Extra publieke kennisinvesteringen van kabinet Balkenende-IV en KIA
Bijlage
Nummer: 2008D11174, datum: 2008-10-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Investeringen in de kenniseconomie (2008D11171)
Preview document (š origineel)
Bijlage 3 Extra publieke kennisinvesteringen van kabinet Balkenende-IV en KIA per jaar (in mln)a Kabinet B-IV Middenpad KIA 2011b periode FES 2011 2016 Een zo goed mogelijk opgeleide beroepsbevolking VVE 100 PO en VO (excl. leraren) 320 BVE en VSV 150c HO 150 Actieplan Leerkracht 475d Schoolboeken 220 Subtotaal onderwijs 1415 1625 3250 FES leraren 90d 2009-2011 Versterking en betere benutting kennisbasis Kennis en innovatie: HO 100 Kennis en innovatie: onderzoek Maatschappelijke innovatieprogrammaās 40 80 Subtotaal publieke R&D 220 500 1000 FES grootsch. infra 80e 2009-2014 FES aflopende projecten Bsikf 500 2008-2014 FES genomics (OCW) 245 2008-2014 FES Biomedical Materials (EZ) 45 2008-2012 FES Kennis voor Klimaat (VROM) FES Maatschappelijke innovatie 50 110 2008-2012 2008-2012 Subtotaal FES publieke kennisbasis en benutting 1030 Versterking innovatief vermogen en ondernemerschap WBSO 115 Innovatie/Ondernemerschap 355g Subtotaal innovatie/ondernemerschap 470 250 500 Totaal structurele publieke kennisinvesteringen 2105 2375 4750 Totale impuls via FES 1120 2008-2014 Investeringen in ruimtelijk economisch beleid, ICT,duurzaamheid en energie-innovatie zijn in deze opstelling niet meegenomen, maar deels wel relevant als kennisinvesteringen. De genoemde bedragen zijn afgerond op vijftallen omdat het hier om een indicatie gaat van de in kennis geĆÆnvesteerde middelen. KIA geeft een bandbreedte aan. In deze tabel geeft 2016 het middenpad aan, in 2011 is de KIA halverwege en daarom geeft het bedrag voor 2011 de halvering van het streven voor 2016 aan. Voor de kabinetscijfers is 2011 genomen, met uitzondering van de FES-impulsen omdat die perioden van meer jaren betreffen. De genoemde FES-bedragen zijn dus geen jaarbedragen, maar totalen. Dit is zonder de teldatum MBO-maatregel. In deze kabinetsperiode is een tweede teldatum ingevoerd in het MBO. De verwachting was dat tussen de twee meetmomenten een verval in de leerlingpopulatie optreedt. Hiervoor werd de MBO-bekostiging met 152 mln aangepast aan de verwachte werkelijke leerlingaantallen. In de praktijk blijkt dat het verval tussen de eerste en tweede teldatum veel minder groot is dan verwacht. De aanpassing van de MBO-bekostiging is daarvoor met 114 mln weer opwaarts bijgesteld. Het hele actieplan Leerkracht van Nederland gaat om bijna 660 mln in 2011 en ruim 1025 mln in 2020. Additionele middelen in 2011 komen uit de enveloppen (bijna 290 mln) en ILO (ruim 185 mln). Daarnaast is nog voorzien dat in de periode 2009-2011 zoān 90 mln aan FES middelen wordt ingezet. Het gaat hier om FES geld in de ronde van 168 mln waarvan maximaal 90 mln naar leraren gaat (zie noot c) en de rest naar grootschalige infrastructuur. Deels versterking benutting kennisbasis, deel versterking Innovatief vermogen. O.m. Kennisvouchers, IPCās, verhoging winstvrijstelliing MKB, verhoging BBMKB. Van de inzet op ondernemerschap loopt 15 mln via de OCW begroting.