[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2008D13547, datum: 2008-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Aanbiedingsbrief en toelichtende nota (2008D13546)

Preview document (🔗 origineel)


Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de Republiek Estland tot het vermijden van dubbele
belasting en het voorkomen van het ontgaan van belastingen met
betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met
Protocollen; Tallinn, 26 juni 2008 (Trb. 2008, 145).

TOELICHTENDE NOTA

1. Algemeen

Met het onderhavige Protocol wordt een nadere wijziging beoogd van het
op 14 maart 1997 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Estland tot het vermijden van
dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met
betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met
Slotprotocol (Trb. 1997, 98), zoals gewijzigd bij het op 14 juli 2005 te
Tallinn ondertekende Protocol (Trb. 2005, 268), hierna te noemen “het
Verdrag”. 

Het Verdrag wordt op één punt gewijzigd. Estland zal ter voorkoming
van dubbele belasting betreffende de beloning van in Estland wonende
artiesten en sportbeoefenaars in plaats van de vrijstellingsmethode
voortaan de verrekeningsmethode hanteren. 

De wijziging is op initiatief van Nederland voorgesteld. Aanleiding
vormt de in het Belastingplan 2007 opgenomen aanpassing van de
zogenoemde artiesten- en beroepssportersregeling (hierna “ABSR”).
Als gevolg van deze aanpassing heft Nederland met ingang van 1 januari
2007 niet langer loon- en inkomstenbelasting over de beloning die in het
buitenland wonende beroepssporters, artiesten en buitenlandse
gezelschappen ontvangen voor de activiteiten die zij in Nederland
verrichten. De aangepaste ABSR stelt onder meer als voorwaarde dat de
betreffende artiest, sporter of het gezelschap inwoner dient te zijn van
een land waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele
belasting heeft, of van de Nederlandse Antillen of Aruba. Voor een
nadere toelichting over de aanleiding voor deze aanpassing van de ABSR
zij verwezen naar de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2007.


In situaties waarin een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting
geldt, is het sporters- en artiestenartikel van toepassing op de
beloning die beroepssporters, artiesten en buitenlandse gezelschappen
ontvangen. Dit artikel wijst het heffingsrecht toe aan het land waar de
activiteiten worden verricht (werkstaat). 



Nu de ABSR is aangepast, effectueert Nederland als werkstaat dit
heffingsrecht niet langer. Indien de verdragspartner voor deze inkomsten
aan zijn inwoners voorkoming van dubbele belasting geeft door middel van
de vrijstellingsmethode, kan de situatie ontstaan dat over deze
inkomsten in het geheel geen belasting wordt geheven. Tijdens de
parlementaire behandeling van het Belastingplan is aangegeven dat
contact zal worden opgenomen met deze ‘vrijstellingslanden’ om te
trachten deze dubbele vrijstelling ongedaan te maken.

Ook Estland is een vrijstellingsland met betrekking tot de beloning
genoten door artiesten, beroepssporters en gezelschappen. Nederland
heeft Estland daarom schriftelijk verzocht ter voorkoming van dubbele
belasting voor deze inkomsten niet langer de vrijstellingsmethode te
hanteren, maar de verrekeningsmethode. Dit leidt ertoe dat deze
inkomsten volledig in het woonland - in casu Estland - kunnen worden
belast. Estland is het eerste land waarmee een protocol wordt gesloten
tot wijziging van de voorkomingsmethode voor sporters en artiesten.

2. Budgettaire gevolgen

Dit Protocol zal voor Nederland geen budgettaire gevolgen hebben,
aangezien er geen verandering wordt aangebracht in de heffingsrechten
van Nederland. De budgettaire gevolgen van de wijziging van de ABSR zijn
besproken in de memorie van toelichting daarbij.

3. Koninkrijkspositie

Het onderhavige Protocol zal, evenals het Verdrag, alleen voor Nederland
gelden.

4. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Het vierde lid van artikel 24 van het Verdrag geeft aan op welke wijze
Estland voorkoming van dubbele belasting verleent aan zijn inwoners. Dit
lid is in 2005 reeds bij Protocol gewijzigd. Dit gewijzigde artikellid
wordt met het onderhavige Protocol integraal vervangen door een nieuw
lid. Onder iii van onderdeel b van het nieuwe vierde lid wordt een
verwijzing opgenomen naar artikel 17, eerste en tweede lid. Hiermee
wordt de verrekeningsmethode van toepassing op het artiesten- en
sportersartikel. Lid 4, onderdeel b, onder iii wordt vernummerd tot lid
4, onderdeel b, onder iv.

Artikel 2

Het Protocol treedt in werking dertig dagen nadat de vereiste
formaliteiten voor inwerkingtreding door beide landen zijn afgerond en
zal van toepassing zijn op de belastingjaren en -tijdvakken die beginnen
op of na 1 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar
waarin aan deze vereiste formaliteiten is voldaan. De wijziging heeft
geen terugwerkende kracht. Tijdens de parlementaire behandeling van het
Belastingplan 2007 is reeds opgemerkt dat de aanpassing van de ABSR in
een aantal gevallen tot een dubbele vrijstelling kan leiden, maar dat
deze naar verwachting een zeer tijdelijk karakter zal hebben. Met het
oog op de eenduidigheid van de nieuwe regeling en de daarmee
samenhangende administratieve lasten en uitvoeringsaspecten werd het
daarom aanvaardbaar geacht om de ABSR ook met betrekking tot
vrijstellingslanden reeds meteen af te schaffen. Vanuit dezelfde
overweging is ervoor gekozen de aanpassing van het Verdrag geen
terugwerkende kracht te geven tot 1 januari 2007.

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 Kamerstukken II 2006/07, 30 804, nr. 2, pag. 5-8

 Kamerstukken II 2006/07, 30 804, nr. 3, pag. 15-18

 Kamerstukken II 2006/07, 30 804, nr. 3, pag. 33 e.v.

 PAGE   3 

 PAGE   1 

________

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid,
onder b, van de Wet op de Raad van State).

 PAGE   2