[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

bestuurlijke afspraken

Bijlage

Nummer: 2008D09564, datum: 2008-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Bestuurlijke afspraken met Rotterdam over aanpak (dreigende) uitval van jongeren (2008D09562)

Preview document (🔗 origineel)


Bestuurlijke afspraken tussen de gemeente Rotterdam, Rotterdamse scholen
en de ministeries van Jeugd & Gezin; Wonen, Wijken en Integratie; 
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Justitie en Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, d.d. 8 oktober 2008

Aanwezigen:

Namens de gemeente Rotterdam:

Mw. J. Kriens, wethouder Volksgezondheid, Welzijn en Maatschappelijke
Opvang

Dhr. D. Schrijer, wethouder Werk, Sociale Zaken en Grotestedenbeleid

Dhr. L. Geluk, wethouder Jeugd, Gezin en Onderwijs

Namens de Rotterdamse scholen voor beroepsonderwijs:

Dhr. P. Boekhoud, voorzitter ROC Albeda College

Dhr. H. Vlodrop, voorzitter ROC Zadkine

Dhr. G. Visser, voorzitter LMC Voortgezet Onderwijs

Namens de ministeries:

Minister voor Jeugd en Gezin: dhr. A. Rouvoet

Minister van Wonen, Wijken en Integratie: mw. C.P. Vogelaar

Staatssecretaris van Justitie: mw. N. Albayrak

Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: dhr. A. Aboutaleb

Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: mw. M. van
Bijsterveldt

Overwegende:

Dat op 1 juli 2008 tijdens het werkbezoek van bewindslieden aan
Rotterdam is geconstateerd dat er onder een relatief grote groep
jongeren sprake is van meervoudige problematiek waardoor sprake is van
(dreigende) maatschappelijke uitval. Tevens is de gemeente Rotterdam
uitgenodigd zijn plannen nader uit te werken om via een intensieve
samenwerking tussen met name zorg, beroepsonderwijs en werk en inkomen
meer jongeren succesvol voor te kunnen bereiden op de arbeidsmarkt of
andere vormen van maatschappelijke participatie. Hiervoor wil men het
model van de Topschool, Vakschool en Wijkschool ontwikkelen als
structurele aanpak van de problematiek.

Dat Rotterdam met de notitie ‘Aanpak uitval Nieuwe stijl: onderwijs en
zorg korte lijnen, snelle acties’ (bijlage 1) inzicht heeft gegeven in
wat de aard en omvang is van de benodigde zorg voor jongeren in het
beroepsonderwijs, hoe men de samenwerking tussen zorginstellingen en
beroepsonderwijs wil vormgeven en tegen welke knelpunten men nu aanloopt
om dit doel te bereiken. 

Dat Rotterdam specifiek voor de groep van jongeren tot 23 jaar zonder
startkwalificatie die niet meer werkt of leert en waarbij sprake is van
meervoudige problematiek (de ‘overbelasten’), het idee voor de
Wijkschool heeft uitgewerkt in een bedrijfsplan (bijlage 2). Doel van
wijkschool is deze doelgroep, door een vergaand geĂŻntegreerde aanpak
van zorg, onderwijs en werk en inkomen, voor te bereiden op de
arbeidsmarkt en/of regulier vervolgonderwijs.

Dat het kabinet, onder regie van de minister voor Jeugd en Gezin en in
samenhang met onder andere besluitvorming over de toekomst van het
Grotestedenbeleid, momenteel een inventarisatie uitvoert op welke wijze
met name aan de grote steden meer armslag kan worden gegeven om middelen
ontschot in te zetten op terreinen als jeugd, onderwijs, zorg en
welzijn. Dit in combinatie met het maken van prestatieafspraken.
Afhankelijk van de uitkomsten hiervan en de resultaten van de pilot met
de Wijkschool, kan dit naar verwachting perspectief 

bieden voor de grote steden om dergelijke voorzieningen structureel vorm
te geven.

Dat het kabinet in zijn beleidsprogramma 2007-2011 ‘Samen werken,
samen leven’  (Tweede Kamer, 2006-2007, 31 070, nr. 1),  maatregelen
heeft aangekondigd zoals de versterking van de zorg voor jeugdigen
(‘Kansen voor kinderen’), arbeidsmarktparticipatie (‘Iedereen doet
mee’), de specifieke aanpak voor wijken (‘Actieplan
krachtwijken’), het halveren van voortijdig schoolverlaten (‘Aanval
op de uitval’) en het voorkomen van jeugdcriminaliteit (‘Veiligheid
begint bij voorkomen’) om ook aan jongeren met meervoudige
problematiek perspectief te bieden.

Dat, gelet op de vorige overwegingen, ministeries en Rotterdam zich
inspannen om gezamenlijk de (dreigende) maatschappelijke uitval van
jongeren in samenhang aan te pakken. 

Spreken het volgende af:

A. Onderwijs en zorg:

Ministeries stellen een gezamenlijke werkgroep tussen de betrokken
ministeries en Rotterdam in die met Rotterdam voor 1 januari 2009
uitwerkt hoe op basis van gemeenschappelijke doelstellingen de
samenwerking tussen zorginstellingen en het beroepsonderwijs
daadwerkelijk wordt versterkt. De aanpak bestaat, op hoofdlijnen, uit
het inzichtelijk maken van welke bestuurlijke, regeltechnische en/of
financiële belemmeringen moeten worden opgelost om tot goede
samenwerking en effectief aanbod te komen dat is afgestemd op de vraag
van de doelgroep. De resultaten worden besproken in het bestuurlijke
overleg. 

B. Wijkschool:

Rotterdam en ministeries spreken af op basis van het opgestelde
bedrijfsplan in 2009 en 2010 een pilot uit te voeren met de Wijkschool.
Ministeries financieren hiervoor 200 plaatsen voor in totaal 

€ 5,6 miljoen.  Het doel van de pilot is om de effectiviteit van de
wijkschool vast te stellen. Daarvoor  worden de doelstellingen van de
Wijkschool gezamenlijk nader geconcretiseerd om de effectiviteit goed te
kunnen meten. Indien de effectiviteit van de Wijkschool bewezen is,
garandeert de minister voor Jeugd en Gezin het structureel maken van
deze 200 plekken vanaf 2011. Bij structurele financiering wordt rekening
gehouden met de landelijke inbedding van de campussen.

De pilot met de Wijkschool wordt afgestemd met de pilots die momenteel
uitgevoerd worden in het kader van de Campus;

C. Vakschool:

Experimenten met de vakschool kunnen ondersteund worden via de
landelijke experimentenregeling waarbij de bovenbouw van de
basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo en mbo-2 opleidingen
geĂŻntegreerd worden tot Ă©Ă©n nieuwe opleiding tot startkwalificatie.
Voor het eerste cohort van het experiment zijn inmiddels 5 aanvragen van
Rotterdamse scholen goedgekeurd voor 119 leerlingen. 

Rotterdamse scholen kunnen vóór 16 januari 2009 aanvragen indienen
voor het tweede cohort voor schooljaar 2009-2010. Landelijk kan er voor
ruim 3.500 leerlingen aangevraagd worden. OCW kan Rotterdamse scholen
ondersteunen bij het opstellen van hun plannen.

Mede afhankelijk van de kwaliteit en omvang van de aanvragen voor het
tweede cohort, wordt door OCW bezien of een derde cohort nodig en
mogelijk is, met het oog op mogelijke landelijke , structurele
invoering. 

D. Topschool:

Rotterdam en het ministerie van OCW spreken af het idee voor een
Topschool verder uit te werken voor het beoogde experiment voor het
aanbieden van de Associate Degree binnen het mbo, onder
verantwoordelijkheid van het ho, zoals aangekondigd in de strategische
agenda mbo.  Hierover vindt begin 2009 besluitvorming plaats. 

E. Aansluiting beroepsonderwijs op arbeidsmarkt

In Rotterdam worden reeds diverse activiteiten uitgevoerd om het aanbod
aan beroepsopleidingen beter af te stemmen op de vraag vanuit de
arbeidsmarkt. De ministeries van EZ, OCW, SZW en LNV willen hun
activiteiten voor versterking van de aansluiting tussen beroepsonderwijs
en arbeidsmarkt onderling verbinden om zo regionaal betrokken partijen
beter te kunnen ondersteunen. Rotterdam en ministeries spreken af dat de
regio Rotterdam Ă©Ă©n van de vier pilotregio’s wordt om deze aanpak
nader uit te werken (‘regionale agenda arbeidsmarkt
beroepsonderwijs’).

F. Monitoring

Rotterdam en ministeries spreken met elkaar af komend jaar Ă©Ă©nmaal per
kwartaal op bestuurlijk niveau bij elkaar te komen om de besluitvorming
over bovenstaande afspraken te volgen met als eerste datum begin januari
2009.

Opgedane kennis en ervaringen worden gedeeld met andere grote steden.

 PAGE   4 

 PAGE   2