Antwoord op vragen van het lid Thieme over in hechtenis nemen van dierenbeschermers zonder aanklacht
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D10307, datum: 2008-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
- Mede ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z02790:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Gericht aan: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: M.L. Thieme, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Ministerie van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Postbus 20061 2500 EB den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Uw Kenmerk Ons Kenmerk Bijlage(n) Datum 2008Z02790/2080900480 DWM-704/08 1 15 oktober 2008 Betreft Beantwoording vragen van REF bm_txtLidLeden \* MERGEFORMAT het lid REF bm_txtnaam \* MERGEFORMAT Thieme over in hechtenis nemen van dierenbeschermers zonder aanklacht Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Thieme over in hechtenis nemen van dierenbeschermers zonder aanklacht . Deze vragen werden ingezonden op 19 september 2008 met kenmerk 2008Z02790/ 2080900480. De minister van Justitie, Dr. E.M.H. Hirsch Ballin De minister van Buitenlandse Zaken Drs M.J.M. Verhagen Antwoorden van de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie, en de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Thieme (PvdD) over het in hechtenis nemen van dierenbeschermers zonder aanklacht. 2080900480 Vraag 1 Kent u het bericht “Kampf der zehn Tierschützer: Justizopfer oder Straftäter”? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 Is het waar dat Oostenrijkse dierenrechtenactivisten 104 dagen in hechtenis hebben gezeten zonder dat een concrete aanklacht of concrete verdenking tegen hen was ingebracht? Zo ja, kunnen soortgelijke situaties ook in Nederland voorkomen en welke voorwaarden worden daar aan verbonden? Zo neen, waarom niet en welke concrete aanklacht en/of verdenking is ingebracht? Vraag 3 Is het waar dat deze dierenrechtenactivisten inmiddels weer in vrijheid gesteld zijn, opnieuw zonder dat duidelijk geworden is van welke strafbare feiten ze concreet verdacht werden? Zo ja, hoe beoordeelt u dit optreden van het Oostenrijkse justitiële apparaat? Zo neen, welke strafbare feiten hebben zij gepleegd en waarom zijn zij vrijgelaten zonder proces? Antwoord De vraagstelling lijkt te suggereren dat het mogelijk is in Oostenrijk personen zonder aanklacht of verdenking in hechtenis te nemen. Uit informatie verkregen van de Nederlandse ambassade in Oostenrijk blijkt dat niet aan de orde te zijn. Er bestond er wel degelijk een concrete verdenking tegen de dierenrechtactivisten, zo is mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken door de ambassade bericht. Ook in Nederland is een verdenking één van de voorwaarden voor voorlopige hechtenis. Op dit punt is het Oostenrijkse rechtssysteem derhalve vergelijkbaar met het Nederlandse systeem. Uit de van de ambassade verkregen informatie blijkt het volgende. Op 21 mei 2008 werden tien leden van de "Verein gegen Tierfabriken" door de Oostenrijkse politie gearresteerd en in voorlopige hechtenis genomen. De tien verdachten werden in hechtenis genomen op grond van artikel 278a van het Oostenrijkse Wetboek van strafrecht. Dit artikel is in de eerste plaats bedoeld om het lidmaatschap van criminele organisaties strafbaar te stellen. Zij worden onder meer verdacht van brandstichting bij kledingbedrijven. In totaal zou hiermee een schade van EUR 600.000,- gemoeid zijn. Er was dus wel een concrete verdenking tegen deze personen, alhoewel het tot een formele aanklacht nog niet is gekomen. De Minister van Justitie van Oostenrijk gaf eind juli jongstleden aan dat het opstellen van de formele aanklacht zo lang duurde omdat verscheidene gerechten bij de zaak betrokken zijn, namelijk het Landesgericht Wiener Neustadt en het Oberlandesgericht Wien. Op 13 augustus werd één van de arrestanten vrijgelaten. Het voorarrest van de anderen werd met 2 maanden verlengd. De Staatsanwalt Wiener Neustadt (Officier van Justitie/OM) vond de verlenging van het voorarrest gerechtvaardigd vanwege herhalingsgevaar. Op 2 september besloot de Wiener Oberstaatsanwaltschaft (Hoofdofficier van Justitie) dat een verdere verlenging van de voorlopige hechtenis, zoals door de Staatsanwalt Wiener Neustadt verlangd, onevenredig zou zijn met de te verwachten straf. In afwachting van het verdere proces werden de negen overgebleven arrestanten per direct in vrijheid gesteld. Het strafrechtelijk onderzoek en het voorbereiden van een formele aanklacht wordt voortgezet. Vraag 4 Kunt u opheldering vragen van uw ambtsgenoten in Oostenrijk met betrekking tot deze werkwijze van de Oostenrijkse justitie en dan in het bijzonder over juridische grondslag van inhechtenisneming en de langdurige hechtenis? Antwoord Er is informatie ingewonnen via de Nederlandse ambassade in Oostenrijk (zie het antwoord op de vragen 2 en 3). Deze geeft ons geen aanleiding over deze kwestie nader in contact te treden met onze ambtgenoten in Oostenrijk. Vraag 5 Kunt u aangeven of in Nederland soortgelijke aanhoudingen en inhechtenisnemingen op vergelijkbare bewijsgronden ook tot de mogelijkheden behoort? Zo ja, acht u dit correct? Zo neen, waarin verschilt dan het Nederlandse rechtssysteem en de werkwijze van politie en justitie van dat van Oostenrijk? Antwoord Op dit punt zijn het Nederlandse en Oostenrijkse rechtssysteem vergelijkbaar. Iedere zaak zal echter op eigen merites worden beoordeeld. Er is daarom niet in zijn algemeenheid een voorspelling te doen over wat in dit verband in Nederland al dan niet mogelijk is. 1) DIEPRESSE.COM, 1 september 2008 HYPERLINK "http://diepresse.com/home/politik/innenpolitik/410670/index.do?_vl_back link=/home/index.do" http://diepresse.com/home/politik/innenpolitik/410670/index.do?_vl_backl ink=/home/index.do