Conclusies van het Voorzitterschap
Bijlage
Nummer: 2008D10701, datum: 2008-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Bijeenkomst van de Europese Raad te Brussel, 15-16 oktober 2008 (2008D10700)
Preview document (🔗 origineel)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 oktober 2008 (OR. fr) 14368/08 CONCL 4 INGEKOMEN DOCUMENT van: het voorzitterschap aan: de delegaties Betreft: EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL 15 EN 16 OKTOBER 2008 CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (15 en 16 oktober 2008). ________________________ De Europese Raad is op 15 en 16 oktober 2008 bijeengekomen in een context die wordt gemarkeerd door de internationale economische en financiële crisis. De Europese Raad heeft het vaste voornemen geuit gecoördineerd en alomvattend op te treden om het Europese financiële stelsel en de depositohouders te beschermen. De Europese Raad heeft herhaald dat het streven is nog dit jaar een globaal akkoord over het dossier "energie/klimaatverandering" tot stand te brengen. Hij heeft afgesproken dat het tempo van de werkzaamheden betreffende energiezekerheid wordt opgevoerd. Hij heeft het Europees pact inzake immigratie en asiel aangenomen. Op het gebied van de externe betrekkingen heeft hij de balans opgemaakt van de uitvoering door Rusland van het akkoord van 8 september, de toestand in Georgië en de betrekkingen van de EU met haar oostelijke buurlanden. De Europese Raad hoorde de analyse van de Ierse minister-president aan over het in Ierland gehouden referendum over het Verdrag van Lissabon; hij zal in december op dit punt terugkomen. De Europese Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de samenstelling van de Reflectiegroep betreffende de toekomst van de Unie. º º º De bijeenkomst van de Europese Raad is voorafgegaan door een uiteenzetting van de heer Hans-Gert Pöttering, voorzitter van het Europees Parlement, na afloop waarvan een gedachtewisseling plaatsvond. º º º ECONOMISCHE EN FINANCIËLE TOESTAND 1. Geconfronteerd met de financiële crisis, verklaart de Europese Raad zich vastbesloten om met een compleet, gecoördineerd optreden te werken aan het herstel van de goede werking van het financiële stelsel, de normale, efficiënte financiering van de economie aldus te verzekeren, en de weg naar groei en werkgelegenheid terug te vinden. 2. De Europese Raad is verheugd over de maatregelen die de Europese Centrale Bank en de betrokken nationale centrale banken sedert de aanvang van de financiële crisis hebben genomen, en over de goede coördinatie met de centrale banken van de partnerlanden. De liquiditeit van het financiële stelsel zal door alle autoriteiten worden gewaarborgd, teneinde het vertrouwen en de stabiliteit in stand te houden. 3. De Europese Raad is ingenomen met het plan d.d. 12 oktober voor een gecoördineerd optreden van de landen van de eurozone, en onderschrijft de beginselen ervan. Ook de maatregelen die de lidstaten, ongeacht of zij al dan niet deel uitmaken van de eurozone, in overeenstemming met de beginselen van het plan en met inachtneming van het Verdrag hebben getroffen, worden door de Europese Raad toegejuicht. De nationale maatregelen die de Commissie reeds heeft goedgekeurd, blijven van toepassing. De Europese Raad doet een beroep op de lidstaten om erop toe te zien dat de maatregelen die zij verder zullen treffen eveneens recht doen aan deze beginselen, en om rekening te houden met het effect dat hun beslissingen op de andere lidstaten kunnen hebben. 4. De Europese Raad geeft nogmaals de verzekering dat in alle omstandigheden de maatregelen zullen worden genomen die nodig zijn om de stabiliteit van het financiële stelsel te handhaven, de grote financiële instellingen te ondersteunen, faillissementen te voorkomen en de spaardeposito's te beschermen. Deze maatregelen zijn met name bedoeld om, in overleg met de centrale banken en de toezichthoudende overheden, ervoor te zorgen dat de financiële instellingen over voldoende liquiditeiten beschikken, vlotter van geld kunnen worden voorzien, en kapitaalmiddelen ontvangen om de economie op normale wijze te kunnen blijven financieren. Hij is van oordeel dat de steunmaatregelen voor noodlijdende financiële instellingen vergezeld moeten gaan van maatregelen om de belastingbetaler te beschermen, bestuurders en aandeelhouders voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen en de legitieme belangen van de andere marktdeelnemers te beschermen. 5. Gelet op de uitzonderlijke omstandigheden, moeten de Europese regels ook verder snel en flexibel kunnen worden toegepast. De Europese Raad is het ermee eens dat de Commissie in die geest de regels van het concurrentiebeleid toepast, met name op de staatssteun, waarbij de beginselen van de interne markt en van de regeling staatssteun toegepast blijven worden. 6. Om in crisissituaties snel en doeltreffend te kunnen reageren, wordt een informeel alarm-, informatie-uitwisselings- en evaluatiemechanisme opgezet (de financiële-crisiscel). In dit mechanisme zullen vertegenwoordigers van het fungerend voorzitterschap, de voorzitter van de Commissie, de president van de ECB (samen met de andere Europese centrale banken), de voorzitter van de Eurogroep en van de regeringen van de lidstaten plaatsnemen. Het zal gebaseerd zijn op de bestaande administratieve structuren, zal te allen tijde door een lidstaat, die met een crisis te kampen heeft, in gang kunnen worden gezet en zal de instellingen en alle lidstaten terstond van vertrouwelijke informatie voorzien. Hierdoor zal ook kunnen worden gewaakt over de degelijke coördinatie van de genomen of te nemen maatregelen. De Europese Raad verzoekt de Raad om zo snel mogelijk de nadere bepalingen voor de samenstelling en de werking van de financiële-crisiscel op te stellen. 7. Om het vertrouwen in het financiële en bancaire stelsel en de bescherming van de belangen van depositohouders en beleggers te vrijwaren, is een vereiste eveneens dat de financiële instellingen de aanbevelingen inzake transparantie van hun verplichtingen en risico's nauwgezet toepassen. 8. De Europese Raad benadrukt dat het toezicht op de Europese financiële sector, met name de grensoverschrijdende groepen, moet worden verscherpt en dat de routekaart van de ECOFIN-Raad dringend moet worden uitgevoerd, zodat de coördinatie van het toezicht op Europees niveau beter wordt. De Europese Raad juicht in dit verband toe dat de Commissie een groep op hoog niveau heeft ingesteld. De Europese Raad verzoekt de nationale toezichthouders in eerste instantie minstens één maal per maand bijeen te komen om informatie uit te wisselen. De Europese Raad beaamt dat het tempo van de lopende besprekingen over de versterking van de stabiliteitsregels, waaronder de richtlijn inzake de kapitaalvereisten voor banken, moet worden opgevoerd. Voorts wenst de Europese Raad dat het komende wetgevingsvoorstel van de Commissie ter versterking van het kader voor ratingbureaus en het Europees toezicht daarop snel wordt behandeld. Hij pleit voor snelle beslissingen over de uitwerking van Europese depositogarantieregels teneinde de spaarders te beschermen. De Europese Raad verheugt zich over het genomen besluit inzake de standaarden voor jaarrekeningen en de uitlegging daarvan ten behoeve van financiële instellingen. De Europese Raad roept voorts op tot een meer algemeen beraad, met de internationale partners, over de gevolgen van waarderingsmethoden gebaseerd op de reële en de marktwaarde voor de financiële instellingen en de markt, met inbegrip van de procyclische effecten die ervan uitgaan. 9. Om lessen te trekken uit de crisis en het vertrouwen van het publiek te herstellen, dringt de Europese Raad er met klem op aan dat er voor alle actoren in het financiële stelsel, en met name in de bankensector, een verantwoordingsplicht komt. Hij benadrukt dat de reële prestaties van managers en bestuurders tot uitdrukking moeten komen in hun beloning, inclusief de vergoedingen bij vertrek ("gouden parachute"), die in verhouding moeten staan tot de daadwerkelijke bijdrage van de bestuurder of manager aan het succes van de onderneming. Evenmin mogen de voordelen uit aandelenopties noch de beloningsregeling, met name in de financiële sector, het nemen van buitensporige risico's of een extreme gerichtheid op kortetermijndoelstellingen in de hand werken. De Europese Raad roept de lidstaten ertoe op te ijveren voor de toepassing van deze beginselen en verzoekt de Raad om hem nog dit jaar over de genomen beslissingen verslag uit te brengen. 10. Los van de financiële sector, onderstreept de Europese Raad dat hij vastberaden is de nodige maatregelen te nemen voor het ondersteunen van de groei en de werkgelegenheid. Hij verzoekt de Commissie vóór het einde van het jaar aangepaste voorstellen te formuleren, met name om het internationale concurrentievermogen van de Europese industrie te vrijwaren. De Europese Raad benadrukt dat de voortzetting van de structurele hervormingen belangrijker is dan ooit om in Europa een terugkeer naar groei en meer werkgelegenheid te bewerkstelligen. Ondersteuning van de economische activiteit vereist toereikende financiering. De Europese Raad is ingenomen met het besluit van de Europese Investeringsbank om 30 miljard euro uit te trekken ter ondersteuning van de Europese kleine en middelgrote ondernemingen en looft haar toezegging om haar capaciteit voor deelneming in infrastructuurprojecten te verhogen. Hij roept de EIB op een groter deel van het risico van de financiering van de kleine en middelgrote ondernemingen voor haar rekening te nemen. 11. Het begrotingsbeleid moet blijven passen in het kader van het herziene stabiliteits- en groeipact; wel moet de toepassing daarvan aansluiten bij de uitzonderlijke omstandigheden waarin wij verkeren, conform de geldende voorschriften. 12. De Europese Unie moet samen met haar internationale partners werken aan een werkelijke en volledige hervorming van het internationale financiële stelsel, met als uitgangspunt de beginselen transparantie, soliditeit van het bankwezen, verantwoordelijkheid, integriteit en mondiaal bestuur. Doel is het nemen van spoedige besluiten over transparantie, mondiale reguleringsnormen, grensoverschrijdend toezicht en crisisbeheer, het voorkomen van belangenconflicten en de totstandbrenging van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing, teneinde aldus in ieder land het vertrouwen van spaarders en beleggers te wekken. De Unie zal in overleg met haar voornaamste partners en de betrokken internationale financiële instellingen snel passende initiatieven ontplooien. Deze initiatieven zullen grondig worden voorbereid in het kader van de EU. 13. De Europese Raad verklaart zich solidair met de inspanningen van IJsland, dat door de EER-Overeenkomst hecht in de interne EU-markt is geïntegreerd en de steun van de internationale gemeenschap nodig heeft; hij verwacht van IJsland dat het zijn internationale verplichtingen nakomt. 14. De Europese Raad heeft nota genomen van het verslag over de volatiliteit van de aardolieprijzen dat het voorzitterschap in samenwerking met de Commissie heeft opgesteld. Hij verzoekt de Raad zijn besprekingen over deze kwestie snel voort te zetten en vraagt voorshands de Commissie de maatregelen te treffen die nodig zijn om de transparantie van de commerciële olievoorraden en, in het bijzonder samen met de Europese Investeringsbank, de energie-efficiëntie te bevorderen. VERDRAG VAN LISSABON 15. De Europese Raad herinnert aan zijn conclusies van juni 2008. Hij heeft kennis genomen van de analyse van de Ierse eerste minister, de heer Brian Cowen, over de resultaten van het referendum betreffende het Verdrag van Lissabon. De Ierse regering zal verder overleg plegen om een bijdrage te leveren tot een uitzicht op een oplossing van de situatie. Op basis daarvan is de Europese Raad overeengekomen tijdens zijn bijeenkomst van december 2008 op deze aangelegenheid terug te zullen komen om de elementen van een oplossing en de verder te volgen gemeenschappelijke weg te bepalen. ENERGIE EN KLIMAATVERANDERING 16. De Europese Raad bevestigt vastbesloten te zijn om zich te houden aan de ambitieuze verbintenissen inzake klimaat- en energiebeleid die hij in maart 2007 en in maart 2008 is aangegaan. In dat verband verzoekt hij het voorzitterschap en de Commissie tijdens de komende weken intensief te werken om de Europese Raad in staat te stellen in december 2008 een besluit te nemen over passende oplossingen voor de uitdagingen die bij de toepassing rijzen ten aanzien van alle sectoren van de Europese economie en alle lidstaten, rekening houdend met hun specifieke situatie, met inachtneming van een bevredigende kosteneffectiviteit die aan strikte normen beantwoordt. ENERGIEZEKERHEID 17. De energievoorzieningszekerheid is voor de Europese Unie een prioriteit. Zij vergt verantwoordelijkheidszin en solidariteit van alle lidstaten. De Europese Raad besluit derhalve, rekening houdend met een door het voorzitterschap voorgelegd rapport, de lopende werkzaamheden te intensiveren, en daartoe de volgende beleidslijnen vast te stellen en de Commissie te verzoeken om, voor zover nodig, voorstellen of initiatieven in te dienen inzake: a) de afronding, vóór het eind van de zittingsperiode, van het pakket wetgevingsmaatregelen betreffende de interne elektriciteits- en gasmarkt; b) de versnelde uitvoering van het Europees actieplan voor energie-efficiëntie en van het strategisch plan voor energietechnologie; c) de vastberaden voortzetting van de diversifiëring van energiebronnen, waartoe de maatregelen van het pakket energie/klimaat rechtstreeks zullen bijdragen; d) de bevordering van een betere marktwerking, met name door meer transparantie over de bewegingen en voorraden en informatie-uitwisseling over de behoeften en de energierijkdommen op lange termijn; e) de uitwerking van crisismechanismen om het hoofd te bieden aan tijdelijke onderbrekingen van de voorziening; f) de versterking en voltooiing van de kritieke infrastructuren, met name de trans-Europese energienetwerken en de terminals voor vloeibaar aardgas. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de interconnecties en de aansluiting van de meest afgelegen landen in Europa, de aansluiting van de Europese netwerken op de voorzieningsinfrastructuur en de noodzaak om zowel de bronnen als de routes te diversifiëren. De Europese Raad steunt het initiatief van de Commissie om een actieplan op te stellen teneinde de interconnecties in het Baltisch gebied sneller tot stand te brengen. Nog dit jaar zal hiervoor een tijdpad worden opgesteld; g) op energiegebied de betrekkingen van de Unie met de productie- en doorvoerlanden ontwikkelen, met het oog op stabiliteit van de voorziening en diversifiëring van energiebronnen en bevoorradingsroutes. In dit verband is de Europese Raad ingenomen met de initiatieven van diverse lidstaten op het gebied van de energiezekerheid, in het bijzonder de bijeenkomst met de landen van de Kaspische Zee en de doorvoerlanden, die in het voorjaar van 2009 door het Tsjechische voorzitterschap zal worden georganiseerd. 18. De Europese Raad zal tijdens zijn bijeenkomst in maart 2009 op dit punt terugkomen om de gemaakte vorderingen te evalueren, mede in het licht van de toekomstige strategische energie-evaluatie van de Commissie, en dan de nodige beslissingen nemen. EUROPEES PACT INZAKE IMMIGRATIE EN ASIEL 19. De Europese Raad heeft het Europees pact inzake immigratie en asiel aangenomen, waarin de Europese Unie en haar lidstaten zich ertoe verbinden om ten aanzien van de belangen en de kansen op migratiegebied een rechtvaardig, doeltreffend en samenhangend beleid te voeren. Het pact vormt voor de Unie en haar lidstaten voortaan het fundament van een gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid dat is ingegeven door een geest van solidariteit tussen de lidstaten en van samenwerking met derde landen. Dit gemeenschappelijk beleid moet geschraagd worden door een goed beheer van de migratiestromen, in het belang van de gastlanden maar ook van de landen van oorsprong en van de migrant zelf. 20. De in het Pact genoemde basisbeginselen worden nader uitgewerkt middels een reeks maatregelen die onverwijld op het niveau van de Europese Unie en op nationaal niveau moeten worden uitgevoerd. Die beginselen zullen voorts ook het uitgangspunt vormen van het toekomstige werkprogramma van de Europese Unie dat de Commissie in mei 2009 zal voorstellen en waaraan tijdens het Zweedse voorzitterschap de laatste hand zal worden gelegd. De uitvoering van het Pact zal jaarlijks door de Europese Raad worden besproken, voor het eerst door de Europese Raad in juni 2010. FOLLOW-UP VAN DE EUROPESE RAAD VAN 1 SEPTEMBER 2008 21. De Europese Raad neemt er met voldoening nota van dat de Russische troepen zich uit de aan Zuid-Ossetië en Abchazië grenzende gebieden hebben teruggetrokken - als bijkomende wezenlijke stap bij de uitvoering van de akkoorden van 12 augustus en 8 september -, en dat in Genève de in die akkoorden afgesproken internationale besprekingen zijn begonnen. De Europese Raad verzoekt de Commissie en de Raad om een volledige en grondige evaluatie van de betrekkingen tussen de EU en Rusland voort te zetten in het vooruitzicht van de volgende topontmoeting, die op 14 november aanstaande gepland is in Nice. Bij de voortzetting van de onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst met Rusland zal daarmee rekening worden gehouden. 22. De Europese Unie is vastbesloten om, met name via haar nabuurschapsbeleid, het streven van de oostelijke buurlanden naar modernisering van de economie en naar democratisering te blijven ondersteunen. De Europese Raad benadrukt in dit verband het belang van de uitkomst van de top EU-Oekraïne in Parijs, en roept op de betrekkingen tussen de Unie en de Republiek Moldavië en Georgië aan te halen, overeenkomstig de conclusies van de Raad van 13 oktober. Hij draagt de Raad op om een eerste bespreking te wijden aan de voorstellen voor een toekomstig "oostelijk partnerschap" van de Europese Unie, die de Commissie van plan is reeds in november in te dienen. REFLECTIEGROEP 23. De Europese Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de voorzitter van de Reflectiegroep en zijn twee vicevoorzitters betreffende de samenstelling van de groep, dat als bijlage bij deze conclusies gaat. De groep zal haar werkzaamheden zo spoedig mogelijk aanvangen en zal reflectiewerk verrichten overeenkomstig het door de Europese Raad van december 2007 vastgestelde mandaat. Het secretariaat-generaal van de Raad zal de groep materiële en logistieke ondersteuning bieden. ________________________ BIJLAGE 1 Samenstelling van de Reflectiegroep Voorzitter Felipe González Márquez Vicevoorzitters Vaira Viķe-Freiberga Jorma Ollila Leden Lykke Friis Rem Koolhaas Richard Lambert Mario Monti Rainer Münz Kalypso Nicolaïdis Nicole Notat Wolfgang Schuster Lech Walesa ________________________ BIJLAGE 2 Lijst van aan de Europese Raad voorgelegde referentiedocumenten Europees pact inzake immigratie en asiel (doc. 13440/08, goedgekeurd door de Raad JBZ van 25 september en aangenomen door de Europese Raad) o o o Verklaring inzake een plan voor een gecoördineerd optreden van de landen van de eurozone (doc. 14239/08) Richtsnoeren van het voorzitterschap voor de voortzetting van de besprekingen over het pakket energie/klimaat (doc. 14240/08 + REV 1 (cs) + REV 2 (en,de,da,sv,lt,mt,pl,sk,sl)) Verslag van het voorzitterschap inzake energiezekerheid (doc. 14090/08) Verslag van het voorzitterschap over de volatiliteit van de olieprijzen (doc. 13266/2/08 REV 2) ___________________ Doc. 14239/08. Doc. 14090/08 Doc. 13440/08. 14368/08 NL Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15 en 16 oktober 2008 14368/08 PAGE 1 NL 14368/08 PAGE 10 BIJLAGE 1 NL Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15 en 16 oktober 2008 14368/08 PAGE 11 BIJLAGE 2 NL