[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De toerekening van vermogen uit erving

Schriftelijke vragen

Nummer: 2008D10074, datum: 2008-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04345:

Preview document (🔗 origineel)


2008Z04345 / 2080902580

Vragen van de leden De Pater-van der Meer en Omtzigt (beiden CDA), aan
de staatssecretaris van Financiën, de minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de toerekening van vermogen uit erving.
(Ingezonden 14 oktober 2008)

1 

Herkent u de volgende situatie: een man en vrouw waren gehuwd en hebben
tijdens dit huwelijk een aantal kinderen gekregen; na verloop van tijd
zijn de man en vrouw gescheiden en is de man overleden; de man had geen
testament, dus de minderjarige kinderen erven van rechtswege een
aanzienlijk vermogen; omdat de kinderen minderjarig zijn wordt het
vermogen van de kinderen in de belastingheffing van hun moeder
betrokken; dientengevolge is de moeder inkomstenbelasting verschuldigd
over dit belastbare inkomen uit sparen en beleggen?

2 

Deelt u de mening dat er indien mogelijk een oplossing voor dergelijke
situaties moet komen, omdat de vrouw nu min of meer is genoodzaakt om
vermogen te onttrekken aan het vermogen dat de kinderen van hun vader
geërfd hebben, terwijl dit vermogen eigenlijk niet voor dit doel
bestemd is? 

3 

Heeft de toerekening van het vermogen van de kinderen consequenties voor
de huurtoeslag? 

4 

Heeft de toerekening van het vermogen van de kinderen consequenties voor
de middelentoets bij het aanvragen van de bijstanduitkering?

5 

Deelt u de mening dat het een oplossing zou kunnen zijn om vermogen uit
te sluiten van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen en dus box
III van de belastingplichtige, mits belastingplichtige kan aantonen –
bijvoorbeeld door middel van een notarisverklaring – dat de
belastingplichtige het vermogen van de kinderen niet aanspreekt?

6

Bent u bereid de antwoorden op deze vragen vóór het wetgevingsoverleg
over het Belastingplan 2009 op 30 oktober a.s. aan de Kamer te doen
toekomen?