[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief aan Theatergroep DOX

Bijlage

Nummer: 2008D09530, datum: 2008-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Afschrift correspondentie Theatergroep DOX over het advies van de Raad voor Cultuur (2008D09529)

Preview document (🔗 origineel)


Aan het bestuur van

Stichting Theatergroep DOX

Biltstraat 166

3572 BP  UTRECHT  DOCPROPERTY adres   



	  DOCPROPERTY plaats  Den Haag 	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 
  DOCPROPERTY _uwbriefvan   	  DOCPROPERTY _uwkenmerk   

16 september 2008  DOCPROPERTY datum   	DK/I&I/40223  DOCPROPERTY
onskenmerk   	  DOCPROPERTY uwbriefvan   	  DOCPROPERTY uwkenmerk   



  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY _bijlage  Bijlage(n) 

  DOCPROPERTY onderwerp_fmt  Subsidiebesluit 	2



  DOCPROPERTY aanhef  Geacht bestuur, 

Met deze brief informeer ik u over mijn besluit over uw subsidieaanvraag
voor de periode 2009-2012. Ik ken u een subsidie toe van € 203.642,-
per jaar. Voor een nadere toelichting op dit besluit en mijn
overwegingen verwijs ik u naar onderdeel 5 van deze brief. Deze brief
begint met een toelichting op de uitgangspunten die aan de subsidiëring
ten grondslag liggen (paragrafen 1 en 2) en de procedure die ik heb
gevolgd (paragrafen 3 en 4). Verder wijs ik u hier expliciet op de
voorwaarden die zijn opgenomen in paragraaf 6. Pas als aan die
voorwaarden is voldaan, is de subsidieverlening definitief. In paragraaf
7 worden de voornaamste verplichtingen die aan de subsidie zijn
verbonden op een rij gezet. De brief sluit af met een aantal opmerkingen
van juridische aard.

Uitgangspunten 

Voor de periode 2009-2012 geef ik uitvoering aan het beleidsuitgangspunt
dat het Rijk alleen direct subsidies verleent aan instellingen die samen
een culturele basisinfrastructuur vormen. Over de vraag welke
instellingen in het kader van de basisinfrastructuur voor subsidie in
aanmerking komen heeft de Raad voor Cultuur geadviseerd. Dit advies, met
als titel Innoveren, Participeren, is in maart 2007 verschenen. In
reactie hierop heb ik in mijn nota Kunst van Leven, naast een agenda met
inhoudelijke prioriteiten voor het cultuurbeleid ook de contouren van de
basisinfrastructuur geschetst. Verder is in Kunst van Leven aangegeven
welke instellingen vanaf 2009 een blijvend uitzicht op subsidie zouden
krijgen (het zgn. langjarig subsidieperspectief). Op 1 november is
vervolgens de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (hierna:
de Regeling) gepubliceerd die beschrijft voor welke activiteiten
subsidie kan worden aangevraagd. 

Cultuurprofijt

Op 10 juni 2008 heb ik mijn standpunt bepaald ten aanzien van het
rapport van de commissie- Cultuurprofijt. Het advies van de commissie
gaat over de vraag op welke manier cultuurinstellingen geprikkeld kunnen
worden om meer eigen inkomsten te verwerven. 

Voor dit moment is met name van belang dat er enerzijds sprake is van
een generieke korting op alle subsidies aan cultuurproducerende
instellingen vooraf, terwijl er anderzijds in deze periode sprake zal
zijn van matching van door hen extra behaalde eigen inkomsten. Deze
generieke korting bedraagt 1,7% over 2009 en 3,4% over de jaren daarna. 
Omdat uw instelling in een categorie valt die door mij in mijn brief van
10 juni 2008 als niet-cultuurproducerend is aangemerkt, is deze korting
niet op u van toepassing. 

Advisering door de Raad voor Cultuur

Op 15 mei 2008 heeft de Raad voor Cultuur advies uitgebracht over de
aanvragen die ik op 15 februari 2008 aan de Raad had voorgelegd voor
advies. Ik heb alle instellingen in de gelegenheid gesteld een reactie
te sturen op dit advies. Op deze wijze heb ik iedereen de mogelijkheid
willen bieden om onvolkomenheden in het advies onder de aandacht te
brengen. De reacties heb ik aan de Raad voorgelegd. 

Het advies van de Raad overschreed het beschikbare budget. Ik heb de
Raad daarom gevraagd een nader advies uit te brengen binnen het
beschikbare financiële kader. Het nadere advies dat ik op 18 juni 2008
heb ontvangen heeft een generiek karakter. De Raad geeft geen nieuwe
adviezen over afzonderlijke instellingen, maar adviseert om afwijzingen
te handhaven en verder - op een aantal uitzonderingen na - de
subsidiehoogte bij instellingen met een positieve beoordeling te baseren
op de huidige subsidie. 

Vervolgens heeft de Raad op 8 juli 2008 zijn aanvullend advies
uitgebracht. Hierin reageert hij op de ontvangen reacties van
instellingen en gaat hij in op mijn verzoek een aantal zaken in het
advies van 15 mei 2008 te voorzien van een toelichting. Tevens heeft de
Raad op 18 juli een finale lijst gepubliceerd waarin hij de geadviseerde
subsidiehoogte per instelling heeft opgenomen zoals die luidt na
verwerking van de consequenties uit de adviezen van 18 juni en 8 juli
2008. 

Gevolgde procedure bij het nemen van het besluit

Het advies van 15 mei 2008, het nader advies van 18 juni 2008 en het
aanvullend advies van 8 juli 2008 heb ik getoetst op volledigheid,
onderlinge samenhang en motivering. In zijn algemeenheid stel ik vast
dat de Raad op een zorgvuldige manier en met oog voor alle ter zake
spelende belangen tot een afgewogen oordeel is gekomen. Ik beschouw de
adviezen van de Raad dan ook als een goede basis voor mijn
besluitvorming over uw aanvraag. 

Voorafgaand aan mijn besluit heb ik overleg gevoerd met
vertegenwoordigers van provincies en gemeenten, verenigd in het
Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG). Zoals overeengekomen in het Kader interbestuurlijke
verhoudingen cultuur en media heb ik vervolgens afspraken gemaakt met de
vijf landsdelen (Noord, Oost, Midden, Zuid en West) en de drie grote
steden (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag). Die afspraken zullen worden
opgenomen in convenanten tussen het betreffende landsdeel of de
betreffende gemeente en mij. De convenanten zullen worden gepubliceerd
op   HYPERLINK "http://www.cultuursubsidie.nl"  www.cultuursubsidie.nl .


Ik heb besloten het beschikbare budget voor de basisinfrastructuur te
verhogen, zodat ik alsnog een deel van de verhogingen die de Raad heeft
geadviseerd kan overnemen. Omdat het beschikbare bedrag niet toereikend
is om alle geadviseerde verhogingen onverkort uit te voeren, zijn nadere
keuzes nodig. Ik heb de volgende uitgangspunten gekozen bij de verdeling
van deze extra middelen:

De instellingen die worden gesubsidieerd op basis van de Regeling en die
zijn gevestigd in de landsdelen Noord, Oost en Zuid zullen door mij
worden gesubsidieerd op het niveau dat de Raad in het advies van 15 mei
heeft geadviseerd, dus inclusief de verhogingen ten opzichte van het
historisch budget.

De instellingen die worden gesubsidieerd op basis van de Regeling en die
zijn gevestigd buiten de landsdelen Noord, Oost en Zuid ontvangen een
verhoging. Hiervoor is in totaal € 4 miljoen beschikbaar. Deze
instellingen ontvangen een evenredig deel van de door de Raad
geadviseerde verhoging. 

Voor sectorinstituten en musea voeg ik een bedrag van € 3,1 miljoen
aan het kader toe, bestemd voor specifieke knelpunten.

Alle verhogingen gelden ten opzichte van het door de Raad voor Cultuur
geadviseerde bedrag zoals opgenomen op de lijst van 18 juli 2008. 

Besluit en overwegingen

Het advies over uw instelling is positief. De Raad adviseert u te
subsidiëren voor uw activiteiten als ontwikkelinstelling op het terrein
van amateurkunst en cultuureducatie. De Raad oordeelt dat uw instelling
vanwege de kwaliteit van de opleiding en voorstellingen een landelijke
functie vervult. De Raad waardeert de toekomstplannen en de heldere
visie die uit de plannen spreekt. Op basis van het advies heb ik
besloten uw instelling subsidie te verlenen voor uw activiteiten op
basis van artikel 9L van de Regeling. 

Overdracht Fonds CP

Zoals u weet heeft de Raad geadviseerd de subsidiëring van uw
instelling over te dragen aan het Fonds voor Cultuurparticipatie. U kunt
ervan uitgaan dat de subsidie voor 1 januari 2009 ook daadwerkelijk door
mij aan dit fonds wordt overgedragen. Ik bericht u nog nader over het
precieze moment waarop deze overdracht plaatsvindt en de gevolgen die
dit heeft voor deze subsidieverlening.

Subsidiehoogte en bevoorschotting

Als basis voor mijn besluit hanteer ik als gezegd het bedrag dat de Raad
voor uw instelling adviseert in zijn finale lijst van 18 juli 2008. Op
basis van de onder 4 beschreven overwegingen heb ik in voorkomende
gevallen een bedrag toegevoegd. In de bijlage bij deze brief vindt u een
uitwerking van de opbouw van het subsidiebedrag. De in dit overzicht
vermelde bedragen voor de periode 2009-2012 zijn berekend op het loon-
en prijspeil 2008. Met ingang van 2009 is de verhouding loon- en
prijsgevoeligheid voor alle instellingen die worden gesubsidieerd in het
kader van de basisinfrastructuur bepaald op 80% loon- en 20%
prijsgevoeligheid. U ontvangt vier keer per jaar een subsidievoorschot,
steeds in de maanden januari, april, juli en oktober. 

Toelichting en opmerkingen

De Raad geeft in zijn advies aan het aantal speelbeurten dat uw
instelling jaarlijks realiseert te waarderen. Hij acht een verhoging van
de subsidie gewenst om de kwaliteit van de producties te verhogen en de
formatie en speelbeurten uit te breiden. Ten aanzien van dit laatste heb
ik echter al vaker mijn zorgen aan u kenbaar gemaakt. In de huidige
periode vormt uw prestatieniveau een te zware belasting voor de
beschikbare middelen. Ik verwacht daarom dat u in de komende periode de
kosten van het aantal speelbeurten beter zult afstemmen op de
beschikbare middelen en de subsidieverhoging zult gebruiken om uw
organisatie te versterken en de kwaliteit van de producties te
vergroten. 

Voorwaarden

Behandeling door Tweede en Eerste Kamer

Voor deze subsidieverlening wordt geput uit begrotingen die nog niet
zijn vastgesteld door de Tweede en Eerste Kamer. Om die reden wordt deze
subsidie verleend onder de voorwaarde dat de wetgever voldoende gelden
ter beschikking stelt. Op basis van het besprokene bij de behandeling
van artikel 14 van mijn begroting (de cultuurbegroting) zal ik bezien of
deze beschikking gewijzigd moet worden. Als dat zo is, zal ik u daarover
binnen 4 weken na de finale stemming in de Tweede Kamer over mijn
begroting informeren. 

Aanvullende of gewijzigde informatie

Het bedrag van deze subsidieverlening wijkt af van het door u gevraagde
subsidiebedrag. Ik wil graag in overleg met u komen tot goede afspraken
over de activiteiten die u in de komende periode zult realiseren. Daarom
verzoek ik u mij binnen 4 weken te informeren over eventuele nadere
keuzes die u wilt maken ten opzichte van uw oorspronkelijke
activiteitenplan. Ik verzoek u daarbij rekening te houden met eventuele
inhoudelijke opmerkingen die zijn gemaakt in paragraaf 5. De keuzes die
u maakt, moeten vooraf door mij worden goedgekeurd. 

Praktisch gezien betekent dit dat ik graag de volgende stukken ontvang:

een herzien prestatieoverzicht volgens het gewijzigde model dat
beschikbaar is op www.cultuursubsidie.nl;

een herziene meerjarenbegroting, die aansluit op het subsidiebedrag; 

een gewijzigd activiteitenplan dan wel een duidelijke beschrijving van
wijzigingen ten opzichte van uw oorspronkelijke plan (alleen als u
wijzingen wilt aanbrengen).

Deze stukken moeten binnen 4 weken na dagtekening van deze brief, dus
uiterlijk op 14 oktober 2008 door mij ontvangen zijn. U kunt deze
stukken digitaal indienen via www.cultuursubsidie.nl ->  indienen
herziene begroting. Bijgevoegd vindt u uw identificatiecode en
wachtwoord. Ik zal bezien of ik uw gewijzigde voorstellen goed kan
keuren. Houdt u er rekening mee dat ik pas tot bevoorschotting zal
overgaan als dit laatste het geval is.

Verplichtingen

Meldingsplicht

Uw activiteitenplan en begroting zoals die volgens de hierboven
beschreven procedure zijn goedgekeurd vormen de basis van de
subsidiëring in de periode 2009-2012. U bent in die periode verplicht
om belangrijke wijzigingen van uw activiteiten zo spoedig mogelijk aan
mij te melden. Het gaat daarbij om wijzigingen waarvan u redelijkerwijs
kunt vermoeden dat die gevolgen zouden kunnen hebben voor mijn
subsidieverlening. Dit geldt in ieder geval voor majeure wijzigingen van
de prestaties. Ook over significante wijzigingen van de overige
inkomsten of uitgaven zoals u die hebt opgegeven dient u mij te
informeren. Als u twijfelt of het noodzakelijk is een specifieke
wijziging te melden, verzoek ik u contact op te nemen met uw
contactpersoon. 

Verantwoording

Jaarlijks dient u voor 1 mei een bestuursverslag en een jaarrekening toe
te zenden. Bij de jaarrekening of het financieel verslag hoort ook een
prestatieverantwoording. Meer informatie over de eisen die aan de
verantwoording worden gesteld vindt u in de nieuwe versie van het
Handboek verantwoording cultuursubsidies 2009-2012, dat uiterlijk 31
december 2008 in werking zal treden. U wordt schriftelijk geïnformeerd
wanneer het Handboek gereed is. 

8. 	Overige zaken

Deze subsidie wordt u verleend op basis van artikel 4a van de Wet op het
specifiek cultuurbeleid. Het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen en de
Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen zijn van toepassing,
in het bijzonder de bepalingen die gaan over vierjarige
instellingssubsidies. U kunt ze raadplegen via www.minocw.nl -> cultuur
-> wet- en regelgeving of www.cultuursubsidie.nl -> wet- en regelgeving.
U kunt aan de subsidiëring in de periode 2009-2012 geen rechten
ontlenen voor subsidiëring in de daaropvolgende periode. 

Ik wens u veel succes met uw activiteiten. 

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  1 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
1 

  DOCPROPERTY e_organisatienaam  Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap 

  DOCPROPERTY v_adres  Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den
Haag  T   DOCPROPERTY e_telefoon_org  +31-70-412 3456  F   DOCPROPERTY
e_fax_org  +31-70-412 3450  W   DOCPROPERTY e_website_org  www.minocw.nl


Contactpersoon: M.P. Verhaar  T +31-70-412 2841 E m.p.verhaar@minocw.nl 

  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  5 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
5 

 

  DOCVARIABLE clausule  Een belanghebbende kan tegen dit besluit binnen
zes weken na de dag waarop het besluit hem is toegezonden schriftelijk
bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij
de minister van OCW, onder vermelding van "Bezwaar", ter attentie van
CFI, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken
van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl