Antwoord op vragen van het lid Thieme over misleidende kipreclame
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D11227, datum: 2008-10-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z03563:
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: M.L. Thieme, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
FORMTEXT Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
FORMTEXT Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
FORMTEXT Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: FORMTEXT Postbus 20401
FORMTEXT 2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: FORMTEXT 070 - 3786868
Fax: FORMTEXT 070 - 3786100
FORMTEXT De Voorzitter van de Tweede Kamer
FORMTEXT der Staten-Generaal
FORMTEXT Postbus 20018
FORMTEXT 2500 EA 's-GRAVENHAGE
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT 1 oktober 2008 FORMTEXT 2008Z03563
2080901620 FORMTEXT VD. 2008/2059 FORMTEXT 22 oktober 2008
FORMTEXT Kamervragen over misleidende kipreclame FORMTEXT 3785627
FORMTEXT
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u het antwoord op de vraag van het Kamerlid Thieme
(PvdD) over misleidende kipreclame.
1
Kent u het bericht “kip 100% O.K. is misleidend en oneerlijk”?
Ja.
2
Deelt u de mening van de Reclame Code Commissie dat de claim “kip is
100% O.K.” misleidend en oneerlijk is? Zo ja, welke stappen gaat u
ondernemen om misleidende uitspraken van de kippensector te voorkomen?
Zo neen, waarom niet?
Ik ben van mening dat de claim “kip is 100% O.K.” te absoluut is
gesteld en niet op waarheid berust. Het eten van kip is uit oogpunt van
voedselveiligheid (bacteriologische besmettingen) nooit 100% veilig te
noemen. De Reclame Code Commissie (RCC) is daar ook duidelijk in met de
toewijzing van de klacht van Stichting Wakker Dier. De uitspraak van de
RCC is een duidelijk signaal naar het productschap Pluimvee en Eieren om
dergelijke beweringen over kip niet langer te gebruiken in
reclamecampagnes.
Het nemen van verdere stappen is daarmee niet nodig.
3
Is de campagne-uiting die door de Reclame Code Commissie beoordeeld werd
als misleidend en oneerlijk, (deels) betaald uit gemeenschapsgeld? Zo
ja, acht u het correct dat uit gemeenschapsgeld misleidende en
oneerlijke uitingen worden gefinancierd? Zo neen, uit welk budget is de
uiting dan betaald?
De door de RCC beoordeelde campagne-uiting maakt deel uit van de
campagne “Kip het meest veelzijdige stukje vlees”, waarvan de helft
is betaald met communautaire gelden en de andere helft door de
Nederlandse pluimveeslachterijen.
De EU-gelden zijn bedoeld voor de bevordering van de markt voor
pluimvee die onder druk stond als gevolg van de vogelgriep en moet ook
in die context van de situatie worden gezien. De campagne richt zich
voor het grootste deel op consumenten en voor een klein deel op
‘foodprofessionals’. De gewraakte zinsnede maakte onderdeel uit van
de campagne die op de ‘foodprofessionals’ was gericht. Het betreft
een advertentie uit de ‘business to business’ campagne (opgenomen in
het blad Distrifood) en was niet bedoeld voor consumenten. Aangezien de
gewraakte passage in het blad Distrifood slechts een klein deel van de
campagne uitmaakt en niet gericht was op consumenten, kun je niet in
algemene termen spreken van financiering van misleidende uitingen. De
RCC onderschrijft dit in haar uitspraak door te stellen dat de grenzen
van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht in de gewraakte uiting niet
is overschreden.
4
Wanneer blijkt dat subsidiegeld is misbruikt voor misleidende en
oneerlijke reclame, bent u dan bereid daarvan melding te maken bij de
subsidieverstrekkende overheidsinstantie?
Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Nee, het is niet nodig melding te maken bij de subsidievertrekkende
overheidsinstantie, aangezien ik van mening ben dat het subsidiegeld
voor de reclamecampagne als geheel niet misbruikt is door het
productschap Pluimvee en Eieren (PPE) voor misleidende en oneerlijke
reclame.
5
Is er voorafgaand aan gesubsidieerde reclame-uitingen een verplichte
controle op de waarheid uit het oogpunt van het algemeen belang? Zo
neen, waarom niet?
Ja. Bij promotieprogramma’s, die communautair worden meegefinancierd
door de Europese Commissie (EC), vindt eerst beoordeling plaats door een
nationale beoordelingscommissie. Dit is een beoordeling op basis van de
criteria uit de communautaire verordeningen. Daarna toetst de Europese
Commissie het programma eveneens op formele aspecten en inhoud. Bij deze
eerste toetsing is overigens nog niet bekend welke uitingen er precies
worden gebezigd.
6
Bent u bereid om bij het aanprijzen van voedsel een verplichte controle
op de juistheid van de claims in te stellen om misleidende reclame en
fouten in aanprijzingen te voorkomen? Zo ja, op welke wijze en op welke
termijn? Zo neen, waarom niet en op welke wijze zou de consument
zichzelf dan moeten beschermen tegen onjuiste aanprijzingen?
Dit is al geregeld in het Warenwetbesluit op Etikettering van
Levensmiddelen.
Misleiding van de consument is sowieso al verboden (onder andere artikel
29 WEL).
De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is verantwoordelijk voor het
toezicht daarop. De VWA controleert steekproefsgewijs en projectgewijs.
Van een preventieve controle is geen sprake. Overigens werkt het huidige
systeem goed, omdat de RCC een zelfregulerende functie heeft. Dit
systeem van wetgeving en toezicht biedt voldoende bescherming voor
consumenten tegen onjuiste aanprijzingen.
7
Verbindt u zelf consequenties aan een misleidende en oneerlijke
werkwijze van de sector waar het gaat om toekomstige beoordeling van
subsidieaanvragen? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Nee, uit de uitspraak van de RCC kan niet worden afgeleid dat er sprake
is van een misleidende en oneerlijke werkwijze van de sector.
8
Bent u bereid subsidie terug te vorderen wanneer blijkt dat deze is
aangewend op een oneerlijke en/of misleidende wijze? Zo ja, op welke
termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Nee, voor de argumentatie verwijs ik naar het antwoord op vraag 3.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
REF datum \* MERGEFORMAT 22 oktober 2008 REF onskenmerk \*
MERGEFORMAT VD. 2008/2059 PAGE \* MERGEFORMAT 3
Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp doorkiesnummer bijlagen