Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven (najaar 2008)
Bijlage
Nummer: 2008D13439, datum: 2008-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven (najaar 2008) (2008D13438)
Preview document (🔗 origineel)
Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven, november 2008 Samenvatting De afgelopen maanden heeft het kabinet het overzicht van zestig maatregelen uit de Meirapportage nader ingevuld en uitgebreid. Het resultaat is een elftal departementale reductieplannen met een uitgebreid pakket aan maatregelen die de regeldruk verder terugdringen. Met de tijdige implementatie door de departementen van deze maatregelen kan de kabinetsdoelstelling voor de reductie van administratieve lasten worden bereikt. Om ook de doelstellingen op de andere onderdelen te kunnen bereiken, wordt op diverse gebieden nog verder gegraven. De departementale plafonds met betrekking tot administratieve lasten (AL) zijn nu ingevuld, zodat inzichtelijk is in welke mate de individuele departementen bijdragen aan de 25% AL reductiedoelstelling. Het kabinet heeft omwille van maximale transparantie en monitoring haar doelstellingen op het gebied van regeldruk nu verder geconcretiseerd in 12 meetbare doelstellingen (met bijbehorende indicatoren), onderverdeeld naar de thema’s minder (de reducties), makkelijker (de dienstverlening) en merkbaar (het totaal). Op deze wijze wordt de voortgang van de operatie inzichtelijk gemaakt in deze en de komende rapportages. In het kader van minder last van regeldruk is per 30 september 2008 in deze kabinetsperiode inmiddels netto 8 % reductie gerealiseerd op administratieve lasten. De komende jaren loopt dit op tot een totale reductie van ruim 25% in 2011. In domeinen waar knelpunten rond toezichtlasten vanuit het rijk werden geconstateerd, wordt gewerkt aan maatregelen om deze lasten merkbaar terug te dringen met 25 % (ruim 25 miljoen euro, aanvullend op de taakstelling met betrekking tot administratieve lasten). MKB-bedrijven kunnen daarbij bijvoorbeeld rekenen op maximaal 2 inspecties per jaar. De inspecties zijn op verzoek van bedrijven en instellingen bovendien bezig met het versterken van hun kwaliteit en het beter toepassen van selectiviteit. Deze acties zijn onderdeel van het programma Vernieuwing Toezicht, waarover de Kamer in een afzonderlijke rapportage door de minister van BZK wordt geïnformeerd. Op het vlak van de nalevingskosten zijn zeven pilots afgerond om de meetmethode te testen. Tegelijkertijd zijn al concrete reductievoorstellen geïnventariseerd op diverse terreinen. Dit gaat bedrijven zo’n € 150 mln besparen. Voor 23 aanvullende gebieden is het kabinet nu bezig de door het bedrijfsleven aangedragen knelpunten te concretiseren. De Europese aanbesteding van de daadwerkelijke metingen op deze gebieden moet begin 2009 zijn afgerond. Het kabinet stelt in 2009 het gebruik van een nieuw subsidiekader wettelijk verplicht binnen de rijksoverheid ten behoeve van het lastenarm inrichten van subsidies. Dit helpt bij het bereiken van de doelstelling dat voor 2011 alle subsidies voor bedrijven lastenarm zijn ingericht. Vooruitlopend daarop zijn sinds maart 2007 zeven subsidieregelingen lastenarmer gemaakt. Om het bedrijven makkelijker te maken wordt de dienstverlening door de overheid sneller en beter. Heldere informatie voor ondernemers is nu te vinden op www.antwoordvoorbedrijven.nl. Voorts zal het kabinet met ingang van 1 januari 2009 integraal vaste data invoeren voor inwerkingtreding van wetten en AMvB’s met directie relevantie voor bedrijven. Het aantal vergunningstelsels uit 2007 met de Lex Silencio (“wie zwijgt stemt toe”) wil het kabinet in de komende jaren verdubbelen. In brieven van de minister van Justitie en de staatssecretarissen van EZ en Financiën over vaste verandermomenten en Lex Silencio is meer over deze initiatieven te lezen. Eerstgenoemde brief wordt tegelijk met deze rapportage aan de Kamer aangeboden, de brief over Lex Silencio volgt nog dit jaar. te helpen bij het naleven van vaak complexe wetgeving. Daarbij wil het kabinet goede dienstverlening aan bedrijven bevorderen met “’Een goede dienst bewijzen”, een nieuw ontwikkeld normenkader voor dienstverlening. Het kabinet wil bereiken dat dit kader in 2011 bij tenminste 200 gemeenten is ingevoerd. Bovendien verkent het kabinet de mogelijkheden om een soortgelijk “Bewijs van Goede Dienst” te ontwikkelen voor de andere organisaties uit de top 10 van belangrijke loketten waar de ondernemer vanwege regelgeving vaak mee in aanraking komt. Om de invloed van deze acties op het uiteindelijke resultaat, merkbare verbeteringen in de beleving van ondernemers, in het oog te houden, meet het kabinet periodiek in hoeverre ondernemers aangeven last te hebben van bijvoorbeeld het voortdurend wijzigen van regelgeving, hoge kosten om te voldoen aan regelgeving of hinder hebben van onnodige informatieverplichtingen. Ook hiervoor zijn nu concrete doelstellingen voor 2011 vastgelegd. Daarmee geeft het kabinet invulling aan de motie Smeets/Blanksma. Naast al deze initiatieven op rijksniveau, zijn ook veel gemeenten bezig met het reduceren van regeldruk. De Taskforce Wallage, die gemeenten helpt bij de vermindering van regeldruk, zet deze maanden een najaarsoffensief in. Ook op EU-niveau worden de onderwerpen die de grootste lasten veroorzaken in kaart gebracht. Het kabinet werkt samen met de Europese Commissie aan een in januari 2009 te presenteren pakket reductievoorstellen om invulling te geven aan de 25% taakstelling die in de EU is afgesproken. Tegelijkertijd blijft aandacht noodzakelijk voor het voorkomen van nieuwe regeldruk. Op dit moment wordt binnen de rijksoverheid met een aantal aparte toetsen op (onnodige) regeldruk gewerkt. Vanaf volgend jaar gebeurt dit met een nieuw integraal toetsingskader, waarin ook veel aandacht wordt besteed aan alternatieven voor nieuwe regels. Het kabinet wil dat in 2011 de analyse en beoordeling van regeldrukaspecten in nieuwe regels verankerd is binnen de departementen. ACTAL heeft tot taak deze ‘verinnerlijking’ te stimuleren. Daarom is de termijn waarvoor externe waakhond ACTAL is ingesteld eerder dit jaar verlengd tot 1 juni 2011. Inhoudsopgave Inleiding en leeswijzer 1. Nieuwe initiatieven voor efficiëntere regelgeving 1.1 Lonen, belastingen en premies 1.2 Verslaglegging en vennootschappen 1.3 Omgeving 1.4 Veiligheid en Risico 1.5 Zorg, Jeugdzorg en Kinderopvang 1.6 Dienstverlening 2. Doelen in zicht… 2.1 Minder 2.2 Makkelijker 2.3 Merkbaar 3. Hulp van… 4. Voorkomen is… Bijlagen I Overzicht reducties administratieve lasten II Overzicht reducties nalevingskosten III Toelichting nulmeting administratieve lasten 2007 IV Methodologische toelichting belevingsmonitor V Overzichtskaart gemeenten VI Realisaties administratie lasten 3e kwartaal 2008 Inleiding en leeswijzer Voor u ligt de integrale voortgangsrapportage regeldruk bedrijven van november 2008. In deze voortgangsrapportage wordt u geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van de aanpak van de regeldruk voor bedrijven. In de vorige integrale Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven van mei 2008 zijn in de bijlage zestig maatregelen opgenomen die de regeldruk voor bedrijven verminderen. De afgelopen maanden zijn deze zestig maatregelen verder geconcretiseerd en uitgebreid. Dit resulteert in een omvangrijk pakket van acties ter vermindering van de regeldruk voor ondernemers. Een groot deel van deze activiteiten is te vinden in de bijlagen I (administratieve lasten) en II (nalevingskosten). Beide bijlagen zijn, zoals toegezegd aan de Kamer, nu ook voorzien van duidelijke verantwoordelijkheden, ingangsdata en reductiebedragen. Met deze activiteiten kan de kabinetsdoelstelling voor administratieve lasten worden bereikt, maar zijn de doelstellingen op andere gebieden nog niet geheel binnen bereik. De komende tijd wordt dan ook benut om op een aantal gebieden nog verder te graven en de benodigde vereenvoudigingsvoorstellen te identificeren en in gang te zetten. In hoofdstuk 1 worden de belangrijkste vereenvoudigingsmaatregelen van het reductiepakket beschreven. Uiteraard is daarbij ook aandacht voor de vereenvoudigingen die het afgelopen half jaar zijn doorgevoerd. In hoofdstuk 2 kunt u terugvinden wat het pakket aan maatregelen betekent voor de verschillende (kwantitatieve) doelstellingen. Ook bij gemeenten, toezichthouders en in Europa wordt hard gewerkt aan het terugdringen van de regeldruk. De laatste ontwikkelingen daaromtrent zijn beschreven in hoofdstuk 3. Daar wordt tevens ingegaan op de inspanningen van de Commissie Regeldruk Bedrijven. Net zo belangrijk als het verminderen van regeldruk binnen bestaande wet- en regelgeving is het tegengaan van nieuwe regeldruk als gevolg van nieuw beleid. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 dan ook beschreven wat de laatste ontwikkelingen zijn ten aanzien van de verinnerlijking van de aandacht voor regeldruk bij nieuw beleid. 1. Nieuwe initiatieven voor efficiëntere regelgeving In de bijlage van het Plan van Aanpak Regeldruk Bedrijven van 2007 staan 22 belangrijke regeldrukproblemen die het kabinet in deze kabinetsperiode wil oplossen. In de Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven van mei 2008 is dit aangevuld tot 60 knelpunten en concrete acties voor een verdere vermindering van de merkbare regeldruk. De afgelopen maanden heeft het kabinet deze maatregelen geconcretiseerd en verder uitgebreid. Dit resulteert in een uitgebreid pakket maatregelen dat de regeldruk voor ondernemers merkbaar moet gaan verminderen. In lijn met toezeggingen aan de Kamer worden de reductieplannen van de departementen EZ, Jeugd en Gezin, Justitie, LNV, VenW, VROM en VWS door de betreffende bewindspersonen aan de Kamer aangeboden. Dit gebeurt los van deze rapportage, maar in ieder geval nog dit kalenderjaar. De overige departementen volstaan met het weergeven van hun reductieplan via deze rapportage. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste vereenvoudigingsvoorstellen behandeld met ook aandacht voor de vereenvoudigingen die in het afgelopen halfjaar zijn gerealiseerd. Zoals inmiddels gebruikelijk in de voortgangsrapportages zijn de vereenvoudigingsvoorstellen gerangschikt aan de hand van de volgende thema’s: 1.1 Lonen, belastingen en premies 1.2 Verslaglegging en vennootschappen 1.3 Omgeving 1.4 Veiligheid en risico 1.5 Zorg, jeugdzorg en kinderopvang 1.6 Dienstverlening. 1.1 Lonen, belastingen en premies Alle ondernemers moeten belasting betalen. Tevens hebben veel ondernemers personeel in dienst. Vereenvoudigingen binnen het thema ‘lonen, belastingen en premies’ zijn dan ook direct merkbaar voor heel ondernemend Nederland. Om de regeldruk op dit terrein verder te verminderen wordt de komende jaren nog een groot aantal vereenvoudigingen doorgevoerd. Te denken valt aan het verhogen van de grens voor de kwartaalaangifte BTW en het afschaffen van de eerstedagsmelding (EDM). Maar ook aan een stevige vereenvoudiging van de loon- en premieheffing en een verdere uitbreiding van de mogelijkheden voor toepassing van XBRL (eXtensible Business Reporting Language), een standaard om gegevens efficiënter uit te wisselen. Bovendien werkt men in Brussel aan een vereenvoudiging van de omzetbelasting. Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden: De schattingen en uitstelverzoeken voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting kunnen met ingang van 1 juli 2008 elektronisch worden verstuurd aan de Belastingdienst. Dit betekent voor bedrijven een structurele reductie van de administratieve lasten met € 15 mln. Sinds 1 juli 2008 kan de suppletieaangifte (correctie) BTW elektronisch worden ingevuld. Een reductie van administratieve lasten met bijna € 11 mln. Bezwaar maken tegen een belastingaanslag? Vroeger moest dat schriftelijk, per 1 juli 2008 kan dat ook online. Resultaat is € 7 mln minder administratieve lasten voor ondernemers. BTW-aangiften kunnen vanaf 1 april met gebruikmaking van XBRL worden ingediend. Dat betekent op termijn een besparing van ruim € 9 mln. De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) voor ondernemers is sinds oktober elektronisch aan te vragen bij de Belastingdienst: meer gemak, aanmerkelijk minder irritatie en € 150.000 minder administratieve lasten voor bedrijven. Het papieren Eurovignet voor transportondernemers is per 1 oktober 2008 vervangen door een elektronische versie. Voertuigen hoeven nu niet meer staande gehouden worden voor controles. Voortgang op de belangrijkste maatregelen in voorbereiding Belastingen eenvoudiger Met het Belastingplan 2009 wordt de regeldruk voor ondernemers verder verminderd. De grens voor ondernemers die de BTW per kwartaal mogen aangeven wordt verhoogd van €7.000 naar €15.000. Dit betekent dat straks bijna 50.000 ondernemers nog maar vier in plaats van twaalf keer per jaar BTW aangifte hoeven te doen. Bovendien komt de Europese Commissie medio 2009 met voorstellen om de regeldruk rond de omzetbelasting substantieel terug te dringen, als onderdeel van de 25 % taakstelling in Europa. Elektronisch factureren is hierbij belangrijk. In de aanloop naar het EU-plan onderzoekt het kabinet of uniformering van het lage en hoge BTW-tarief mogelijk is. De eerstedagsmelding, waarbij werkgevers verplicht zijn van iedere nieuwe werknemer melding te maken bij de Belastingdienst vòòr de eerste werkdag, wordt per 1 januari 2009 afgeschaft. De melding blijft wel bestaan in die gevallen dat sprake is van bijzondere risico’s op fraude of illegale tewerkstelling. Zo vervalt voor het overgrote deel van de werkgevers één van de grootste ergernissen. De maatregel zorgde immers voor een hoop administratieve rompslomp, terwijl de effectiviteit werd betwist. Ook de verpakkingenbelasting wordt vereenvoudigd, waar mogelijk nog met terugwerkende kracht. Per 1 januari 2009 wordt het aantal tarieven gehalveerd en geldt de heffing niet meer voor pallets en kratten. Hiermee wordt een einde gemaakt aan een aantal grote irritaties van het bedrijfsleven. Op weg naar vereenvoudiging loonheffingen Het kabinet wil een aantal concrete stappen zetten richting één loonsomheffing. Met één loonsomheffing kan een belangrijke administratieve lastenverlichting voor werkgevers en de Belastingdienst worden bereikt. Een dergelijke stelselwijziging is zeer ingrijpend en gaat dus niet in één keer. Bovendien wordt nu onderzoek gedaan naar vooral de koopkrachteffecten. Een belangrijke eerste stap is het al eerder vervallen van de ww-premie voor werknemers per 1 januari 2009. Het is verder van belang dat de huidige verschillen tussen de loonbegrippen van de verschillende heffingen en premies worden weggenomen. Deze verschillen zijn in de praktijk vaak onbegrijpelijk en leveren veel rompslomp op. Om tot een eenduidig loonbegrip te komen, moeten met name nog drie verschillen worden weggenomen, namelijk die bij de auto van de zaak, de levensloopregeling en de werkgeversvergoeding Zorgverzekeringswet (ZVW). De besluitvorming voor de volgende stappen zal in het voorjaar 2009 worden gepresenteerd. Deze vereenvoudigingen zullen er, in combinatie met een aantal handreikingen op softwaregebied zoals XBRL, toe leiden dat alle werkgevers een merkbare vermindering van administratieve lasten zullen ervaren. Het is helaas niet mogelijk gebleken om een uitzondering op de verplichte maandaangifte te maken voor die gevallen dat er alleen maar een directeur grootaandeelhouder is. Voor deze categorie wordt specifiek nog naar mogelijke vereenvoudigingen gezocht. Uitbreiding toepassing XBRL Toepassing van XBRL (eXtensible Business Reporting Language, een standaard om gegevens uit te wisselen) heeft op het terrein van de jaarrekeningen al bewezen een bijdrage te kunnen leveren aan het verminderen van de regeldruk. Hiermee kunnen eenmalig gegevens worden gelabeld en vervolgens voor verschillende doelen worden gebruikt. Voor het belastingjaar 2008 wordt in 2009 een proef gedaan met een verkorte winstaangifte voor de vennootschapsbelasting op basis van XBRL. Daardoor kan voor veel ondernemers in het MKB een groot aantal vragen buiten beschouwing worden gelaten. Als deze proef positief uitpakt zal de verkorte winstaangifte algemeen mogelijk worden gemaakt. Er is bij intermediairs heel veel belangstelling voor deelname aan deze proef voor hun klanten. Daarnaast wordt naar analogie ook gewerkt aan een vereenvoudiging van de aangifte inkomstenbelasting op basis van XBRL. Het is sinds april mogelijk om BTW aangiftes door middel van XBRL in te dienen en daar zijn in het tweede en derde kwartaal van dit jaar 1900 aangiftes binnengekomen. Er is een beperking aangehouden door de Belastingdienst in deze opstartfase. De planning is erop gericht vanaf 1 januari 2009 ook loonheffingaangiften met behulp van XBRL mogelijk te maken. Aanvullende identificatie- en verificatieverplichtingen Wet arbeid vreemdelingen (Wav) De commissie Wientjes heeft aangegeven dat veel bedrijven last hebben van identificatieplichten. Uit belevingsonderzoek onder ondernemers blijkt dat een aantal sectoren hinder ervaart bij de uitvoering van deze verplichtingen uit de Wet op de Identificatieplicht (WID), Algemene Wet op de Rijksbelastingen (Awr) en de Wav. Als oplossing wordt de website www.identiteitsdocumenten.nl (vanaf medio 2008) uitgebreid met een overzicht van de relevante identiteitsdocumenten die in Europa worden gebruikt. Hier staan ook alle Nederlandse identiteitsbewijzen op met hun echtheidskenmerken. Daarnaast wordt de overheidsvoorlichting over de identificatie- en verificatieverplichtingen aan werkgevers geüniformeerd. Het voorlichtingsmateriaal wordt in het najaar van 2008 voorgelegd aan werkgeverorganisaties om na te gaan of het duidelijk is en voldoet aan de informatiewens van ondernemers. De Arbeidsinspectie zal periodiek met brancheorganisaties overleggen over de informatie aan werkgevers en over door hen ervaren knelpunten bij inspecties. 1.2 Verslaglegging en vennootschappen Veel ondernemers komen in aanraking met wet- en regelgeving op het gebied van verslaglegging en vennootschappen. Het is voor kleine rechtspersonen mogelijk om hun jaarrekening voor 2007 op te stellen op basis van dezelfde waarderingsgrondslagen die zij ook toepassen bij de aangifte vennootschapsbelasting (de zogeheten samenval commerciële en fiscale jaarrekening). Samen met de invoering van XBRL maakt dit dat de regeldruk op dit terrein sterk vermindert. Er zijn overigens nog maar marginaal jaarrekeningen in XBRL binnengekomen bij de KvK (15 stuks). Dat heeft verschillende oorzaken. Van belang is dat de wetswijziging met betrekking tot de samenval van commerciële en fiscale jaarrekening pas in de loop van 2008 is goedgekeurd. Jaarrekening en winstaangifte kunnen nu door de samenvalmogelijkheid en gebruik van XBRL via één gegevensset aan zowel Belastingdienst als KvK worden aangeleverd. Het rendement daarvan komt pas binnen bereik als softwareleveranciers, intermediairs in samenwerking met de aanleverkanalen bij zowel KvK als Belastingdienst dit rendement weten te verzilveren. De verwachting is dat introductie van de verkorte winstaangifte vennootschapsbelasting in XBRL daarbij voor een doorbraak gaat zorgen. In dat kader zal de Belastingdienst adequate voorzieningen treffen, waarbij deze aangiftes ook kunnen worden ontvangen en worden verwerkt. Verder heeft de KvK in samenwerking met enige marktpartijen (waaronder softwareleveranciers) onlangs een aantal voorlichtingsbijeenkomsten over de mogelijkheden en voordelen van aanlevering van jaarrekeningen in XBRL georganiseerd. De verwachtingen blijven positief, zeker nu het door het toenemende aantal toepassingen bij de Belastingdienst de overstap naar XBRL zich echt laat uitbetalen. Er zijn prognoses afgegeven door de marktpartijen die betrokken zijn bij het Nederlandse Taxonomie Project; voor de korte termijn is van belang dat het aantal berichten voor de BTW waarschijnlijk zal oplopen tot ca. 400.000. Daarnaast kan zoals gezegd gewezen worden op de grote belastingstelling voor de verkorte winstaangifte in XBRL over 2008, die ook effect zal hebben op de jaarrekeningstromen richting KvK. Maar het kabinet wil de komende jaren nog meer vereenvoudigingen doorvoeren op het terrein van verslaglegging en vennootschappen. Zo moet het bijvoorbeeld eenvoudiger worden een BV te starten en wordt de problematiek rond de auteursrechten aangepakt. Verder wordt onderzocht of de jaarrekeningplicht voor micro-ondernemingen kan worden afgeschaft. De Europese Commissie werkt aan een voorstel om lidstaten de mogelijkheid te geven dit te doen. Merkbaar voor Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden: laatste 6 maanden kunnen merken Met ingang van 1 augustus 2008 hoeven banken geen kopieën van paspoorten van hun cliënten meer te bewaren, er kan worden volstaan met het registreren van het nummer van het identificatiebewijs. Om startende ondernemers in de financiële dienstverlening te ondersteunen is sinds april een speciale ondernemersdesk ingevoerd. De wagenparkenquête is afgeschaft, dit scheelt 10.000 formulieren. Bovendien is de steekproef bij de verkeers- en vervoersenquête voor bestelauto’s drastisch verkleind, van 8000 naar 1700. Momenteel wordt onderzocht of voor deze enquête gebruik kan worden gemaakt van gegevens van de stichting Nationale Autopas. Daarmee zou voor de kleine bedrijfswagens deze enquête nog maar eens in de vier jaar hoeven plaatsvinden. In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen Makkelijker starten Ondernemers hoeven bij het starten van een BV of NV vanaf 2010 niet meer een verklaring van geen bezwaar aan te vragen. Bovendien wordt de verplichte kapitaalstorting (nu minimaal € 18.000) afgeschaft en wordt het inbrengen van natura in de nieuwe BV eenvoudiger. Een forse verlaging van de regeldruk: ca. € 35 mln minder administratieve lasten en € 30 mln minder nalevingskosten. Op dit moment loopt een onderzoek van het kabinet hoe op korte termijn het elektronisch inschrijven en wijzigen van gegevens in het handelsregister kan worden gerealiseerd. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid de bestaande samenwerking van de KvK met de Belastingdienst voor de aanvraag van een BTW-nummer ook langs elektronische weg mogelijk te maken. Het kabinet heeft de Kamer op 16 september 2008 de notitie vergemakkelijken van doorgroei toegezonden. Hierin is geïnventariseerd op welke punten een verlicht regime voor werkgevers met weinig werknemers wenselijk is en ook wordt aangegeven welke knelpunten er zijn bij het aannemen van een eerste werknemer en de doorgroei van ondernemingen. In de notitie worden in meer algemene zin initiatieven aangekondigd over dit onderwerp. Over concrete acties wordt in de komende voortgangsrapportages regeldruk verslag gedaan. Minder statistiekverplichtingen In december 2008 worden de eerste resultaten gepresenteerd van de nieuwe door het CBS en voor de bouwnijverheid door het EIB uit te voeren gezamenlijke Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Dit is mogelijk geworden door samenwerking door het CBS, de Kamers van Koophandel, het EIB, MKB-Nederland en VNO-NCW. De eigen enquêtes van de deelnemende organisaties zijn afgeschaft, zoals de ERBO-enquête van de KvK. In plaats van 42.000 bedrijven worden nog maar 12.000 bedrijven bevraagd. Dubbele uitvraag is hiermee verdwenen. Maar er gebeurt nog meer: door aanpassingen in de Intrastat-enquête, over gegevens over het goederenverkeer in Europa, besparen bedrijven jaarlijks € 1,3 mln aan administratieve lasten. Nederland heeft overigens in Brussel aangedrongen op een nog verdergaande aanpassing bij deze enquête. Dit voorstel is helaas niet overgenomen. Transparantere en meer efficiënte inning van auteursrechten De laatste maanden is gebleken dat VNO-NCW en MKB-Nederland minder belang hechten aan één factuur voor auteursrechten, maar zich vooral zouden willen richten op meer transparantie, beter toezicht en kostenbeheersing en algemene stroomlijning van de incasso. In overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken hebben VNO-NCW, MKB-Nederland en vertegenwoordigers van de inningorganisaties afgesproken te komen tot een gezamenlijk actieprogramma over deze onderwerpen. Inmiddels heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken het betreffende plan naar de Kamer gezonden. Een werkgroep start met de verdere invulling en uitvoering van dit plan. Intussen voorziet het wetsvoorstel toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten in aangescherpte transparantie-eisen voor auteursrechtenorganisaties en de instelling van een Geschillencommissie auteursrechten voor een snelle, laagdrempelige en gespecialiseerde afdoening van tariefgeschillen. Ook kan de overheid bij algemene maatregel van bestuur bepalen dat, en onder welke voorwaarden, collectieve beheersorganisaties hun inningactiviteiten geheel of ten dele samen moeten uitoefenen. Verdere vereenvoudiging voor financiële instellingen Banken hoeven nu al geen kopiepaspoorten van klanten meer te bewaren. Binnenkort kunnen alle financiële instellingen ook nog eens gebruik maken van ook het Burgerservicenummer om klanten te identificeren. Dit zal niet alleen besparingen kunnen opleveren bij de informatieverstrekking aan de overheid over klantgegevens, maar ook een verbetering van de kwaliteit. Het concept wetsvoorstel zal begin 2009 ter consultatie worden voorgelegd aan de sector. Een wijziging van de Wet Giraal Effectenverkeer gaat beleggingsondernemingen en uitgevende instellingen een besparing van € 17 mln per jaar aan nalevingskosten opleveren. Het aantal papieren effecten wordt teruggedrongen en door de uitbreiding van bescherming van beleggers tegen faillissement van beleggingsondernemingen worden aparte bewaarbedrijven voor effecten overbodig. Daarnaast wordt met de gewijzigde wet het aantal fysieke stukken (effecten aan toonder) teruggebracht door het gebruik van verzamelbewijzen voor te schrijven. Minder verplichtingen rond de jaarrekening voor kleine ondernemers Op dit moment zijn Nederlandse rechtspersonen verplicht voor elk boekjaar hun jaarrekening op te stellen en openbaar te maken door deze te deponeren bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Inmiddels kunnen kleine rechtspersonen hun jaarrekening opstellen op basis van dezelfde waarderingsgrondslagen die zij ook toepassen bij de aangifte vennootschapsbelasting (de zogeheten samenval commerciële en fiscale jaarrekening). Dit levert al een belangrijke administratieve lastenverlichting op. De Europese Commissie werkt nu aan een voorstel om het mogelijk te maken dat lidstaten kunnen besluiten om de jaarrekeningplicht voor micro-ondernemingen af te schaffen. Het kabinet laat onderzoeken of het wenselijk is om in Nederland van deze mogelijkheid gebruik te maken en hoe dit ingericht moet worden en verwacht hierover in 2009 meer duidelijkheid te kunnen bieden. Certificering Via een certificaat kan een ondernemer aangeven dat hij aan bepaalde eisen voldoet. Bij gebruik van certificaten door bedrijven onderling is de overheid geen partij bij oplossing van problemen, bij wettelijk verplichte certificaten wel. Ondernemers hebben richting de Commissie Stevens geklaagd over certificatie, maar daarbij niet aangegeven welke door de overheid verplichte certificatie tot problemen leidt en waarom. Het kabinet is met betrokken partijen bezig om, op basis van een eerder uitgevoerde inventarisatie van alle relevante certificeringsregelingen, vast te stellen waar actie nodig is om de regeldruk te verminderen. Als duidelijk is welke regeling moet worden verbeterd, kan dit worden aangepakt door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor die verplichte certificatie. Normalisatie Normalisatie is het proces waarin tussen de belanghebbende marktpartijen afspraken tot stand komen over producteigenschappen, processen, systemen en personen. Normalisatie resulteert in documenten waarin de afspraken zijn vastgelegd. Normen worden door het Nederlands Normalisatie-instituut NEN beheerd en tegen betaling ter beschikking gesteld. Overeenstemming tussen de belanghebbende partijen is een belangrijk kenmerk van normen. De overheid gaat er daarom van uit dat normen een breed draagvlak hebben. Dat is een belangrijke overweging om in bepaalde gevallen normen als alternatief voor of in aanvulling op overheidsregulering te gebruiken. De overheid kan in regelgeving naar normen verwijzen, om aan te geven hoe aan wettelijke eisen kan worden voldaan. Ondernemers hebben aangegeven een aantal problemen te ondervinden bij normalisatie en de toepassing van normen. De problemen hebben vooral betrekking op vertegenwoordiging bij de totstandkoming van normen en de prijs die voor normen betaald moet worden. Het kabinet onderneemt de volgende acties: Verbeteren informatievoorziening aan ondernemers: in november 2008 wordt een nieuwe overeenkomst tussen de Staat en NEN vastgesteld, waardoor de informatievoorziening aan ondernemers over nieuwe Europese en mondiale normalisatieactiviteiten wordt verbeterd. Hierdoor is de ondernemer beter in staat om een afgewogen keuze te maken over zijn betrokkenheid. Nog in 2008 wordt bezien welke aanvullende maatregelen gewenst en haalbaar zijn om betrokkenheid van de ondernemer bij normalisatie te vergroten, daarbij rekening houdend met een nog lopende juridische procedure tegen de Staat. Dit zal resulteren in een concreet actieplan. De recente conclusies van de Raad van Concurrentievermogen over de mededeling inzake Innovatie en Normalisatie worden betrokken bij bovenstaand actieplan. Administratie schoolroosters bij kleine banen Omdat jongeren van 16 en 17 jaar nog (gedeeltelijk) leerplichtig zijn, mag het werk hen niet verhinderen naar school te gaan. Daarom wordt de tijd die zij naar school gaan meegeteld als arbeidstijd. Bij de inroostering van de jongere moet rekening worden gehouden met het aantal uren dat de jongere op school doorbrengt. In de wijze waarop de werkgever dat doet is hij vrij. Wellicht zorgden de SZW voorlichtingsteksten voor werkgevers voor een misvatting dat een werkgever verplicht was schoolroosters bij te houden. De werkgeverstekst op website van szw.nl is daarom aangepast, daar staat nu "U kunt als werkgever hiervoor bijvoorbeeld het schoolrooster hanteren, maar dat is niet verplicht." Tevens wordt de brochure "Arbeid door jongeren" in de volgende druk aangepast. 1.3 Omgeving Op het gebied van de leefomgeving streeft het kabinet naar een schoon, zuinig, duurzaam, gezond en veilig Nederland. De wet- en regelgeving ontleend haar bestaansrecht aan deze publieke doelen. Het kabinet maakt zich sterk om de regeldruk op dit terrein verder terug te dringen. Belangrijke merkbare vereenvoudigingen die nog op stapel staan zijn de invoering van de omgevingsvergunning, nog meer algemene milieuregels in plaats van vergunningen, de initiatieven van de Ambassadeur Stedelijke Distributie en de afschaffing van de verplichte onafhankelijke welstandstoets. Merkbaar voor Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden: De Wet ruimtelijke ordening (WRO) is onlangs vernieuwd waarbij vele procedures en beroepsprocedures gedigitaliseerd, versneld en vereenvoudigd zijn. Zo is de duur van de bestemmingsplanprocedure ruim gehalveerd van 58 naar 26 weken, wat vooral te maken heeft met het vervallen van de goedkeuring van bestemmingsplannen door provincies. Bedrijven die willen bouwen of verbouwen hebben veel te maken met deze wet. Nieuwe ruimtelijke plannen zijn steeds meer digitaal beschikbaar, waardoor deze beter, sneller en gemakkelijker toegankelijk zijn voor bedrijven, burgers en medeoverheden. De Digitale uitwisseling ruimtelijke plannen (Durp) is mogelijk sinds 1 juli 2008 en verplicht per 1 juli 2009. Met het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit) zijn de voorschriften die gemeenten in hun bouwverordening hebben opgenomen landelijk geüniformeerd. Hiermee komt een einde aan lokale verschillen en wordt bovendien voor bedrijven een reductie op administratieve lasten bereikt van € 26,3 mln en een vermindering van verschuldigde leges met € 6.4 mln, omdat in 80 % van de gevallen geen vergunning meer nodig is. Het besluit is op 1 november 2008 in werking getreden. Bij gemeenten: De gemeente Rotterdam heeft diverse regels voor ondernemers en burgers versoepeld. Zo kan iedereen zonder vergunning producten huis-aan-huis en op straat verkopen. Winkeliers hoeven voor een deel geen vergunning meer aan te vragen voor het uitstallen van spullen. De gemeente Middelburg vereenvoudigt 21 vergunningen en ontheffingen. Zo wordt een vijftal aparte vergunningen voor een nieuwbouwproject geïntegreerd in één omgevingsvergunning. Ook is er geen uittreksel van de Kamer van Koophandel meer nodig voor een marktvergunning, parkeerontheffing in blauwe zone of een parkeervergunning. De gemeente vraagt deze informatie nu zelf op bij de KvK. Door het aanpassen van de kapverordening mogen bedrijven en particulieren in Terneuzen bomen zonder vergunning kappen (met uitzondering van de soorten op de 'monumentale bomenlijst'). In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen Bundelen van vergunningen in één omgevingsvergunning In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) zullen ca. 25 vergunning-, ontheffing- en andere toestemmingstelsels van VROM, andere departementen en overheden worden samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Bovendien hoeven bekende gegevens niet langer te worden ingediend en digitaal ingediende aanvragen hoeven niet langer te worden gekopieerd. Dit wordt mogelijk gemaakt met de komst van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) en Ministeriële Regeling omgevingsrecht (Mor). Alles bij elkaar leidt dit tot een vermindering van het aantal vergunningen met 200.000 en een administratieve lastenreductie van zo’n € 84,5 mln voor bedrijven. Onlangs is de nieuwe richtdatum van inwerkingtreding vastgesteld op 1 januari 2010. Meer algemene milieuregels en minder vergunningen In januari 2008 is de milieuvergunning voor 37.000 bedrijven al vervallen en omgezet in algemene regels. Het is de bedoeling om in 3 tranches nog meer vergunningplichtige activiteiten onder algemene regels te brengen. Naar schatting betreft het in totaal 7000 bedrijven. Begin 2009 wordt de eerste tranche daarvan, voor zo’n 3000 bedrijven, aan de Kamer voorgelegd. Fundamentele verkenningen Het kabinet heeft op 11 juli 2008 de Kamer de rapporten van de commissie Fundamentele Verkenning Bouw (Commissie Dekker) en van de commissie Fundamentele Verkenning Transportbelemmeringen (Commissie Noordzij) aangeboden. De beide commissies leveren een uitstekende bijdrage door op basis van een fundamentele analyse knelpunten te adresseren en voorstellen te doen voor oplossingen rond regeldruk in de bouw- respectievelijk de transportsector. Dit jaar nog wordt een concreet actieplan voor de bouwsector nader uitgewerkt. Het kabinet is bezig met een uitvoerige consultatie van de transportsector en komt in het najaar met een reactie op het advies van de commissie Noordzij en een bijbehorend actieplan. VROM organiseert de komende jaren een tweetal nieuwe fundamentele doorlichtingen. De eerste zal gaan over alle registratie- en rapportageverplichtingen die VROM bedrijven oplegt. De tweede heeft als onderwerp de keuringsverplichtingen vanuit VROM. In beide verkenningen zal kritisch worden gekeken naar nut en noodzaak van de verplichtingen. In de regeldrukbrief van VROM aan de Kamer worden deze verkenningen nader toegelicht. Nieuwe oplossingen voor stedelijke distributie Een onlangs aangestelde Ambassadeur Stedelijke Distributie krijgt als taak oplossingen voor stedelijke distributie te stimuleren. Hiertoe zal de Ambassadeur een actieve rol spelen in het overleg tussen decentrale overheden en het bedrijfsleven. De Ambassadeur zal zich ook hard maken voor de uitvoering van experimenten die leiden tot nieuwe oplossingen. De Ambassadeur krijgt o.a. de opdracht om samen met de betrokken overheden en private partijen een nationaal kader voor stedelijke distributie te ontwikkelen, waarbij de bevoegdheden van de gemeenten gehandhaafd blijven. De Ambassadeur Stedelijke Distributie is een nieuwe functie en geeft vooruitlopend op de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Noordzij al invulling aan een belangrijke aanbeveling. Afschaffen van de onafhankelijke welstandstoets Het Kabinet wil de wettelijke verplichting tot een onafhankelijke welstandstoets afschaffen. Ondernemers hebben nog wel eens last van de procedures rond deze toets. De toetsing vindt soms laat in het bouwproces plaats en gaat in bepaalde gevallen teveel over details. Het kabinetsstandpunt wordt rond deze tijd aan de Kamers aangeboden. Gegevensautoriteit Natuur Bedrijven en burgers hadden geregeld last van discussies over het al dan niet voorkomen van een zeldzame planten- of diersoort op een bouwplaats. Een ontheffingaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet was in die gevallen een langdurige geschiedenis. Met de aanstelling van de Gegevensautoriteit Natuur komt hier een einde aan. De Gegevensautoriteit Natuur verzamelt en ontsluit betrouwbare informatie over de leefgebieden van flora en fauna. Door de beschikbaarheid van deze gegevens hoeft geen langdurig onderzoek meer te worden gedaan of de aangewezen locatie inderdaad een leefgebied is van een zeldzame dier- of plantensoort. Zo kunnen de initiatiefnemers in een vroeg stadium rekening houden met beschermde flora en fauna en hun plannen daar op aansluiten. 1.4 Veiligheid en risico Het bevorderen van veiligheid en het minimaliseren van risico’s zijn belangrijke publieke doelen. Veel wet- en regelgeving ontleent haar bestaansrecht aan één van deze twee publieke doelen. Zelfs wanneer de overheid tot op de komma exact alles zou voorschrijven en controleren, is er geen garantie op een compleet veilige en risicoloze samenleving. Dergelijke zeer gedetailleerde wet- en regelgeving zorgt ervoor dat de regeldruk als hoog wordt ervaren. De komende tijd wordt ondermeer gewerkt aan vereenvoudigingen binnen de Drank- en Horecawet en ARBO. Merkbaar voor ondernemers de laatste zes maanden: Per 1 juli 2008 heeft de EU de meeste import- en exportvergunningen voor landbouwproducten afgeschaft. Voor nog maar 43 producten is nu een exportvergunning nodig en voor 65 een importvergunning. Voorheen waren dat er nog 500. Per 1 augustus is bovendien voor geen enkele wijnsoort nog een importvergunning verplicht. Bij gemeenten Een integrale aanvraag horecavergunning is naast in Amsterdam nu ook in Nijmegen en Den Haag ingevoerd. Voor ondernemers scheelt dit een hoop aparte aanvragen. In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen ARBO Uit de meldingen blijkt dat ondernemers niet altijd over voldoende actuele kennis van de arboregelgeving beschikken. Een aantal bepalingen uit de Arbowet die regeldruk genereren wordt niet altijd juist geïnterpreteerd door werkgevers. Het kabinet zal door middel van voorlichting werkgevers hierop wijzen, zodat onnodige beleving van regeldruk wordt voorkomen. In 2007 is de ontwikkeling van het arboportaal (www.arboportaal.nl) als faciliterend instrument voor werkgevers en werknemers gerealiseerd. Op het arboportaal wordt inzichtelijk gemaakt wat werkgevers moeten doen, wat ze mogen doen en wat kan helpen om aan de verplichtingen van de arboregelgeving te voldoen. De regelgeving in het arbeidsomstandighedendomein is voor ca. 90 % van internationale herkomst (EU/ILO). Dat betekent dat voor reductie in het arbeidsomstandighedendomein vooral moet worden gezocht in wijziging van internationale richtlijnen. De komende jaren zal verder ingezet gaan worden op vermindering van administratieve lasten en regeldruk bij onder andere de EU-kaderrichtlijn 98/391/EEG om voor kleine bedrijven een verlicht regime in te voeren, vooral bij de RI&E (risico-inventarisatie&evaluatie)-verplichting. Verder zal deze kabinetperiode worden doorgegaan met het digitaliseren en vereenvoudigen van RI&E -instrumenten (www.rie.nl). Dit najaar vindt een verkenning naar vereenvoudiging van de RIE-regeling plaats. Vooruitlopend daarop wordt het digitale RI&E-instrument vereenvoudigd en breder toepasbaar gemaakt. Met name zal daarbij gekeken worden naar het instrumentarium voor kleine bedrijven. Herziening Drank-en horecawet Wijzigingen van de Drank- en Horecawet zijn in voorbereiding. Met deze wijzigingen wordt een aantal merkbare maatregelen voor horecaondernemers geregeld. Het vergunningenstelsel wordt vereenvoudigd en toezichthoudende taken zullen overgaan naar gemeenten. Zo hoeven ondernemers bijvoorbeeld geen nieuwe vergunning meer aan te vragen bij wijziging van een leidinggevende in hun bedrijf. Er kan straks worden volstaan met een melding. Voor jaarlijks terugkerende evenementen kunnen burgemeesters een meerjarige ontheffing afgeven. Voor bepaalde leidinggevenden, die geen enkele bemoeienis hebben met de exploitatie of de bedrijfsvoering, is het niet meer noodzakelijk om een Verklaring Sociale Hygiëne te hebben. De Herziening Drank- en Horecawet zal in het voorjaar 2009 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. BIBOB Gemeenten hebben beleidsvrijheid bij de toepassing van de Wet BIBOB. Uitgangspunt daarbij is dat gemeenten en bestuursorganen het instrument alleen als laatste redmiddel inzetten, zonder onnodig hoge administratieve lasten. Punt van aandacht is de toepassing van de Wet BIBOB op het verlenen van vergunningen aan slijterijen. Gemeenten hoeven geen BIBOB-procedure toe te passen wanneer er geen verhoogd risico is op criminele activiteiten, zoals bedoeld in de Wet BIBOB. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat slijterijen een verhoogd risico vormen. Een aantal gemeenten past desalniettemin bij de aanvraag van een drank- en horecavergunning voor slijterijen een BIBOB procedure toe. Gemeenten kunnen met het weinig criminogene karakter van de slijterijen rekening houden in hun BIBOB beleid. De Minister van BZK zal gemeenten per brief hierop attenderen. Hiermee kunnen de administratieve lasten voor slijterijen zo beperkt mogelijk worden gehouden, doordat onnodig uitgebreide procedures die in de huidige situatie tot veel onbegrip en ergernis leiden, worden voorkomen. In september jl. heeft de Minister van BZK bekend gemaakt welke 10 regionale informatie- en expertisecentra worden opgericht. Deze centra krijgen een rol in de samenwerking en ondersteuning van gemeenten bij de toepassing van BIBOB en bij de uitwisseling van persoonsgegevens op regionaal niveau. Dit is één van de maatregelen die ertoe moet leiden dat vanaf 2010 een lastenreductie van een BIBOB-procedure voor ondernemers wordt bereikt van 16% (€ 2,5 mln per jaar). Consumentwetgeving zonder onnodige lasten voor bedrijven De huidige richtlijnen op het consumententerrein, het zogenoemde consumentenacquis, worden op Europees niveau herzien. De Europese Commissie presenteert hierover nog dit najaar een concept kaderrichtlijn. Nederland heeft in reactie op het groenboek over dit onderwerp te kennen gegeven dat moet worden ingezet op een goed beschermingsniveau voor de consument zonder onevenredige lasten voor het bedrijfsleven. Verder heeft het kabinet na onderzoek geconstateerd dat de wet- en regelgeving over garanties, colportage en algemene voorwaarden naast de minimumnormen van de respectievelijke richtlijnen aanvullende nationale regels bevat. Het kabinet bekijkt of deze regels kunnen worden geschrapt en zal de belangrijkste betrokken partijen vragen naar nut en noodzaak hiervan. Minder keuringen voor zwembaden Ter voorkoming van legionellabesmetting zijn zwembadexploitanten verplicht in principe twee maal per jaar hun zwemwater te laten testen. De branche vindt dat de verplichting kan worden teruggebracht naar eenmaal per jaar. Zwembadexploitanten kunnen echter nu al op basis van de huidige wet- en regelgeving een ontheffing bij de provincie aanvragen waarmee de keuringsfrequentie wordt teruggebracht naar eens per jaar. Deze mogelijkheid blijkt niet algemeen bekend. Het kabinet zal, in samenwerking met de branche, zwembadexploitanten wijzen op bovenvermelde ontheffingsmogelijkheid. 1.5 Zorg, Jeugdzorg en Kinderopvang Zorg is belangrijk voor mensen en moet dan ook goed geregeld zijn. Het is daarom logisch dat er veel wet- en regelgeving is die betrekking heeft op de zorgsector en alles wat daarmee samenhangt. Echter, wet- en regelgeving werkt alleen als deze effectief en efficiënt is ingericht. Daarom is het van groot belang ook de wet- en regelgeving binnen het thema ‘zorg, jeugdzorg en kinderopvang’ goed door te lichten. Ook hier ziet het kabinet kansen om de regeldruk verder te verminderen. Zo wordt bijvoorbeeld de Wet toelating Zorginstellingen (WTZi) vereenvoudigd en de informatie-uitwisseling rond de jeugdzorg aangepakt. In voorbereiding, voortgang op de belangrijkste maatregelen Afschaffen AO/IC regeling In de regeling AO/IC van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) staan vele voorschriften voor zorginstellingen rond de inrichting van de administratieve organisatie en de uitvoering van de interne controle functie. Het kabinet wil deze instellingen meer verantwoordelijkheid geven en zal de regeling volledig afschaffen, mits de verantwoordelijkheid duurzaam bij de zorginstellingen kan worden geborgd. Afschaffing zal een reductie opleveren van € 32 mln. De NZa werkt op dit moment de randvoorwaarden waaronder afschaffing van deze regeling kan plaatsvinden nader uit. Geen aparte nacalculatie meer Door de verplichte nacalculatie op te nemen in het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording hoeven zorginstellingen geen separate gegevens meer aan te leveren voor de nacalculatie. Nacalculatie blijft wel nodig voor definitieve vaststelling van budgetten, maar door deze integratie besparen de zorginstellingen zo’n € 16 mln aan administratieve lasten. Geen vergunning meer voor bouwen in de zorg Gaat een zorginstelling (ver)bouwen, dan moet daar in sommige gevallen een vergunning voor worden aangevraagd. Met een wijziging op de WTZi hoeven ziekenhuizen sinds 1 januari 2008 geen vergunning voor nieuwbouw meer aan te vragen. Per 1 januari 2009 wordt het bouwregime ook afgeschaft voor de langdurige zorg en de geestelijke gezondheidszorg. Centrale verantwoording Jeugdzorg Het kabinet streeft ernaar de informatie-uitwisseling rond de jeugdzorg in 2011 te vereenvoudigen, waardoor instellingen minder tijd kwijt zullen zijn met het aanleveren van gegevens. Het kabinet wil in dat kader een zogenaamd Jaardocument Zorg invoeren voor de Jeugdzorg. Het Jaardocument Zorg bundelt alle verantwoordingsinformatie die een zorginstelling moet aanleveren, in één document. Zorginstellingen hoeven daardoor hun gegevens niet meer steeds aan te leveren aan verschillende informatievragers zoals het ministerie, de Inspectie of financiers. Daarnaast wordt de aanlevering van gegevens voor de jeugdzorg vereenvoudigd, waardoor jeugdzorginstellingen tijd besparen. 1.6 Dienstverlening Voor het merkbaar verminderen van de regeldruk is het van belang dat wet- en regelgeving wordt vereenvoudigd. Maar daarnaast is het voor de ervaren regeldruk heel belangrijk dat de kwaliteit van dienstverlening in relatie tot regelgeving voor ondernemers van een voldoende niveau is. Het kabinet heeft voor de verbetering van dienstverlening de doelstellingen Transparanter, Bestendiger, Sneller en Betere Service ontwikkeld met bijbehorende indicatoren, waardoor de voortgang voortaan eenvoudig is te volgen. Meer over deze doelstellingen leest u in hoofdstuk 2. Met de inzet van vele instrumenten wordt de kwaliteit van dienstverlening verbeterd. De voortgang op de belangrijkste daarvan treft u hieronder aan. Transparanter Antwoordvoorbedrijven.nl Antwoordvoorbedrijven.nl biedt via de website, e-mail, chat en telefoon branchegerichte informatie over wet - en regelgeving, vergunningvereisten, subsidies, toezicht en belastingen. Dit najaar worden 20 nieuwe branchewijzers opgeleverd waarmee bedrijven in enkele stappen inzicht krijgen in vergunningen, subsidies en vereisten waarmee zij te maken krijgen. Eind 2008 zijn dan voor 32 branches dergelijke wijzers beschikbaar. Uiteindelijke doelstelling is om voor alle 62 (sub)branches specifieke informatie beschikbaar te hebben via Antwoordvoorbedrijven.nl. De informatie op Antwoord voor bedrijven wordt constant bijgewerkt. Nieuwe en veranderde regelgeving wordt onder andere gepubliceerd onder het kopje 'nieuwe regels'. De website van Antwoord voor bedrijven wordt nu door 960.000 bezoekers op jaarbasis bekeken. Daarnaast wordt een groot aantal vragen afgehandeld via andere kanalen, zoals de telefoon. De 32 branches waarvoor eind 2008 een branchewijzer beschikbaar is: 1 Ambachten (food) 2 Ambachten en persoonlijke dienstverlening (non-food) 3 Ambulante handel (food) 4 Ambulante handel (non-food) 5 Detailhandel (food) 6 Detailhandel (non-food) 7 Verkoop en reparatie van voertuigen 8 Catering 9 Horeca 10 Recreatie 11 Hout, Papier en Karton 12 Kleding, Textiel en Leer 13 Metaal 14 Uitgeverij en Drukkerij 15 Bosbouw 16 Natuurbeheer 17 Kindercentra en gastouderopvang (kinderopvang) 18 Peuterspeelzalen (kinderopvang) 19 Vervoer over de weg (goederen) 20 Vervoer over de weg (personen) 21 Bouwprojecten 22 Installatiebedrijven 23 Schilders- en afwerkingsbedrijven 24 Weg- en waterbouw 25 Afval 26 Bouwmaterialen 27 Chemie en kunststof 28 Land- en tuinbouw 29 Veeteelt 30 Visserij 31 Zee- en kustvaart (goederen) 32 Zee- en kustvaart (personen) Sinds 1 september j.l. is het meldpunt Regeldruk door Antwoordvoorbedrijven.nl overgenomen en op haar eigen website geplaatst als meldpunt Regelgeving. Daarmee is het meldpunt een structureel onderdeel van de dienstverlening die aan ondernemers wordt geleverd. Zestien meldingen zijn door Antwoord voor bedrijven sinds de opening verwerkt, waarvan acht over regeldruk. Een publiciteitscampagne zal ook het meldpunt regelgeving meer bekendheid geven, en naar verwachting voor een groter aantal meldingen zorgen. Naast het aandragen van knelpunten over regeldruk zullen ondernemers op de site van Antwoord voor bedrijven.nl vanaf eind december 2008 eerder gestelde vragen over regeldruk, en de antwoorden daarop, kunnen raadplegen. Vanuit de Europese verplichting tot implementatie van de Dienstenrichtlijn wordt uiterlijk december 2009 één loket gerealiseerd voor het afwikkelen van procedures en formaliteiten van dienstverleners met de betrokken instanties. Dit loket gaat onderdeel vormen van Antwoordvoorbedrijven.nl, De implementatie zal naast een verbeterde dienstverlening ook leiden tot een op € 65 mln geschatte vermindering van de administratieve lasten. Onder meer wordt via het loket de mogelijkheid geboden om elektronisch met de overheid te communiceren, de zoektijd naar relevante informatie wordt bekort en via het loket kan toelichting worden verkregen over procedures en formaliteiten. Het wetsvoorstel Dienstenwet, waarin de Dienstenrichtlijn wordt geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving, is op 5 september 2008 aan de Kamer aangeboden. Het gehele wetgevende pakket (Dienstenwet, Aanpassingwet en Veegwet) zal in december 2009 in werking treden. Bestendiger Vaste Verandermomenten (VVM) Het systeem van VVM is erop gericht om bedrijven en instellingen in een vroeg stadium en op een duidelijke wijze inzicht te geven in de wet- en regelgeving die op hen van toepassing wordt. Daarnaast wordt beoogd bedrijven en instellingen een redelijke termijn te geven zich op nieuwe wet- en regelgeving voor te bereiden. Het kabinet zal met ingang van 1 januari 2009 het uitgangspunt van twee vaste inwerkingtredingdata en een minimale invoeringstermijn van drie maanden invoeren voor alle wetten en AMvB’s met directe relevantie voor bedrijven en instellingen. Verder vindt het kabinet tijdige en duidelijke informatievoorziening over regelgeving in voorbereiding met relevantie voor bedrijven en instellingen essentieel en zal deze informatievoorziening blijven verzorgen via Antwoordvoorbedrijven.nl en andere relevante websites. De Eerste en Tweede Kamer worden in een gelijktijdig met deze voortgangsrapportage verzonden separate brief van de minister van Justitie en de staatssecretarissen van Economische Zaken en Financiën over de invoering van VVM geïnformeerd. Sneller Lex Silencio (“wie zwijgt stemt toe”) Lex Silencio is één van de middelen waarmee tijdige vergunningverlening wordt bevorderd. Alle vergunningsstelsels binnen de rijksoverheid zijn nu doorgelicht op de mogelijkheid van het toepassen van Lex Silencio. Uit deze doorlichting lijkt een aantal stelsels te komen waar mogelijkheden worden gezien voor de Lex Silencio. Ook is voor een aantal stelsels geadviseerd deze af te schaffen of om te zetten in algemene regels. Het kabinet wil naar aanleiding van de doorlichting het aantal vergunningenstelsels met Lex Silencio ten opzichte van 2007 verdubbelen. Nog dit jaar ontvangt de Kamer een brief over de verdere invoering van Lex Silencio, waarin tevens te lezen is hoe de doorlichting precies heeft plaats gevonden en om welke stelsels het gaat. Wet dwangsom en beroep Een tweede middel om te komen tot een snellere besluitvorming is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Deze treedt uiterlijk op 1 januari 2010 in werking. Met deze wet krijgen burgers en bedrijven de mogelijkheid om snel een uitspraak van de rechter te krijgen zonder voorafgaande bezwaarschriftprocedure als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijn beslist. Betere service Nalevingshulp Met nalevingshulp helpt het kabinet bedrijven wet- en regelgeving na te leven. Bedrijven hebben immers vaak moeite om complexe wetgeving op de juiste wijze na te leven. Op dit moment wordt onderzocht op welke manier nalevingshulp het best kan worden vormgegeven en welke informatiebehoeften ondernemers hebben. Zoveel mogelijk wordt aangesloten bij succesvolle lopende initiatieven in de branches Recreatie-inrichtingen en de Kunststof- en Rubber Industrie. Aan het einde van deze kabinetsperiode is nalevingshulp gereed voor 25 branches. Realisatie verloopt in overleg met onder andere MKB-Nederland en Horeca Nederland en ondernemers uit verschillende branches. Inspecties passen al langer vormen van nalevingshulp toe. Die hulp is vaak een effectieve manier om de naleving te bevorderen, zelfs als er niet direct een inspectie op volgt. Als hulpmiddelen zijn er brochures, instructiefilms en informatiebijeenkomsten met de branche voorafgaand aan thematische inspecties. Bedrijven en instellingen stellen een inspectiebezoek vooral op prijs als ze er iets van leren en als de inspecteur begrip toont voor het type organisatie. Zo heeft de Arbeidsinspectie de controles in de gehandicaptenzorg verbeterd. De branche is tevreden over de nieuwe opstelling van de inspecteurs en hun tips, adviezen en bereidheid om mee te denken aan oplossingen. “Bewijs van Goede Dienst”, normenkader voor goede dienstverlening, Met een landelijk normenkader (“Bewijs van Goede Dienst”) wil het kabinet stimuleren dat overheden hun dienstverlening aan ondernemers verbeteren. Het normenkader is een maatlat voor goede dienstverlening aan bedrijven bestaande uit tien meetbare indicatoren. Inmiddels is samen met tien pioniergemeenten en VNO-NCW en MKB-Nederland een dergelijk normenkader specifiek voor gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven ontwikkeld en getoetst. Met een “Bewijs van Goede Dienst” kunnen gemeenten zien en laten zien hoe hun dienstverlening scoort ten opzichte van minimum kwaliteitsnormen die samen met het georganiseerde bedrijfsleven zijn geformuleerd. Dat levert vervolgens een precies inzicht op van die elementen van dienstverlening die goed op orde zijn, alsmede van de elementen die versterking behoeven. In november 2008 is ’Bewijs van Goede Dienst’ gereed en start een stimuleringstraject richting andere gemeenten. Het kabinet zal zich, naast actieve verspreiding van dit instrument onder gemeenten, de komende maanden ook gaan richten op het verkennen van de mogelijkheden om een soortgelijk “Bewijs van Goede Dienst” te ontwikkelen voor de andere organisaties uit de top 10 van belangrijke loketten waar de ondernemer vanwege regelgeving vaak mee in aanraking komt. Begrijpelijke formulieren Formulieren met een duidelijke vormgeving, vraagopbouw en helder taalgebruik zorgen voor een daling van de beleefde regeldruk. Eind dit jaar zijn de 25 meest gebruikte formulieren voor burgers begrijpelijk gemaakt, begin 2009 wordt een begin gemaakt met 25 formulieren voor bedrijven. Hieronder vallen onder andere de formulieren voor omzetbelasting, melding langdurig werkverzuim, startende ondernemers, BIBOB en vervoer dierlijke meststoffen. Mediation De inzet van mediation levert een belangrijke vermindering van het aantal bezwaar- en beroepsprocedures op. Een ambtenaar neemt bij mediation kort voor of na een besluit persoonlijk contact op met de betrokken burger of ondernemer. Hij gaat na of alle relevante informatie is aangeleverd en licht onder andere toe wat er bij een eventuele afwijzing nog wél mogelijk is. Zo’n 20 gemeenten starten in 2009 met het inzetten van mediation. 2. Doelen in zicht… Het voorgaande hoofdstuk laat zien dat er al een uitgebreid pakket aan maatregelen ligt dat de regeldruk voor ondernemers merkbaar zal verminderen. Maar wat betekent dit nu voor de doelstellingen die het kabinet zichzelf ten aanzien van de vermindering van regeldruk heeft gesteld? Het kabinet heeft bovenstaande doelstellingen nader geconcretiseerd. Dit heeft geleid tot een aantal sleutelindicatoren, waarmee inzichtelijk wordt of het voor ondernemers nu echt merkbaar minder wordt. Om de regeldruk voor ondernemers merkbaar te verminderen zet het kabinet in op minder last voor ondernemers van zaken waar zij last van hebben. Bovendien maakt het kabinet de dingen voor ondernemers makkelijker. Denk hierbij aan een snellere en betere dienstverlening. Het verminderen van regeldruk en het vergemakkelijken voor ondernemers om aan verplichtingen aan de overheid te voldoen, moet uiteindelijk leiden tot een lagere regeldruk in de beleving van de ondernemer. Hiermee wordt tevens tegemoet gekomen aan de motie van Smeets/ Blanksma over het koppelen van doelstellingen aan beleving. Uitwerking van bovenstaande doelstellingen heeft geleid tot de concrete doelstellingen in onderstaande tabel. Onderdeel Doelstelling 2011 MINDER Administratieve Lasten -25% netto Nalevingskosten Percentage bedrijfsvreemde kosten op 30 prioritaire terreinen, te bepalen na meting. Uitkomsten in voortgangsrapportage voorjaar 2009. Toezichtslasten voor 19 domeinen veroorzaakt door rijksinspecties -25% Subsidies 100% van rijkssubsidies voor bedrijven lastenarm MAKKELIJKER Bestendiger VVM bij alle departementen ingevoerd Transparanter ((Antwoord voor Bedrijven.nl: 1,5 mln bezoekers per jaar ((Branchewijzers voor 62 branches Sneller Verdubbeling aantal vergunningenstelsels met Lex Silencio t.o.v. 2007 Betere Service ((Normenkader Dienstverlening toegepast bij 200 gemeenten ((Idem bij top 10 van uitvoeringsorganisaties MERKBAAR Bestendigheid 15% meer ondernemers geeft aan geen hinder te vinden van voortdurend wijzigen van wetten en regels Informatieverplichtingen 25% meer ondernemers geeft aan nauwelijks hinder te hebben van onnodige informatieverplichtingen Toezicht 15% meer ondernemers geeft aan nauwelijks hinder te hebben van strenge eisen van toezichthouders Minder kosten om te voldoen aan regelgeving 25% meer ondernemers geeft aan nauwelijks hinder te hebben van hoge kosten om te voldoen aan regels. In de komende integrale rapportages zal steeds de voortgang van de regeldruk-operatie via deze 12 sleutelindicatoren worden weergegeven. In onderstaand figuur treft u in één oogopslag de huidige scores aan. Een toelichting per onderdeel in de tekst daaronder. De scores met betrekking tot toezichtslasten en nalevingskosten worden toegevoegd zodra concrete cijfers beschikbaar zijn (respectievelijk najaar 2008 en voorjaar 2009). 2.1 Minder 25% minder administratieve lasten voor bedrijven Met de maatregelen uit de reductieplannen kan de kabinetsdoelstelling worden bereikt om in 2011 de administratieve lasten verlaagd te hebben met netto 25%. Voorwaarde voor het bereiken van de doelstelling is dat de departementen de maatregelen uit de reductieplannen tijdig kunnen implementeren. IJkpunt is de stand van de administratieve lasten per 1 maart 2007. Daartoe heeft het kabinet de nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 laten uitvoeren. De resultaten van deze nulmeting zijn in de vorige voortgangsrapportage aan de Kamer gemeld. Toen is ook gemeld dat het kabinet de zomermaanden zou gebruiken om de resultaten van de nulmeting verder uit te werken. Tevens heeft op onderdelen nog extra onderzoek plaatsgevonden. Dit heeft er toe geleid dat op sommige terreinen een technische correctie van de cijfers is doorgevoerd. Die hebben per saldo tot gevolg dat de totale administratieve lasten worden bijgesteld van 9.014 tot 8.810 mld, een aanpassing van 2%. In bijlage III is het totaal van de administratieve lasten verdeeld naar departement en zijn de verschillen ten opzichte van de cijfers uit de vorige rapportage weergegeven. Verder zijn daar de belangrijkste technische correcties nader toegelicht, zoals bijvoorbeeld de correcties op een dubbeltelling in het jaarrekeningrecht en op verouderde cijfers bij mestregelgeving. Het kabinet zet in op een vermindering van administratieve lasten zoals die aan het begin van deze kabinetsperiode feitelijk bestonden. Uit de eerder dit jaar afgeronde nulmeting is gebleken dat een aantal maatregelen van het vorige kabinet nog niet hun beoogde structurele effect had bereikt. Het gaat daarbij vooral om mogelijkheden voor efficiëntere uitwisseling van gegevens. Daar moet veelal de ondernemer zelf de stap zetten om er gebruik van te maken om de voordelen te realiseren. Bij dit type maatregelen zal het kabinet er daarom voortaan voor kiezen de beoogde reducties pas geleidelijk in te boeken, aan de hand van onderzoek naar het feitelijk gebruik in de praktijk. Deze benadering sluit optimaal aan bij de merkbaarheid. In tabel 1 is per departement informatie opgenomen over nulmeting, te verwachten reductie en het vastgestelde plafond. In tabel 2 wordt de planning per jaar van de te verwachten reducties aangegeven. Voor een uitgebreide toelichting op de reductiemaatregelen op het gebied van de administratieve lasten wordt verwezen naar bijlage I. Het blijkt uit de nulmeting dat de hoogte van de administratieve lasten per wet aanzienlijk verschilt. Om die reden zal een reductiemaatregel soms grote, en soms kleine kwantitatieve reducties tot gevolg hebben. De reductie van 25% zal dus tussen de jaren, en binnen de jaren, niet lineair gelijkmatig gaan verlopen. Per jaar wordt de Kamer viermaal geïnformeerd over de voortgang van de AL-reductie. In augustus is aan uw Kamer gemeld dat tot en met het 2e kwartaal van 2008 een reductie van 6,3% was gerealiseerd. Aan het einde van het derde kwartaal 2008 is inmiddels 8 % aan netto-reductie daadwerkelijk gerealiseerd. In bijlage VI is een specificatie opgenomen van de realisaties in het 3e kwartaal 2008. Minder nalevingskosten In de voortgangsrapportage van mei 2008 zijn 30 terreinen benoemd, waarvan het bedrijfsleven vindt dat daar de nalevingskosten onevenredig hoog zijn. De Kamer is daarna verder geïnformeerd over de stand van zaken op het gebied van het meten van de nalevingskosten. Zeven pilots zijn inmiddels afgerond en hebben aangetoond dat de gehanteerde meetmethodiek valide en bruikbaar is. Voor uit de pilots voortgekomen reductievoorstellen wordt momenteel nagegaan hoe deze doorgevoerd kunnen worden. Voor de overige 23 gebieden worden de door het bedrijfsleven aangegeven knelpunten verhelderd, zodat de nalevingskosten van de onderliggende wetgeving in kaart kunnen worden gebracht. De Europese aanbesteding van de daadwerkelijke metingen moet begin 2009 zijn afgerond. In het voorjaar van 2009 worden de concrete reductievoorstellen in kaart gebracht. Voor de volgende voortgangsrapportage (voorjaar 2009) leveren deze voorstellen de grondslag op voor het percentage reductie nalevingkosten op de prioritaire terreinen. Ondertussen zijn door het kabinet al concrete verbeteringen geïnventariseerd, die voor het bedrijfsleven een reductie van € 150 mln aan nalevingkosten betekenen. Zie voor een overzicht bijlage II. Minder toezichtslasten In Hoofdstuk 3 wordt de bijdrage van de Inspectieraad (programma Vernieuwing Toezicht) meer uitgebreid beschreven. Van de in 19 domeinen gemeten toezichtlasten wordt 25 % verminderd, onder meer door voor het MKB in de relevante branches te regelen dat ze nog maximaal 2 maal per jaar worden geïnspecteerd. Dit levert bovenop de 25 % reductie van administratieve lasten nog eens ca. € 25 mln op. Zeker zo belangrijk vanuit het perspectief van de bedrijven is dat tegelijkertijd een kwalitatieve verbetering optreedt van de dienstverlening van de betrokken inspecties. De Inspectieraad zal in haar afzonderlijke Voortgangsrapportage Vernieuwing Toezicht (najaar 2008), die door de minister van BZK aan de Kamer wordt aangeboden, voor het eerst kwantificeren in welke mate de reeds genomen maatregelen (front offices, selectiviteit, risico-benadering) bijdragen aan de doelstelling van 25 % minder toezichtlasten. Minder lasten rond subsidies Op dit moment wordt een subsidiekader ontwikkeld voor het vereenvoudigen en lastenarm maken en houden van alle rijkssubsidies. Alle subsidieregelingen voor bedrijven zullen nog tijdens deze kabinetsperiode worden herzien aan de hand van dit kader. Ondertussen is al voortgang geboekt op het terrein van het lastenarmer inrichten van subsidies voor bedrijven. Sinds maart vorig jaar zijn 7 van de 99 bestaande regelingen lastenarmer ingericht. Onderzoek heeft aangetoond dat het besparingspotentieel van het subsidiekader 30% bedraagt van de in de nulmeting voor subsidies opgenomen administratieve lasten. Dit percentage is een gemiddelde voor alle Rijkssubsidies. 2.2 Makkelijker Transparanter Ondernemers moeten op snelle eenvoudige wijze actuele en begrijpelijke informatie vinden die op hen van toepassing is. Het kabinet wil dit met de inzet van Antwoordvoorbedrijven.nl bereiken. Het huidige bezoekersaantal van jaarlijks 960.000 moet in 2011 gestegen zijn naar 1,5 mln. Bovendien moeten dan 62 branchewijzers toegankelijk zijn. Dit jaar zijn dat er 32. Bestendiger Onder bestendiger verstaat het kabinet dat wijzigingen in regelgeving alleen maar op twee momenten in het jaar mogelijk zijn en dat deze wijzigingen ruim vooraf bekend worden gemaakt in begrijpelijke taal. Doelstelling op dit vlak is dat alle departementen in 2011 het systeem van vaste verandermomenten hanteren. Sneller Een snellere besluitvorming wordt mede mogelijk gemaakt door een brede toepassing van Lex Silencio (“wie zwijgt stemt toe”). In 2007 bestonden 21 vergunningenstelsels waarop Lex Silencio werd toegepast. In 2011 wil het kabinet een verdubbeling ten opzichte van 2007 realiseren van het aantal vergunningenstelsels waarop Lex Silencio wordt toegepast. Betere service De in de nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 genoemde top 10 van uitvoeringsorganisaties die een belangrijke rol spelen bij de ervaren regeldruk voor ondernemers moeten in 2011 voldoen aan minimum kwaliteitseisen voor dienstverlening. Enerzijds vertalen deze organisaties de wet- en regelgeving naar concrete beleidsregels of formulieren en procedures. Daarmee kunnen zij de beleefde administratieve lasten beïnvloeden. Anderzijds zijn zij de organisaties met directe contacten met het bedrijfsleven. Deze contacten bepalen mede de ergernis of tevredenheid over de informatieverplichtingen. Het kabinet wil samen met deze organisaties een plan van aanpak opstellen om de doelstelling voor 2011 te bereiken. Tabel: top 10 uitvoeringsorganisaties met belangrijke rol voor regeldruk 1. Belastingdienst inclusief Toeslagen 2. Kamers van Koophandel 3. Arbeidsinspectie 4. Douane 5. Waterschappen 6. Dienst Regelingen 7. Rijjksdienst voor het Wegverkeer 8. SenterNovem , inclusief uitvoering Landelijke Meldpunt Afvalstoffen 9. Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen 10. Voedsel en Warenautoriteit In de top 10 komen ook de gemeenten voor. Het kabinet wil ten aanzien van de gemeenten bereiken dat aan het einde van de kabinetsperiode: tenminste 200 gemeenten, die gezamenlijk minimaal de helft van alle in Nederland gevestigde bedrijven huisvesten, de kwaliteit van hun dienstverlening periodiek meten, en tenminste werken naar het niveau van de minimumnorm. 2.3 Merkbaar Het kabinet wil net als de Kamer weten wat de invloed is van al deze acties op het terrein van regeldruk. Daarom meet het kabinet elk voorjaar in hoeverre ondernemers last hebben van regeldruk. In de belevingsmonitor worden meerdere stellingen over regeldruk aan ondernemers voorgelegd. Enkele van deze stellingen hangen nauw samen met de hierboven genoemde speerpunten van het programma. Het kabinet wil dat de beleving van ondernemers zich op deze punten positief ontwikkelt. Het kabinet streeft daarom naar de volgende doelstellingen voor de beleving van ondernemers in 2011: % ondernemers dat aangeeft nauwelijks of geen hinder te ondervinden van: Huidige score Doel- stelling Absolute mutatie Relatieve mutatie 1. onnodige informatieverplichtingen 32 40 + 8% + ca. 25% 2. hoge kosten om te voldoen aan regelgeving 36 45 + 9% + ca. 25% 3. strenge eisen van toezichthouders 52 60 + 8% + ca. 15% 4. voortdurend wijzigen van wetten en regels 47 55 + 8% + ca. 15% Verder streeft het kabinet ernaar dat ondernemers de kwaliteit van dienstverlening, die in het kader van de belevingmonitor in kaart wordt gebracht, zowel door gemeenten als door uitvoeringsorganisaties met een 7 waarderen. 3. Hulp van….. Verschillende partijen assisteren het kabinet bij het reduceren van regeldruk. De belangrijkste acties en gebeurtenissen van de afgelopen maanden treft u in dit hoofdstuk aan. Commissie Wientjes De Commissie Regeldruk Bedrijven, onder voorzitterschap van de heer Wientjes, is ingesteld om het kabinet kritisch te volgen op het gevoerde beleid met betrekking tot vermindering van de regeldruk. De Commissie is dit jaar vijf keer bijeengeweest en richt zich op reducties voor zowel de lange als de korte termijn. De Commissie heeft spoedig na haar aantreden twee adviezen uitgebracht die vrij snel door het kabinet zijn opgevolgd: de vereenvoudiging van de verpakkingenbelasting en de afschaffing van de eerstedagsmelding in zijn huidige vorm. Het kabinet zal binnenkort reageren op het advies over de vereenvoudiging van de Wet Identificatieplicht en de Wet Arbeid Vreemdelingen. De Commissie blijft voortvarend aan de slag: gewerkt wordt aan adviezen over de afschaffing van de exploitatievergunning en de verplichte onafhankelijke welstandstoets. Zij buigt zich nu over de wenselijkheid van horizonbepalingen in wetgeving en zal advies uitbrengen over de nota “Vertrouwen in Wetgeving” van de minister van Justitie. De commissie heeft het ministerie van Justitie aangeboden een bijdrage te willen leveren aan het uitwerken van alternatieven voor wetgeving. Nog dit jaar zal de Commissie tenslotte een top tien presenteren van knelpunten rond regeldruk die om een snelle oplossing vragen. Gemeenten Veel gemeenten zijn bezig met het aanpakken van regeldruk. De Regiegroep Regeldruk en de Taskforce Wallage stimuleren daarbij. Voor gemeenten is de afgelopen periode een aantal producten gerealiseerd waarmee zij hun regeldruk kunnen aanpakken. Het komende jaar komt het aan op de implementatie van deze instrumenten en het bereiken van merkbare resultaten. Hiervoor is het van belang dat het bedrijfsleven op lokaal en regionaal niveau met de gemeenten spreekt over het verminderen van regeldruk en het verbeteren van de dienstverlening. Immers dan kunnen gemeenten de lokale problematiek het beste aanpakken. De VNG heeft de voor ondernemers relevante modelverordeningen (waaronder de model-APV) gedereguleerd en aan gemeenten beschikbaar gesteld. Gemeenten zijn gestart om hun eigen locale verordeningen op basis van de VNG-modellen aan te passen. De VNG zal eind 2008 aangeven hoe de implementatie van de gedereguleerde modelverordeningen bij gemeenten wordt opgepakt. Veel gemeenten verplichten exploitanten van horecagelegenheden, naast de horeca- en drankvergunningen, ook tot een exploitatievergunning. Er zijn voor gemeenten echter ook alternatieve mogelijkheden voor de exploitatievergunning. De Commissies Wientjes en Wallage brengen deze alternatieven onder de aandacht van gemeenten. Afschaffing van de exploitatievergunning is mogelijk vanaf 2008. In augustus 2008 zijn 93 gemeenten geënquêteerd om beter zicht te krijgen op hun prestaties op het gebied van regeldruk, toezicht en dienstverlening. Uit de enquête komt een overwegend positief beeld naar voren: veel van de gemeenten zijn druk bezig om verbeteringen te realiseren: 68% heeft accountmanagement ingevoerd rond dienstverlening; 67% coördineert inspectiebezoeken; 66% heeft één fysiek loket gecreëerd voor ondernemers; 56% wisselt onderling relevante inspectiegegevens uit; 53% heeft de model-Algemene Plaatselijke Verordening van de VNG overgenomen of is verder gegaan met deregulering; 51% biedt geïntegreerde aanvraagmogelijkheden (anders dan horecavergunning) aan; 30% biedt ondernemers de mogelijkheid om een geïntegreerde aanvraag voor een horecavergunning in te dienen; Het is de bedoeling dat elk jaar een soortgelijk onderzoek wordt uitgevoerd onder steeds meer gemeenten. Het kabinet stimuleert gemeenten om volgend jaar mee te doen. Circa 270 gemeenten hebben een voucher gekregen voor de doorlichting van de gemeentelijke regels. Eind 2008 zijn circa 100 gemeenten klaar met de doorlichting, eind van het eerste kwartaal 2009 zijn dat circa 250 gemeenten. Als bijlage V is een landkaart opgenomen die een beeld geeft van de resultaten van de voucherregeling per individuele gemeente. Om de regionale aanpak van regeldruk door gemeenten met het bedrijfsleven te bevorderen stimuleert het kabinet dat in de twaalf regio’s van de Kamers van Koophandel Regeldrukpanels worden opgericht. Deze Regionale Regeldrukpanels bestaan uit bestuurders van de gemeenten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, die gezamenlijk op bedrijven gerichte regeldrukprojecten initiëren en aansturen. De regio’s Twente en West Brabant hebben inmiddels al besloten tot oprichting van een Regionaal Regeldrukpanel. De Taskforce onder leiding van de heer Wallage heeft gemeenten geholpen om het verminderen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven te versnellen. De Taskforce realiseerde al diverse resultaten die de regeldruk verminderen voor zowel burgers als bedrijven. Resultaten Taskforce Wallage • Aankaarten problemen op rijksniveau (blokkades): nadat duidelijk was waar de grootste problemen in medebewindwetgeving zaten, heeft de taskforce met de betrokken bewindslieden erop aangedrongen om deze blokkades weg te nemen, waaraan op diverse terreinen al gehoor is gegeven (welstandsadvisering, afstemming Gemeentelijke Basisadministratie en Burgerservicenummer, aanpak AL Drank- en Horecawet, schrappen eis tot vermelding ‘beroep of betrekking’ in het nachtregister). • Eenvoudiger modelverordeningen: modelverordeningen zijn gedereguleerd en vereenvoudigd. De Taskforce roept gemeenten op ze als uitgangspunt te gebruiken en méér te schrappen als dat mogelijk is. • Realisatie normenkader voor ondernemers. • Actieve pioniergemeenten realiseren best practices: er wordt momenteel door een honderdtal pioniergemeenten met 30 innovatieve projecten die de regeldruk verminderen geëxperimenteerd. • Wedstrijd meest klantvriendelijke gemeente: gemeenten kunnen praktijkvoorbeelden indienen waarin het verbeteren van de dienstverlening centraal staat. De winnaar wordt tijdens het VNG-jaarcongres van 2009 bekend gemaakt. • Website www.Minderregelsmeerservice.nl: deze laagdrempelige website toont gemeenten goede voorbeelden van de aanpak van regeldruk. • Helpdesk voor gemeenten: met alle vragen van juridische of organisatorische aard kunnen gemeenten terecht bij deze helpdesk. De Taskforce doet dit najaar een oproep aan het Rijk en gemeenten waarin vijf speerpunten voor een najaarsoffensief worden gepresenteerd: 1) gemeenten, gebruik de vereenvoudigde VNG-modelverordeningen 2) rijk, pak de blokkadelijst voortvarend aan; 3) verbeter uw dienstverlening; Voor de dienstverlening aan bedrijven worden gemeenten gestimuleerd het normenkader in te voeren. 4) pas best practices van pioniergemeenten toe; voorkom een regelreflex. Europa Sinds het Nederlandse EU-voorzitterschap van 2004 en het aantreden van de Commissie Barroso heeft het zogenaamde integrale ‘EU-programma voor Betere Regelgeving’ een sterker economisch karakter gekregen. In 2006 werd de kostprijs van de Europese administratieve lasten geschat op 3,5% van het BBP van de EU. Een besparing van 25% kan volgens de Europese Commissie tot 150 miljard euro (1,3% van het BBP) opleveren. Het ziet ernaar uit dat ook tijdens de komende twee EU-voorzitterschappen het onderwerp Betere Regelgeving hoog op de Brusselse agenda zal staan. Tsjechië en Zweden zijn immers lidstaten die zich ook op nationaal niveau aan een ambitieus reductieprogramma voor bedrijven hebben gecommitteerd op basis van de Nederlandse methodologie. In Europa is medio 2007 de Europese Commissie gestart met het meten volgens Nederlands model van de administratieve lasten veroorzaakt door bestaande EU-regelgeving voor 13 prioritaire domeinen. Deze domeinen bestaan uit 42 richtlijnen en verordeningen die volgens de Commissie samen verantwoordelijk zijn voor 80% van alle administratieve lasten op EU-niveau. De meting van deze domeinen zal eind 2008 zijn afgerond. Nu al is te constateren dat de vijf grootste lastenveroorzakers BTW-wetgeving, Vennootschapsrecht, Voedselveiligheid, Aanbesteden en Arbeidswetgeving zijn. Nederland is met twee leden, de heren Linschoten en Hontelez, goed vertegenwoordigd in de groep Stoiber. Deze groep heeft een belangrijke functie als adviseur van de EU Commissie. Met name de eerste adviezen over onder meer ‘company law’ hebben een grote impact. Ondernemerschap en het MKB zijn van groot belang voor het concurrentievermogen, de groei en de dynamiek van de economie. De Europese Commissie en de Europese Raad willen het potentieel van het MKB meer benutten, aangezien de groei van het MKB in de EU achterloopt in vergelijking met bijvoorbeeld de VS. Het kabinet vindt het belangrijk dat ambitieuze en concrete acties worden verbonden aan het zogenaamde 'denk eerst klein' principe. Onder meer door op EU-niveau een sterkere MKB-test in Impact Assessments op te nemen, door het MKB als specifieke belanghebbende vroegtijdig te betrekken bij voorgenomen EU-regelgeving en door het benoemen van terreinen waar een lichter regime (of een vrijstelling) voor het MKB kan gelden. Hierbij kan worden gedacht aan Jaarrekeningen, Statistieken, Etikettering en Arbeidswetgeving. Het is van groot belang dat de Commissie nog voor de zomer van 2009 met ambitieuze en concrete besparingsvoorstellen komt om 2012 als implementatiedatum van het EU-actieprogramma daadwerkelijk te halen. Nederland dringt er bij de Commissie dan ook op aan dat in de derde strategische herziening van Betere Regelgeving (voorzien in januari 2009) al een eerste pakket reductievoorstellen wordt gepresenteerd. Voor Nederland zou het vooral om maatregelen moeten gaan op de terreinen van BTW, Douane, Jaarrekeningen, Arbeidswetgeving, Aanbesteden, Voedselveiligheid, Statistieken (Intrastat), Financiële Diensten, Milieu en Landbouw. Toezicht Zeker vanuit het gezichtspunt van merkbaarheid is het toezicht voor bedrijven een belangrijke bron van regeldruk. De taak om de toezichtlasten voor bedrijven voor 2011 terug te dringen met 25% ligt primair bij de inspectiediensten en de vakdepartementen. De uitvoering is neergelegd bij de Inspectieraad in het programma Vernieuwing Toezicht. Zoals eerder gemeld, is in negentien domeinen - samen met de branches - nagegaan of er sprake is van toezichtlasten en zo ja, wat de oorzaken ervan zijn. Betrekkelijk hoge kwantitatieve toezichtlasten vanuit rijksinspecties worden in vijf domeinen (horeca, vleesketen, land- en tuinbouw, wegtransport en recreatie) aangetroffen. Met de getroffen maatregelen vanuit het programma Vernieuwing Toezicht zijn die lasten inmiddels aanmerkelijk verminderd en in de voor MKB bedrijven relevante domeinen wordt een beperking van het aantal bezoeken door rijksinspecties bij MKB bedrijven tot maximaal twee per jaar doorgevoerd. Daarbij blijkt uit metingen dat bedrijven en instellingen er vooral behoefte aan hebben dat de inspecteurs deskundig zijn, goed communiceren en gericht zijn op echte risico’s en slechte nalevers. Een dergelijke professionalisering bij rijksinspecties is de kern van het programma Vernieuwing Toezicht, waarover de Kamer nog dit jaar in een afzonderlijke brief wordt geïnformeerd. In opdracht van de minister van VROM heeft een commissie onder voorzitterschap van oud-burgemeester Mans een analyse gemaakt van het toezicht op de VROM-regels. De commissie beveelt aan tot een herordening van het in medebewind uitgevoerde toezicht op VROM-regels. Het kabinet volgt de commissie hierin met een keuze voor een robuuste landsdekkende uitvoeringsstructuur van maximaal 25 regionale omgevingsdiensten, ter grootte van de politieregio's. Bij deze diensten zal het door de gemeenten, provincies en waterschappen uitgevoerde toezicht worden ondergebracht. Hiermee daalt het aantal organisaties dat zich bezighoudt met lokaal en regionaal toezicht van ca. 500 tot 25. Provincies en gemeenten zullen de komende maanden initiatieven ontplooien om tot deze omgevingsdiensten te komen. In april 2009 zal het kabinet vervolgens bezien of de genomen initiatieven afdoende zijn. 4. Voorkomen is….. Om regeldruk niet alleen te verminderen, maar ook structureel te voorkómen, is het belangrijk dat al vroeg in het beleids- en wetgevingsproces aandacht aan regeldruk wordt besteed. Het verminderen van regeldruk is daarom ook een belangrijke doelstelling van het integraal wetgevingsbeleid, waarin wetgeving wordt beschouwd als onderdeel van de gehele beleidscyclus (van agendavorming tot evaluatie). Het kabinet heeft dit uitgewerkt in de nota Vertrouwen in wetgeving. De speerpunten nota Vertrouwen in wetgeving. • Terughoudendheid met wetgeving: zuinig met regels door vroeg in het beleidsproces uitdrukkelijk aandacht te besteden aan nut en noodzaak van wetgeving, alternatieve vormen van overheidsinterventie en de effecten voor de samenleving; • Ruimte bieden aan burgers, bedrijven en uitvoerende organen: wetgeving moet zo min mogelijk verplichtingen opleggen of lasten geven. Burgers en bedrijven wordt vertrouwen gegeven door minder gedetailleerde regels, minder vergunningseisen en minder verantwoordingsplichten; • Heldere, uitvoerbare wetgeving met aandacht voor transparantie bij de voorbereiding; • Meer aandacht voor informatie- en communicatietechnologie: een voorbeeld is het Nederlandse Taxonomieproject van Justitie en Financiën dat heeft laten zien dat gezamenlijke afspraken kunnen worden gemaakt met het bedrijfsleven over definities die in diverse wetten worden gehanteerd met betrekking tot gegevensverschaffing; • Meer aandacht voor Europese en internationale aspecten. Een van de instrumenten die Justitie in dit kader - in samenwerking met alle ministeries en ACTAL – ontwikkelt, is een integraal afwegingskader (IAK) voor beleid en wetgeving waarin een aantal kwalitatieve criteria is opgenomen, zoals alternatieven voor en in wetgeving die nieuwe regeldrukverhogende regels kunnen voorkomen. Na toepassing van deze instrumenten op de in kaart gebrachte alternatieven kan een afgewogen keuze voor de beste inrichting van beleid of wetgeving worden gemaakt. Het kader zal door de ministeries worden toegepast in hun beleids- en wetgevingsproces. De eerste versie van het kader – waarvoor onder meer de richtsnoeren voor Regulatory Impact Analysis (RIA) van de EU model hebben gestaan – wordt eind 2008 opgeleverd en getest in een aantal pilotprojecten. Mede op basis van de ervaringen daarbij, zal in 2009 doorontwikkeling plaatsvinden. Het kabinet wil dat aan het einde van deze kabinetsperiode de analyse en beoordeling van regeldrukaspecten van nieuwe wetgeving door toepassing van het integraal afwegingskader structureel is verankerd in de departementale organisaties en processen. ACTAL heeft als taak deze ‘verinnerlijking’ te bevorderen. Mede daarom is de termijn waarvoor ACTAL is ingesteld eerder dit jaar verlengd tot 1 juni 2011. Gedurende deze kabinetsperiode moeten voldoende waarborgen worden gecreëerd voor reguliere toetsing in het wetgevingproces. Aan het einde van deze kabinetsperiode wordt ACTAL geëvalueerd. De ACTAL-taken tot juni 2011. • Adviseren over alle aspecten van regeldruk, zoals administratieve lasten, nalevingskosten, uitvoeringskosten, toezichtlasten en interbestuurlijke lasten; • Adviseren van de regering op strategisch niveau over regeldrukaspecten; • Adviseren over de ontwikkeling en de toepassing van het integrale afwegingskader bij de voorbereiding van beleid en regelgeving. Een ander belangrijk instrument in het integraal wetgevingsbeleid is openbare internetconsultatie over voorgenomen wetgeving. In het kabinetsstandpunt Openbare internetconsultatie bij departementale voorbereiding van wetgeving geeft het kabinet aan internetconsultatie een waardevolle aanvulling te vinden op de bestaande mogelijkheden voor consultatie over wetgeving. Met deze internetconsultatie beoogt het kabinet het bevorderen van de openbaarheid en transparantie over voorbereiding van wet- en regelgeving en het beter gebruik maken van de in de samenleving aanwezige kennis en ervaring. Een rijksbreed experiment met internetconsultatie start in de zomer van 2009. Ministeries kunnen echter nu al zelf besluiten om wetsvoorstellen via internet ter consultatie aan te bieden; dit wordt ook al regelmatig gedaan. Kwantificering van de ingeschatte AL voortvloeiend uit voorgenomen EU-regelgeving voor bedrijven maakt al verplicht onderdeel uit van de huidige richtsnoeren voor Europese impact assessments. Op Europees niveau heeft Nederland afgelopen zomer een bijdrage geleverd aan de publieke consultatie over de herziene richtsnoeren voor impact assessments van de Europese Commissie. Daarbij is onder meer ingebracht dat de bruikbaarheid van impact assessments voor de Europese politieke besluitvorming kan worden vergroot door ze te voorzien van een beknopte oplegnotitie met de belangrijkste uitkomsten, zoals de verwachte kosten en baten van de verschillende opties en de bijbehorende netto effecten op (onder meer) het bedrijfsleven. Voortgangsrapportage Vernieuwing Toezicht, eind 2008 Kamerstuk 29515, nr 249 Kamerstukken 29515, nr 249 Brief van 16 juli 2008 (Kamerstukken 29515). Kamerstukken TK 2008-2009, 31731, nr. 1 PAGE PAGE 36 Belangrijke maatregelen die op dit moment door het kabinet worden voorbereid zijn: • afschaffing van de eerstedagsmelding in zijn huidige vorm in 2009; • meer ondernemers kunnen volstaan met een kwartaalaangifte BTW vanaf 2009; • vereenvoudiging van de loonheffing in 2010; vereenvoudiging van de verpakkingenbelasting in 2009; • invoeren van één omgevingsvergunning in plaats van 25 verschillende in 2010; • afschaffing van de onafhankelijke welstandtoets; • vereenvoudigingen en minder verplichtingen in de Drank en Horecawet in 2009. De afgelopen maanden zijn ook reductie-maatregelen gerealiseerd: schattingen en uitstelverzoeken kunnen per 1 juli 2008 elektronisch worden verstuurd aan de Belastingdienst; ook de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is nu elektronisch aan te vragen; vele procedures rond bouwen en verbouwen zijn geschrapt of vereenvoudigd sinds juli 2008; verschillende gemeentelijke brandveiligheidsvoorschriften zijn geüniformeerd per 1 november 2008; financiële instellingen hoeven geen ‘kopietje paspoort’ meer te bewaren van hun klanten sinds 1 augustus 2008; de meeste import- en exportvergunningen voor landbouwproducten zijn door de EU per 1 juli 2008 afgeschaft. Andere voorbeelden op het gebied van lonen, belastingen en premies: De VAR wordt vanaf 2010, automatisch verleend als deze drie jaar op rij op dezelfde gronden is verstrekt; Eenvoudiger terugvragen BTW over buitenlandse aankopen met ingang van 2010; Stimulering eFacturering, ook vanuit Brussel. Andere voorbeelden op het gebied van verslaglegging en vennootschappen: Gerechtsdeurwaarders krijgen vanaf 2009 eenvoudiger informatie over schuldenaren en kunnen elektronisch beslag leggen. Met de implementatie van de Dienstenrichtlijn wordt uiterlijk december 2009 één loket gerealiseerd voor afwikkeling van procedures met instanties. Onderzocht wordt of de identificatieplicht door uitzendbureaus minder belastend kan worden gemaakt. Andere voorbeelden op het gebied van omgeving: Met de nieuwe Waterwet worden in 2009 zes verschillende vergunningen gebundeld. Door instelling van de Gegevensautoriteit Natuur besparen bouwbedrijven tijd bij discussies rond de aanwezigheid van flora en fauna op bouwgronden. De aanbiedingsprocedure van met voorkeursrecht belaste gronden door bedrijven aan overheid wordt simpeler in 2009. Andere voorbeelden op het gebied van veiligheid en risico: De voor hotels verplichte registratie van beroep in het nachtregister wordt geschrapt. De vergunning voor de aanwezigheid van behendigheidsautomaten in de horeca wordt afgeschaft. ICT-toepassingen kunnen op elk gebied helpen aan een verbetering van service door de overheid. Het kabinet zal op initiatief van de staatssecretaris van BZK medio november samen met de medeoverheden afspraken maken over de totstandkoming van een Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP). In het NUP staat hoe e-overheid gericht kan worden benut voor betere dienstverlening aan bedrijven (en burgers). Een basisinfrastructuur die het mogelijk moet maken dat de e-overheid bijdraagt aan vermindering van regeldruk wordt hiermee een stap verder gebracht. De staatssecretaris van BZK zal dit najaar in een brief de Kamer informeren over het NUP en de afspraken hierover met de mede-overheden. Naast het NUP is een beoordelingskader gereed voor het bepalen en versterken van de bijdrage van ICT-projecten aan vermindering van regeldruk. Het kader zal aan de hand van een aantal concrete projecten op bruikbaarheid worden gevalideerd en getoetst. Vanaf eind 2008 kunnen overheidsorganisaties van het kader gebruik maken. Doelstellingen zoals opgenomen in het plan van aanpak regeldruk van juni 2007 De administratieve lasten worden in deze kabinetsperiode met netto 25% verlaagd. De nalevingskosten van regels worden teruggebracht in die gevallen waar de gebleken kosten onevenredig hoog zijn voor de ondernemer in verhouding tot het algemene belang dat met deze regels gediend is; In overleg met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven is een aantal toezichtsdomeinen geselecteerd. Het streven is om op deze domeinen de lasten van rijkstoezicht met gemiddeld een kwart per domein terug te brengen. Alle bestaande rijkssubsidies voor bedrijven moeten met waarborging van de rechtmatigheid aan het eind van de kabinetsperiode lastenarm zijn ingericht; De procedure van vergunningverlening wordt versneld door bundeling van vergunningen en, waar mogelijk, ruimere toepassing van het instrument van de Lex Silencio positivo; De dienstverlening aan ondernemers wordt sneller en beter. Het doel van het kabinet is om de professionaliteit en klantgerichtheid van de dienstverlening door de overheid te verbeteren; De informatievoorziening richting de ondernemer wordt verbeterd. Alle informatie richting de ondernemer behoort zoveel mogelijk via één kanaal te lopen, invoering van Vaste Verander Momenten en begrijpelijke formulieren.