Preview document (🔗 origineel)

---

  DOCPROPERTY  iAdressering  \* MERGEFORMAT  De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal 

  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT  Binnenhof    DOCPROPERTY  iNr 
\* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT  A 

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT  2513 AA     DOCPROPERTY 
iPlaats  \* MERGEFORMAT  S GRAVENHAGE 

  DOCPROPERTY  iKixCode  \* MERGEFORMAT  2513AA22XA 



Postbus 90801

2509 LV Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

Telefoon (070) 333 44 44

Fax (070) 333 40 33

www.szw.nl





  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 	  DOCPROPERTY  iCP 
\* MERGEFORMAT  drs. A.J. Janusch 

  DOCPROPERTY  kDoorkies  \* MERGEFORMAT  Doorkiesnummer 	  DOCPROPERTY 
iDoorkies  \* MERGEFORMAT  (070) 333 62 54 



  DOCPROPERTY  kUwBrief  \* MERGEFORMAT  Uw brief 	  DOCPROPERTY 
iUwbrief  \* MERGEFORMAT  13 oktober 2008 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 	  DOCPROPERTY 
iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  AV/PB/2008/29406 

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 	4 november 2008 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 





Hierbij zend ik u na overleg met de staatssecretaris van Financiën, de
antwoorden op de Kamervragen van het lid Koşer Kaya over de
doorwerkbonus binnen de levensloopregeling.

De Minister van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)  IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY
 kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen(n):      IF   DOCPROPERTY iBijlagen
\* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT   Vragen van het lid Koser Kaya
(D66) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de
doorwerkbonus binnen de levensloopregeling.

1. Heeft u kennis genomen van het artikel `weeffout in bonus voor
doorwerken repareren'?

Antwoord

Ja.

2. Waarom wordt de doorwerkbonus ook toegekend aan mensen die met verlof
gaan via de levensloopregeling?

3. Zijn er nog andere bonussen of kortingen waarop mensen recht hebben
in de levensloopregeling, die eigenlijk bedoeld zijn om werken te
stimuleren? Zo ja, welke?

Antwoord vraag 2 en 3

De doorwerkbonus wordt ook toegekend aan mensen die met verlof gaan via
de levensloopregeling, omdat opgenomen levenslooptegoeden (of
levensloopuitkeringen indien er sprake is van een levensloopverzekering)
- mits de dienstbetrekking in stand blijft tijdens de verlofperiode -
evenals loon worden aangemerkt als inkomen uit tegenwoordige
dienstbetrekking. De Belastingdienst kan voor de toepassing van de
doorwerkbonus geen onderscheid maken tussen opgenomen
levensloopuitkeringen en loon.

Hetzelfde geldt voor andere kortingen voor werkenden. Naast de
doorwerkbonus gaat het in 2009, mits men aan de specifieke voorwaarden
van die kortingen voldoet, om de arbeidskorting, de combinatiekorting,
de (inkomensafhankelijke) aanvullende combinatiekorting en de
aanvullende alleenstaande-ouderkorting.

4. Kunt u aangeven hoe groot het voordeel is voor mensen die uittreden
via de levensloopregeling ten opzichte van mensen die zelf sparen voor
vervroegd pensioen? En kunt u dit met een berekening onderbouwen?

Antwoord

Naast de in het antwoord op vraag 3 genoemde fiscale voordelen zijn op
de levensloopregeling ook de fiscale instrumenten van de omkeerregel
(inclusief de vrijstelling voor de vermogensrendementsheffing) en de
levensloopverlofkorting van toepassing. Daar tegenover staat het
mogelijke voordeel van de middelingsregeling en de spaarloonregeling als
het verlof uit een andere bron dan de levensloopregeling is
gefinancierd.

Het voor- of nadeel van de omkeerregel, de levensloopverlofkorting en de
vrijstelling voor de vermogensrendementsheffing hangt van een groot
aantal factoren af, zoals de lengte van de periode waarin de
levensloopaanspraken respectievelijk de spaargelden zijn opgebouwd, de
hoogte van het inkomen tijdens de opbouw in verhouding tot die bij
opname, gebruik voor volledig of gedeeltelijk verlof, het hebben van een
partner etc. Daardoor kan het voordeel sterk wisselen tussen personen en
is het niet mogelijk in het algemeen iets te zeggen over het relatieve
voor- of nadeel van deze fiscale faciliteiten bij gebruik van de
levensloopregeling.

De voordelen verbonden aan het aanmerken van opgenomen levenslooptegoed
als inkomen uit tegenwoordige arbeid, hangen af van de hoogte van het
opgenomen tegoed, de leeftijd van de betrokkene en het al dan niet
voortzetten van de dienstbetrekking. Ter indicatie kan een
voorbeeldberekening worden gemaakt voor het partiële effect van de
doorwerkbonus en de arbeidskorting. Voor degene die een arbeidsinkomen
ter hoogte van anderhalf maal modaal (ongeveer € 45.000) had en de
levensloopregeling gebruikt voor drie jaar verlof tegen 70 procent van
het laatst verdiende loon, kunnen de voordelen van de arbeidskorting en
de doorwerkbonus oplopen tot in totaal ongeveer € 11.000,- over de
verlofperiode.

5. Ontstaat er door deze constructie een impliciete belasting op
doorwerken voor mensen die in de levensloopregeling hebben gespaard?
Kunt u dit toelichten?

Antwoord

Het gegeven dat opgenomen levenslooptegoed, mits de dienstbetrekking in
stand blijft, wordt aangemerkt als inkomen uit tegenwoordige arbeid,
heeft tot gevolg dat mensen die via de levensloopregeling vervroegd
uittreden dit kunnen doen met een netto inkomen dat relatief hoog is in
verhouding tot het laatst verdiende arbeidsinkomen. 

Naar mijn oordeel kan dit echter niet worden aangemerkt als een
impliciete belasting op doorwerken, omdat mensen die wel blijven werken
de doorwerkbonus uiteraard ook ontvangen. Van een impliciete belasting
zou bijvoorbeeld sprake zijn als mensen de bonus wel zouden krijgen als
ze stoppen met werken, maar niet als ze doorwerken, zoals in het
verleden bij de VUT het geval was. 

6. Kunt u een inschatting maken van het effect op arbeidsparticipatie
van ouderen door deze effecten?

Antwoord

Verwacht mag worden dat indien de arbeidsgerelateerde voordelen, zoals
de doorwerkbonus en de arbeidskorting, niet worden toegekend tijdens een
verlofperiode, een deel van de deelnemers aan de levensloopregeling de
keus zal maken - volledig of gedeeltelijk - langer te blijven
doorwerken. Gezien het aantal deelnemers aan de levensloopregeling zal
dit effect op de arbeidsparticipatie in absolute termen beperkt zijin.

7. Bent u bereid de levensloopregeling zo aan te passen dat mensen geen
subsidie meer krijgen voor vrije tijd door bonussen die eigenlijk
bedoeld zijn om mensen langer aan het werk te houden? Zo ja, hoe gaat u
dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 

Vanuit het kabinetsbeleid gericht op het stimuleren van langer
doorwerken is het gewenst dat fiscale voordelen die zijn bedoeld om
langer doorwerken te stimuleren niet worden toegekend in situaties
waarin niet feitelijk wordt doorgewerkt. Het kabinet zal daarom bezien
of het mogelijk en uitvoerbaar is de fiscale wet- en regelgeving op dit
punt aan te passen. Het kabinet zal de Tweede Kamer uiterlijk voorjaar
2009 hierover informeren.

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 	  DOCPROPERTY 
iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  AV/PB/2008/29406 



 PAGE   1 

  DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT   

 PAGE   3