Methodologische toelichting belevingsmonitor
Bijlage
Nummer: 2008D13443, datum: 2008-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven (najaar 2008) (2008D13438)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage IV Methodologische toelichting belevingsmonitor Aanleiding Het kabinet wil weten wat de invloed is van haar acties op het terrein van regeldruk. Daarom meet het kabinet elk voorjaar in hoeverre ondernemers last hebben van regeldruk. Tijdens het VAO regeldruk van 3 juli 2008 is een motie van de kamerleden Smeets en Blanksma aangenomen om aan de belevingsmonitor een doelstelling te koppelen. De doelstellingen voor 2011 Het kabinet heeft doelstellingen gekoppeld aan de volgende stellingen uit de belevingsmonitor: Stelling: Huidige score Doel- stelling Absolute mutatie Relatieve mutatie % ondernemers dat aangeeft nauwelijks of geen hinder te ondervinden van: 1. onnodige informatieverplichtingen 32 40 + 8% + ca. 25% 2. hoge kosten om te voldoen aan regelgeving 36 45 + 9% + ca. 25% 3. strenge eisen van toezichthouders 52 60 + 8% + ca. 15% 4. voortdurend wijzigen van wetten en regels 47 55 + 8% + ca. 15% Verder streeft het kabinet ernaar dat ondernemers de kwaliteit van dienstverlening, waarnaar in de belevingsmonitor wordt gevraagd, met een 7 waarderen. Toelichting Verbinding tussen programma en de beleving van merkbare resultaten Met de gekozen doelstellingen wordt een verbinding gelegd tussen de thema’s waarop het programma de regeldruk voor bedrijven merkbaar wil verminderen en hoe ondernemers dit beleven. Zo legt de eerste belevingsdoelstelling ‘25% meer ondernemers heeft nauwelijks of geen hinder van onnodige informatieverplichtingen’ een link met het thema om de administratieve lasten te verminderen. Het kabinet hoopt met de keuze voor deze specifieke belevingsdoelstellingen beter te kunnen sturen op de afzonderlijke thema’s van het programma, dan wanneer gekozen was voor een algemene doelstelling voor de beleving. Overigens zal de vragenlijst van de belevingsmonitor grotendeels ongewijzigd blijven waardoor ook de ontwikkeling in beleving op andere aspecten in de toekomst te volgen zal zijn. De ambitie voor 2011 Ten opzichte van begin 2008 moet de beleving zich in absolute zin 8% verbeteren. Voor doelstelling 1 en 2 betekent dat een relatieve verbetering van 25%, voor doelstelling 3 en 4 een relatieve verbetering van 15%. Dit laatste omdat daar ondernemers de situatie bij deze doelstellingen relatief al positief inschatten. De doelstellingen zijn geformuleerd in samenspraak met de experts van het onderzoeksbureau dat de belevingsmonitor heeft uitgevoerd. Kantekeningen Het formuleren en realiseren van doelstellingen die betrekking hebben op een subjectieve grootheid als ‘beleving’ is lastig. Experts geven aan dat het bijzonder lastig is om met overheidsbeleid de houding en gedrag van mensen significant in de gewenste richting te sturen. Daarbij komt dat de beleving van regeldruk naar verwachting ook wordt beïnvloed door bijvoorbeeld autonome maatschappelijke ontwikkelingen als de ontwikkeling van de economie/arbeidsmarkt en (ernstige) incidenten of ontwikkelingen die vanuit regeldruk of anderszins niet of nauwelijks beïnvloedt kunnen worden (belastingen, ontslagrecht). De gekozen 8% is in dit licht een ambitieuze doelstelling. Maatregelen die zijn genomen om regeldruk te verminderen, zullen niet altijd meteen door ondernemers worden opgemerkt. Bijvoorbeeld doordat er enige tijd zal verstrijken voordat alle door het kabinet voorgenomen regeldruk verminderende maatregelen zullen zijn geïmplementeerd. Ook in het geval van verbetering van de kwaliteit van dienstverlening zullen ondernemers dit niet meteen ervaren. Dit omdat ondernemers gemiddeld eens in de twee jaar in aanraking te komen met de overheid. Verder toont het verleden aan dat – objectief gezien – geringe toenames in regeldruk een grote negatieve impact kunnen hebben op de beleving van ondernemers. Bij genoemde doelstellingen is ook de statistische afwijking van belang. Op de gekozen indicatoren is bij 95% nauwkeurigheid de standaardafwijking ongeveer 3%. Om toch te kunnen beoordelen of een verandering niet te wijten is aan toeval zal bij de beoordeling daarvan gekeken worden in hoeverre andere indicatoren van de beleving van regeldruk zich in dezelfde richting ontwikkelen. Tot slot is de score voor de beleving voor 90% afhankelijk van de beleving van kleine organisaties (<10 medewerkers). De meeste reductiemaatregelen zullen ook deze ondernemers raken. Tegelijkertijd ondervinden zij door hun omvang relatief veel last van regels en verplichtingen. Belevingsmonitor Regeldruk 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 515, nr. 247)