Hoofdlijn Kennisinvesteringsagenda (KIA)
Bijlage
Nummer: 2008D11172, datum: 2008-10-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Investeringen in de kenniseconomie (2008D11171)
Preview document (🔗 origineel)
Hoofdlijn Kennisinvesteringsagenda (KIA) Aanleiding Het Innovatieplatform heeft geconstateerd dat de Nederlandse private en publieke uitgaven aan kennis (onderwijs en onderzoek) ver achterlopen op de top van de Europese kenniseconomieën. Waar het op aankomt is het formuleren van een expliciete en integrale investeringsstrategie die aansluit op de ambitie om een hoogwaardige kenniseconomie en kennissamenleving te worden en de talenten van mensen optimaal te benutten. Het Innovatieplatform heeft het daarom op zich genomen om een kennisinvesteringsagenda (KIA) op te stellen voor de middellange termijn. De agenda is bedoeld als richtsnoer voor de toekomstige publieke en private investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie. Visie Kennis en creativiteit van mensen bepalen de toekomst van Nederland. Het ontwikkelen, ontplooien en benutten van al het aanwezige talent in Nederland moet dan ook hoog op de agenda staan. Nederland moet, om haar toekomstige welvaart en welzijn veilig te stellen, werk maken van talentontwikkeling en betere benutting van de talenten van mensen. Alle Nederlanders moeten worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Ambities, doelen en budget De KIA biedt een ambitieuze aanpak over de hele kennisketen, van onderwijs tot onderzoek en innovatie. Het IP heeft drie uitdagingen geformuleerd en deze vertaald in ambitieuze, meetbare doelen: Ambitie 2016 Additionele publieke middelen Additionele private investeringen Een zo goed mogelijk opgeleide beroepsbevolking: een ieder moet in staat worden gesteld de eigen vermogens te ontdekken, te ontplooien en te gebruiken. 1.Voorschoolse educatie Alle achterstandsleerlingen van 2-4 jaar nemen aan VVE 250 -750 mln. Geen 2. Basisonderwijs Nederlandse basisonderwijs behoort tot het beste van de wereld (top 5) 750-1250 mln Geen 3. Voortgezet en beroepsonderwijs Nederlandse voortgezet onderwijs behoort tot het beste van de wereld (top 5) Bijna alle jongeren een startkwalificatie en wordt de uitval tot bijna 0 teruggebracht. 750-1000 mln Financieirng stages en leer werkplekken 100-300 mln (bedrijfsleven) 4. Hoger onderwijs Drie Nederlandse universiteiten in de top 50 van de wereld. De doorstroom naar van MBO naar HBO naar 60% De helft van de Nederlandse beroepsbevolking (25-44) is hoger opgeleid. Een stijging van de uitstroom beta-technici met 25% 400-600 mln 400-600 mln, mn door studenten door hogere collegegelden 5. Leven lang leren 35% van de Nederlandse beroepsbevolking neemt deel aan scholing 250-500 mln 500-1000 mln (werkgevers en werknemers) Een versteking van de kennisbasis: wereldtop op een aantal speerpunten en een betere benutting van kennis 6. Publieke kennisbasis Handhaven in de wereldtop (top 5) m.b.t. output en citatie Investeringen in publieke R&D naar een vast percentage van het BBP (1%) Meer focus en massa in de wetenschappelijk onderzoek 50% innovatieve bedrijven heeft samenwerkingsverbanden 800-1200 mln Giften en R&D samenwerkingsverbanden met kennisinstellingen Versterken innovatief vermogen: verdubbelen van de bedrijfsinvesteringen in onderzoek en ontwikkeling en de omzet die bedrijven met innovatie genereren tot de Europese top te brengen 7. Innovatie inspanningen Nederland staat in de top 5 van Global Competitiveness Report Omzetaandeel industrie uit innovatie naar 30% Omzetaandeel diensten uit innovatie naar 20% Investeringen bij bedrijven in onderzoek en ontwikkeling richting 2% 200-400 mln 200-400 mln door bedrijfsleven 8. MKB en ondernemerschap Aantal snelgroeiende bedrijven naar 12% 50% meer innovatieve starters Houding t.o.v. ondernemerschap naar EU top 3 (45% positief) 25% van de MKB toepassers en volgers heeft ervaring met samenwerking met kennisinstellingen 100-300 mln 100-300 mln door bedrijfsleven Het totaal aan benodigde additionele publieke middelen om de doelen te bereiken telt op tot structureel 3,5 mrd tot 6 mrd per jaar, wat moet leiden tot een vergelijkbare additionele inzet van private middelen. Naast de roep om extra geld ligt in de KIA ligt een flink aantal voorstellen tot institutionele vernieuwing besloten: meer functie en beloningsdifferentiatie voor leraren, meer maatwerk voor ontplooiïng van talenten in het onderwijs, beter beroepsonderwijs door afspraken tussen bedrijfsleven en instellingen, meer differentiatie in het hoger onderwijs, introductie van een sociaal leenstelsel, premiedifferentiatie in de WW, vernieuwing van de financiering van onderzoek, omvorming van SenterNovem, herziening faillissementsrecht en de vraagsturing van TNO en de GTIs. Bijlage 1 PAGE 2 PAGE \* LOWER 1