Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Milieu-effectrapportage 1994
Bijlage
Nummer: 2008D10774, datum: 2008-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Milieu-effectrapportage 1994 (2008D10773)
Preview document (š origineel)
Besluit van tot wijziging van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 (aanwijzing plannen ingevolge de Wet ruimtelijke ordening) Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦, nr. BJZā¦ā¦ā¦, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; Gelet op artikel 7.2 van de Wet milieubeheer; De Raad van State gehoord (advies van , nr. ); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van , nr. BJZ , Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Artikel I De bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage 1994 wordt als volgt gewijzigd: A In onderdeel A komt het begrip āplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordeningā en de daarbij behorende begripsomschrijving te luiden: plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening: een plan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, en artikel 3.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, met uitzondering van een plan dat zijn grondslag vindt in een projectbesluit, bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van die wet, en met inbegrip van: a. een inpassingsplan als bedoeld in de artikelen 3.26 en 3.28 van die wet, met uitzondering van een plan dat zijn grondslag vindt in een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.27 onderscheidenlijk artikel 3.29 van die wet; b. een rijksbestemmingsplan als bedoeld in artikel 10.3, eerste lid, van die wet; c. een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 van die wet; d. voor zover het plan wordt genoemd in kolom 3 van de onderdelen C onderscheidenlijk D: 1Ā° een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van die wet, tenzij die volgt uit een aanwijzing ingevolge artikel 4.4, eerste lid, onder c, van die wet, welke een concrete locatie aanwijst, waarvan niet kan worden afgeweken, 2Ā° een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder a, van die wet, en 3Ā° een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder c, van die wet, voor zover deze een concrete locatie aanwijst, waarvan niet kan worden afgeweken; e. voor zover het plan wordt genoemd in kolom 4 van de onderdelen C onderscheidenlijk D: 1Ā° een projectbesluit als bedoeld in de artikelen 3.10, eerste lid, 3.27 of 3.29, 2Ā° een ontheffing als bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, en 3Ā° een buitentoepassingverklaring van een beheersverordening als bedoeld in de artikelen 3.40, 3.41 en 3.42 van die wet. B Onderdeel C wordt als volgt gewijzigd: 1. In kolom 3 van de categorieĆ«n 2.2, 2.3, 3.1, 3.4. 4.1, 4.2, 8, 9, 10.1, 10.2, 10.3, 11.1, 11.2, 11.3, 11.4, 12.1, 12.2, 13, 14, 15.1, 16.1, 16.3, 16.4, 17.1, 17.2, 18.2, 18.3, 18.4, 18.5, 18.6, 20.1, 20.2, 21.1, 21.2, 21.3, 21.4, 21.5, 21.6, 22.1, 22.2, 22.3, 22.4, 23, 24, 25 en 26 wordt āde artikelen 2.1, 2.2, 2.3 en 5.1 van de Wet ruimtelijke ordeningā telkens vervangen door: de artikelen 2.1, 2.2 en 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening. 2. In kolom 3 van de categorieĆ«n 1.2, 1.3 en 1.5 wordt āde artikelen 2.1, 2.2 en 5.1 van de Wet ruimtelijke ordeningā telkens vervangen door: de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening. 3. Kolom 4 van categorie 8 komt te luiden: Het besluit, bedoeld in de artikelen 94, eerste lid, en 95 van het Mijnbouwbesluit dan wel, bij het ontbreken daarvan, het plan, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel, bij het ontbreken daarvan, het plan, bedoeld in artikel 3.1 van die wet. C Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd: Kolom 4 van categorie 8.1 komt te luiden: Het besluit, bedoeld in de artikelen 94, eerste lid, en 95 van het Mijnbouwbesluit dan wel, bij het ontbreken daarvan, het plan, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel, bij het ontbreken daarvan, het plan, bedoeld in artikel 3.1 van die wet. Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap PAGE PAGE 3