[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reservisten

Bijlage

Nummer: 2008D10204, datum: 2008-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voortgang Actieplan Werving en Behoud (2008D10199)

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijlage C bij brief Voortgang Actieplan Werving en Behoud van 15 oktober
2008

Onderwerp: aanzet tot nadere uitwerking reservistennota

 

Inleiding

In 2005 is de brief Reservistenbeleid (II 2004/5 29800X nr. 82) aan de
Kamer gestuurd. Daarin is de inzet van reservisten ten behoeve van de
tweede en derde hoofdtaak van Defensie ingevoerd en werd afscheid
genomen van de ā€œklassiekeā€ taak voor reservisten, dat wil zeggen de
vervulling van gevechtsfuncties ter verdediging van het
bondgenootschappelijke grondgebied. De reservisten zijn ingedeeld in
twee categorieĆ«n, te weten de ā€™reservist specifieke deskundigheidā€™
(RSD) en de ā€™reservist militaire takenā€™ (RMT). De RSD wordt ingezet
ten behoeve van de tweede hoofdtaak, bijvoorbeeld in
crisisbeheersingsoperaties, in het bijzonder wanneer specifieke
deskundigheid nodig is die niet in de defensieorganisatie beschikbaar
is. De RMT speelt een rol bij de derde hoofdtaak, de handhaving van de
nationale rechtsorde en de ondersteuning van de civiele autoriteiten.
Hoe dan ook heeft de reservist een belangrijke rol als ambassadeur van
Defensie in de samenleving. De Reservistennota 2005 is grotendeels
uitgevoerd en reservisten zijn veelvuldig ingezet voor deze twee taken. 

In deze bijlage zet ik de toekomstige voornemens op hoofdlijnen, in
aanvulling op de Reservistennota 2005 uiteen. Hierbij ga ik, mede gelet
op vragen en ingediende moties over reservisten, in op de voorgenomen
inzet van de reservist, de ondersteuning van werkgevers en de inbedding
van de reservist in het reguliere personeelsbeleid en het Flexibele
Personeelssysteem (FPS). Eind 2008 zal ik u nader informeren over de
uitwerking van deze voornemens. 

De huidige inrichting van het reservistenbestand

De behoefte aan reservisten is in 2005 vastgesteld op 5.600. De inzet
van deze reservisten geschiedt altijd op basis van vrijwilligheid. Voor
zijn taakinvulling moet de reservist voldoen aan de opleidingseisen en
worden afspraken gemaakt over de beschikbaarheid voor de organisatie.
Het verschil in functie(-eisen) met beroepsmilitairen vereist een
afwijkende keuring. 

Taken

Reservisten Specifieke Deskundigheid (RSD) kunnen, in aanvulling op hun
taken bij operationele eenheden, worden ingezet voor specialistische
taken onder verantwoordelijkheid van civiele autoriteiten, bijvoorbeeld
op het gebied van rampengeneeskunde, of bij uitgezonden eenheden. In het
laatste geval gaat het vooral om CIMIC-activiteiten of geneeskundige
taken.

De inzet van de Reservist Militaire Taken (RMT) beperkt zich tot het
nationale grondgebied en omvat de volgende taken:

De bewaking en beveiliging van militaire en civiele objecten;

Het leveren van liaison- en adviescapaciteit aan civiele autoriteiten;

Steunverlening zonder bijzondere bevoegdheden, zoals hand- en
spandiensten;

Gastlandsteun of logistieke ondersteuning van buitenlandse eenheden in
Nederland;

Ceremoniƫle taken.

Inmiddels is een aantal jaren ervaring opgedaan met deze werkwijze en
zijn belangrijke resultaten geboekt. Zo is het oude bestand van
reservisten op orde gebracht, is de reservistenorganisatie grotendeels
gevuld ( 85 procent) en is gewerkt aan de integratie van de reservist in
het reguliere personeelsbeleid door de rechtspositie zoveel mogelijk
gelijk te trekken met die van de beroepsmilitair. Het beroep op
reservisten is de afgelopen jaren toegenomen van 142.000 mandagen in
2006 naar 157.000 mandagen in 2007 en naar verwachting 190.000 mandagen
in 2008. De inzet voor crisisbeheersingsoperaties is gestegen van 9.000
mandagen in 2006 tot 16.000 mandagen in 2007. 

Beoogde veranderingen

Met de toegenomen uitzenddruk neemt de werkdruk op het niet uitgezonden
personeel toe, vooral op functies waar specifieke kennis en competenties
zijn vereist. Deze functies zouden mede worden gevuld door de tijdelijke
inzet van reservisten. Deze vorm van inzet wordt back fill genoemd. In
overige Navo-landen met professionele krijgsmachten wordt met veel
succes gebruikgemaakt van deze wijze van inzet. De structurele inzet van
reservisten voor de vervulling van reguliere vacatures wordt niet
overwogen. Voorts is er behoefte om de inzetbaarheid van reservisten in
missiegebieden uit te breiden. 

De inzet van complete reservisteneenheden in missies, zoals in de
Verenigde Staten geschiedt, wordt niet overwogen. Gelet op de
noodzakelijke beschikbaarheid van voltallige eenheden, de duur van
opwerktrajecten op verschillende niveaus in een eenheid, de inzet, de
nazorg en de benodigde medewerking van werkgevers, is de inzet van
reserve-eenheden in missies niet aan de orde.

Uitwerking

De aanpassing van het beleid impliceert dat meer reservisten zullen
worden ingezet in militaire missies en voor back fill. 

Voor deze nieuwe wijze van inzet moeten de volgende aspecten nader
worden beschouwd:

de afspraken met reservisten over de nieuwe taken;

de keuring, opleiding en training van reservisten voor de nieuwe taken;

de duur van de inzet bij de nieuwe taken en de concretisering van de
ondersteuning van werkgevers;

het aantal benodigde reservisten voor de nieuwe taken en de snelheid op
basis van vrijwilligheid in behoeften kan worden voorzien.

ad a. Afspraken met reservisten 

Vastgesteld moet worden in hoeverre individuele reservisten bereid zijn
tot uitzending en back fill in aanvulling op hun reguliere werk.
Daarover moeten gesprekken worden gevoerd en afspraken worden gemaakt.
Er is onder reservisten grote behoefte aan informatie over de gevolgen
van werkelijke inzet. Het is dan ook noodzakelijk de reservist te
ondersteunen.

Er zal daarom voor de reservist een helpdesk worden ingericht. Bij deze
helpdesk kan elke reservist terecht met vragen over de bijzondere
positie, vooral in rechtspositioneel opzicht, van de reservist bij
inzet. Om te beginnen worden de resterende onduidelijkheden over de
verschillen in rechtspositie van de reservist en de beroepsmilitair
zoveel mogelijk opgehelderd. Ook zijn onder meer op het gebied van zorg
en verzekeringen maatvoorzieningen wenselijk. De Kamer is hierover met
de brief van 2 mei 2008 al geĆÆnformeerd.

ad b. Keuring, opleiding en training (en nazorg in geval van uitzending)

Op basis van de nieuwe functie-eisen zal de keuring voor reservisten
moeten worden aangepast. Over het moment van keuring, voorafgaande aan
opname in de organisatie of op het moment dat de hogere keuringseisen
bij uitzending aan de orde zijn, moet nog worden besloten. Voor
aanvullende opleidingen, training en nazorg kan grotendeels worden
aangesloten bij de uit te zenden eenheid.

ad c. De duur van de inzet en de invulling van employer support

De gemiddelde duur van de inzet zal structureel langer zijn dan nu het
geval is. Inclusief opleiding, training en nazorg moet rekening worden
gehouden met een duur van ongeveer een jaar. Back fill zal ten minste
vier tot zes maanden beslaan. Met de toename van de inzet en de duur
ervan is het des te belangrijker belemmeringen  voor werkgevers weg te
nemen (employer support). Allereerst zal hiertoe de relatie tussen
Defensie en de civiele arbeidsmarkt worden versterkt om het draagvlak
voor langduriger inzet van reservisten te vergroten. Er is ook bij
werkgevers grote behoefte aan informatie over de gevolgen van de
operationele inzet van reservisten. Voorts zijn maatwerk en intensieve
afspraken per werkgever en werknemer nodig, met het oog op de voor- en
nadelen voor zowel de reservist als de werkgever en over de
ondersteuning die Defensie kan leveren om ongewenste gevolgen van de
tijdelijke absentie van de reservist voor de werkgever te beperken.

	

Voor werkgevers zal een website worden ontwikkeld met informatie over de
inzet  van werknemers bij Defensie. Ook zal er een forum worden
ingesteld waar reservisten en werkgevers met Defensie halfjaarlijks
kunnen overleggen over zaken die op hen afkomen. Daarbij zullen ook de
mogelijkheden worden verkend om afspraken te maken met werkgevers over
de inzet van werknemers. Ten slotte zal worden bezien welke financiƫle
voorzieningen voor werkgevers wenselijk en haalbaar zijn. Het is niet
mogelijk gebleken een fiscale faciliteit tot stand te brengen zoals was
voorgesteld in de Motie-Knops/Voordewind. 

ad d. Benodigde aantallen reservisten 

Met de nieuwe taak voor de reservist, de inzet bij schaarste, en door
flexibilisering van de inzet van het huidige bestand aan reservisten,
zal vaker een beroep op reservisten worden gedaan. Reservisten Militaire
Taken hebben in het kader van de derde hoofdtaak van Defensie thans een
nationale taak en vormen het grootste deel van de bestaande
reservistenorganisatie. Het beschikbare reservepotentieel voor deze
taken zal niet worden aangetast. De inzet voor een aanvullende taak voor
een langere periode en op basis van vrijwilligheid vereist een groter
aantal reservisten dan thans beschikbaar is. Deze meerbehoefte wordt nog
precies becijferd. 

Het klassieke reservistenbestand zal worden aangepast om de selectie van
kandidaten voor opname in de operationele organisatie eenvoudiger te
maken. Met instemming van de reservisten zullen competenties worden
toegevoegd en bijgehouden om een snelle opname en inzet mogelijk te
maken. Verder zal bij het exitgesprek met dienstverlaters worden
geĆÆnventariseerd of deze bereid zijn opgenomen te worden in een bestand
van voormalig militair met specifieke kwaliteiten dat bereid is als
reservist ingezet te worden. Voor degenen die niet tot het actieve
reservistenbestand behoren, zal zo nodig in aanvullende training worden
voorzien.

Reservisten en FPS

De integratie van de reservist in het reguliere personeelbeleid is
ingezet. De reservist heeft in beginsel dezelfde arbeidsvoorwaarden en
rechtspositie als de beroepsmilitair, tenzij dit vanuit de specifieke
positie van de reservist niet wenselijk is. Dat uitgangspunt wordt ook
gehanteerd bij de invoering van het Flexibel Personeelssysteem. In het
verlengde van de beleidsintenties die hierboven zijn beschreven zullen
ook met de reservist gesprekken worden gevoerd over zijn
loopbaanmogelijkheden en ā€“wensen in de defensieorganisatie.
Verschillen zullen er echter blijven. Zo is bij reservisten bemiddeling
naar een andere baan niet of nauwelijks aan de orde. Voor de reservist
zal er bovendien sprake zijn van andere mogelijkheden tot ontwikkeling,
omdat hij niet permanent in dienst is. Binnen het kader van FPS zullen
voor reservisten dan ook maatwerkafspraken moeten worden gemaakt. Dit
zal gebeuren in het overleg met de centrales van overheidspersoneel.