[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nederlandse Melkveehouders Vakbond

Bijlage

Nummer: 2008D13536, datum: 2008-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Reactie op "Plan van aanpak ammoniak De Peel" (2008D13535)

Preview document (🔗 origineel)


  FORMTEXT  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

  FORMTEXT  Programmadirectie Natura 2000 

  FORMTEXT  Catharijnesingel 64 

Postadres:   FORMTEXT  Postbus 3012 

  FORMTEXT  3502 GA  Utrecht 

Telefoon:   FORMTEXT  070 - 3784454 













  FORMTEXT  Nederlandse Melkveehouders Vakbond 

  FORMTEXT  De heer P. ten Hoeve 

  FORMTEXT  Tabaksland 73 

  FORMTEXT  4031 MH  INGEN 

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT  19 september 2008 	  FORMTEXT  B2510 	  FORMTEXT  PDN.
2008/3673 	  FORMTEXT  4 november 2008 

  FORMTEXT  Natura 2000, Beheerplan de Peel 	  FORMTEXT  06-48130869 	 
FORMTEXT        

Geachte heer Ten Hoeve,

Op 19 september 2008 heeft u mij een brief gezonden met een bijlage met
daarin uw reactie op het “Plan van aanpak ammoniak De Peel”. Het
betreft een reactie die u op 

3 september heeft gezonden aan de opstellers van het beheerplan voor de
Peelgebieden. U spreekt hierin uw zorgen uit over de huidige
ammoniakaanpak in dit gebied. 

Ik waardeer uw grote betrokkenheid hierbij. 

In uw brief maakt u melding van een aantal door u geconstateerde feiten.
Ik constateer hierin een aantal onduidelijkheden waarop ik graag een
toelichting wil geven. De implementatie van Natura 2000 is een complex
proces waarbij ik de grootst mogelijk zorgvuldigheid betracht. Voor de
selectie van gebieden, de aanmelding bij de Europese commissie en de
totstandkoming van de aanwijzingsbesluiten gelden verschillende
spelregels, richtsnoeren en overwegingen. Dit kan soms leiden tot
misverstanden over de uitgangspunten.

Het advies van de Commissie Trojan

U stelt dat het rapport van de Commissie Trojan duidelijk maakt dat
beheermaatregelen een brede basis dienen en dat de eenzijdige aandacht
voor stikstof afkomstig van slechts een enkele sector als achterhaald
dient te worden beschouwd.

In het rapport van de Commissie Trojan is inderdaad geconstateerd dat
ook andere sectoren stikstofdepositie veroorzaken. Een belangrijk deel
is echter afkomstig vanuit de landbouw: “Deze sector veroorzaakt ook
een groot gedeelte van de stikstofdepositie in Nederland. Echter, ook
andere sectoren veroorzaken stikstofdepositie. De stikstofdepositie op
natuurgebieden is voor de helft afkomstig uit de Nederlandse landbouw,
in de vorm van ammoniak. Een kleiner deel van de stikstofdepositie is,
in de vorm van stikstofoxides, afkomstig van verkeer en industrie.
Ongeveer een kwart is afkomstig uit het buitenland.” 

Verder constateert de Commissie dat “voor de industrie geldt dat
momenteel (net als voor de landbouw) bij diverse vergunningaanvragen en
handhavingverzoeken de vraag is gerezen welke activiteiten kunnen worden
toegestaan en onder welke voorwaarden. 

Ook voor wat betreft verkeer geldt dat emissies van stikstof(oxiden)
van invloed kunnen zijn op Natura 2000-gebieden. Rond de besluitvorming
van infrastructuur spelen dan ook potentieel hoge onderzoekslasten en
vertragingen”. De landbouw is dus zeker niet de enige sector waarin
afwegingen ter bescherming van de Natura 2000-gebieden worden gemaakt.

De Commissie Trojan concludeert verder dat “naast generieke (en
bedrijfsgerichte) maatregelen ook gebiedsgericht beleid een behoorlijke
bijdrage kan leveren aan het verminderen van de stikstofproblematiek.
Zeker in gebieden met een sterke concentratie van veehouderijbedrijven
rond natuurgebieden, werpen deze maatregelen vruchten af. 

In de beheerplannen kan hier in belangrijke mate invulling aan worden
gegeven.” 

De commissie legt hiermee een belangrijke relatie tussen het verminderen
van de stikstofdepositie vanuit veehouderijbedrijven en het opstellen
van de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden.

Ik heb het rapport op 30 juni 2008 aangeboden aan de Tweede Kamer. Ik
ben blij met het rappe tempo waarin het onderzoek is verlopen. Het is
een scherpe analyse geworden met de mogelijke oplossingsrichtingen.
Uiterlijk begin december zal ik een inhoudelijke kabinetsreactie aan de
Kamer versturen, vergezeld van een handreiking aan het bevoegde gezag
ten behoeve van de beoordeling van de vergunningaanvragen.  

Beschikbaarheid van de aanmeldingsgegevens uit 2003

U geeft aan dat de deelnemers aan het beheerplan voor de Peelgebieden
niet de beschikking hadden over de aanmeldingsgegevens aan de Europese
Commissie en dat deze gegevens de grondslag moeten zijn van de te nemen
maatregelen. 

De natuurwaarden die in 2003 bij de Europese Commissie zijn aangemeld
voor de Natura 2000-gebieden, zijn beschikbaar via de website van LNV.
Deze gegevens zijn toegankelijk gepresenteerd in de
“gebiedendocumenten”. Per gebied staat hierin aangegeven welke
natuurwaarden destijds bij de Europese Commissie zijn aangemeld en
eventueel welke natuurwaarden in het aanwijzingsbesluit hieraan worden
toegevoegd of worden verwijderd. Deze doorvertaling naar de
gebiedendocumenten is gemaakt, aangezien de oorspronkelijke aanmelding
is gebeurd in de vorm van een database die zonder nadere toelichting
slecht interpreteerbaar is. 

Alle aangemelde gegevens zijn overigens openbaar en ook beschikbaar via
internetsite van de Europese Commissie:   HYPERLINK
"http://eunis.eea.europa.eu/"  http://eunis.eea.europa.eu/ .

Overigens vormen het (ontwerp)aanwijzingsbesluit en de
instandhoudingsdoelstellingen voor hierin aangewezen natuurwaarden de
grondslag voor het beheerplan.

Relatie tussen de aanmeldingsgegevens uit 2003 en de
aanwijzingsbesluiten

In uw reactie geeft u aan dat er discrepanties zijn tussen de
aanmeldingsgegevens uit 2003 en de natuurdoelen uit de recente
ontwerpaanwijzingsbesluiten.

Nederland is verplicht de in Europees verband belangrijke habitattypen
en soorten te beschermen. De aanwijzing van de Natura 2000-gebieden
draagt hieraan bij. Alle relevante natuurwaarden uit de Habitat- en
Vogelrichtlijn die in deze Natura 2000-gebieden voorkomen, moeten worden
beschermd.  

Ook natuurwaarden die in deze gebieden voorkomen, maar in 2003 niet in
Brussel zijn aangemeld, moeten worden beschermd. Het gaat daarbij
uiteraard niet om elk afzonderlijke beestje of plantje dat wordt
gevonden, maar om een voldoende representatief aantal. Met actuele
informatie over de aanwezigheid van deze natuurwaarden zal dus rekening
gehouden moeten worden in de aanwijzingsbesluiten. Het omgekeerde doet
zich ook voor: natuurwaarden die eerst wèl waren aangemeld, worden niet
opgenomen in het aanwijzingsbesluit als deze niet aanwezig blijken te
zijn. Dit geldt zowel voor de bedoelde natuurwaarden als voor de
natuurdoelen en de bijbehorende staat van instandhouding. De gegevens
van de aanmelding uit 2003 dienen ten behoeve van de aanwijzing dus te
worden geactualiseerd met de meest recente informatie. Met de publicatie
van het definitieve aanwijzingsbesluit staan de natuurwaarden en de
doelen vast.

De gesignaleerde verschillen tussen de aangemelde gegevens en de
ontwerp-aanwijzingsbesluiten zijn dus terug te voeren op de toegenomen
ecologische kennis over voorkomende natuurwaarden in Natura
2000-gebieden. Dit is ook het geval in de Deurnsche Peel/Mariapeel en de
Groote Peel ten aanzien van de door u genoemde habitattypen H7120 en
H7110.

Het beheerplan

U bent van mening dat in het beheerplan een integrale afweging gemaakt
dient te worden van alle relevante factoren en belangen in en om het
gebied.

Ik ben het met u eens dat het beheerplan een bredere opgave heeft dan
uitsluitend de uitwerking van de natuurdoelen of uitsluitend een
beoordeling van de effecten van ammoniak vanuit de landbouw. In het
beheerplan dient naast de nadere uitwerking van de doelen uit het
aanwijzingsbesluit met de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen ook
aandacht te zijn voor alle andere aspecten (waaronder economische
aspecten) in en om de betreffende gebieden. In de beheerplannen dient te
worden beoordeeld welke vormen van bestaand gebruik verenigbaar zijn met
de geformuleerde natuurdoelen. Uitgangspunt hierbij is dat zoveel
mogelijk van het bestaand gebruik een plaats krijgt in het beheerplan en
daarmee niet meer vergunningplichtig is in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998. Dat geldt niet alleen voor de
landbouwactiviteiten, maar ook voor andere activiteiten in en om de
Peelgebieden, zoals waterbeheer en recreatie. In het beheerplan voor de
Peelgebieden wordt hieraan ook vormgegeven. Naast de stikstofdepositie
is in de Peelgebieden immers ook een goed waterbeheer van essentieel
belang. 

Bij het opstellen van het concept “Plan van aanpak ammoniak De Peel”
is uitgezocht op welke wijze deze stikstofdepositie het beste
teruggebracht kan worden. Er is gebleken dat het grootste deel van de
depositie in de Peel afkomstig is van de veehouderij. 

Tot slot

Met Natura 2000 wil ik bescherming bieden aan de kwetsbare natuur van
Europees belang. Ik doe dit met oog voor alle andere belangen in onze
drukke samenleving. Enerzijds door het op zodanige wijze formuleren en
spreiden van de natuurdoelen over de 162 Natura 2000-gebieden door
middel van de aanwijzingsbesluiten dat Nederland voldoet aan haar
Europese verplichtingen, maar niet méér doet dan noodzakelijk.
Anderzijds door ruimte te laten voor een nadere invulling van de
natuurdoelen in de beheerplannen, mede met het oog op andere
activiteiten die ín en om deze gebieden plaatsvinden. Op deze wijze
beoog ik een balans te vinden de natuur en andere maatschappelijke
belangen.

Het beheerplan is hiertoe bij uitstek geschikt, aangezien het wordt
opgesteld in overleg met alle betrokkenen. Ik acht de inbreng van deze
betrokkenen essentieel om tot een goed afgewogen beheerplan te komen. Ik
wil u daarom verzoeken u medewerking te blijven geven aan het opstellen
van dit plan.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg





Datum	Kenmerk	Paraaf:	Vervolgblad

  REF datum  \* MERGEFORMAT  4 november 2008 	  REF onskenmerk  \*
MERGEFORMAT  PDN. 2008/3673 	  PAGE  \* MERGEFORMAT  4 



                                                                        
                    

Programmadirectie Natura 2000



















uw brief van	uw kenmerk	ons kenmerk	datum





	onderwerp	doorkiesnummer	bijlagen