Lijst van vragen over de evaluatie pilot baten-lastenstelsel LNV
Evaluatie van het baten-lastenmodel
Lijst van vragen
Nummer: 2008D12189, datum: 2008-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch.B. Aptroot, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z03290:
- Indiener: W.J. Bos, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- 2008-10-01 14:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-10-02 10:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2008-10-21 14:00: Brief regering Evaluatie pilot baten-lastenstelsel LNV (28737-17) (Inbreng feitelijke vragen), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2008-12-04 10:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2009-02-19 10:00: Begrotingsexperimenten en aanverwante onderwerpen (Algemeen overleg), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2009-04-22 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
28737 Evaluatie van het baten-lastenmodel Nr. LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld … 2008 De commissie voor de Rijksuitgaven heeft over de brief d.d. 26 september 2008 van de minister van Financiën inzake de resultaten van de pilot bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met betrekking tot invoering van baten-lastenstelsel (Kamerstuk 28737, nr. 17) de navolgende vragen ter beantwoording aan het kabinet voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van …. 2008 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Aptroot De adjunct-griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Van de Wiel Nr. Vraag Blz. van tot 1 Het kabinet noemt dat de wens van de Kamer, om het verantwoordingsproces VBTB meer via hoofdlijnen te laten verlopen, de aanleiding is geweest voor de proef met de omschakeling naar het systeem van baten en lasten (BLS). Is het niet zo dat tijdens verschillende debatten de Kamer ook heeft uitgesproken dat het BLS meer recht doet aan de allocatie, met andere woorden, een beter antwoord kan geven op de vraag: wat zijn de integrale kosten, gezien in de tijd, verbonden aan ingezet beleid of een investering, en hoe kunnen deze worden afgewogen tegen soortgelijke kosten van ander beleid en of gedane investering? 1 2 Stelt het BLS het kabinet respectievelijk de Kamer niet beter in staat de werkelijke kosten beter inzichtelijk te maken, wat de verantwoording richting de belastingbetaler inzichtelijker maakt? Hoe weegt het kabinet deze argumenten? 1 3 De vraag of de bedrijfsvoering binnen een departement doelmatiger wordt, is in deze pilot niet beantwoord. In die gevallen dat binnen een departement een baten- en lastendienst (BLD) wordt ingesteld, wordt die verbeterde bedrijfsvoering juist als argument pro genoemd. Wil het kabinet nog eens op dit argument ingaan en daarbij via een kosten-batenanalyse de voor- en nadelen (waaronder de kosten van invoering) in beeld brengen? 2 4 Welke mogelijkheden zijn er binnen het kas-verplichtingen stelsel (KVS) om het allocatievraagstuk recht te doen? En hoe verhouden zich de kosten daarvan ten opzichte van het invoeren van BLS binnen de totale Rijksdienst? 2 5 Kan het kabinet meer inzicht geven, op basis van de argumentatie in de onderliggende brief is de Kamer niet in staat een goede afweging te maken, in de kosten van het invoeren en toepassen van een rijksbreed BLS? Als het toepassen van een BLS een kostbare zaak is, wat is dan de reden dat tot op heden de decentrale overheden gehouden zijn wél een BLS te voeren? 3 6 Kan het kabinet onderbouwen om welke reden het noodzakelijk is dat een kasregistratie wordt gevoerd teneinde onder andere te voorzien in de gewenste informatie met betrekking tot het EMU-saldo? 3 7 Kan, nu blijkbaar bij toepassing van een KVS het mogelijk is om aanvullende beleidsinformatie leveren, conform de strekking van de motie Mastwijk (29540, nr. 101), een omgekeerd verkeer niet gelden: met andere woorden, kan dan ook mutatis mutandis naast een BLS de vereiste EMU-informatie niet op dezelfde wijze worden verkregen? 3 8 Wanneer de vier voornemens, gelezen de punten waarmee het kabinet uiteenzet hoe zij de informatievoorziening aan de Kamer wil verbeteren, worden uitgevoerd, ontstaat er dan voor de Kamer en de Nederlandse belastingbetaler beter inzicht in het antwoord op een vraag als de volgende: wat betekent de keus voor de aanleg van een nieuwe spoorlijn langs de A27, inclusief jaarlijkse kosten en verwachte maatschappelijke effecten, afgewogen tegen het beleidsvoornemen om vier jaar lang jaarlijks 100 extra toezichthouders met bevoegdheden in te zetten ten behoeve van de verbetering van de sociale veiligheid in het Openbaar Vervoer? 3 9 Wil het kabinet, gelezen de weergegeven zaken onder het kopje ‘Investeringen’ welke volgens het kabinet een rol spelen bij het doen van investeringen in relatie tot fluctuaties, zeggen dat een departement als Verkeer en Waterstaat veel meer geschikt zou zijn om breed BLS in te voeren, zeker als bij de jaarlijkse lasten van een investering ook de jaarlijkse kosten van onderhoud in beeld worden gebracht? 5 10 Hoe kan het huidige KVS worden aangepast zodat informatie over de kosten van het ontwikkelen van beleid en het uitvoeren van beleid van het kerndepartement en de baten- en lastendiensten meer wordt geïntegreerd dan nu het geval is? 6 11 Bij een BLS en het administreren van investeringen maken de kosten van rente en afschrijving een essentieel onderdeel uit van de berekening die leidt tot het antwoord op de vraag ‘wat iets werkelijk per jaar kost’, met andere woorden, ook de rentekosten zijn belangrijk voor het allocatievraagstuk. Op welke wijze kan, én binnen het BLS én binnen het KVS, inzicht in de rentekosten worden gegeven, al dan niet op basis van een niet te gecompliceerd rente-omslagstelsel? 6 12 Gaat het bij invoering van BLS over een eenmalige piek van administratieve lasten en hogere inzet van externe inhuur of zijn de extra lasten van structurele aard? 7 13 Kan het kabinet meer inzicht verschaffen in de reden waarom Engeland en Australië zijn teruggegaan naar een KVS? 9 14 Het kabinet noemt een aantal zaken op die ervoor zorgen dat cijfermatige inzichten te vinden zijn (3e alinea onder ‘Informatievoorziening), een aantal instrumenten wordt hier genoemd. Dreigt niet het gevaar dat via zoveel ‘vindplaatsen’ en totaal gefragmenteerd systeem van informatie ontstaat, dat het totaalbeeld doet vertroebelen? Is niet de meerwaarde van een BLS dat informatie geconcentreerder en toegespitst op het desbetreffende beleidsartikel kan worden gepresenteerd? 10 PAGE 1 / NUMPAGES 2