[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven (najaar 2008)

Bijlage

Nummer: 2008D13439, datum: 2008-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven (najaar 2008) (2008D13438)

Preview document (🔗 origineel)


Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven, november 2008

Samenvatting

De afgelopen maanden heeft het kabinet het overzicht van zestig
maatregelen uit de Meirapportage nader ingevuld en uitgebreid. Het
resultaat is een elftal departementale reductieplannen met een
uitgebreid pakket aan maatregelen die de regeldruk verder terugdringen. 

Met de tijdige implementatie door de departementen van deze maatregelen
kan de kabinetsdoelstelling voor de reductie van administratieve lasten
worden bereikt. Om ook de doelstellingen op de andere onderdelen te
kunnen bereiken, wordt op diverse gebieden nog verder gegraven. 

De departementale plafonds met betrekking tot administratieve lasten
(AL) zijn nu ingevuld, zodat inzichtelijk is in welke mate de
individuele departementen bijdragen aan de 25% AL reductiedoelstelling.

Het kabinet heeft omwille van maximale transparantie en monitoring haar
doelstellingen op het gebied van regeldruk nu verder geconcretiseerd in
12 meetbare doelstellingen (met bijbehorende indicatoren), onderverdeeld
naar de thema’s minder (de reducties), makkelijker (de
dienstverlening) en merkbaar (het totaal). 

Op deze wijze wordt de voortgang van de operatie inzichtelijk gemaakt in
deze en de komende rapportages. 

In het kader van minder last van regeldruk is per 30 september 2008 in
deze kabinetsperiode inmiddels netto 8 % reductie gerealiseerd op
administratieve lasten. De komende jaren loopt dit op tot een totale
reductie van ruim 25% in 2011. 

In domeinen waar knelpunten rond toezichtlasten vanuit het rijk werden
geconstateerd, wordt gewerkt aan maatregelen om deze lasten merkbaar
terug te dringen met 25 % (ruim 25 miljoen euro, aanvullend op de
taakstelling met betrekking tot administratieve lasten). MKB-bedrijven
kunnen daarbij bijvoorbeeld rekenen op maximaal 2 inspecties per jaar.
De inspecties zijn op verzoek van bedrijven en instellingen bovendien
bezig met het versterken van hun kwaliteit en het beter toepassen van
selectiviteit. Deze acties zijn onderdeel van het programma Vernieuwing
Toezicht, waarover de Kamer in een afzonderlijke rapportage door de
minister van BZK wordt geïnformeerd.

Op het vlak van de nalevingskosten zijn zeven pilots afgerond om de
meetmethode te testen. Tegelijkertijd zijn al concrete
reductievoorstellen geïnventariseerd op diverse terreinen. Dit gaat
bedrijven zo’n € 150 mln besparen. 

Voor 23 aanvullende gebieden is het kabinet nu bezig de door het
bedrijfsleven aangedragen knelpunten te concretiseren. De Europese
aanbesteding van de daadwerkelijke metingen op deze gebieden moet begin
2009 zijn afgerond. 

Het kabinet stelt in 2009 het gebruik van een nieuw subsidiekader
wettelijk verplicht binnen de rijksoverheid ten behoeve van het
lastenarm inrichten van subsidies. Dit helpt bij het bereiken van de
doelstelling dat voor 2011 alle subsidies voor bedrijven lastenarm zijn
ingericht. Vooruitlopend daarop zijn sinds maart 2007 zeven
subsidieregelingen lastenarmer gemaakt.

Om het bedrijven makkelijker te maken wordt de dienstverlening door de
overheid sneller en beter. 

Heldere informatie voor ondernemers is nu te vinden op
www.antwoordvoorbedrijven.nl. 

Voorts zal het kabinet met ingang van 1 januari 2009 integraal vaste
data invoeren voor inwerkingtreding van wetten en AMvB’s met directie
relevantie voor bedrijven. Het aantal vergunningstelsels uit 2007 met de
Lex Silencio (“wie zwijgt stemt toe”) wil het kabinet in de komende
jaren verdubbelen. In brieven van de minister van Justitie en de
staatssecretarissen van EZ en Financiën over vaste verandermomenten en
Lex Silencio is meer over deze initiatieven te lezen. Eerstgenoemde
brief wordt tegelijk met deze rapportage aan de Kamer aangeboden, de
brief over Lex Silencio volgt nog dit jaar.

te helpen bij het naleven van vaak complexe wetgeving.

Daarbij wil het kabinet goede dienstverlening aan bedrijven bevorderen
met “’Een goede dienst bewijzen”, een nieuw ontwikkeld normenkader
voor dienstverlening. Het kabinet wil bereiken dat dit kader in 2011 bij
tenminste 200 gemeenten is ingevoerd. Bovendien verkent het kabinet de
mogelijkheden om een soortgelijk “Bewijs van Goede Dienst” te
ontwikkelen voor de andere organisaties uit de top 10 van belangrijke
loketten waar de ondernemer vanwege regelgeving vaak mee in aanraking
komt. 

Om de invloed van deze acties op het uiteindelijke resultaat, merkbare
verbeteringen in de beleving van ondernemers, in het oog te houden, meet
het kabinet periodiek in hoeverre ondernemers aangeven last te hebben
van bijvoorbeeld het voortdurend wijzigen van regelgeving, hoge kosten
om te voldoen aan regelgeving of hinder hebben van onnodige
informatieverplichtingen. 

Ook hiervoor zijn nu concrete doelstellingen voor 2011 vastgelegd.
Daarmee geeft het kabinet invulling aan de motie Smeets/Blanksma.

Naast al deze initiatieven op rijksniveau, zijn ook veel gemeenten bezig
met het reduceren van regeldruk. De Taskforce Wallage, die gemeenten
helpt bij de vermindering van regeldruk, zet deze maanden een
najaarsoffensief in.

Ook op EU-niveau worden de onderwerpen die de grootste lasten
veroorzaken in kaart gebracht. Het kabinet werkt samen met de Europese
Commissie aan een in januari 2009 te presenteren pakket
reductievoorstellen om invulling te geven aan de 25% taakstelling die in
de EU is afgesproken. 

Tegelijkertijd blijft aandacht noodzakelijk voor het voorkomen van
nieuwe regeldruk. Op dit moment wordt binnen de rijksoverheid met een
aantal aparte toetsen op (onnodige) regeldruk gewerkt. Vanaf volgend
jaar gebeurt dit met een nieuw integraal toetsingskader, waarin ook veel
aandacht wordt besteed aan alternatieven voor nieuwe regels. Het kabinet
wil dat in 2011 de analyse en beoordeling van regeldrukaspecten in
nieuwe regels verankerd is binnen de departementen. ACTAL heeft tot taak
deze ‘verinnerlijking’ te stimuleren. Daarom is de termijn waarvoor
externe waakhond ACTAL is ingesteld eerder dit jaar verlengd tot 1 juni
2011.

	

Inhoudsopgave

Inleiding en leeswijzer

1.		Nieuwe initiatieven voor efficiëntere regelgeving

1.1		Lonen, belastingen en premies

1.2		Verslaglegging en vennootschappen

1.3		Omgeving

1.4		Veiligheid en Risico

1.5		Zorg, Jeugdzorg en Kinderopvang

1.6		Dienstverlening

2.		Doelen in zicht…

2.1		Minder

2.2		Makkelijker

2.3		Merkbaar

3.		Hulp van…

4.		Voorkomen is…

	

Bijlagen

I	Overzicht reducties administratieve lasten

II	Overzicht reducties nalevingskosten 

III	Toelichting nulmeting administratieve lasten 2007 

IV	Methodologische toelichting belevingsmonitor

V	Overzichtskaart gemeenten

VI	Realisaties administratie lasten 3e kwartaal 2008

Inleiding en leeswijzer

Voor u ligt de integrale voortgangsrapportage regeldruk bedrijven van
november 2008. In deze voortgangsrapportage wordt u geïnformeerd over
de stand van zaken ten aanzien van de aanpak van de regeldruk voor
bedrijven.

In de vorige integrale Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven van mei
2008 zijn in de bijlage zestig maatregelen opgenomen die de regeldruk
voor bedrijven verminderen. De afgelopen maanden zijn deze zestig
maatregelen verder geconcretiseerd en uitgebreid. Dit resulteert in een
omvangrijk pakket van acties ter vermindering van de regeldruk voor
ondernemers. Een groot deel van deze activiteiten is te vinden in de
bijlagen I (administratieve lasten) en II (nalevingskosten). Beide
bijlagen zijn, zoals toegezegd aan de Kamer, nu ook voorzien van
duidelijke verantwoordelijkheden, ingangsdata en reductiebedragen.

Met deze activiteiten kan de kabinetsdoelstelling voor administratieve
lasten worden bereikt, maar zijn de doelstellingen op andere gebieden
nog niet geheel binnen bereik. De komende tijd wordt dan ook benut om op
een aantal gebieden nog verder te graven en de benodigde
vereenvoudigingsvoorstellen te identificeren en in gang te zetten.

In hoofdstuk 1 worden de belangrijkste vereenvoudigingsmaatregelen van
het reductiepakket beschreven. Uiteraard is daarbij ook aandacht voor de
vereenvoudigingen die het afgelopen half jaar zijn doorgevoerd.

In hoofdstuk 2 kunt u terugvinden wat het pakket aan maatregelen
betekent voor de verschillende (kwantitatieve) doelstellingen.

Ook bij gemeenten, toezichthouders en in Europa wordt hard gewerkt aan
het terugdringen van de regeldruk. De laatste ontwikkelingen daaromtrent
zijn beschreven in hoofdstuk 3. Daar wordt tevens ingegaan op de
inspanningen van de Commissie Regeldruk Bedrijven.

Net zo belangrijk als het verminderen van regeldruk binnen bestaande
wet- en regelgeving is het tegengaan van nieuwe regeldruk als gevolg van
nieuw beleid. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 dan ook beschreven wat de
laatste ontwikkelingen zijn ten aanzien van de verinnerlijking van de
aandacht voor regeldruk bij nieuw beleid.

1.	Nieuwe initiatieven voor efficiëntere regelgeving

In de bijlage van het Plan van Aanpak Regeldruk Bedrijven van 2007 staan
22 belangrijke regeldrukproblemen die het kabinet in deze
kabinetsperiode wil oplossen. In de Voortgangsrapportage Regeldruk
Bedrijven van mei 2008 is dit aangevuld tot 60 knelpunten en concrete
acties voor een verdere vermindering van de merkbare regeldruk.

De afgelopen maanden heeft het kabinet deze maatregelen geconcretiseerd
en verder uitgebreid. Dit resulteert in een uitgebreid pakket
maatregelen dat de regeldruk voor ondernemers merkbaar moet gaan
verminderen.

In lijn met toezeggingen aan de Kamer worden de reductieplannen van de
departementen EZ, Jeugd en Gezin, Justitie, LNV, VenW, VROM en VWS door
de betreffende bewindspersonen  aan de Kamer aangeboden. Dit gebeurt los
van deze rapportage, maar in ieder geval nog dit kalenderjaar. De
overige departementen volstaan met het weergeven van hun reductieplan
via deze rapportage.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste vereenvoudigingsvoorstellen
behandeld met ook aandacht voor de vereenvoudigingen die in het
afgelopen halfjaar zijn gerealiseerd. 

Zoals inmiddels gebruikelijk in de voortgangsrapportages zijn de
vereenvoudigingsvoorstellen gerangschikt aan de hand van de volgende
thema’s:

1.1 Lonen, belastingen en premies

1.2 Verslaglegging en vennootschappen

1.3 Omgeving

1.4 Veiligheid en risico

1.5 Zorg, jeugdzorg en kinderopvang

1.6 Dienstverlening.

1.1   	Lonen, belastingen en premies

Alle ondernemers moeten belasting betalen. Tevens hebben veel
ondernemers personeel in dienst. Vereenvoudigingen binnen het thema
‘lonen, belastingen en premies’ zijn dan ook direct merkbaar voor
heel ondernemend Nederland.

Om de regeldruk op dit terrein verder te verminderen wordt de komende
jaren nog een groot aantal vereenvoudigingen doorgevoerd. Te denken valt
aan het verhogen van de grens voor de kwartaalaangifte BTW en het
afschaffen van de eerstedagsmelding (EDM). Maar ook aan een stevige
vereenvoudiging van de loon- en premieheffing en een verdere uitbreiding
van de mogelijkheden voor toepassing van XBRL (eXtensible Business
Reporting Language), een standaard om gegevens efficiënter uit te
wisselen. Bovendien werkt men in Brussel aan een vereenvoudiging van de
omzetbelasting.

Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden:	

De schattingen en uitstelverzoeken voor de inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting kunnen met ingang van 1 juli 2008 elektronisch
worden verstuurd aan de Belastingdienst. Dit betekent voor bedrijven een
structurele reductie van de administratieve lasten met € 15 mln.

Sinds 1 juli 2008 kan de suppletieaangifte (correctie) BTW elektronisch
worden ingevuld. Een reductie van administratieve lasten met bijna €
11 mln.

Bezwaar maken tegen een belastingaanslag? Vroeger moest dat
schriftelijk, per 1 juli 2008 kan dat ook online. Resultaat is € 7 mln
minder administratieve lasten voor ondernemers.

BTW-aangiften kunnen vanaf 1 april met gebruikmaking van XBRL worden
ingediend. Dat betekent op termijn een besparing van ruim € 9 mln.

De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) voor ondernemers is sinds oktober
elektronisch aan te vragen bij de Belastingdienst: meer gemak,
aanmerkelijk minder irritatie en € 150.000 minder administratieve
lasten voor bedrijven.

Het papieren Eurovignet voor transportondernemers is per 1 oktober 2008
vervangen door een elektronische versie. Voertuigen hoeven nu niet meer
staande gehouden worden voor controles.

Voortgang op de belangrijkste maatregelen in voorbereiding	

Belastingen eenvoudiger

Met het Belastingplan 2009 wordt de regeldruk voor ondernemers verder
verminderd. De grens voor ondernemers die de BTW per kwartaal mogen
aangeven wordt verhoogd van €7.000 naar €15.000. Dit betekent dat
straks bijna 50.000 ondernemers nog maar vier in plaats van twaalf keer
per jaar BTW aangifte hoeven te doen.

Bovendien komt de Europese Commissie medio 2009 met voorstellen om de
regeldruk rond de omzetbelasting substantieel terug te dringen, als
onderdeel van de 25 % taakstelling in Europa. Elektronisch factureren is
hierbij belangrijk. In de aanloop naar het EU-plan onderzoekt het
kabinet of uniformering van het lage en hoge BTW-tarief mogelijk is.

De eerstedagsmelding, waarbij werkgevers verplicht zijn van iedere
nieuwe werknemer melding te maken bij de Belastingdienst vòòr de
eerste werkdag, wordt per 1 januari 2009 afgeschaft. De melding blijft
wel bestaan in die gevallen dat sprake is van bijzondere risico’s op
fraude of illegale tewerkstelling. Zo vervalt voor het overgrote deel
van de werkgevers één van de grootste ergernissen. De maatregel zorgde
immers voor een hoop administratieve rompslomp, terwijl de effectiviteit
werd betwist. 

Ook de verpakkingenbelasting wordt vereenvoudigd, waar mogelijk nog met
terugwerkende kracht. Per 1 januari 2009 wordt het aantal tarieven
gehalveerd en geldt de heffing niet meer voor pallets en kratten.
Hiermee wordt een einde gemaakt aan een aantal grote irritaties van het
bedrijfsleven.

Op weg naar vereenvoudiging loonheffingen

Het kabinet wil een aantal concrete stappen zetten richting één
loonsomheffing. Met één loonsomheffing kan een belangrijke
administratieve lastenverlichting voor werkgevers en de Belastingdienst
worden bereikt. Een dergelijke stelselwijziging is zeer ingrijpend en
gaat dus niet in één keer. Bovendien wordt nu onderzoek gedaan naar
vooral de koopkrachteffecten.

Een belangrijke eerste stap is het al eerder vervallen van de ww-premie
voor werknemers per 1 januari 2009.

Het is verder van belang dat de huidige verschillen tussen de
loonbegrippen van de verschillende heffingen en premies worden
weggenomen. Deze verschillen zijn in de praktijk vaak onbegrijpelijk en
leveren veel rompslomp op. Om tot een eenduidig loonbegrip te komen,
moeten met name nog drie verschillen worden weggenomen, namelijk die bij
de auto van de zaak, de levensloopregeling en de werkgeversvergoeding
Zorgverzekeringswet (ZVW). De besluitvorming voor de volgende stappen
zal in het voorjaar 2009 worden gepresenteerd.

Deze vereenvoudigingen zullen er, in combinatie met een aantal
handreikingen op softwaregebied zoals XBRL, toe leiden dat alle
werkgevers een merkbare vermindering van administratieve lasten zullen
ervaren.

Het is helaas niet mogelijk gebleken om een uitzondering op de
verplichte maandaangifte te maken voor die gevallen dat er alleen maar
een directeur grootaandeelhouder is. Voor deze categorie wordt specifiek
nog naar mogelijke vereenvoudigingen gezocht. 

Uitbreiding toepassing XBRL

Toepassing van XBRL (eXtensible Business Reporting Language, een
standaard om gegevens uit te wisselen) heeft op het terrein van de
jaarrekeningen al bewezen een bijdrage te kunnen leveren aan het
verminderen van de regeldruk. Hiermee kunnen eenmalig gegevens worden
gelabeld en vervolgens voor verschillende doelen worden gebruikt. 

Voor het belastingjaar 2008 wordt in 2009 een proef gedaan met een
verkorte winstaangifte voor de vennootschapsbelasting op basis van XBRL.
Daardoor kan voor veel ondernemers in het MKB een groot aantal vragen
buiten beschouwing worden gelaten. Als deze proef positief uitpakt zal
de verkorte winstaangifte algemeen mogelijk worden gemaakt. Er is bij
intermediairs heel veel belangstelling voor deelname aan deze proef voor
hun klanten.

Daarnaast wordt naar analogie ook gewerkt aan een vereenvoudiging van de
aangifte inkomstenbelasting op basis van XBRL.

Het is sinds april mogelijk om BTW aangiftes door middel van XBRL in te
dienen en daar zijn in het tweede en derde kwartaal van dit jaar 1900
aangiftes binnengekomen. Er is een beperking aangehouden door de
Belastingdienst in deze opstartfase. De planning is erop gericht vanaf 1
januari 2009 ook loonheffingaangiften met behulp van XBRL mogelijk te
maken.

Aanvullende identificatie- en verificatieverplichtingen Wet arbeid
vreemdelingen (Wav)

De commissie Wientjes heeft aangegeven dat veel bedrijven last hebben
van identificatieplichten. Uit belevingsonderzoek onder ondernemers
blijkt dat een aantal sectoren hinder ervaart bij de uitvoering van deze
verplichtingen uit de Wet op de Identificatieplicht (WID), Algemene Wet
op de Rijksbelastingen (Awr) en de Wav. 

Als oplossing wordt de website www.identiteitsdocumenten.nl (vanaf medio
2008) uitgebreid met een overzicht van de relevante
identiteitsdocumenten die in Europa worden gebruikt. Hier staan ook alle
Nederlandse identiteitsbewijzen op met hun echtheidskenmerken. Daarnaast
wordt de overheidsvoorlichting over de identificatie- en
verificatieverplichtingen aan werkgevers geüniformeerd. Het
voorlichtingsmateriaal wordt in het najaar van 2008 voorgelegd aan
werkgeverorganisaties om na te gaan of het duidelijk is en voldoet aan
de informatiewens van ondernemers. De Arbeidsinspectie zal periodiek met
brancheorganisaties overleggen over de informatie aan werkgevers en over
door hen ervaren knelpunten bij inspecties. 

1.2	Verslaglegging en vennootschappen

Veel ondernemers komen in aanraking met wet- en regelgeving op het
gebied van verslaglegging en vennootschappen. Het is voor kleine
rechtspersonen mogelijk om hun jaarrekening voor 2007 op te stellen op
basis van dezelfde waarderingsgrondslagen die zij ook toepassen bij de
aangifte vennootschapsbelasting (de zogeheten samenval commerciële en
fiscale jaarrekening). Samen met de invoering van XBRL maakt dit dat de
regeldruk op dit terrein sterk vermindert. 

Er zijn overigens nog maar marginaal jaarrekeningen in XBRL
binnengekomen bij de KvK (15 stuks). Dat heeft verschillende oorzaken.
Van belang is dat de wetswijziging met betrekking tot de samenval van
commerciële en fiscale jaarrekening pas in de loop van 2008 is
goedgekeurd. Jaarrekening en winstaangifte kunnen nu door de
samenvalmogelijkheid en gebruik van XBRL via één gegevensset aan zowel
Belastingdienst als KvK worden aangeleverd. Het rendement daarvan komt
pas binnen bereik als softwareleveranciers, intermediairs in
samenwerking met de aanleverkanalen bij zowel KvK als Belastingdienst
dit rendement weten te verzilveren. 

De verwachting is dat introductie van de verkorte winstaangifte
vennootschapsbelasting in XBRL daarbij voor een doorbraak gaat zorgen.
In dat kader zal de Belastingdienst adequate voorzieningen treffen,
waarbij deze aangiftes ook kunnen worden ontvangen en worden verwerkt.

Verder heeft de KvK in samenwerking met enige marktpartijen (waaronder
softwareleveranciers) onlangs een aantal voorlichtingsbijeenkomsten over
de mogelijkheden en voordelen van aanlevering van jaarrekeningen in XBRL
georganiseerd. 

De verwachtingen blijven positief, zeker nu het door het toenemende
aantal toepassingen bij de Belastingdienst de overstap naar XBRL zich
echt laat uitbetalen. Er zijn prognoses afgegeven door de marktpartijen
die betrokken zijn bij het Nederlandse Taxonomie Project; voor de korte
termijn is van belang dat het aantal berichten voor de BTW
waarschijnlijk zal oplopen tot ca. 400.000. Daarnaast kan zoals gezegd
gewezen worden op de grote belastingstelling voor de verkorte
winstaangifte in XBRL over 2008, die ook effect zal hebben op de
jaarrekeningstromen richting KvK.

Maar het kabinet wil de komende jaren nog meer vereenvoudigingen
doorvoeren op het terrein van verslaglegging en vennootschappen. Zo moet
het bijvoorbeeld eenvoudiger worden een BV te starten en wordt de
problematiek rond de auteursrechten aangepakt. Verder wordt onderzocht
of de jaarrekeningplicht voor micro-ondernemingen kan worden afgeschaft.
De Europese Commissie werkt aan een voorstel om lidstaten de
mogelijkheid te geven dit te doen.

Merkbaar voor 

Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden:	

laatste 6 maanden kunnen merken

Met ingang van 1 augustus 2008 hoeven banken geen kopieën van
paspoorten van hun cliënten meer te bewaren, er kan worden volstaan met
het registreren van het nummer van het identificatiebewijs.

Om startende ondernemers in de financiële dienstverlening te
ondersteunen is sinds april een speciale ondernemersdesk ingevoerd.

De wagenparkenquête is afgeschaft, dit scheelt 10.000 formulieren.
Bovendien is de steekproef bij de verkeers- en vervoersenquête voor
bestelauto’s drastisch verkleind, van 8000 naar 1700. Momenteel wordt
onderzocht of voor deze enquête gebruik kan worden gemaakt van gegevens
van de stichting Nationale Autopas. Daarmee zou voor de kleine
bedrijfswagens deze enquête nog maar eens in de vier jaar hoeven
plaatsvinden.

In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen	

Makkelijker starten

Ondernemers hoeven bij het starten van een BV of NV vanaf 2010 niet meer
een verklaring van geen bezwaar aan te vragen. Bovendien wordt de
verplichte kapitaalstorting (nu minimaal € 18.000) afgeschaft en wordt
het inbrengen van natura in de nieuwe BV eenvoudiger. Een forse
verlaging van de regeldruk: ca. € 35 mln minder administratieve lasten
en € 30 mln minder nalevingskosten.

Op dit moment loopt een onderzoek van het kabinet hoe op korte termijn
het elektronisch inschrijven en wijzigen van gegevens in het
handelsregister kan worden gerealiseerd. Daarbij wordt ook gekeken naar
de mogelijkheid de bestaande samenwerking van de KvK met de
Belastingdienst voor de aanvraag van een BTW-nummer ook langs
elektronische weg mogelijk te maken.

Het kabinet heeft de Kamer op 16 september 2008 de notitie
vergemakkelijken van doorgroei toegezonden. Hierin is geïnventariseerd
op welke punten een verlicht regime voor werkgevers met weinig
werknemers wenselijk is en ook wordt aangegeven welke knelpunten er zijn
bij het aannemen van een eerste werknemer en de doorgroei van
ondernemingen. In de notitie worden in meer algemene zin initiatieven
aangekondigd over dit onderwerp. Over concrete acties wordt in de
komende voortgangsrapportages regeldruk verslag gedaan.

Minder statistiekverplichtingen

In december 2008 worden de eerste resultaten gepresenteerd van de nieuwe
door het CBS en voor de bouwnijverheid door het EIB uit te voeren
gezamenlijke Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Dit is mogelijk
geworden door samenwerking door het CBS, de Kamers van Koophandel, het
EIB, MKB-Nederland en VNO-NCW. 

De eigen enquêtes van de deelnemende organisaties zijn afgeschaft,
zoals de ERBO-enquête van de KvK. In plaats van 42.000 bedrijven worden
nog maar 12.000 bedrijven bevraagd. Dubbele uitvraag is hiermee
verdwenen.

Maar er gebeurt nog meer: door aanpassingen in de Intrastat-enquête,
over gegevens over het goederenverkeer in Europa, besparen bedrijven
jaarlijks € 1,3 mln aan administratieve lasten. Nederland heeft
overigens in Brussel aangedrongen op een nog verdergaande aanpassing bij
deze enquête. Dit voorstel is helaas niet overgenomen.

Transparantere en meer efficiënte inning van auteursrechten

De laatste maanden is gebleken dat VNO-NCW en MKB-Nederland minder
belang hechten aan één factuur voor auteursrechten, maar zich vooral
zouden willen richten op meer transparantie, beter toezicht en
kostenbeheersing en algemene stroomlijning van de incasso. 

In overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken hebben VNO-NCW,
MKB-Nederland en vertegenwoordigers van de inningorganisaties
afgesproken te komen tot een gezamenlijk actieprogramma over deze
onderwerpen. Inmiddels heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken
het betreffende plan naar de Kamer gezonden. Een werkgroep start met de
verdere invulling en uitvoering van dit plan.

Intussen voorziet het wetsvoorstel toezicht op collectieve
beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten in aangescherpte
transparantie-eisen voor auteursrechtenorganisaties en de instelling van
een Geschillencommissie auteursrechten voor een snelle, laagdrempelige
en gespecialiseerde afdoening van tariefgeschillen. Ook kan de overheid
bij algemene maatregel van bestuur bepalen dat, en onder welke
voorwaarden, collectieve beheersorganisaties hun inningactiviteiten
geheel of ten dele samen moeten uitoefenen. 

Verdere vereenvoudiging voor financiële instellingen

Banken hoeven nu al geen kopiepaspoorten van klanten meer te bewaren.
Binnenkort kunnen alle financiële instellingen ook nog eens gebruik
maken van ook het Burgerservicenummer om klanten te identificeren. Dit
zal niet alleen besparingen kunnen opleveren bij de
informatieverstrekking aan de overheid over klantgegevens, maar ook een
verbetering van de kwaliteit. Het concept wetsvoorstel zal begin 2009
ter consultatie worden voorgelegd aan de sector. 

Een wijziging van de Wet Giraal Effectenverkeer gaat
beleggingsondernemingen en uitgevende instellingen een besparing van €
17 mln per jaar aan nalevingskosten opleveren. Het aantal papieren
effecten wordt teruggedrongen en door de uitbreiding van bescherming van
beleggers tegen faillissement van beleggingsondernemingen worden aparte
bewaarbedrijven voor effecten overbodig. Daarnaast wordt met de
gewijzigde wet het aantal fysieke stukken (effecten aan toonder)
teruggebracht door het gebruik van verzamelbewijzen voor te schrijven.

Minder verplichtingen rond de jaarrekening voor kleine ondernemers

Op dit moment zijn Nederlandse rechtspersonen verplicht voor elk
boekjaar hun jaarrekening op te stellen en openbaar te maken door deze
te deponeren bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Inmiddels kunnen kleine rechtspersonen hun jaarrekening opstellen op
basis van dezelfde waarderingsgrondslagen die zij ook toepassen bij de
aangifte vennootschapsbelasting (de zogeheten samenval commerciële en
fiscale jaarrekening). Dit levert al een belangrijke administratieve
lastenverlichting op. De Europese Commissie werkt nu aan een voorstel om
het mogelijk te maken dat lidstaten kunnen besluiten om de
jaarrekeningplicht voor micro-ondernemingen af te schaffen. 

Het kabinet laat onderzoeken of het wenselijk is om in Nederland van
deze mogelijkheid gebruik te maken en hoe dit ingericht moet worden en
verwacht hierover in 2009 meer duidelijkheid te kunnen bieden.

Certificering 

Via een certificaat kan een ondernemer aangeven dat hij aan bepaalde
eisen voldoet. Bij gebruik van certificaten door bedrijven onderling is
de overheid geen partij bij oplossing van problemen, bij wettelijk
verplichte certificaten wel. Ondernemers hebben richting de Commissie
Stevens geklaagd over certificatie, maar daarbij niet aangegeven welke
door de overheid verplichte certificatie tot problemen leidt en waarom.
Het kabinet is met betrokken partijen bezig om, op basis van een eerder
uitgevoerde inventarisatie van alle relevante certificeringsregelingen,
vast te stellen waar actie nodig is om de regeldruk te verminderen. Als
duidelijk is welke regeling moet worden verbeterd, kan dit worden
aangepakt door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor die
verplichte certificatie. 

Normalisatie 

Normalisatie is het proces waarin tussen de belanghebbende marktpartijen
afspraken tot stand komen over producteigenschappen, processen, systemen
en personen. Normalisatie resulteert in documenten waarin de afspraken
zijn vastgelegd. 

Normen worden door het Nederlands Normalisatie-instituut NEN beheerd en
tegen betaling ter beschikking gesteld. Overeenstemming tussen de
belanghebbende partijen is een belangrijk kenmerk van normen. De
overheid gaat er daarom van uit dat normen een breed draagvlak hebben.
Dat is een belangrijke overweging om in bepaalde gevallen normen als
alternatief voor of in aanvulling op overheidsregulering te gebruiken.
De overheid kan in regelgeving naar normen verwijzen, om aan te geven
hoe aan wettelijke eisen kan worden voldaan.

Ondernemers hebben aangegeven een aantal problemen te ondervinden bij
normalisatie en de toepassing van normen. De problemen hebben vooral
betrekking op vertegenwoordiging bij de totstandkoming van normen en de
prijs die voor normen betaald moet worden.

Het kabinet onderneemt de volgende acties:

Verbeteren informatievoorziening aan ondernemers: in november 2008 wordt
een nieuwe overeenkomst tussen de Staat en NEN vastgesteld, waardoor de
informatievoorziening aan ondernemers over nieuwe Europese en mondiale
normalisatieactiviteiten wordt verbeterd. Hierdoor is de ondernemer
beter in staat om een afgewogen keuze te maken over zijn betrokkenheid.

Nog in 2008 wordt bezien welke aanvullende maatregelen gewenst en
haalbaar zijn om betrokkenheid van de ondernemer bij normalisatie te
vergroten, daarbij rekening houdend met een nog lopende juridische
procedure tegen de Staat. Dit zal resulteren in een concreet actieplan.
De recente conclusies van de Raad van Concurrentievermogen over de
mededeling inzake Innovatie en Normalisatie worden betrokken bij
bovenstaand actieplan.

Administratie schoolroosters bij kleine banen

Omdat jongeren van 16 en 17 jaar nog (gedeeltelijk) leerplichtig zijn,
mag het werk hen niet verhinderen naar school te gaan. Daarom wordt de
tijd die zij naar school gaan meegeteld als arbeidstijd. Bij de
inroostering van de jongere moet rekening worden gehouden met het aantal
uren dat de jongere op school doorbrengt. In de wijze waarop de
werkgever dat doet is hij vrij. Wellicht zorgden de SZW
voorlichtingsteksten voor werkgevers voor een misvatting dat een
werkgever verplicht was schoolroosters bij te houden. De werkgeverstekst
op website van szw.nl is daarom aangepast, daar staat nu "U kunt als
werkgever hiervoor bijvoorbeeld het schoolrooster hanteren, maar dat is
niet verplicht." Tevens wordt de brochure "Arbeid door jongeren" in de
volgende druk aangepast.

        

1.3	 Omgeving

Op het gebied van de leefomgeving streeft het kabinet naar een schoon,
zuinig, duurzaam, gezond en veilig Nederland. De wet- en regelgeving
ontleend haar bestaansrecht aan deze publieke doelen. Het kabinet maakt
zich sterk om de regeldruk op dit terrein verder terug te dringen.
Belangrijke merkbare vereenvoudigingen die nog op stapel staan zijn de
invoering van de omgevingsvergunning, nog meer algemene milieuregels in
plaats van vergunningen, de initiatieven van de Ambassadeur Stedelijke
Distributie en de afschaffing van de verplichte onafhankelijke
welstandstoets.

Merkbaar voor 

Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden:	

De Wet ruimtelijke ordening (WRO) is onlangs vernieuwd waarbij vele
procedures en beroepsprocedures gedigitaliseerd, versneld en
vereenvoudigd zijn. Zo is de duur van de bestemmingsplanprocedure ruim
gehalveerd van 58 naar 26 weken, wat vooral te maken heeft met het
vervallen van de goedkeuring van bestemmingsplannen door provincies.
Bedrijven die willen bouwen of verbouwen hebben veel te maken met deze
wet.

Nieuwe ruimtelijke plannen zijn steeds meer digitaal beschikbaar,
waardoor deze beter, sneller en gemakkelijker toegankelijk zijn voor
bedrijven, burgers en medeoverheden. De Digitale uitwisseling
ruimtelijke plannen (Durp) is mogelijk sinds 1 juli 2008 en verplicht
per 1 juli 2009. 

Met het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit) zijn de
voorschriften die gemeenten in hun bouwverordening hebben opgenomen
landelijk geüniformeerd. Hiermee komt een einde aan lokale verschillen
en wordt bovendien voor bedrijven een reductie op administratieve lasten
bereikt van € 26,3 mln en een vermindering van verschuldigde leges met
€ 6.4 mln, omdat in 80 % van de gevallen geen vergunning meer nodig
is. Het besluit is op 1 november 2008 in werking getreden.

Bij gemeenten:

De gemeente Rotterdam heeft diverse regels voor ondernemers en burgers
versoepeld. Zo kan iedereen zonder vergunning producten huis-aan-huis en
op straat verkopen. Winkeliers hoeven voor een deel geen vergunning meer
aan te vragen voor het uitstallen van spullen.

De gemeente Middelburg vereenvoudigt 21 vergunningen en ontheffingen. Zo
wordt een vijftal aparte vergunningen voor een nieuwbouwproject
geïntegreerd in één omgevingsvergunning. Ook is er geen uittreksel
van de Kamer van Koophandel meer nodig voor een marktvergunning,
parkeerontheffing in blauwe zone of een parkeervergunning. De gemeente
vraagt deze informatie nu zelf op bij de KvK.

Door het aanpassen van de kapverordening mogen bedrijven en
particulieren in Terneuzen bomen zonder vergunning kappen (met
uitzondering van de soorten op de 'monumentale bomenlijst').

In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen	

Bundelen van vergunningen in één omgevingsvergunning

In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) zullen ca. 25
vergunning-, ontheffing- en andere toestemmingstelsels van VROM, andere
departementen en overheden worden samengevoegd tot één
omgevingsvergunning. 

Bovendien hoeven bekende gegevens niet langer te worden ingediend en
digitaal ingediende aanvragen hoeven niet langer te worden gekopieerd.
Dit wordt mogelijk gemaakt met de komst van het Besluit Omgevingsrecht
(Bor) en Ministeriële Regeling omgevingsrecht (Mor).

Alles bij elkaar leidt dit tot een vermindering van het aantal
vergunningen met 200.000 en een administratieve lastenreductie van
zo’n € 84,5 mln voor bedrijven. 

Onlangs is de nieuwe richtdatum van inwerkingtreding vastgesteld op 1
januari 2010.

Meer algemene milieuregels en minder vergunningen

In januari 2008 is de milieuvergunning voor 37.000 bedrijven al
vervallen en omgezet in algemene regels. Het is de bedoeling om in 3
tranches nog meer vergunningplichtige activiteiten onder algemene regels
te brengen. Naar schatting betreft het in totaal 7000 bedrijven. Begin
2009 wordt de eerste tranche daarvan, voor zo’n 3000 bedrijven, aan de
Kamer voorgelegd. 

Fundamentele verkenningen

Het kabinet heeft op 11 juli 2008 de Kamer de rapporten van de commissie
Fundamentele Verkenning Bouw (Commissie Dekker) en van de commissie
Fundamentele Verkenning Transportbelemmeringen (Commissie Noordzij)
aangeboden. De beide commissies leveren een uitstekende bijdrage door op
basis van een fundamentele analyse knelpunten te adresseren en
voorstellen te doen voor oplossingen rond regeldruk in de bouw-
respectievelijk de transportsector. 

Dit jaar nog wordt een concreet actieplan voor de bouwsector nader
uitgewerkt. Het kabinet is bezig met een uitvoerige consultatie van de
transportsector en komt in het najaar met een reactie op het advies van
de commissie Noordzij en een bijbehorend actieplan. 

VROM organiseert de komende jaren een tweetal nieuwe fundamentele
doorlichtingen. De eerste zal gaan over alle registratie- en
rapportageverplichtingen die VROM bedrijven oplegt. De tweede heeft als
onderwerp de keuringsverplichtingen vanuit VROM. In beide verkenningen
zal kritisch worden gekeken naar nut en noodzaak van de verplichtingen.
In de regeldrukbrief  van VROM aan de Kamer worden deze verkenningen
nader toegelicht.

Nieuwe oplossingen voor stedelijke distributie

Een onlangs aangestelde Ambassadeur Stedelijke Distributie krijgt als
taak oplossingen voor stedelijke distributie te stimuleren. Hiertoe zal
de Ambassadeur een actieve rol spelen in het overleg tussen decentrale
overheden en het bedrijfsleven. 

De Ambassadeur zal zich ook hard maken voor de uitvoering van
experimenten die leiden tot nieuwe oplossingen. De Ambassadeur krijgt
o.a. de opdracht om samen met de betrokken overheden en private partijen
een nationaal kader voor stedelijke distributie te ontwikkelen, waarbij
de bevoegdheden van de gemeenten gehandhaafd blijven. De Ambassadeur
Stedelijke Distributie is een nieuwe functie en geeft vooruitlopend op
de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Noordzij al invulling
aan een belangrijke aanbeveling. 

Afschaffen van de onafhankelijke welstandstoets 

Het Kabinet wil de wettelijke verplichting tot een onafhankelijke
welstandstoets afschaffen. Ondernemers hebben nog wel eens last van de
procedures rond deze toets. De toetsing vindt soms laat in het
bouwproces plaats en gaat in bepaalde gevallen teveel over details. Het
kabinetsstandpunt wordt rond deze tijd aan de Kamers aangeboden.

Gegevensautoriteit Natuur

Bedrijven en burgers hadden geregeld last van discussies over het al dan
niet voorkomen van een zeldzame planten- of diersoort op een bouwplaats.
Een ontheffingaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet was in die
gevallen een langdurige geschiedenis. Met de aanstelling van de
Gegevensautoriteit Natuur komt hier een einde aan. De Gegevensautoriteit
Natuur verzamelt en ontsluit betrouwbare informatie over de leefgebieden
van flora en fauna. Door de beschikbaarheid van deze gegevens hoeft geen
langdurig onderzoek meer te worden gedaan of de aangewezen locatie
inderdaad een leefgebied is van een zeldzame dier- of plantensoort. Zo
kunnen de initiatiefnemers in een vroeg stadium rekening houden met
beschermde flora en fauna en hun plannen daar op aansluiten.

1.4	   Veiligheid en risico

Het bevorderen van veiligheid en het minimaliseren van risico’s zijn
belangrijke publieke doelen. Veel wet- en regelgeving ontleent haar
bestaansrecht aan één van deze twee publieke doelen. Zelfs wanneer de
overheid tot op de komma exact alles zou voorschrijven en controleren,
is er geen garantie op een compleet veilige en risicoloze samenleving.
Dergelijke zeer gedetailleerde wet- en regelgeving zorgt ervoor dat de
regeldruk als hoog wordt ervaren. 

De komende tijd wordt ondermeer gewerkt aan vereenvoudigingen binnen de
Drank- en Horecawet en ARBO. 

Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden:	

Per 1 juli 2008 heeft de EU de meeste import- en exportvergunningen voor
landbouwproducten afgeschaft. Voor nog maar 43 producten is nu een
exportvergunning nodig en voor 65 een importvergunning. Voorheen waren
dat er nog 500.

Per 1 augustus is bovendien voor geen enkele wijnsoort nog een
importvergunning verplicht.

Bij gemeenten

Een integrale aanvraag horecavergunning is naast in Amsterdam nu ook in
Nijmegen en Den Haag ingevoerd. Voor ondernemers scheelt dit een hoop
aparte aanvragen.

In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen

ARBO

Uit de meldingen blijkt dat ondernemers niet altijd over voldoende
actuele kennis van de arboregelgeving beschikken. Een aantal bepalingen
uit de Arbowet die regeldruk genereren wordt niet altijd juist
geïnterpreteerd door werkgevers. Het kabinet zal door middel van
voorlichting werkgevers hierop wijzen, zodat onnodige beleving van
regeldruk wordt voorkomen. In 2007 is de ontwikkeling van het
arboportaal (www.arboportaal.nl) als faciliterend instrument voor
werkgevers en werknemers gerealiseerd. Op het arboportaal wordt
inzichtelijk gemaakt wat werkgevers moeten doen, wat ze mogen doen en
wat kan helpen om aan de verplichtingen van de arboregelgeving te
voldoen. 

De regelgeving in het arbeidsomstandighedendomein is voor ca. 90 % van
internationale herkomst (EU/ILO). Dat betekent dat voor reductie in het
arbeidsomstandighedendomein vooral moet worden gezocht in wijziging van
internationale richtlijnen. De komende jaren zal verder ingezet gaan
worden op vermindering van administratieve lasten en regeldruk bij onder
andere de EU-kaderrichtlijn 98/391/EEG om voor kleine bedrijven een
verlicht regime in te voeren, vooral bij de RI&E
(risico-inventarisatie&evaluatie)-verplichting. Verder zal deze
kabinetperiode worden doorgegaan met het digitaliseren en vereenvoudigen
van RI&E -instrumenten (www.rie.nl). Dit najaar vindt een verkenning
naar vereenvoudiging van de RIE-regeling plaats. Vooruitlopend daarop
wordt het digitale RI&E-instrument vereenvoudigd en breder toepasbaar
gemaakt. Met name zal daarbij gekeken worden naar het instrumentarium
voor kleine bedrijven. 

Herziening Drank-en horecawet

Wijzigingen van de Drank- en Horecawet zijn in voorbereiding. Met deze
wijzigingen wordt een aantal merkbare maatregelen voor horecaondernemers
geregeld. Het vergunningenstelsel wordt vereenvoudigd en
toezichthoudende taken zullen overgaan naar gemeenten. Zo hoeven
ondernemers bijvoorbeeld geen nieuwe vergunning meer aan te vragen bij
wijziging van een leidinggevende in hun bedrijf. Er kan straks worden
volstaan met een melding. Voor jaarlijks terugkerende evenementen kunnen
burgemeesters een meerjarige ontheffing afgeven. Voor bepaalde
leidinggevenden, die geen enkele bemoeienis hebben met de exploitatie of
de bedrijfsvoering, is het niet meer noodzakelijk om een Verklaring
Sociale Hygiëne te hebben. De Herziening Drank- en Horecawet zal in het
voorjaar 2009 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

BIBOB 

Gemeenten hebben beleidsvrijheid bij de toepassing van de Wet BIBOB.
Uitgangspunt daarbij is dat gemeenten en bestuursorganen het instrument
alleen als laatste redmiddel inzetten, zonder onnodig hoge
administratieve lasten.

Punt van aandacht is de toepassing van de Wet BIBOB op het verlenen van
vergunningen aan slijterijen. Gemeenten hoeven geen BIBOB-procedure toe
te passen wanneer er geen verhoogd risico is op criminele activiteiten,
zoals bedoeld in de Wet BIBOB.  Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat
slijterijen een verhoogd risico vormen. Een aantal gemeenten past
desalniettemin bij de aanvraag van een drank- en horecavergunning voor
slijterijen een BIBOB procedure toe. Gemeenten kunnen met het weinig
criminogene karakter van de slijterijen rekening houden in hun BIBOB
beleid. 

De Minister van BZK zal gemeenten per brief hierop attenderen. Hiermee
kunnen de administratieve lasten voor slijterijen zo beperkt mogelijk
worden gehouden, doordat onnodig uitgebreide procedures die in de
huidige situatie tot veel onbegrip en ergernis leiden, worden voorkomen.

In september jl. heeft de Minister van BZK bekend gemaakt welke 10
regionale informatie- en expertisecentra worden opgericht. Deze centra
krijgen een rol in de samenwerking en ondersteuning van gemeenten bij de
toepassing van BIBOB en bij de uitwisseling van persoonsgegevens op
regionaal niveau. Dit is één van de maatregelen die ertoe moet leiden
dat vanaf 2010 een lastenreductie van een BIBOB-procedure voor
ondernemers wordt bereikt van 16% (€ 2,5 mln per jaar). 

Consumentwetgeving zonder onnodige lasten voor bedrijven

De huidige richtlijnen op het consumententerrein, het zogenoemde
consumentenacquis, worden op Europees niveau herzien. De Europese
Commissie presenteert hierover nog dit najaar een concept
kaderrichtlijn. Nederland heeft in reactie op het groenboek over dit
onderwerp te kennen gegeven dat moet worden ingezet op een goed
beschermingsniveau voor de consument zonder onevenredige lasten voor het
bedrijfsleven.

Verder heeft het kabinet na onderzoek geconstateerd dat de wet- en
regelgeving over garanties, colportage en algemene voorwaarden naast de
minimumnormen van de respectievelijke richtlijnen aanvullende nationale
regels bevat. Het kabinet bekijkt of deze regels kunnen worden geschrapt
en zal de belangrijkste betrokken partijen vragen naar nut en noodzaak
hiervan. 

Minder keuringen voor zwembaden

Ter voorkoming van legionellabesmetting zijn zwembadexploitanten
verplicht in principe twee maal per jaar hun zwemwater te laten testen.
De branche vindt dat de verplichting kan worden teruggebracht naar
eenmaal per jaar. Zwembadexploitanten kunnen echter nu al op basis van
de huidige wet- en regelgeving een ontheffing bij de provincie aanvragen
waarmee de keuringsfrequentie wordt teruggebracht naar eens per jaar.
Deze mogelijkheid blijkt niet algemeen bekend. Het kabinet zal, in
samenwerking met de branche, zwembadexploitanten wijzen
op bovenvermelde ontheffingsmogelijkheid.

 1.5   Zorg, Jeugdzorg en Kinderopvang

Zorg is belangrijk voor mensen en moet dan ook goed geregeld zijn. Het
is daarom logisch dat er veel wet- en regelgeving is die betrekking
heeft op de zorgsector en alles wat daarmee samenhangt. Echter, wet- en
regelgeving werkt alleen als deze effectief en efficiënt is ingericht.
Daarom is het van groot belang ook de wet- en regelgeving binnen het
thema ‘zorg, jeugdzorg en kinderopvang’ goed door te lichten. 

Ook hier ziet het kabinet kansen om de regeldruk verder te verminderen.
Zo wordt bijvoorbeeld de Wet toelating Zorginstellingen (WTZi)
vereenvoudigd en de informatie-uitwisseling rond de jeugdzorg aangepakt.

In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen

Afschaffen AO/IC regeling

In de regeling AO/IC van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) staan vele
voorschriften voor zorginstellingen rond de inrichting van de
administratieve organisatie en de uitvoering van de interne controle
functie. Het kabinet wil deze instellingen meer verantwoordelijkheid
geven en zal de regeling volledig afschaffen, mits de
verantwoordelijkheid duurzaam bij de zorginstellingen kan worden
geborgd. Afschaffing zal een reductie opleveren van € 32 mln. De NZa
werkt op dit moment de randvoorwaarden waaronder afschaffing van deze
regeling kan plaatsvinden nader uit. 

Geen aparte nacalculatie meer

Door de verplichte nacalculatie op te nemen in het Jaardocument
Maatschappelijke Verantwoording hoeven zorginstellingen geen separate
gegevens meer aan te leveren voor de nacalculatie. Nacalculatie blijft
wel nodig voor definitieve vaststelling van budgetten, maar door deze
integratie besparen de zorginstellingen zo’n € 16 mln aan
administratieve lasten.

Geen vergunning meer voor bouwen in de zorg

Gaat een zorginstelling (ver)bouwen, dan moet daar in sommige gevallen
een vergunning voor worden aangevraagd. Met een wijziging op de WTZi
hoeven ziekenhuizen sinds 1 januari 2008 geen vergunning voor nieuwbouw
meer aan te vragen. Per 1 januari 2009 wordt het bouwregime ook
afgeschaft voor de langdurige zorg en de geestelijke gezondheidszorg. 

Centrale verantwoording Jeugdzorg

Het kabinet streeft ernaar de informatie-uitwisseling rond de jeugdzorg
in 2011 te vereenvoudigen, waardoor instellingen minder tijd kwijt
zullen zijn met het aanleveren van gegevens.

Het kabinet wil in dat kader een zogenaamd Jaardocument Zorg invoeren
voor de Jeugdzorg. 

Het Jaardocument Zorg bundelt alle verantwoordingsinformatie die een
zorginstelling moet aanleveren, in één document. Zorginstellingen
hoeven daardoor hun gegevens niet meer steeds aan te leveren aan
verschillende informatievragers zoals het ministerie, de Inspectie of
financiers. Daarnaast wordt de aanlevering van gegevens voor de
jeugdzorg vereenvoudigd, waardoor jeugdzorginstellingen tijd besparen.

1.6 	Dienstverlening

Voor het merkbaar verminderen van de regeldruk is het van belang dat
wet- en regelgeving wordt vereenvoudigd. Maar daarnaast is het voor de
ervaren regeldruk heel belangrijk dat de kwaliteit van dienstverlening
in relatie tot regelgeving voor ondernemers van een voldoende niveau is.


Het kabinet heeft voor de verbetering van dienstverlening de
doelstellingen Transparanter, Bestendiger, Sneller en Betere Service
ontwikkeld met bijbehorende indicatoren, waardoor de voortgang voortaan
eenvoudig is te volgen. Meer over deze doelstellingen leest u in
hoofdstuk 2. 

Met de inzet van vele instrumenten wordt de kwaliteit van
dienstverlening verbeterd. De voortgang op de belangrijkste daarvan
treft u hieronder aan.

Transparanter

Antwoordvoorbedrijven.nl

Antwoordvoorbedrijven.nl biedt via de website, e-mail, chat en telefoon
branchegerichte informatie over wet - en regelgeving,
vergunningvereisten, subsidies, toezicht en belastingen. 

Dit najaar worden 20 nieuwe branchewijzers opgeleverd waarmee bedrijven
in enkele stappen inzicht krijgen in vergunningen, subsidies en
vereisten waarmee zij te maken krijgen. Eind 2008 zijn dan voor 32
branches dergelijke wijzers beschikbaar. Uiteindelijke doelstelling is
om voor alle 62 (sub)branches specifieke informatie beschikbaar te
hebben via Antwoordvoorbedrijven.nl. De informatie op Antwoord voor
bedrijven wordt constant bijgewerkt. Nieuwe en veranderde regelgeving
wordt onder andere gepubliceerd onder het kopje 'nieuwe regels'. De
website van Antwoord voor bedrijven wordt nu door 960.000 bezoekers op
jaarbasis bekeken. Daarnaast wordt een groot aantal vragen afgehandeld
via andere kanalen, zoals de telefoon.

De 32 branches waarvoor eind 2008 een branchewijzer beschikbaar is:

1	Ambachten (food)

2	Ambachten en persoonlijke dienstverlening (non-food)

3	Ambulante handel (food)

4	Ambulante handel (non-food)

5	Detailhandel (food)

6	Detailhandel (non-food)

7	Verkoop en reparatie van voertuigen

8	Catering

9	Horeca

10	Recreatie

11	Hout, Papier en Karton

12	Kleding, Textiel en Leer

13	Metaal

14	Uitgeverij en Drukkerij

15	Bosbouw

16	Natuurbeheer

17	Kindercentra en gastouderopvang (kinderopvang)

18	Peuterspeelzalen (kinderopvang)

19	Vervoer over de weg (goederen)

20	Vervoer over de weg (personen)

21	Bouwprojecten

22	Installatiebedrijven

23	Schilders- en afwerkingsbedrijven

24	Weg- en waterbouw

25	Afval

26	Bouwmaterialen

27	Chemie en kunststof

28	Land- en tuinbouw

29	Veeteelt

30	Visserij

31	Zee- en kustvaart (goederen)

32	Zee- en kustvaart (personen)



Sinds 1 september j.l. is het meldpunt Regeldruk door
Antwoordvoorbedrijven.nl overgenomen en op haar eigen website geplaatst
als meldpunt Regelgeving. Daarmee is het meldpunt een structureel
onderdeel van de dienstverlening die aan ondernemers wordt geleverd.
Zestien meldingen zijn door Antwoord voor bedrijven sinds de opening
verwerkt, waarvan acht over regeldruk. Een publiciteitscampagne zal ook
het meldpunt regelgeving meer bekendheid geven, en naar verwachting voor
een groter aantal meldingen zorgen.

Naast het aandragen van knelpunten over regeldruk zullen ondernemers op
de site van Antwoord voor bedrijven.nl vanaf eind december 2008 eerder
gestelde vragen over regeldruk, en de antwoorden daarop, kunnen
raadplegen. 

Vanuit de Europese verplichting tot implementatie van de
Dienstenrichtlijn wordt uiterlijk december 2009 één loket gerealiseerd
voor het afwikkelen van procedures en formaliteiten van dienstverleners
met de betrokken instanties. Dit loket gaat onderdeel vormen van
Antwoordvoorbedrijven.nl, De implementatie zal naast een verbeterde
dienstverlening ook leiden tot een op € 65 mln geschatte vermindering
van de administratieve lasten. Onder meer wordt via het loket de
mogelijkheid geboden om elektronisch met de overheid te communiceren, de
zoektijd naar relevante informatie wordt bekort en via het loket kan
toelichting worden verkregen over procedures en formaliteiten. Het
wetsvoorstel Dienstenwet, waarin de Dienstenrichtlijn wordt
geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving, is op 5 september 2008 aan de
Kamer aangeboden. Het gehele wetgevende pakket (Dienstenwet,
Aanpassingwet en Veegwet) zal in december 2009 in werking treden.

Bestendiger

Vaste Verandermomenten (VVM)

Het systeem van VVM is erop gericht om bedrijven en instellingen in een
vroeg stadium en op een duidelijke wijze inzicht te geven in de wet- en
regelgeving die op hen van toepassing wordt. Daarnaast wordt beoogd
bedrijven en instellingen een redelijke termijn te geven zich op nieuwe
wet- en regelgeving voor te bereiden. 

Het kabinet zal met ingang van 1 januari 2009 het uitgangspunt van twee
vaste inwerkingtredingdata en een minimale invoeringstermijn van drie
maanden invoeren voor alle wetten en AMvB’s met directe relevantie
voor bedrijven en instellingen. Verder vindt het kabinet tijdige en
duidelijke informatievoorziening over regelgeving in voorbereiding met
relevantie voor bedrijven en instellingen essentieel en zal deze
informatievoorziening blijven verzorgen via Antwoordvoorbedrijven.nl en
andere relevante websites. De Eerste en Tweede Kamer worden in een
gelijktijdig met deze voortgangsrapportage verzonden separate brief van
de minister van Justitie en de staatssecretarissen van Economische Zaken
en Financiën over de invoering van VVM geïnformeerd.

Sneller

Lex Silencio (“wie zwijgt stemt toe”)

Lex Silencio is één van de middelen waarmee tijdige
vergunningverlening wordt bevorderd. Alle vergunningsstelsels binnen de
rijksoverheid zijn nu doorgelicht op de mogelijkheid van het toepassen
van Lex Silencio.

Uit deze doorlichting lijkt een aantal stelsels te komen waar
mogelijkheden worden gezien voor de Lex Silencio. Ook is voor een aantal
stelsels geadviseerd deze af te schaffen of om te zetten in algemene
regels. Het kabinet wil naar aanleiding van de doorlichting het aantal
vergunningenstelsels met Lex Silencio ten opzichte van 2007 verdubbelen.
Nog dit jaar ontvangt de Kamer een brief over de verdere invoering van
Lex Silencio, waarin tevens te lezen is hoe de doorlichting precies
heeft plaats gevonden en om welke stelsels het gaat. 

Wet dwangsom en beroep

Een tweede middel om te komen tot een snellere besluitvorming is de Wet
dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Deze treedt uiterlijk op 1
januari 2010 in werking.

Met deze wet krijgen burgers en bedrijven de mogelijkheid om snel een
uitspraak van de rechter te krijgen zonder voorafgaande
bezwaarschriftprocedure als  een bestuursorgaan niet binnen de
wettelijke termijn beslist.

Betere service

Nalevingshulp

Met nalevingshulp helpt het kabinet bedrijven wet- en regelgeving na te
leven. Bedrijven hebben immers vaak moeite om complexe wetgeving op de
juiste wijze na te leven.

Op dit moment wordt onderzocht op welke manier nalevingshulp het best
kan worden vormgegeven en welke informatiebehoeften ondernemers hebben.
Zoveel mogelijk wordt aangesloten bij succesvolle lopende initiatieven
in de branches Recreatie-inrichtingen en de Kunststof- en Rubber
Industrie. 

Aan het einde van deze kabinetsperiode is nalevingshulp gereed voor 25
branches.

Realisatie verloopt in overleg met onder andere MKB-Nederland en Horeca
Nederland en ondernemers uit verschillende branches.

Inspecties passen al langer vormen van nalevingshulp toe. Die hulp is
vaak een effectieve manier om de naleving te bevorderen, zelfs als er
niet direct een inspectie op volgt. Als hulpmiddelen zijn er brochures,
instructiefilms en informatiebijeenkomsten met de branche voorafgaand
aan thematische inspecties. 

Bedrijven en instellingen stellen een inspectiebezoek vooral op prijs
als ze er iets van leren en als de inspecteur begrip toont voor het type
organisatie. Zo heeft de Arbeidsinspectie de controles in de
gehandicaptenzorg verbeterd. De branche is tevreden over de nieuwe
opstelling van de inspecteurs en hun tips, adviezen en bereidheid om mee
te denken aan oplossingen.

“Bewijs van Goede Dienst”, normenkader voor goede dienstverlening, 

Met een landelijk normenkader (“Bewijs van Goede Dienst”) wil het
kabinet stimuleren dat overheden hun dienstverlening aan ondernemers
verbeteren. Het normenkader is een maatlat voor goede dienstverlening
aan bedrijven bestaande uit tien meetbare indicatoren. 

Inmiddels is samen met tien pioniergemeenten en VNO-NCW en MKB-Nederland
een dergelijk normenkader specifiek voor gemeentelijke dienstverlening
aan bedrijven ontwikkeld en getoetst. 

Met een “Bewijs van Goede Dienst” kunnen gemeenten zien en laten
zien hoe hun dienstverlening scoort ten opzichte van minimum
kwaliteitsnormen die samen met het georganiseerde bedrijfsleven zijn
geformuleerd. Dat levert vervolgens een precies inzicht op van die
elementen van dienstverlening die goed op orde zijn, alsmede van de
elementen die versterking behoeven. In november 2008 is ’Bewijs van
Goede Dienst’ gereed en start een stimuleringstraject richting andere
gemeenten. 

Het kabinet zal zich, naast actieve verspreiding van dit instrument
onder gemeenten, de komende maanden ook gaan richten op het verkennen
van de mogelijkheden om een soortgelijk “Bewijs van Goede Dienst” te
ontwikkelen voor de andere organisaties uit de top 10 van belangrijke
loketten waar de ondernemer vanwege regelgeving vaak mee in aanraking
komt. 

Begrijpelijke formulieren

Formulieren met een duidelijke vormgeving, vraagopbouw en helder
taalgebruik zorgen voor een daling van de beleefde regeldruk. Eind dit
jaar zijn de 25 meest gebruikte formulieren voor burgers begrijpelijk
gemaakt, begin 2009 wordt een begin gemaakt met 25 formulieren voor
bedrijven. Hieronder vallen onder andere de formulieren voor
omzetbelasting, melding langdurig werkverzuim, startende ondernemers,
BIBOB en vervoer dierlijke meststoffen.

Mediation

De inzet van mediation levert een belangrijke vermindering van het
aantal bezwaar- en beroepsprocedures op. Een ambtenaar neemt bij
mediation kort voor of na een besluit persoonlijk contact op met de
betrokken burger of ondernemer. Hij gaat na of alle relevante informatie
is aangeleverd en licht onder andere toe wat er bij een eventuele
afwijzing nog wél mogelijk is. Zo’n 20 gemeenten starten in 2009 met
het inzetten van mediation.

2. 	Doelen in zicht…

Het voorgaande hoofdstuk laat zien dat er al een uitgebreid pakket aan
maatregelen ligt dat de regeldruk voor ondernemers merkbaar zal
verminderen. Maar wat betekent dit nu voor de doelstellingen die het
kabinet zichzelf ten aanzien van de vermindering van regeldruk heeft
gesteld? 

Het kabinet heeft bovenstaande doelstellingen nader geconcretiseerd. Dit
heeft geleid tot een aantal sleutelindicatoren, waarmee inzichtelijk
wordt of het voor ondernemers nu echt merkbaar minder wordt.

Om de regeldruk voor ondernemers merkbaar te verminderen zet het kabinet
in op minder last voor ondernemers van zaken waar zij last van hebben. 

Bovendien maakt het kabinet de dingen voor ondernemers makkelijker. Denk
hierbij aan een snellere en betere dienstverlening. 

Het verminderen van regeldruk en het vergemakkelijken voor ondernemers
om aan verplichtingen aan de overheid te voldoen, moet uiteindelijk
leiden tot een lagere regeldruk in de beleving van de ondernemer.
Hiermee wordt tevens tegemoet gekomen aan de motie van Smeets/ Blanksma
over het koppelen van doelstellingen aan beleving.

Uitwerking van bovenstaande doelstellingen heeft geleid tot de concrete
doelstellingen in onderstaande tabel.

	Onderdeel	Doelstelling 2011





MINDER	Administratieve Lasten	-25% netto

	Nalevingskosten	Percentage bedrijfsvreemde kosten op 30 prioritaire
terreinen, te bepalen na meting. Uitkomsten in voortgangsrapportage
voorjaar 2009.

	Toezichtslasten voor 19 domeinen veroorzaakt door rijksinspecties	-25%

	Subsidies	100% van rijkssubsidies voor bedrijven lastenarm





MAKKELIJKER	Bestendiger	VVM bij alle departementen ingevoerd

	Transparanter	((Antwoord voor Bedrijven.nl: 1,5 mln bezoekers per jaar

((Branchewijzers voor 62 branches

	Sneller	Verdubbeling aantal vergunningenstelsels met Lex Silencio
t.o.v. 2007

	Betere Service	((Normenkader Dienstverlening toegepast bij 200
gemeenten

((Idem bij top 10 van uitvoeringsorganisaties 





MERKBAAR	Bestendigheid	15% meer ondernemers geeft aan geen hinder te
vinden van voortdurend wijzigen van wetten en regels

	Informatieverplichtingen	25% meer ondernemers geeft aan nauwelijks
hinder te hebben van onnodige informatieverplichtingen

	Toezicht	15% meer ondernemers geeft aan nauwelijks hinder te hebben van
strenge eisen van toezichthouders

	Minder kosten om te voldoen aan regelgeving	25% meer ondernemers geeft
aan nauwelijks hinder te hebben van hoge kosten om te voldoen aan
regels.

 

In de komende integrale rapportages zal steeds de voortgang van de
regeldruk-operatie via deze 12 sleutelindicatoren worden weergegeven. 

In onderstaand figuur treft u in één oogopslag de huidige scores aan.
Een toelichting per onderdeel in de tekst daaronder. De scores met
betrekking tot toezichtslasten en nalevingskosten worden toegevoegd
zodra concrete cijfers beschikbaar zijn (respectievelijk najaar 2008 en
voorjaar 2009).

2.1 Minder

25% minder administratieve lasten voor bedrijven

Met de maatregelen uit de reductieplannen kan de kabinetsdoelstelling
worden bereikt om in 2011 de administratieve lasten verlaagd te hebben
met netto 25%. Voorwaarde voor het bereiken van de doelstelling is dat
de departementen de maatregelen uit de reductieplannen tijdig kunnen
implementeren.

IJkpunt is de stand van de administratieve lasten per 1 maart 2007.
Daartoe heeft het kabinet de nulmeting administratieve lasten bedrijven
2007 laten uitvoeren. De resultaten van deze nulmeting zijn in de vorige
voortgangsrapportage aan de Kamer gemeld. Toen is ook gemeld dat het
kabinet de zomermaanden zou gebruiken om de resultaten van de nulmeting
verder uit te werken. Tevens heeft op onderdelen nog extra onderzoek
plaatsgevonden. Dit heeft er toe geleid dat op sommige terreinen een
technische correctie van de cijfers is doorgevoerd. Die hebben per saldo
tot gevolg dat de totale administratieve lasten worden bijgesteld van
9.014 tot 8.810 mld, een aanpassing van 2%. 

In bijlage III is het totaal van de administratieve lasten verdeeld naar
departement en zijn de verschillen ten opzichte van de cijfers uit de
vorige rapportage weergegeven. Verder zijn daar de belangrijkste
technische correcties nader toegelicht, zoals bijvoorbeeld de correcties
op een dubbeltelling in het jaarrekeningrecht en op verouderde cijfers
bij mestregelgeving.

Het kabinet zet in op een vermindering van administratieve lasten zoals
die aan het begin van deze kabinetsperiode feitelijk bestonden. Uit de
eerder dit jaar afgeronde nulmeting is gebleken dat een aantal
maatregelen van het vorige kabinet nog niet hun beoogde structurele
effect had bereikt. Het gaat daarbij vooral om mogelijkheden voor
efficiëntere uitwisseling van gegevens. Daar moet veelal de ondernemer
zelf de stap zetten om er gebruik van te maken om de voordelen te
realiseren. 

Bij dit type maatregelen zal het kabinet er daarom voortaan voor kiezen
de beoogde reducties pas geleidelijk in te boeken, aan de hand van
onderzoek naar het feitelijk gebruik in de praktijk. Deze benadering
sluit optimaal aan bij de merkbaarheid.

In tabel 1 is per departement informatie opgenomen over nulmeting, te
verwachten reductie en het vastgestelde plafond. In tabel 2 wordt de
planning per jaar van de te verwachten reducties aangegeven. Voor een
uitgebreide toelichting op de reductiemaatregelen op het gebied van de
administratieve lasten wordt verwezen naar bijlage I.

Het blijkt uit de nulmeting dat de hoogte van de administratieve lasten
per wet aanzienlijk verschilt. Om die reden zal een reductiemaatregel
soms grote, en soms kleine kwantitatieve reducties tot gevolg hebben. De
reductie van 25% zal dus tussen de jaren, en binnen de jaren, niet
lineair gelijkmatig gaan verlopen.

Per jaar wordt de Kamer viermaal geïnformeerd over de voortgang van de
AL-reductie. In augustus is aan uw Kamer gemeld dat tot en met het 2e
kwartaal van 2008 een reductie van 6,3% was gerealiseerd. Aan het einde
van het derde kwartaal 2008 is inmiddels 8 % aan netto-reductie
daadwerkelijk gerealiseerd. In bijlage VI is een specificatie opgenomen
van de realisaties in het 3e kwartaal 2008.

Minder nalevingskosten

In de voortgangsrapportage van mei 2008 zijn 30 terreinen benoemd,
waarvan het bedrijfsleven vindt dat daar de nalevingskosten onevenredig
hoog zijn. De Kamer is daarna verder geïnformeerd over de stand van
zaken op het gebied van het meten van de nalevingskosten.

Zeven pilots zijn inmiddels afgerond en hebben aangetoond dat de
gehanteerde meetmethodiek valide en bruikbaar is. Voor uit de pilots
voortgekomen reductievoorstellen wordt momenteel nagegaan hoe deze
doorgevoerd kunnen worden. Voor de overige 23 gebieden worden de door
het bedrijfsleven aangegeven knelpunten verhelderd, zodat de
nalevingskosten van de onderliggende wetgeving in kaart kunnen worden
gebracht. 

De Europese aanbesteding van de daadwerkelijke metingen moet begin 2009
zijn afgerond. In het voorjaar van 2009 worden de concrete
reductievoorstellen in kaart gebracht. Voor de volgende
voortgangsrapportage (voorjaar 2009) leveren deze voorstellen de
grondslag op voor het percentage reductie nalevingkosten op de
prioritaire terreinen. 

Ondertussen zijn door het kabinet al concrete verbeteringen
geïnventariseerd, die voor het bedrijfsleven een reductie van € 150
mln aan nalevingkosten betekenen. Zie voor een overzicht bijlage II.

Minder toezichtslasten

In Hoofdstuk 3 wordt de bijdrage van de Inspectieraad (programma
Vernieuwing Toezicht) meer uitgebreid beschreven. Van de in 19 domeinen
gemeten toezichtlasten wordt 25 % verminderd, onder meer door voor het
MKB in de relevante branches te regelen dat ze nog maximaal 2 maal per
jaar worden geïnspecteerd. Dit levert bovenop de 25 % reductie van
administratieve lasten nog eens ca. € 25 mln op. Zeker zo belangrijk
vanuit het perspectief van de bedrijven is dat tegelijkertijd een
kwalitatieve verbetering optreedt van de dienstverlening van de
betrokken inspecties.

De Inspectieraad zal in haar afzonderlijke Voortgangsrapportage
Vernieuwing Toezicht (najaar 2008), die door de minister van BZK aan de
Kamer wordt aangeboden, voor het eerst kwantificeren in welke mate de
reeds genomen maatregelen (front offices, selectiviteit,
risico-benadering) bijdragen aan de doelstelling van 25 % minder
toezichtlasten.

Minder lasten rond subsidies

Op dit moment wordt een subsidiekader ontwikkeld voor het
vereenvoudigen en lastenarm maken en houden van alle rijkssubsidies.
Alle subsidieregelingen voor bedrijven zullen nog tijdens deze
kabinetsperiode worden herzien aan de hand van dit kader. 

Ondertussen is al voortgang geboekt op het terrein van het lastenarmer
inrichten van subsidies voor bedrijven. Sinds maart vorig jaar zijn 7
van de 99 bestaande regelingen lastenarmer ingericht. 

Onderzoek heeft aangetoond dat het besparingspotentieel van het
subsidiekader 30% bedraagt van de in de nulmeting voor subsidies
opgenomen administratieve lasten. Dit percentage is een gemiddelde voor
alle Rijkssubsidies.

2.2 Makkelijker

Transparanter

Ondernemers moeten op snelle eenvoudige wijze actuele en begrijpelijke
informatie vinden die op hen van toepassing is. Het kabinet wil dit met
de inzet van Antwoordvoorbedrijven.nl bereiken. Het huidige
bezoekersaantal van jaarlijks 960.000 moet in 2011 gestegen zijn naar
1,5 mln. Bovendien moeten dan 62 branchewijzers toegankelijk zijn. Dit
jaar zijn dat er 32.

Bestendiger

Onder bestendiger verstaat het kabinet dat wijzigingen in regelgeving
alleen maar op twee momenten in het jaar mogelijk zijn en dat deze
wijzigingen ruim vooraf bekend worden gemaakt in begrijpelijke taal.
Doelstelling op dit vlak is dat alle departementen in 2011 het systeem
van vaste verandermomenten hanteren. 

Sneller

Een snellere besluitvorming wordt mede mogelijk gemaakt door een brede
toepassing van Lex Silencio (“wie zwijgt stemt toe”). In 2007
bestonden 21 vergunningenstelsels waarop Lex Silencio werd toegepast. In
2011 wil het kabinet een verdubbeling ten opzichte van 2007 realiseren
van het aantal vergunningenstelsels waarop Lex Silencio wordt toegepast.


Betere service

De in de nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 genoemde top 10
van uitvoeringsorganisaties die een belangrijke rol spelen bij de
ervaren regeldruk voor ondernemers moeten in 2011 voldoen aan minimum
kwaliteitseisen voor dienstverlening.

Enerzijds vertalen deze organisaties de wet- en regelgeving naar
concrete beleidsregels of formulieren en procedures. Daarmee kunnen zij
de beleefde administratieve lasten beïnvloeden. Anderzijds zijn zij de
organisaties met directe contacten met het bedrijfsleven. Deze contacten
bepalen mede de ergernis of tevredenheid over de
informatieverplichtingen.

Het kabinet wil samen met deze organisaties een plan van aanpak
opstellen om de doelstelling voor 2011 te bereiken.

Tabel: top 10 uitvoeringsorganisaties met belangrijke rol voor regeldruk

1.	Belastingdienst inclusief Toeslagen

2.	Kamers van Koophandel 

3.	Arbeidsinspectie 

4.	Douane 

5.	Waterschappen 

6.	Dienst Regelingen 

7.	Rijjksdienst voor het Wegverkeer 

8.	SenterNovem , inclusief uitvoering Landelijke Meldpunt Afvalstoffen

9.	Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

10.	Voedsel en Warenautoriteit 



In de top 10 komen ook de gemeenten voor. Het kabinet wil ten aanzien
van de gemeenten bereiken dat aan het einde van de kabinetsperiode:

tenminste 200 gemeenten, 

die gezamenlijk minimaal de helft van alle in Nederland gevestigde
bedrijven huisvesten, 

de kwaliteit van hun dienstverlening periodiek meten, en 

tenminste werken naar het niveau van de minimumnorm.

2.3 Merkbaar

Het kabinet wil net als de Kamer weten wat de invloed is van al deze
acties op het terrein van regeldruk. Daarom meet het kabinet elk
voorjaar in hoeverre ondernemers last hebben van regeldruk. 

In de belevingsmonitor worden meerdere stellingen over regeldruk aan
ondernemers voorgelegd. Enkele van deze stellingen hangen nauw samen met
de hierboven genoemde speerpunten van het programma. Het kabinet wil dat
de beleving van ondernemers zich op deze punten positief ontwikkelt. 

Het kabinet streeft daarom naar de volgende doelstellingen voor de
beleving van ondernemers in 2011:

% ondernemers dat aangeeft nauwelijks of geen hinder te ondervinden van:
Huidige

score	Doel-

stelling	Absolute 

mutatie	Relatieve 

mutatie

1.   onnodige informatieverplichtingen	32	40	+ 8%	+ ca. 25%

2.   hoge kosten om te voldoen aan regelgeving	36	45	+ 9%	+ ca. 25%

3.   strenge eisen van toezichthouders	52	60	+ 8%	+ ca. 15%

4.   voortdurend wijzigen van wetten en regels	47	55	+ 8%	+ ca. 15%



Verder streeft het kabinet ernaar dat ondernemers de kwaliteit van
dienstverlening, die in het kader van de belevingmonitor in kaart wordt
gebracht, zowel door gemeenten als door uitvoeringsorganisaties met een
7 waarderen.

3.   Hulp van…..

Verschillende partijen assisteren het kabinet bij het reduceren van
regeldruk. De belangrijkste acties en gebeurtenissen van de afgelopen
maanden treft u in dit hoofdstuk aan.

Commissie Wientjes

De Commissie Regeldruk Bedrijven, onder voorzitterschap van de heer
Wientjes, is ingesteld om het kabinet kritisch te volgen op het gevoerde
beleid met betrekking tot vermindering van de regeldruk. 

De Commissie is dit jaar vijf keer bijeengeweest en richt zich op
reducties voor zowel de lange als de korte termijn. De Commissie heeft
spoedig na haar aantreden twee adviezen uitgebracht die vrij snel door
het kabinet zijn opgevolgd: de vereenvoudiging van de
verpakkingenbelasting en de afschaffing van de eerstedagsmelding in zijn
huidige vorm. Het kabinet zal binnenkort reageren op het advies over de
vereenvoudiging van de Wet Identificatieplicht en de Wet Arbeid
Vreemdelingen.

De Commissie blijft voortvarend aan de slag: gewerkt wordt aan adviezen
over de afschaffing van de exploitatievergunning en de verplichte
onafhankelijke welstandstoets. 

Zij buigt zich nu over de wenselijkheid van horizonbepalingen in
wetgeving en zal advies uitbrengen over de nota “Vertrouwen in
Wetgeving” van de minister van Justitie. De commissie heeft het
ministerie van Justitie aangeboden een bijdrage te willen leveren aan
het uitwerken van alternatieven voor wetgeving. 

Nog dit jaar zal de Commissie tenslotte een top tien presenteren van
knelpunten rond regeldruk die om een snelle oplossing vragen.

Gemeenten

Veel gemeenten zijn bezig met het aanpakken van regeldruk. De Regiegroep
Regeldruk en de Taskforce Wallage stimuleren daarbij. Voor gemeenten is
de afgelopen periode een aantal producten gerealiseerd waarmee zij hun
regeldruk kunnen aanpakken. Het komende jaar komt het aan op de
implementatie van deze instrumenten en het bereiken van merkbare
resultaten. Hiervoor is het van belang dat het bedrijfsleven op lokaal
en regionaal niveau met de gemeenten spreekt over het verminderen van
regeldruk en het verbeteren van de dienstverlening. Immers dan kunnen
gemeenten de lokale problematiek het beste aanpakken.

De VNG heeft de voor ondernemers relevante modelverordeningen (waaronder
de model-APV) gedereguleerd en aan gemeenten beschikbaar gesteld.
 Gemeenten zijn gestart om hun eigen locale verordeningen op basis van
de VNG-modellen aan te passen. De VNG zal eind 2008 aangeven hoe de
implementatie van de gedereguleerde modelverordeningen bij gemeenten
wordt opgepakt.

Veel gemeenten verplichten exploitanten van horecagelegenheden, naast de
horeca- en drankvergunningen, ook tot een exploitatievergunning. Er zijn
voor gemeenten echter ook alternatieve mogelijkheden voor de
exploitatievergunning. De Commissies Wientjes en Wallage brengen deze
alternatieven onder de aandacht van gemeenten. Afschaffing van de
exploitatievergunning is mogelijk vanaf 2008.

In augustus 2008 zijn 93 gemeenten geënquêteerd om beter zicht te
krijgen op hun prestaties op het gebied van regeldruk, toezicht en
dienstverlening. Uit de enquête komt een overwegend positief beeld naar
voren: veel van de gemeenten zijn druk bezig om verbeteringen te
realiseren:

68% heeft accountmanagement ingevoerd rond dienstverlening;

67% coördineert inspectiebezoeken;

66% heeft één fysiek loket gecreëerd voor ondernemers;

56% wisselt onderling relevante inspectiegegevens uit;

53% heeft de model-Algemene Plaatselijke Verordening van de VNG
overgenomen of is verder gegaan met deregulering;

51% biedt geïntegreerde aanvraagmogelijkheden (anders dan
horecavergunning) aan;

30% biedt ondernemers de mogelijkheid om een geïntegreerde aanvraag
voor een horecavergunning in te dienen;

Het is de bedoeling dat elk jaar een soortgelijk onderzoek wordt
uitgevoerd onder steeds meer gemeenten. Het kabinet stimuleert gemeenten
om volgend jaar mee te doen. 

Circa 270 gemeenten hebben een voucher gekregen voor de doorlichting van
de gemeentelijke regels. Eind 2008 zijn circa 100 gemeenten klaar met de
doorlichting, eind van het eerste kwartaal 2009 zijn dat circa 250
gemeenten. Als bijlage V is een landkaart opgenomen die een beeld geeft
van de resultaten van de voucherregeling per individuele gemeente. 

Om de regionale aanpak van regeldruk door gemeenten met het
bedrijfsleven te bevorderen stimuleert het kabinet dat in de twaalf
regio’s van de Kamers van Koophandel Regeldrukpanels worden opgericht.
Deze Regionale Regeldrukpanels bestaan uit bestuurders van de gemeenten
en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, die gezamenlijk op
bedrijven gerichte regeldrukprojecten initiëren en aansturen. De
regio’s Twente en West Brabant hebben inmiddels al besloten tot
oprichting van een Regionaal Regeldrukpanel. 

De Taskforce onder leiding van de heer Wallage heeft gemeenten geholpen
om het verminderen van de administratieve lasten voor burgers en
bedrijven te versnellen. De Taskforce realiseerde al diverse resultaten
die de regeldruk verminderen voor zowel burgers als bedrijven.

Resultaten Taskforce Wallage

•	Aankaarten problemen op rijksniveau (blokkades): nadat duidelijk was
waar de grootste problemen in medebewindwetgeving zaten, heeft de
taskforce met de betrokken bewindslieden erop aangedrongen om deze
blokkades weg te nemen, waaraan op diverse terreinen al gehoor is
gegeven (welstandsadvisering, afstemming Gemeentelijke
Basisadministratie en Burgerservicenummer, aanpak AL Drank- en
Horecawet, schrappen eis tot vermelding ‘beroep of betrekking’ in
het nachtregister).

•	Eenvoudiger modelverordeningen: modelverordeningen zijn
gedereguleerd en vereenvoudigd. De Taskforce roept gemeenten op ze als
uitgangspunt te gebruiken en méér te schrappen als dat mogelijk is. 

•	Realisatie normenkader voor ondernemers.

•	Actieve pioniergemeenten realiseren best practices: er wordt
momenteel door een honderdtal pioniergemeenten met 30 innovatieve
projecten die de regeldruk verminderen geëxperimenteerd.

•	Wedstrijd meest klantvriendelijke gemeente: gemeenten kunnen
praktijkvoorbeelden indienen waarin het verbeteren van de
dienstverlening centraal staat. De winnaar wordt tijdens het
VNG-jaarcongres van 2009 bekend gemaakt.

•	Website www.Minderregelsmeerservice.nl: deze laagdrempelige website
toont gemeenten goede voorbeelden van de aanpak van regeldruk.

•	Helpdesk voor gemeenten: met alle vragen van juridische of
organisatorische aard kunnen gemeenten terecht bij deze helpdesk.

De Taskforce doet dit najaar een oproep aan het Rijk en gemeenten waarin
vijf speerpunten voor een najaarsoffensief worden gepresenteerd:

1)	gemeenten, gebruik de vereenvoudigde VNG-modelverordeningen

2)	rijk, pak de blokkadelijst voortvarend aan;

3)	verbeter uw dienstverlening; Voor de dienstverlening aan bedrijven
worden gemeenten gestimuleerd het normenkader in te voeren.

4)	pas best practices van pioniergemeenten toe;

voorkom een regelreflex.

Europa

Sinds het Nederlandse EU-voorzitterschap van 2004 en het aantreden van
de Commissie Barroso heeft het zogenaamde integrale ‘EU-programma voor
Betere Regelgeving’ een sterker economisch karakter gekregen. In 2006
werd de kostprijs van de Europese administratieve lasten geschat op 3,5%
van het BBP van de EU. Een besparing van 25% kan volgens de Europese
Commissie tot 150 miljard euro (1,3% van het BBP) opleveren.

Het ziet ernaar uit dat ook tijdens de komende twee
EU-voorzitterschappen het onderwerp Betere Regelgeving hoog op de
Brusselse agenda zal staan. Tsjechië en Zweden zijn immers lidstaten
die zich ook op nationaal niveau aan een ambitieus reductieprogramma
voor bedrijven hebben gecommitteerd op basis van de Nederlandse
methodologie. 

In Europa is medio 2007 de Europese Commissie gestart met het meten
volgens Nederlands model van de administratieve lasten veroorzaakt door
bestaande EU-regelgeving voor 13 prioritaire domeinen. Deze domeinen
bestaan uit 42 richtlijnen en verordeningen die volgens de Commissie
samen verantwoordelijk zijn voor 80% van alle administratieve lasten op
EU-niveau. De meting van deze domeinen zal eind 2008 zijn afgerond. Nu
al is te constateren dat de vijf grootste lastenveroorzakers
BTW-wetgeving, Vennootschapsrecht, Voedselveiligheid, Aanbesteden en
Arbeidswetgeving zijn. 

Nederland is met twee leden, de heren Linschoten en Hontelez, goed
vertegenwoordigd in de groep Stoiber. Deze groep heeft een belangrijke
functie als adviseur van de EU Commissie. Met name de eerste adviezen
over onder meer ‘company law’ hebben een grote impact.

Ondernemerschap en het MKB zijn van groot belang voor het
concurrentievermogen, de groei en de dynamiek van de economie. De
Europese Commissie en de Europese Raad willen het potentieel van het MKB
meer benutten, aangezien de groei van het MKB in de EU achterloopt in
vergelijking met bijvoorbeeld de VS.

Het kabinet vindt het belangrijk dat ambitieuze en concrete acties
worden verbonden aan het zogenaamde 'denk eerst klein' principe. 

Onder meer door op EU-niveau een sterkere MKB-test in Impact Assessments
op te nemen, door het MKB als specifieke belanghebbende vroegtijdig te
betrekken bij voorgenomen EU-regelgeving en door het benoemen van
terreinen waar een lichter regime (of een vrijstelling) voor het MKB kan
gelden. Hierbij kan worden gedacht aan Jaarrekeningen, Statistieken,
Etikettering en Arbeidswetgeving. 

Het is van groot belang dat de Commissie nog voor de zomer van 2009 met
ambitieuze en concrete besparingsvoorstellen komt om 2012 als
implementatiedatum van het EU-actieprogramma daadwerkelijk te halen.
Nederland dringt er bij de Commissie dan ook op aan dat in de derde
strategische herziening van Betere Regelgeving (voorzien in januari
2009) al een eerste pakket reductievoorstellen wordt gepresenteerd. Voor
Nederland zou het vooral om maatregelen moeten gaan op de terreinen van
BTW, Douane, Jaarrekeningen, Arbeidswetgeving, Aanbesteden,
Voedselveiligheid, Statistieken (Intrastat), Financiële Diensten,
Milieu en Landbouw. 

Toezicht

Zeker vanuit het gezichtspunt van merkbaarheid is het toezicht voor
bedrijven een belangrijke bron van regeldruk. 

De taak om de toezichtlasten voor bedrijven voor 2011 terug te dringen
met 25% ligt primair bij de inspectiediensten en de vakdepartementen. De
uitvoering is neergelegd bij de Inspectieraad in het programma
Vernieuwing Toezicht. 

Zoals eerder gemeld, is in negentien domeinen - samen met de branches -
nagegaan of er sprake is van toezichtlasten en zo ja, wat de oorzaken
ervan zijn. Betrekkelijk hoge kwantitatieve toezichtlasten vanuit
rijksinspecties worden in vijf domeinen (horeca, vleesketen, land- en
tuinbouw, wegtransport en recreatie) aangetroffen. Met de getroffen
maatregelen vanuit het programma Vernieuwing Toezicht zijn die lasten
inmiddels aanmerkelijk verminderd en in de voor MKB bedrijven relevante
domeinen wordt een beperking van het aantal bezoeken door
rijksinspecties bij MKB bedrijven tot maximaal twee per jaar
doorgevoerd.

Daarbij blijkt uit metingen dat bedrijven en instellingen er vooral
behoefte aan hebben dat de inspecteurs deskundig zijn, goed communiceren
en gericht zijn op echte risico’s en slechte nalevers. Een dergelijke
professionalisering bij rijksinspecties is de kern van het programma
Vernieuwing Toezicht, waarover de Kamer nog dit jaar in een
afzonderlijke brief wordt geïnformeerd. 

In opdracht van de minister van VROM heeft een commissie onder
voorzitterschap van oud-burgemeester Mans een analyse gemaakt van het
toezicht op de VROM-regels. De commissie beveelt aan tot een herordening
van het in medebewind uitgevoerde toezicht op VROM-regels. Het kabinet
volgt de commissie hierin met een keuze voor een robuuste landsdekkende
uitvoeringsstructuur van maximaal 25 regionale omgevingsdiensten, ter
grootte van de politieregio's. Bij deze diensten zal het door de
gemeenten, provincies en waterschappen uitgevoerde toezicht worden
ondergebracht. Hiermee daalt het aantal organisaties dat zich bezighoudt
met lokaal en regionaal toezicht van ca. 500 tot 25. Provincies en
gemeenten zullen de komende maanden initiatieven ontplooien om tot deze
omgevingsdiensten te komen. In april 2009 zal het kabinet vervolgens
bezien of de genomen initiatieven afdoende zijn.

4.	Voorkomen is…..

Om regeldruk niet alleen te verminderen, maar ook structureel te
voorkómen, is het belangrijk dat al vroeg in het beleids- en
wetgevingsproces aandacht aan regeldruk wordt besteed. Het verminderen
van regeldruk is daarom ook een belangrijke doelstelling van het
integraal wetgevingsbeleid, waarin wetgeving wordt beschouwd als
onderdeel van de gehele beleidscyclus (van agendavorming tot evaluatie).
Het kabinet heeft dit uitgewerkt in de nota Vertrouwen in wetgeving. 

De speerpunten nota Vertrouwen in wetgeving.

•	Terughoudendheid met wetgeving: zuinig met regels door vroeg in het
beleidsproces uitdrukkelijk aandacht te besteden aan nut en noodzaak van
wetgeving, alternatieve vormen van overheidsinterventie en de effecten
voor de samenleving;

•	Ruimte bieden aan burgers, bedrijven en uitvoerende organen:
wetgeving moet zo min mogelijk verplichtingen opleggen of lasten geven.
Burgers en bedrijven wordt vertrouwen gegeven door minder gedetailleerde
regels, minder vergunningseisen en minder verantwoordingsplichten;

•	Heldere, uitvoerbare wetgeving met aandacht voor transparantie bij
de voorbereiding;

•	Meer aandacht voor informatie- en communicatietechnologie: een
voorbeeld is het Nederlandse Taxonomieproject van Justitie en Financiën
dat heeft laten zien dat gezamenlijke afspraken kunnen worden gemaakt
met het bedrijfsleven over definities die in diverse wetten worden
gehanteerd met betrekking tot gegevensverschaffing;

•	Meer aandacht voor Europese en internationale aspecten.

Een van de instrumenten die Justitie in dit kader - in samenwerking met
alle ministeries en ACTAL – ontwikkelt, is een integraal
afwegingskader (IAK) voor beleid en wetgeving waarin een aantal
kwalitatieve criteria is opgenomen, zoals alternatieven voor en in
wetgeving die nieuwe regeldrukverhogende regels kunnen voorkomen. Na
toepassing van deze instrumenten op de in kaart gebrachte alternatieven
kan een afgewogen keuze voor de beste inrichting van beleid of wetgeving
worden gemaakt. Het kader zal door de ministeries worden toegepast in
hun beleids- en wetgevingsproces. De eerste versie van het kader –
waarvoor onder meer de richtsnoeren voor Regulatory Impact Analysis
(RIA) van de EU model hebben gestaan – wordt eind 2008 opgeleverd en
getest in een aantal pilotprojecten. Mede op basis van de ervaringen
daarbij, zal in 2009 doorontwikkeling plaatsvinden.

Het kabinet wil dat aan het einde van deze kabinetsperiode de analyse en
beoordeling van regeldrukaspecten van nieuwe wetgeving door toepassing
van het integraal afwegingskader structureel is verankerd in de
departementale organisaties en processen. ACTAL heeft als taak deze
‘verinnerlijking’ te bevorderen. Mede daarom is de termijn waarvoor
ACTAL is ingesteld eerder dit jaar verlengd tot 1 juni 2011. Gedurende
deze kabinetsperiode moeten voldoende waarborgen worden gecreëerd voor
reguliere toetsing in het wetgevingproces. 

Aan het einde van deze kabinetsperiode wordt ACTAL geëvalueerd.



De ACTAL-taken tot juni 2011.

•	Adviseren over alle aspecten van regeldruk, zoals administratieve
lasten, nalevingskosten, uitvoeringskosten, toezichtlasten en
interbestuurlijke lasten;

•	Adviseren van de regering op strategisch niveau over
regeldrukaspecten;

•	Adviseren over de ontwikkeling en de toepassing van het integrale
afwegingskader bij de voorbereiding van beleid en regelgeving.

Een ander belangrijk instrument in het integraal wetgevingsbeleid is
openbare internetconsultatie over voorgenomen wetgeving. In het
kabinetsstandpunt Openbare internetconsultatie bij departementale
voorbereiding van wetgeving geeft het kabinet aan internetconsultatie
een waardevolle aanvulling te vinden op de bestaande mogelijkheden voor
consultatie over wetgeving. 

Met deze internetconsultatie beoogt het kabinet het bevorderen van de
openbaarheid en transparantie over voorbereiding van wet- en regelgeving
en het beter gebruik maken van de in de samenleving aanwezige kennis en
ervaring. 

Een rijksbreed experiment met internetconsultatie start in de zomer van
2009. Ministeries kunnen echter nu al zelf besluiten om wetsvoorstellen
via internet ter consultatie aan te bieden; dit wordt ook al regelmatig
gedaan.

Kwantificering van de ingeschatte AL voortvloeiend uit voorgenomen
EU-regelgeving voor bedrijven maakt al verplicht onderdeel uit van de
huidige richtsnoeren voor Europese impact assessments. Op Europees
niveau heeft Nederland afgelopen zomer een bijdrage geleverd aan de
publieke consultatie over de herziene richtsnoeren voor impact
assessments van de Europese Commissie. Daarbij is onder meer ingebracht
dat de bruikbaarheid van impact assessments voor de Europese politieke
besluitvorming kan worden vergroot door ze te voorzien van een beknopte
oplegnotitie met de belangrijkste uitkomsten, zoals de verwachte kosten
en baten van de verschillende opties en de bijbehorende netto effecten
op (onder meer) het bedrijfsleven. 

 Voortgangsrapportage Vernieuwing Toezicht, eind 2008

 Kamerstuk 29515, nr 249

  Kamerstukken 29515, nr 249

 Brief van 16 juli 2008 (Kamerstukken 29515).

 Kamerstukken TK 2008-2009, 31731, nr. 1

 PAGE    

 PAGE   36 

Belangrijke maatregelen die op dit moment door het kabinet worden
voorbereid zijn:

•	afschaffing van de eerstedagsmelding in zijn huidige vorm in 2009;

•	meer ondernemers kunnen volstaan met een kwartaalaangifte BTW vanaf
2009;

•	vereenvoudiging van de loonheffing in 2010;

vereenvoudiging van de verpakkingenbelasting in 2009;

•	invoeren van één omgevingsvergunning in plaats van 25
verschillende in 2010;

•	afschaffing van  de onafhankelijke welstandtoets;

•	vereenvoudigingen en minder verplichtingen in de Drank en Horecawet
in 2009.

De afgelopen maanden zijn ook reductie-maatregelen gerealiseerd:

schattingen en uitstelverzoeken kunnen per 1 juli  2008 elektronisch
worden verstuurd aan de Belastingdienst;

ook de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is nu elektronisch aan te vragen;

vele procedures rond bouwen en verbouwen zijn geschrapt of vereenvoudigd
sinds juli 2008;

verschillende gemeentelijke brandveiligheidsvoorschriften zijn
geüniformeerd per 1 november 2008;

financiële instellingen hoeven geen ‘kopietje paspoort’ meer te
bewaren van hun klanten sinds 1 augustus 2008;

de meeste import- en exportvergunningen voor landbouwproducten zijn door
de EU per 1 juli  2008 afgeschaft.

Andere voorbeelden op het gebied van lonen, belastingen en premies:

De VAR wordt vanaf 2010, automatisch verleend als deze drie jaar op rij
op dezelfde gronden is verstrekt;

Eenvoudiger terugvragen BTW over buitenlandse aankopen met ingang van
2010;

Stimulering eFacturering, ook vanuit Brussel.

Andere voorbeelden op het gebied van verslaglegging en vennootschappen:

Gerechtsdeurwaarders krijgen vanaf 2009 eenvoudiger informatie over
schuldenaren en kunnen elektronisch beslag leggen.

Met de implementatie van de Dienstenrichtlijn wordt uiterlijk december
2009 één loket gerealiseerd voor afwikkeling van procedures met
instanties.

Onderzocht wordt of de identificatieplicht door uitzendbureaus minder
belastend kan worden gemaakt.

Andere voorbeelden op het gebied van omgeving:

Met de nieuwe Waterwet worden in 2009 zes verschillende vergunningen
gebundeld.

Door instelling van de Gegevensautoriteit Natuur besparen bouwbedrijven
tijd bij  discussies rond de aanwezigheid van flora en fauna op
bouwgronden.

De aanbiedingsprocedure van met voorkeursrecht belaste gronden door
bedrijven aan overheid wordt simpeler in 2009.

Andere voorbeelden op het gebied van veiligheid en risico:

De voor hotels verplichte registratie van beroep in het nachtregister
wordt geschrapt. 

De vergunning voor de aanwezigheid van behendigheidsautomaten in de
horeca wordt afgeschaft.

ICT-toepassingen kunnen op elk gebied helpen aan een verbetering van
service door de overheid.

Het kabinet zal op initiatief van de staatssecretaris  van BZK medio
november samen met de medeoverheden afspraken maken over de
totstandkoming van een Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en
e-overheid (NUP). In het NUP staat hoe e-overheid gericht kan worden
benut voor betere dienstverlening aan bedrijven (en burgers). Een
basisinfrastructuur die het mogelijk moet maken dat de e-overheid
bijdraagt aan vermindering van regeldruk wordt hiermee een stap verder
gebracht.

De staatssecretaris van BZK zal dit najaar in een brief de Kamer
informeren over het NUP en de afspraken hierover met de mede-overheden.

Naast het NUP is een beoordelingskader gereed voor het bepalen en
versterken van de bijdrage van ICT-projecten aan vermindering van
regeldruk. Het kader zal aan de hand van een aantal concrete projecten
op bruikbaarheid worden gevalideerd en getoetst. Vanaf eind 2008 kunnen
overheidsorganisaties van het kader gebruik maken.  

Doelstellingen zoals opgenomen in het plan van aanpak regeldruk van juni
2007

De administratieve lasten worden in deze kabinetsperiode met netto 25%
verlaagd. 

De nalevingskosten van regels worden teruggebracht in die gevallen waar
de gebleken kosten onevenredig hoog zijn voor de ondernemer in
verhouding tot het algemene belang dat met deze regels gediend is;

In overleg met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven is een aantal
toezichtsdomeinen geselecteerd. Het streven is om op deze domeinen de
lasten van rijkstoezicht met gemiddeld een kwart per domein terug te
brengen. 

Alle bestaande rijkssubsidies voor bedrijven moeten met waarborging van
de rechtmatigheid aan het eind van de kabinetsperiode lastenarm zijn
ingericht;

De procedure van vergunningverlening wordt versneld door bundeling van
vergunningen en, waar mogelijk, ruimere toepassing van het instrument
van de Lex Silencio positivo;

De dienstverlening aan ondernemers wordt sneller en beter. Het doel van
het kabinet is om de professionaliteit en klantgerichtheid van de
dienstverlening door de overheid te verbeteren;

De informatievoorziening richting de ondernemer wordt verbeterd. Alle
informatie richting de ondernemer behoort zoveel mogelijk via één
kanaal te lopen, invoering van Vaste Verander Momenten en begrijpelijke
formulieren.