[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Gesthuizen en Paulus Jansen over het verdwijnen van kleine ondernemers uit zogenaamde probleemwijken

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D10514, datum: 2008-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05284:

Preview document (šŸ”— origineel)


Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen, Wijken en
Integratie, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden
Gesthuizen en Jansen (beiden SP) over het verdwijnen van kleine
ondernemers uit zogenaamde probleemwijken. De vragen werden mij
toegestuurd op 28 augustus 2008 onder nummer 2070828430.

1

Wat is uw reactie op het bericht ā€œAchterbuurten verloederen door
sluiten winkelsā€ (De Telegraaf, 26 augustus 2008)? Deelt u de analyse
dat het verdwijnen van kleine ondernemers uit zogenaamde probleemwijken
bijdraagt aan verdere verloedering van deze buurten? Zo neen, waarom
niet? Zo ja, wat gaat u hier tegen ondernemen?

Antwoord

Wij delen de analyse in zoverre dat het van belang is dat de ondernemers
in de wijk blijven. Ondernemerschap en bedrijvigheid dragen wezenlijk
bij aan de kracht van een wijk. Het creƫert nieuwe werkgelegenheid en
economische groei. Daarnaast dragen bedrijven bij aan de leefbaarheid
van een wijk door te investeren in hun pand en bedrijfsomgeving (schoon,
heel en veilig) en door het leveren van voorzieningen aan bewoners. 

Gemeenten hebben een eerste verantwoordelijkheid om te zorgen voor een
gezond ondernemersklimaat in de wijk. Het Rijk erkent het belang van een
gezonde wijkeconomie en heeft daarom instrumenten ontwikkeld om
gemeenten en ondernemers hierbij te ondersteunen. Hierbij valt
bijvoorbeeld te denken aan bedrijfsgerichte gebiedsverbetering zones
(BGV-zones) en de maatregelen rondom veiligheid kleine bedrijven.  

2

Deelt u de analyse dat de komst van grote winkelcentra aan de randen van
de steden de kleine ondernemers langzaam wegdrukken en zo bijdragen aan
de teloorgang van wijken die het toch al moeilijk hebben? Zo ja, wat
bent u bereid hier aan te doen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Wij herkennen dit niet als brede trend, vaak is er eerder sprake van
complementaire markten. In specifieke gevallen ligt er primair een rol
voor gemeenten, zij zijn aan zet bij het ontwikkelen van goede
bestemmingsplannen. Het Rijk zet actief in om wijkeconomie te stimuleren
in de moeilijke wijken en gemeenten daarbij te ondersteunen.

Wanneer het gaat om bedrijventerreinen, hierover heeft de commissie
Noordanus onlangs haar advies uitgebracht. In plaats van het ontwikkelen
van nieuwe terreinen is het belangrijk dat optimaal gebruik wordt
gemaakt van bestaande terreinen door ze op te knappen en/of te
herontwikkelen.

 

3

Hoe staat u tegenover de suggestie om de huur voor winkelpanden te
flexibiliseren en te koppelen aan de door de ondernemer gegenereerde
omzet?

4

Wat zijn de gevolgen geweest van deze flexibilisering voor de kleine
ondernemer in de in het artikel genoemde landen, te weten Frankrijk,
Duitsland, Engeland en Belgiƫ? 

Antwoord 3 & 4

Wijken en buurten kunnen interessante vestigingsplaatsen zijn voor
allerlei soorten bedrijvigheid. Het aantrekkelijke daarvan kan de
aanwezigheid c.q. nabijheid zijn van een specifiek potentieel
klantenbestand. Ook het aanbod van gevarieerde bedrijfsruimten wat
betreft grootte en/of kwaliteit maken wijken en buurten juist
aantrekkelijk voor bepaalde segmenten bedrijven. 

In de eerste plaats zal de vraag en het aanbod van bedrijfspanden de
prijs in een wijk bepalen. Een pand in een zogenaamde probleemwijk zal
daarmee goedkoper zijn dan een pand in het populaire stadscentrum. 

Daarnaast realiseren corporaties vanuit hun corporatie en
vastgoedbeheerrol nu al regelmatig onroerend goed voor bedrijven en
winkels. De corporatie kan deze panden vanuit haar maatschappelijke rol
aan minder draagkrachtige (startende) ondernemers verhuren tegen
niet-kostendekkende huren, totdat de ondernemer wel een kostendekkende
huur kan dragen. Ook kan de corporatie zelfstandig of in samenwerking
met derden bestaande panden van derden overnemen en deze in het kader
van de wijkaanpak renoveren. Op deze wijze kunnen winkelstrips, kleine
winkelcentra of bedrijfspanden in de wijk worden opgewaardeerd. 

Bij ons zijn geen specifieke gegevens over regelingen uit genoemde
landen bekend, maar dit soort situaties kunnen in het algemeen niet los
worden gezien van hun lokale context.

5

Wanneer komt de door het kabinet aangekondigde wijziging van de
Gemeentewet en Provinciewet – die de belastingkwijtschelding voor
kleine ondernemers mogelijk maakt – naar de Tweede Kamer?

Antwoord

Wij proberen het voorstel eind dit jaar in de ministerraad te krijgen en
vervolgens in de eerste helft van 2009 aan de Tweede Kamer aan te
bieden.

Overigens zijn er inmiddels in de praktijk door gemeenten interessante
alternatieven ontwikkeld. Zo heeft bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam
een 'regeling woonkosten bijdrage' voor bijstandgerechtigde natuurlijke
personen.Ā EenĀ zelfstandige ondernemer met weinig tot geen
betalingscapaciteitĀ kan daar ook een beroep op doen.Ā Het gaat om een
bijdrage in de woonkosten en daarmeeĀ om een tegemoetkoming in de
privé-uitgaven van die ondernemer.   

Ā 

6

Deelt u de zorg dat het mogelijk maken van kwijtschelding mogelijkerwijs
een te beperkt middel zal zijn om deze problematiek echt aan te pakken?
Zo ja, bent u dan bereid met voorstellen te komen om ondernemers –
onder bepaalde voorwaarden – sowieso vrij te stellen van gemeentelijke
en provinciale belastingen, en deze keuze niet bij de lokale overheden
neer te leggen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Het verruimen van de mogelijkheden om kwijtschelding te verkrijgen voor
zelfstandige ondernemers is bedoeld om schrijnende armoedegevallen tegen
te gaan. We moeten daarbij niet vergeten dat daarmee wel een beroep
wordt gedaan op de solidariteitsgedachte. Immers, de als gevolg van
kwijtschelding te derven inkomsten worden opgebracht door de
belastingplichtigen die wel betalen. 

Een categorale vrijstelling van gemeentelijke en provinciale belastingen
ligt niet in de rede. Daardoor zou de objectieve heffingsgrondslag van
de gemeentelijke belastingen verder worden uitgehold. 

Het is aan gemeenten en provincies om methoden te zoeken om bepaalde
bedrijventerreinen c.q. wijken interessant te maken als vestigingsplaats
voor ondernemers. Zowel kleine als grote. Het behoort tot de
gemeentelijke autonomie om daar zelf lokaal afwegingen in te maken en
beleid te voeren. 

(w.g.)	drs. F. Heemskerk

Volgvel minute

 \PAGE 3 

Paraaf en datum

Minute





Auteur	Toestelnummer	Classificatienummer

C.B.Klapwijk-van Dam	7745

	Datum	Uiterste verzenddatum	Verzendwijze

8-10-2008



Aan	Informatiekopie aan	Medeafdoening van ons kenmerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA  ā€˜s-GRAVENHAGE

	MT O, Merison, J. v. Egmond	

Medeparaaf en datum

M WWI

Stas SZW

Visser (BSG)



Datum	Uw kenmerk	Ons kenmerk	Bijlage(n)

16 oktober 2008

OI/O / 8153169

	Onderwerp



	Kamervragen SP over verdwijnen van ondernemers uit probleemwijken



Bezoekadres	Doorkiesnummer	Telefax

Bezuidenhoutseweg 20	070 - 379 7745

	Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC  's-Gravenhage	Telefoon 070-379 6106

Telefax 070-379 6154

Email f.heemskerk@minez.nl

Website www.minez.nl	Behandeld door



C.B.Klapwijk-van Dam



Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden