. Vooralsnog heeft zich geen
verdringingseffect op grond van de bovengenoemde Regeling voorgedaan.

Bijzonderheden

Taskforce Huisvesting

In de eerste helft van 2008 heeft de Taskforce een werkplan voor de duur
van haar werkzaamheden opgesteld. De taskforce staat gemeenten bij in
hun huisvestingstaak en geeft iedere vier maanden het Minimagazine
“Thuisgeven” uit met daarin de ervaringen met de huisvesting. Het
eerste nummer is in juni 2008 verschenen. 

In juni heeft de Taskforce een themabijeenkomst voor gemeenteambtenaren
georganiseerd met als thema “de Pardonregeling en inburgering” en in
september en oktober 2008 zullen regiobijeenkomsten worden
georganiseerd, gericht op gemeenten, provincies en hun ketenpartners.
Tijdens deze bijeenkomsten kunnen partijen hun kennis en ervaringen
uitwisselen en worden er thematische workshops gehouden.

Pilot ‘beschermde opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen’

Per 1 januari 2008 is de pilot ‘beschermde opvang’ gestart, waar
AMV-en die (mogelijk) slachtoffer zijn van mensenhandel, besloten worden
opgevangen. De pilot zal in ieder geval tot eind 2009 lopen. In 2009
zullen tussentijdse voortgangsrapportage worden opgesteld waarin de
Tweede Kamer wordt bericht over de gerealiseerde onderdelen van de
pilot. 

In de pilot worden maatregelen getroffen ter bescherming van
risico-AMV-en tegen mensenhandel en mensensmokkel. Het doel van de pilot
is het beschermen van jongeren en zodoende het voorkomen van de
verdwijning van jongeren uit de opvang. Met de beschermde opvang wordt
ook een intensief begeleidingstraject ingezet. Hierbij is de verwachting
dat het risico op verdwijning aanzienlijk vermindert. In de pilot wordt
getracht de jongeren weerbaar te maken en te ondersteunen bij de
voorbereiding op de toekomst,  waarvan terugkeer naar het land van
herkomst onderdeel uit kan maken. 

Er is een positieve tendens waarneembaar ten aanzien van het voorkomen
van verdwijningen van minderjarige jongens uit India en meisjes uit
Nigeria. 

Bewaring

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de activiteiten rond het op wettelijke
grondslag ontnemen van de vrijheid aan vreemdelingen. 

Instroom

Circa 4.500 vreemdelingen zijn in de eerste zes maanden van 2008 bij DJI
geplaatst. Deze plaatsingen zijn het resultaat van activiteiten binnen
de processen Toezicht en Toegang en vormt instroom voor de caseload van
de DT&V. Ondanks de toename van bewaring uit het MTV (zie Hoofdstuk 3.4)
is de totale instroom in bewaring bij DJI in de periode januari-juni
2008 3% lager dan die in de tweede helft van 2007. 

Doorstroom en bezetting

Met een gemiddelde van circa 1.500 personen bleef de bezetting nagenoeg
gelijk aan de vorige periode. De bezetting komt hiermee op circa 68% van
de capacitaire taakstelling. Daarnaast bedroeg de gemiddelde bezetting
van de uitzetcentra circa 350. In de 2e helft van 2007 was de gemiddelde
bezetting in het UC nog 150.  

Jeugdige vreemdelingen verblijven niet in de reguliere
vreemdelingenbewaring, maar worden overgebracht naar jeugdinrichtingen,
alwaar zij afgezonderd van jeugdige delinquenten verblijven. In de
eerste periode van 2008 zijn circa 85 minderjarige vreemdelingen
ingestroomd in de jeugdinrichtingen. Over heel 2007 waren dat er 150.

Rechterlijke toetsing

Door de rechtbanken wordt de rechtmatigheid van de toepassing of
tenuitvoerlegging van de bewaringsmaatregel getoetst, veelal op verzoek
van de vreemdeling zelf. In de afgelopen periode zijn circa 11.000
bewaringszaken behandeld door de rechtbanken. 

De Raad van State behandelde in de eerste periode van 2008 circa 850
zaken.

Uitstroom

In de eerste helft van 2008 hebben circa 4.100 vreemdelingen de bewaring
verlaten. 

Van de personen die in de eerste helft van 2008 zijn uitgestroomd uit
vreemdelingenbewaring, verbleef 72% korter dan 3 maanden, 12 % 3 tot 6
maanden en 15 % 6 tot 12 maanden en 1% 12 tot 18 maanden in
vreemdelingenbewaring. Dit is inclusief bewaring in de UC’s. 

Actuele ontwikkelingen

In dit hoofdstuk worden bijzondere actuele ontwikkelingen behandeld. 

Regeling nalatenschap oude wet

Op peildatum 1 juli 2008 heeft de IND van circa 27.000 vreemdelingen de
dossiers getoetst en hen een aanbiedingsbrief gestuurd omdat zij
voldeden aan de voorwaarden van de Regeling. Bijna 26.000 hebben het
aanbod geaccepteerd. 

Inmiddels heeft de IND bijna alle vergunningen omgezet in een vergunning
voortgezet verblijf met een geldigheidsduur van 5 jaren. Vrijwel alle
afgegeven vergunningen zijn dan ook geldig tot 15 juni 2013.  

Zo’n 6.000 personen komen niet in aanmerking voor een vergunning op
grond van contra-indicaties die zijn neergelegd in de Regeling. Van
vreemdelingen die reeds verwijderbaar zijn, wordt het overdrachtsdossier
met voorrang aan de DT&V overgedragen. Veel van de afvallers zijn (nog)
in procedure en derhalve op dit moment niet verwijderbaar. Op 1 juli
waren zo’n 4.000 afvallers van de Regeling in de caseload van DT&V.
Hiervan zijn inmiddels ruim 1.700 personen uitgestroomd, waarvan 140 via
zelfstandig vertrek en 110 gedwongen. Circa 1.150 vreemdelingen hebben
zelfstandig de woonruimte verlaten of zijn aangezegd Nederland te
verlaten al dan niet na opheffing van een vrijheidsontnemende maatregel.


Om voor een verblijfsvergunning in aanmerking te komen moet een
vreemdeling alle lopende procedures intrekken. In totaal zijn er in het
kader van de Regeling tot 1 juli 2008 zo’n 20.000 lopende procedures
(zowel asiel, regulier, beroepen als hoger beroepen) ingetrokken.

Modern Migratiebeleid 

Op 27 juni jl. heeft het kabinet het beleidsdocument ‘Blauwdruk Modern
Migratiebeleid’ aan de Tweede Kamer toegezonden. Daarin is het
beleidskader, dat in oktober 2006 door de Tweede Kamer is besproken,
nader uitgewerkt. De doelstellingen en hoofdlijnen van het nieuwe
stelsel zijn in een begeleidende brief van 27 juni uiteengezet (TK
2007-2008, 30 573, nr. 10). Voorafgaand aan de besluitvorming heeft in
de eerste helft van 2008 een consultatieronde plaatsgevonden met een
groot aantal partijen uit de samenleving. Organisaties aan wie een rol
in het nieuwe beleid is toebedacht hebben een ex ante uitvoeringstoets
uitgevoerd.

In de tweede helft van 2008 wordt gewerkt aan het uitwerken van het
wetsvoorstel, de memorie van toelichting en de lagere regelgeving,
waarvoor begin 2009 weer een consultatieronde zal plaatsvinden.

Verbeteren en versnellen van de asielprocedure

Het kabinet wil de asielprocedure versnellen en effectiever maken.
Terwijl de nieuwe 'algemene procedure' in het aanmeldcentrum wordt
verlengd tot acht dagen, kan het totale asielproces met acht weken
worden versneld. Daarnaast heeft het kabinet maatregelen aangekondigd om
het aantal herhaalde en vervolgaanvragen te beperken en een impuls te
geven aan de terugkeer van afgewezen asielzoekers. Dit is medegedeeld in
een brief aan de Tweede Kamer (d.d. 24 juni 2008, TK 2007–2008, 29
344, nr. 67)  

De asielprocedure

de nieuwe algemene asielprocedure in het AC wordt voorafgegaan door een
rust- en voorbereidingstermijn van ten minste zes dagen ; 

in deze termijn kan de asielzoeker zich voorbereiden op de procedure en
kan hij medisch worden onderzocht; tevens start in deze fase het
identiteits- en documentenonderzoek;

voor de algemene procedure in het AC worden in totaal acht dagen
uitgetrokken;

hiervan zijn drie dagen beschikbaar voor rechtsbijstand aan de
asielzoeker;

in principe worden alle asielzoekers in de algemene procedure gehoord
over hun asielmotieven (dus ook degenen die naar verwachting in een
verlengde procedure terechtkomen);

ook het indienen van correcties en aanvullingen gebeurt in de nieuwe
opzet binnen de algemene procedure;

bovenstaande maatregelen leveren voor de verlengde procedure een
tijdwinst op van acht weken;

door het meenemen van bijzondere (bijvoorbeeld medische) aspecten in de
asielprocedure of een parallelle procedure, evenals het meenemen van
uitzettingsbeletselen en relevante nieuwe omstandigheden in de
beroepsfase, wordt het indienen van herhaalde asielaanvragen en
aanvragen voor reguliere verblijfsvergunningen tegengegaan; 

de procedure voor de behandeling van herhaalde aanvragen wordt
versoberd.

Opvang

de asielzoekers worden tijdens de rust- en voorbereidingstermijn en
tijdens de algemene procedure opgevangen; dit gebeurt ook gedurende de
vertrektermijn van vier weken na afwijzing van een asielverzoek in de
algemene procedure;

uitgeprocedeerde asielzoekers die na de vertrektermijn nog in Nederland
zijn, kunnen gedurende maximaal twaalf weken in een vrijheidsbeperkende
locatie worden geplaatst;

zo nodig worden zij tijdens of na afloop van hun verblijf in de
vrijheidsbeperkende locatie in vreemdelingenbewaring genomen;

Terugkeer

de vervroegde start van het identiteits- en nationaliteitsonderzoek komt
het terugkeerproces ten goede;

tijdens het verblijf in een vrijheidsbeperkende locatie staan afgewezen
asielzoekers onder toezicht en zijn zij dus steeds beschikbaar voor
terugkeerbegeleiding;

de strategische samenwerking met herkomstlanden wordt geïntensiveerd,
onder meer via gerichte terugkeer- en herintegratieprojecten,
ondersteuning bij migratiebeheer en bestrijding van mensenhandel en
-smokkel;

de faciliteiten ter ondersteuning van afgewezen asielzoekers bij
herintegratie in het land van herkomst worden uitgebreid met toegang tot
microkredieten en bijdragen in natura voor bijvoorbeeld scholing en/of
begeleiding bij het starten van een bedrijf.

Onder regie van de IND heeft er in de periode van februari tot en met
mei 2008 een ketenbrede ex ante uitvoeringstoets (EAUT) plaatsgevonden
waarin de verschillende beleidsvoornemens met betrekking tot verbetering
van de asielprocedure en het terugkeerbeleid zijn getoetst op
uitvoerbaarheid. 

Voortgang maatregelen ARK

IND bij de tijd

Het programma IND bij de tijd heeft tot doel de prestaties van de IND
structureel te verbeteren. 

Na de verbeteringen in de bedrijfsvoering van de IND in 2006 en 2007 die
onder andere geleid hebben tot een sterk gedaald aantal klachten,
weggewerkte achterstanden, betere telefonische bereikbaarheid, snelle
procedures voor studenten en kenniswerkers en verlengingsaanvragen en de
gerealiseerde IND-loketfunctie richt het programma IND bij de tijd zich
in 2008 nadrukkelijk op de vormgeving van de structurele vernieuwing.

Structurele vernieuwing

De programma’s INDIGO, het nieuwe informatiesysteem van de IND,
Personeelsontwikkeling en verdere verbetering van de dienstverlening
geven invulling aan de structurele vernieuwing. Tevens worden op het
gebied van Modern Migratiebeleid quick wins gerealiseerd. Zo is bij de
IND een ‘proeftuin au pair’ in het leven geroepen, waarin de
behandeling van aanvragen voor die categorie is gecentraliseerd. Dit
zorgt voor een snellere afhandeling. In volgende fasen van deze
proeftuin zullen de verantwoordelijkheden meer gaan verschuiven van de
gastgezinnen naar de au pair-bureau’s en een digitalisering van de
procedure. Daarnaast is ook één loket ingericht voor aanvragen voor
werkvergunningen, die door CWI en IND wordt beheerd. 

In januari/februari zijn de offertes voor de vernieuwing van de
informatievoorziening van de IND beoordeeld en is het consortium
Ordina/Accenture als partner gekozen. Inmiddels is gestart  met het
bepalen van de gewenste architectuur en het globaal ontwerp. 

Handhaving

De ARK heeft een aantal knelpunten gesignaleerd bij het onderkennen van
fraude, zowel binnen de IND als in de gehele vreemdelingenketen. 

Binnen het programma ‘IND bij de Tijd’ is gestart met het
ontwikkelen en implementeren van een adequaat handhavingsinstrumentarium
om deze knelpunten op te lossen. Dit instrumentarium wordt ontwikkeld
met inachtneming van de kernwaarden van de IND: effectiviteit,
efficiency en klantgerichtheid. 

Project Handhaving

Bij de IND is het Project Handhaving opgericht. Het Project heeft onder
meer onderzocht welke mogelijkheden er bestaan om de inzet van het
bestaande handhavingsinstrumentarium te verbeteren. Vanaf april 2007
wordt voor het ontwikkelen van behandelprofielen onder andere gebruik
gemaakt van de methode Programmatisch Handhaven. Deze methode maakt
gebruik van relevante kennis en informatie bij zowel de IND als bij de
ketenpartners. Door de inzet van deze methode wordt invulling gegeven
aan de systematische aandacht voor misbruik en fraude. 

Inmiddels is de Programmatisch Handhavingcyclus voor studiemigratie
volledig doorlopen en zijn ten aanzien van meerdere onderwerpen
dergelijke trajecten opgestart.

Ketensamenwerking

Het Project richt zich tevens op het verbeteren van de samenwerking en
informatie-uitwisseling binnen de vreemdelingenketen op het gebied van
handhaving. Zo is er een samenwerkingsconvenant op hoofdlijnen tussen de
IND, de Arbeidsinspectie (AI) en de Sociale Inlichtingen- en
Opsporingsdienst (SIOD) gesloten en zijn er afspraken gemaakt met het
Openbaar Ministerie en Politie inzake het doen van aangifte van
migratiecriminaliteit. 

De tweede helft van 2008 zal in het teken staan van de overdracht van de
taken en de gerealiseerde producten van het Project Handhaving aan de
staande organisatie. Tevens zullen de operationele afspraken ten behoeve
van het IND/AI/SIOD-convenant opgeleverd worden en zal de implementatie
van de afspraken met het Openbaar Ministerie en Politie ter hand worden
genomen. 

De IND en Politie hebben nadere afspraken gemaakt in het kader van de
uitvoering van fraudeonderzoek en het terugdringen van identiteits- en
documentfraude.

Ook in het kader van het toekomstige ‘Modern migratiebeleid’ heeft
de IND onderzocht met welke ketenpartners in het kader van handhaving
samenwerking noodzakelijk is. Gebleken is dat naast de traditionele
ketenpartners ook veel nieuwe partners hun intrede in de
vreemdelingenketen zullen doen. Zo zijn onder meer met de
Belastingdienst, de Informatiebeheergroep en het Centraal Justitieel
Incassobureau koppelvlakken gesignaleerd. Door middel van een
stakeholdersbijeenkomst is een start gemaakt met een eerste verkenning
op samenwerking onder Modern migratiebeleid. Bij deze samenwerking zal,
conform het advies ¨Immigratie op maat¨ van de Adviescommissie
Vreemdelingenzaken, zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de
specifieke deskundigheid en ervaring van verschillende ketenpartners.

Overige activiteiten

Ook buiten het Project Handhaving heeft de IND de afgelopen periode
ingezet op de intensivering van fraudebestrijding en handhaving. Zo
heeft de IND, in nauwe samenwerking met zijn ketenpartners, door middel
van pilots nieuwe kennis en ervaring opgedaan met het handhaven op
specifieke soorten misbruik en fraude. Voorbeelden hiervan zijn onder
meer de pilot Schijnrelaties en de pilot Overlastgevende EU-onderdanen. 

Verder is vanuit het primaire proces in 2008 ook geregeld specifiek
aandacht besteed aan signalen die wijzen op misbruik van procedures
en/of aanvragen. Een voorbeeld hiervan is dat er door het reguliere
proces intensiever wordt gekeken naar aanvragen van derdelanders voor
verblijf als partner van een EU-onderdaan. 

Met ingang van 27 november 2007 heeft de IND de lokettaken van de
gemeente overgenomen. Hierdoor kunnen fraude-indicaties bij het indienen
van een aanvraag rechtstreeks door de IND-medewerkers worden opgepakt.
Met de wijziging van het Besluit Politieregister begin 2007 is het
juridisch mogelijk geworden dat de IND zelf toetst of een bepaalde
vreemdeling voorkomt in de politiesystemen. Deze toets wordt sinds mei
2007 door de IND toegepast. 

Ook met het toekomstige gebruik van het informatiesysteem INDIGO zal de
systematische aandacht voor misbruik en fraude door de digitale
uitwisseling van informatie verder versterkt worden. 

Twinning met de SVB

De twinning met de Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft in de eerste
helft van 2008 op het gebied van de sturing van de primaire processen
twee belangrijke verbeterslagen opgeleverd. Ten eerste zijn de
aanpassingen in de geautomatiseerde systemen van de IND opgeleverd, die
de sturing op tijdigheid beter ondersteunen (zie ook 7.4.3). Tevens is
het gebruik van het systeem Condor voor het meten van de kwaliteit in de
primaire processen geïntroduceerd en zijn de eerste metingen in het
proces Naturalisatie uitgevoerd. Bovendien zijn de voorbereidingen
getroffen om ook in het proces regulier kwaliteitsmetingen uit te
voeren. In het kader van de twinning zijn kenniskringen opgericht waarin
 IND unitmanagers en SVB teamleiders kennis en ervaringen  uitwisselen
over actuele onderwerpen binnen organisaties.  De twinning met de SVB,
een van de aanbevelingen uit het rapport van de Algemene Rekenkamer,
loopt nog door tot eind 2008.

Sturen op Tijdigheid – Fase 2

In fase I van het project Sturen op Tijdigheid zijn de geautomatiseerde
systemen van de IND zodanig aangepast, dat zij het sturen op tijdigheid
ten volle, klantvriendelijk en conform de wet, ondersteunen.

In fase 2, gestart per 1 juli jl., wordt dit nieuwe instrumentarium niet
alleen voor nieuwe aanvragen toegepast en ingeregeld, maar geleidelijk
ook voor reeds eerder binnengekomen aanvragen. De IND doet in deze fase
ervaring op met de nieuwe wijze van sturen en met de veranderingen in
houding en gedrag die dit met zich meebrengt ("kijken vanuit het
perspectief van de aanvrager" en "doen wat je belooft"). De ervaring bij
de SVB leert, dat het tenminste een jaar kost, voordat de nieuwe wijze
van sturen volledig operationeel is. Met de huidige planning betekent
dit, dat de IND eind 2008 volledig kan voldoen aan de aanbevelingen van
de Algemene Rekenkamer en de toezeggingen die het kabinet in dit verband
heeft gedaan.

Voortgang nieuw besturingsmodel

De vreemdelingenketen is een complexe keten. Sinds de Vreemdelingenwet
2000 is steeds meer samenwerking en afstemming tussen het ministerie van
Justitie en de ketenpartners en tussen de ketenpartners onderling
vereist. Deze constatering en de conclusie van de Algemene Rekenkamer
(n.a.v. een onderzoek naar het functioneren van de IND) dat de besturing
van de keten verbetering behoeft, hebben geleid tot de start van het
programma Ketensturing in 2006. Dit programma heeft geresulteerd in een
nieuw besturingsmodel voor de vreemdelingenketen. In augustus 2007 is
dit nieuwe besturingsmodel voor de vreemdelingenketen vastgesteld en aan
de Tweede Kamer gemeld. Centrale elementen van het besturingsmodel zijn:


de DGWIAV is ketenregisseur;

sturen vanuit algemene kaders;

meer ruimte en verantwoordelijkheid voor de ketenpartners;

focus op de koppelvlakken;

sturen met behulp van besturingsprocessen.

In september 2007 is het project ‘Implementatie nieuw besturingsmodel
voor de vreemdelingenketen’ gestart. Binnen het project zijn de
uitgangspunten en sturingsinstrumenten onderverdeeld in verschillende
deelprojecten. Het betrof de deelprojecten: beleidskader, financieel
management, informatiemanagement, incidentmanagement, risicomanagement
en samenwerkingsafspraken. De implementatiefase is zo goed als afgerond.
De taken voortvloeiend uit de nieuwe manier van besturing worden ingebed
in de reguliere werkzaamheden van de ketenpartners en op het
departement. In 2009 zal gestart worden met het werken conform het
nieuwe besturingsmodel. 









	Lijst met afkortingen

AC		AanmeldCentrum (asiel)

ARK	Algemene Rekenkamer

AMV		Alleenstaande Minderjarige Vreemdeling 

AZC		AsielZoekersCentrum

CITT		Commissie Integraal Toezicht Terugkeer

COA		Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

DJI		Dienst Justitiële Inrichtingen

DT&V		Dienst Terugkeer en Vertrek

EU	Europese Unie

IBS		InBewaringStelling

IND		Immigratie- en NaturalisatieDienst

IOM		Internationale Organisatie voor Migratie

KMar		Koninklijke Marechaussee

LP		Laissez-Passer		

MTV		Mobiel Toezicht Vreemdelingen

MVV	Machtiging voorlopig verblijf

REAN		Return and Emigration of Aliens from the Netherlands

RvS		Raad van State

RvdR		Raad voor de Rechtspraak

SVB		Sociale Verzekerings Bank

TK		Tweede Kamer

TNV		Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen

UC		Uitzetcentra

UNHCR	United Nations High Commissioner for Refugees

VNG		Vereniging Nederlandse Gemeenten

VRIS		VReemdelingen In de Strafrechtketen

VVR		Verblijfs Vergunning Regulier (Bepaalde en Onbepaalde tijd)

ZHP		Dienst ZeeHavenPolitie

		

Pagina   PAGE  2 

Pagina   PAGE  31