Sluiting van coffeeshops in de grenssteden
Schriftelijke vragen
Nummer: 2008D12092, datum: 2008-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Azough, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z05144:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: N. Azough, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2008Z05144 / 2080903750 Vragen van het lid Azough (GroenLinks) aan de minister van Justitie over de sluiting van coffeeshops in de grenssteden. (Ingezonden 27 oktober 2008) 1 Kloppen de berichten dat de gemeenten Roosendaal, Bergen op Zoom en Terneuzen zo snel mogelijk alle coffeeshops binnen hun gemeentegrenzen willen sluiten en dat in de tussentijd het gedoogbeleid wordt aangescherpt met als argument dat landelijk beleid ter bestrijding van de overlast uitblijft? 1) 2 Werken deze maatregelen niet de volstrekt oncontroleerbare illegale handel in softdrugs in de hand, met als mogelijk gevolg dat de scheiding tussen soft- en harddrugs verder vervaagt? 3 Vindt u het vanuit rechtstatelijk oogpunt aanvaardbaar om eigenaren van coffeeshops die zich aan de gedoogcriteria houden, te onderwerpen aan een rechtsregime dat er feitelijk op neerkomt dat er de facto geen gedoogsituatie meer bestaat? 4 Kunnen gemeenten zelfstandig besluiten om in afwijking van de vigerende richtlijn van het Openbaar Ministerie (OM) en de daarin opgenomen gedoogcriteria coffeeshops opleggen dat ze niet 500 gram, maar 300 gram handelsvoorraad mogen aanhouden en dat ze niet 5 gram, maar slechts 2 gram softdrugs mogen verkopen? Zo neen, wat gaat u richting van deze gemeenten doen? Zo ja, deelt u de mening dat er een grote rechtsongelijkheid kan ontstaan, waarbij er onduidelijkheid kan ontstaan welke regels er nu precies gelden ten aanzien van het gedogen van softdrugs? 5 Krachtens welke regel is het toegestaan om mensen met minder dan 5 gram softdrugs in zijn of haar bezit te registreren? En waarom is er precies voor gekozen om de boetes voor het in bezit hebben van meer dan 5 gram softdrugs te verhogen? Komt deze maatregelen eigenlijk niet neer op het wegpesten van klanten van coffeeshops? 6 Waarom ontbreekt het nog steeds aan een landelijke oplossing voor de achterdeurproblematiek en aan samenwerking tussen de Nederlandse en de Belgische overheid om overlast aan te pakken? 7 Bent u bereid om te onderzoeken of de door de grenssteden ondervonden overlast ondervangen kan worden door de legalisering van de handel in softdrugs? 1) ‘Grenssteden sluiten alle coffeeshops’ en ‘Ook Terneuzen scherpt gedoogbeleid aan’, NRC Handelsblad 23 oktober 2008. Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Ham (D66), ingezonden 27 oktober 2008 (vraagnummer 2008Z05142 / 2080903740)