[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2008D10411, datum: 2008-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) inzake de digitale vrachtbrief (2008D10410)

Preview document (🔗 origineel)


Additioneel Protocol bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot
internationaal vervoer van goederen over de weg, inzake de digitale
vrachtbrief, Genève,  

20 februari 2008 (Trb. 2008, 130)

Toelichtende nota

1. Inleiding 

Het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van
goederen over de weg (Trb. 1957, 84; in het vervolg: CMR) is op 19 mei
1956  tot stand gekomen binnen het kader van de Economische Commissie
voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE). In het CMR  zijn
internationaal geharmoniseerde afspraken opgenomen over de documenten
die bij het vervoer van lading noodzakelijk zijn voor verzender,
vervoerder en ontvanger, de zogenoemde vrachtbrief. Tevens bevat het CMR
  bepalingen ten aanzien van vervoerscondities en aansprakelijkheid. 

 Het CMR staat echter alleen papieren versies van de noodzakelijke
vervoersdocumenten toe. Het onderhavige Additioneel Protocol, inzake de
digitale vrachtbrief, stelt de CMR verdragspartijen in staat  om gebruik
te maken van de elektronische versie van de vrachtbrief.  Het
Additioneel Protocol is aangenomen door de “Inland Transport
Committee” van de VN/ECE tijdens haar 70e bijeenkomst van 19 tot 21
februari 2008 te Genève.

2. Het Additioneel Protocol.

Al een tiental jaren geleden namen het “International Institute for
the Unification of Private Law” (UNIDROIT), de “United Nations
Commission on International Trade Law” (UNCITRAL) en de
“International Road Transport Union” (IRU) het initiatief om te
komen tot deze aanvulling.

Een punt van discussie bij de onderhandelingen was de wijze waarop de
overdracht van de ene vervoerder naar de andere vervoerder werd geregeld
(artikelen 5 en 6). Voor Nederland was het van belang dat het na afloop
van een rit, mede in verband met de aansprakelijkheid, bekend is wie de
goederen hebben vervoerd (artikel 6). Ook kan flexibeler ingespeeld
worden op veranderingen in de lading gedurende de ritten (artikel 5).
Daarnaast is de toegankelijkheid van de bestanden onderwerp van
discussie geweest, onder andere ten aanzien van handhavende instanties,
die naar tevredenheid van alle partijen is afgesloten. De digitale CMR
brief zal ook de administratieve lasten kunnen verminderen (artikel 6).

Overigens moeten nog de nodige technische problemen worden overwonnen,
voordat de digitale vervoersdocumenten daadwerkelijk in het
internationale verkeer kunnen worden gebruikt. Met de totstandkoming van
het onderhavige Additioneel Protocol kan de elektronische  vrachtbrief
nu verder in de praktijk worden ontwikkeld en vervolgens worden
toegepast. Een en ander moet leiden tot een stroomlijning van de
documentenstroom, waarbij de papieren versie van de vrachtbrief
vervangen wordt door de digitale versie.

Deze digitale vrachtbrief heeft als voordeel dat er minder papieren
documenten verwerkt hoeven te worden. Tevens zal voor wat betreft het
aanpassen van documenten flexibeler ingespeeld kunnen worden op
veranderingen in de lading die gedurende de ritten hebben
plaatsgevonden. 



3. Koninkrijkspositie

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de wijziging evenals het
Verdrag alleen voor Nederland gelden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat

De Minister van Buitenlandse Zaken