[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

VROM/WWI werkprogramma Regeldruk: Slimmer, Beter, Minder periode 2007-2011

Bijlage

Nummer: 2008D13980, datum: 2008-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Werkprogramma Regeldruk VROM/WWI: Slimmer, Beter, Minder (2008D13595)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage: 

VROM/WWI werkprogramma Regeldruk: Slimmer, Beter, Minder periode
2007-2011 

met gerealiseerde, 

lopende reductiemaatregelen en 

onderzoeksvoornemens

(incl. toenames) 

Overzicht

  TOC \o "1-1" \h \z    HYPERLINK \l "_Toc211071352"  1. Stoffen en
producten	  PAGEREF _Toc211071352 \h  2  

  HYPERLINK \l "_Toc211071353"  2. Afval	  PAGEREF _Toc211071353 \h  3  

  HYPERLINK \l "_Toc211071354"  3. Inrichtingen	  PAGEREF _Toc211071354
\h  7  

  HYPERLINK \l "_Toc211071355"  4. Externe veiligheid	  PAGEREF
_Toc211071355 \h  11  

  HYPERLINK \l "_Toc211071356"  5. Water	  PAGEREF _Toc211071356 \h  11 


  HYPERLINK \l "_Toc211071357"  6. Bodem	  PAGEREF _Toc211071357 \h  13 


  HYPERLINK \l "_Toc211071358"  7. Landbouw	  PAGEREF _Toc211071358 \h 
14  

  HYPERLINK \l "_Toc211071359"  8. Planprocedures	  PAGEREF
_Toc211071359 \h  14  

  HYPERLINK \l "_Toc211071360"  9. Geluid	  PAGEREF _Toc211071360 \h  16
 

  HYPERLINK \l "_Toc211071361"  10. Bouwen	  PAGEREF _Toc211071361 \h 
16  

  HYPERLINK \l "_Toc211071362"  11. Huurwetgeving en corporaties	 
PAGEREF _Toc211071362 \h  18  

  HYPERLINK \l "_Toc211071363"  12. Ruimtelijke ordening	  PAGEREF
_Toc211071363 \h  20  

  HYPERLINK \l "_Toc211071364"  13. VROM/WWI brede projecten	  PAGEREF
_Toc211071364 \h  21  

  HYPERLINK \l "_Toc211071365"  14. Groot stedenbeleid	  PAGEREF
_Toc211071365 \h  22  

  HYPERLINK \l "_Toc211071366"  15. Integratie en Inburgering	  PAGEREF
_Toc211071366 \h  22  

  HYPERLINK \l "_Toc211071367"  16. Toepassing ICT	  PAGEREF
_Toc211071367 \h  22  

  HYPERLINK \l "_Toc211071368"  Bijlage nieuwe nulmeting 2008 en top 10
irritaties	  PAGEREF _Toc211071368 \h  25  

 

1. Stoffen en producten

1.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde toename	Realisatie	Administratieve lasten 

Reach	1-jun-07	 €     18.800.000,- 



1.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Voorkomen van lekverliezen uit koelinstallaties overhevelen naar
Schepenwetgeving van VenW	Beperking van inhoudelijke voorschriften en
overheveling daarvan naar de schepenwetgeving. Minder regels die
daarboven in 1 document schepen zijn terug te vinden. Er wordt een
reductie van administratieve lasten verwacht (hoogte nog niet bekend). 
jan-10

Besluit GGO's (Bggo)	Het Besluit GGO wordt vereenvoudigd. Kern van de
voorstellen is dat de vergunningplicht voor de twee laagste
risicoklassen wordt omgezet in een meldingsplicht onder algemene regels.
Een eerste concept van  § 3 van het herziene Besluit GGO  is in
maart 2008 aan de doelgroep voorgelegd. Het eerste concept van § 2 van
het herziene Besluit GGO ligt nu bij de doelgroep voor commentaar. 

De administratieve lastenreductie zal eind dit jaar worden berekend. 
1-jul-10

Intrekking Besluit Typekeuring verwarmingstoestellen
luchtverontreiniging stikstofoxiden en bijbehorende typekeuringregeling
Afschaffen typekeuringeisen en overheveling emissie-eisen van
verwarmings- en stookinstallaties van minder dan 1 Megawatt naar 1
besluit, het Besluit energieprestatie gebouwen (Kamerstukken II,
2007-2008, 29383, nr. 112). Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een
belangrijk punt van kritiek van het bedrijfsleven op de regelgeving dat
de voorschriften voor dezelfde producten, zoals in dit geval, voor
verwarmings- en stookinstallaties, in verschillende regelingen zijn
gegeven. De administratieve lastenreductie bedraagt 15.039,- euro per
jaar.	Afschaffing typekeuring-eisen: 

jun-09

Overheveling  emissie-eisen:

okt-09

Besluit Stralingsbescherming en min. regelingen	In het huidige systeem
van meldingen en vergunningen voor radioactieve stoffen en toestellen
worden drie categorieën onderscheiden: vrijstelling, alleen melding of
voorafgaande schriftelijke vergunning. In het beoogde vergunningstelsel
zal een verfijning plaatsvinden, waarbij meer met algemene regels en
meldingen zal worden gewerkt, naast standaard- en maatwerkvergunningen.
Hierbij zal meer uitgegaan worden van de Europees rechtelijke
mogelijkheden en te verwachten risico’s voor mens en milieu.
Randvoorwaarden voor een keuze zijn dat het huidige
stralingsbeschermingsniveau gehandhaafd moet blijven en dat het nieuwe
systeem eenduidig, uitvoerbaar en handhaafbaar moet zijn. Het voorstel
brengt een lastenreductie van circa 582.930,- euro per jaar met zich
mee. 	tweede helft 2010

Besluit Detectie radioactief besmet schroot (Bdrs)	Het Besluit detectie
radioactief besmet schroot wordt vereenvoudigd door een versoepeling van
de meetverplichting op de aanwezigheid van ioniserende straling voor al
het schroot dat binnen de inrichting wordt gebracht. De omzetgrens voor
roestvrij-staalschroot in artikel 2 van het Besluit is verhoogd van 100
naar 500 ton per kalenderjaar. Hierdoor vallen veel minder bedrijven
onder het besluit, hetgeen een lastenverlichting oplevert. Daarnaast
hebben bedrijven bij de invoering van het Besluit in 2003 investeringen
moeten doen, die inmiddels zijn afgeschreven. Ook dit levert een
lastenreductie op. De totale lastenreductie bedraagt 3.914.900 euro per
jaar voor schroothandelaren.	 Medio ‘09

1.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve
lasten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Implementatie van de EU-richtlijn Ecodesign en bijbehorende
uitvoeringsmaatregelen	Uit oogpunt van energiebesparing,
milieudrukvermindering, harmonisatie interne markt en ter stimulering
van innovatie wordt de EU richtlijn ecodesign in voorlopig 20
uitvoeringsmaatregelen (UM) geïmplementeerd. De eerste UM is
vastgesteld en zal waarschijnlijk 1.1.2010 in werking treden. Voor
bedrijven zullen uit de UM voornamelijk informatieverplichtingen volgen
m.b.t. de betreffende producten, die zij op EU grondgebied produceren
en/of importeren. Nadere details over de informatieverplichtingen hangt
af van de eisen per product (die nog nader vastgesteld moeten worden).
Eerder is op basis van 14 UM een administratieve lastentoename van €
8,8 miljoen per jaar geschat.	jan-10 en later

Biobrandstoffen - minimum criteria	In EU kader wordt nu onderhandeld
over het richtlijnvoorstel Hernieuwbare Energie. Hierin zullen nieuwe
eisen gesteld worden over de duurzaamheid van biobrandstoffen. De
implementatie van de richtlijn zal tot een toename van de
administratieve lasten leiden omdat bedrijven moeten aantonen dat de
biobrandstoffen op een duurzame manier zijn geproduceerd. In hoeverre de
lasten voor de ca. 30 bedrijven die motorbrandstoffen op de markt
brengen, veranderen is nu nog niet bekend. Een lichte toename wordt
verwacht. Het streven is de administratieve lasten zo klein mogelijk te
houden, waarbij de betrouwbaarheid altijd voorop blijft staan.	2011 



2. Afval

2.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde reducties

Gerealiseerde reductiemaatregel	Realisatie	Administratieve reducties 

Formatontwikkeling en mogelijkheid per email verplichte mededeling en
jaarlijks monitoringverslag te sturen m.b.t. batterijen, verpakkingen,
autobanden, autowrakken en elektrische apparaten	sept-08

gerealiseerd voor alle besluiten, behalve autowrakken	Betere
dienstverlening

Wijziging Besluit Beheer autowrakken en autobanden (verbetering regels)
okt-07	 €           99.331,-

Afzien erkenning laboratoria analyse niet-reinigbaar straalgrit	1-apr-08
 €         594.589,-

Wijziging vijftal productenbesluiten (Verlengen geldigheidstermijn
mededelingen batterijen, elektrische apparatuur, autowrakken,
verpakkingen, autobanden)	jul-08	 €         277.475,-

Aanpassing EVOA (o.a. onbeperkte geldigheid mededelingensystematiek
(afname) en informatieverplichting niet langer vormvrij (toename))
12-jul-07	geen       



2.2 Lopende reductiemaatregelen 

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Actualisering Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke
afvalstoffen	Momenteel wordt een voorstel voorbereid voor
een andere categorie-indeling. Dat houdt in dat het onderscheid in de
categorieën gevaarlijke afvalstoffen die apart moeten
worden gehouden, beter aan zal sluiten met andere regelgeving zoals de
Europese Richtlijn gevaarlijke afvalstoffen en het in ontwikkeling
zijnde nieuwe Landelijke Afvalbeheersplan. Dit zorgt voor duidelijkheid
voor de normadressanten. Verder wordt het normadressaat uitgebreid
met inzamelaars in het kader van Europese regelgeving. Gestreefd wordt
tot een lastenreductie te komen.	n.n.t.b.

Voorgenomen wijzigingen Besluit Melden	In 2007 heeft een evaluatie
plaatsgevonden van het Besluit melden, waarbij zowel handhaving als
bedrijfsleven betrokken waren. Na afronding van de evaluatie is met
handhaving en bedrijfsleven besproken welke wijzigingen het Besluit
melden beter uitvoerbaar kon maken. Zowel vanuit handhaving als vanuit
het bedrijfsleven bestaat thans – over het algemeen – consensus over
de voorgenomen wijzigingen. Over de voorgenomen wijzigingen bent u bij
nota nummer SAS/2007116799 van 23 november 2007 geïnformeerd. Wanneer
hiervoor wordt gekozen blijft het Besluit melden – met de aangebrachte
wijzigingen – voortbestaan. Alle wijzigingen tezamen hebben nagenoeg
geen effect op de administratieve lasten. Een aantal wijzigingen zijn
wel lastenverlagend en betreffen het uitzonderen van de meldplicht voor
kunststoffen, banden en dierlijke bijproducten die onder de Europese
Verordening 1774/2002 vallen en afvalstromen
producentenverantwoordelijkheid (bijv. batterijen inzamelen via winkels)
en het vereenvoudigen van de meldplicht voor afvalstoffen uit het
publieke domein. Tot aan publieke- of private overslagplaats hoeft geen
begeleidingsbrief bij transport (huisvuil, HDO afval en KCA afval) te
zijn en hoeft overslagplaats geen ontvangstmelding te doen, het
uitbreiden van de Inzamelaarregeling (alle afvalstoffen van hoofdstuk 17
EURAL, voorzover geen gevaarlijk afval) en afschaffen afgiftemelding van
productiebedrijven.

Lastenverhogend zullen onder meer zijn het uitbreiden van de
Inzamelaarregeling en het onder meldplicht laten vallen van exploitanten
van mobiele puinbrekers, kleine sorteerinrichtingen voor bouw- en
sloopafval en kleine composteerderijen, waarvoor het bedrijfsleven, met
het oog op een gelijk speelveld binnen de branches, zelf heeft verzocht.
1-jul-09

Wijziging hoofdstuk Afvalstoffen van de Wm m.b.t. diverse onderwerpen
Het gaat om een wijziging van de Wm in het bijzonder op het punt van
inzameling gft (meer vrijheid voor gemeenten), afstemming
afvalstoffenregels met diervoerderregelgeving en aanpak zwerfafval. De
lastenreductie bedraagt 1,86 miljoen euro. De reductie bestaat uit het
weghalen van de overlap tussen het hoofdstuk afvalstoffen en de Kaderwet
diervoeders. Dit betekent minder registraties van afgegeven afvalstoffen
en minder registraties op een lijst van inzamelaars; minder vaak
overleggen van gegevens over de afvalstoffen; minder begeleidingsbrieven
aan transporteurs; minder vaak melden van de ontvangst bij het Landelijk
Meldpunt Afvalstoffen.	1-jan-09

AMvB slopen	De ontwikkeling van de AMvB Slopen, waarbij wordt gekeken
naar de mogelijkheid van algemene regels, wordt in samenhang bezien met
het Asbestverwijderingsbesluit, in het bijzonder de
sloopvergunningplicht vanwege het (mede) verwijderen van asbest. De
huidige bepalingen over het slopen van gebouwen die nu zijn opgenomen in
gemeentelijke verordening vervallen met de inwerkingtreding van dit
besluit. De lokale bouwverordening wordt grotendeels uitgekleed,
aangezien de eisen daarin t.a.v. slopen eruit zullen verdwijnen. 
Richtdatum 1-jan-10 (Wabo)

Wijziging Regeling EVOA over borgstelling	Met de nieuwe borgsystematiek
wordt beoogd de administratieve lasten te verminderen, maar hoeveel dat
zal zijn is afhankelijk van de te kiezen methodiek, waarbij meer
factoren spelen dan enkel reductie van administratieve lasten. 	2009

Besluit Beheer Autobanden	Verbetering regels autowrakken en autobanden
vloeistofdichte vloeren. De administratieve lastenreductie bedraagt
438.363,- euro. 	31-dec-08

Vrijstelling Melding- en verslagleggingsplicht verpakkingsmateriaal
detailhandel	VROM gaat bedrijven die minder dan 15.000 kg
verpakkingen per jaar op de (Nederlandse) markt zetten uitzonderen van
de mededelings- en verslagleggingsplicht uit het Besluit beheer
verpakkingen en papier en karton. In plaats van 400.000 bedrijven gelden
de administratieve verplichtingen dan nog slechts voor 8.000-10.000
bedrijven (die daar vervolgens weer op collectieve wijze uitvoering aan
geven). Dit heeft geen effect op administratieve lasten.	1-jan-09

Inzamelvergunning omzetten naar algemene regels + melding	Voor een
drietal afvalstromen (scheepsafvalstoffen, klein gevaarlijk afval en
voor afgewerkte olie) is in het Besluit inzamelen afvalstoffen een
inzamelvergunning verplicht gesteld. Uit een analyse is gebleken dat er
geen milieuhygiënische  risico’s zijn te verwachten bij het vervangen
van de vergunningplicht voor algemene regels. Bij afschaffing van de
vergunningplicht wordt het algemene regime ten aanzien van ‘vermelding
op de lijst van inzamelaars’ van kracht voor deze drie afvalstoffen,
eventueel (indien noodzakelijk) aangevuld met algemene regels. Zodoende
is de minister VROM voornemens de vergunningplicht af te schaffen.
Momenteel wordt hierover een consultatieronde gehouden, waarna zij een
definitief besluit neemt. Afschaffing van vergunningplicht betekent een
wijziging van een AMvB (op basis van de Wm) en wordt inwerkingtreding
niet voor medio 2009 verwacht. De lastenreductie is berekend op 46.634
euro per jaar.	2e helft 2009



2.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve
lasten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Intrekking en Vervanging Besluit Beheer Batterijen door Besluit/Regeling
batterijen en accu's 2008	Het Besluit beheer batterijen wordt
ingetrokken en vervangen door het Besluit beheer Batterijen en accu’s
2008. Dit besluit zal aansluiten bij de Regeling Batterijen en Accu’s
2008, die ter implementatie van de Europese richtlijn 2006/66/EG wordt
opgesteld. Het Besluit bevat regels met betrekking tot de
mededelingsplicht voor producenten en fabrikanten van batterijen en
accu’s. De voorpublicatie van het ontwerpbesluit is gerealiseerd.
Inwerkingtreding is op 28 september 2008. Het besluit heeft een toename
van 888.047,- euro tot gevolg door toename van de reikwijdte.	28-sep-08

Besluit en Regeling acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen	Ter
implementatie van Beschikking 2003/33/EG (acceptatie afvalstoffen op
stortplaatsen) wordt een ontwerpbesluit gemaakt en de Regeling
acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen op stortplaatsen
aangevuld met Annex II-bepalingen. De naam van de regeling wordt dan
gewijzigd in Regeling acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen. Hierin
wordt met name geregeld hoe gevaarlijke afvalstoffen voorafgaand aan
acceptatie getoetst moeten worden op uitloging. Dit leidt in de
aanloopfase (2009/2010) tot een administratieve lastentoename van
1.006.200,- euro per jaar. Circa 75% van dat bedrag betreft de kosten
voor het testen van afvalstoffen door de ontdoeners ervan. Omdat er
later meer gegevens over de te storten afvalstoffen beschikbaar komen,
en er dus minder getest behoeft te worden, zullen de administratieve
lasten in de loop der jaren afnemen.	1-apr-09



2.4 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie

2.4.1 Knelpunten commissie Noordzij

De commissie heeft een inventarisatie opgeleverd van knelpunten zoals
die ervaren worden door ondernemers uit het verladende en vervoerende
bedrijfsleven. Op het VROM-terrein zijn een 4-tal knelpunten
geïnventariseerd, waarbij VROM bij het onderwerp ‘vervoer
paardenmest’ ten onrechte als eerst verantwoordelijke is genoemd. Het
valt onder de meststoffenwetgeving van LNV. De overige knelpunten op
afvalgebied betreffen Registratie VIHB-lijst, Melding (hergebruikt)
asfalt als afval en EVOA. Vóór het eind van 2008 zal de Kamer onder
regie van V&W apart worden geïnformeerd op welk termijn maatregelen
getroffen kunnen worden om de knelpunten aan te pakken. Daarbij wordt
ook voor de gesignaleerde VROM-knelpunten de inzet en aanpak tegen het
licht gehouden om te bezien of en hoe we deze problemen kunnen oplossen
dan wel verminderen (Kamerstukken, 2007-2008, 29515, nr. 261).

2.4.2 Voorstel tot het mogelijk schrappen van de eisen van
vakbekwaamheid, kredietwaardigheid en financiële draagkracht voor
VIHB-lijst na bekendwording EU-eisen

Het BIA en RIA stellen nadere voorwaarden voor de vermelding van
inzamelaars op de VIHB-lijst (oftewel voor de inzamelvergunning):
vakbekwaamheid, kredietwaardigheid en financiële draagkracht. Dit komt
voort uit de richtlijn inzake wegvervoer die deze 3 eisen stelt aan
wegvervoerders. Voor wegvervoerders gelden de nadere voorwaarden dus nu
al vanwege de V&W wetgeving. Omdat de reikwijdte van de VIHB breder is
dan wegvervoerders gelden de nadere voorwaarden nu ook voor andere
groepen (vervoerders en inzamelaars via spoor, binnenwateren, handelaren
en bemiddelaars).

Volgens de huidige EU regels zijn die nadere voorwaarden niet nodig.
Volstaan zou kunnen worden met de (bestaande) registratie bij de KvK. Of
dat ook voldoende is na het op EU niveau formuleren van evt. EU eisen is
nu niet te voorspellen. Ook wordt het normadressaat via de nationale
regelgeving uitgebreid naar groepen waarvoor deze niet zijn opgesteld. 

Voorstel is om de eisen te schrappen van vakbekwaamheid,
kredietwaardigheid en financiële draagkracht als voorwaarde om op de
VIHB-lijst te komen en met het nemen van een besluit hierover te wachten
tot duidelijk is wat de aangekondigde Europese regelgeving op dit punt
zegt. Dit om jojo-effect te voorkomen. De Europese Commissie heeft
hierbij het voortouw, er wordt niets meer verwacht in 2008, wellicht in
2009 een EU-voorstel. Voorgesteld wordt hierop te wachten en dan pas
actie te ondernemen.

2.4.3 Voornemen vereenvoudiging registratieverplichting bedrijven

In de Wet milieubeheer (art. 10.38) staat een registratieverplichting
voor alle ontdoeners van bedrijfsafval en gevaarlijk afval met de
verplichting te registreren: de datum van afgifte, naam en adres van
degene die afval inzamelt, benaming en hoeveelheid afvalstof, plaats
waar afvalstof wordt afgegeven, voorgenomen wijze van beheer van
afvalstof. In de nieuwe nulmeting is deze registratieverplichting voor
div. branches berekend op 87 mln. jaarlijks. De registratieverplichting
is voor alle primaire ontdoeners van afval (de bakker om de hoek tot de
afvalinzamelaar en verwerker)–voor wat betreft gevaarlijk afval-
afkomstig uit de Richtlijn gevaarlijke afvalstoffen (91/689EEG). De
wijze die de richtlijn voorschrijft waarop geregistreerd moet worden
is vormvrij, echter als maar wel wordt voldaan aan het gestelde in
artikel 10.38 Wet milieubeheer.

Signalen uit de praktijk geven aan dat aan de registratieverplichting
wordt voldaan door het bewaren van afgiftebonnen of facturen voor wat
betreft bedrijven waarbij dit afval ontstaat. Deze worden op verzoek
van het bevoegde gezag overlegd. In de nog vast te stellen herziening
Kaderichtlijn Afvalstoffen (verwacht eind 2008) is de
registratieverplichting voor bedrijfsafval alleen van toepassing
voor be- en verwerkers en niet meer voor bedrijven die
afval produceren en voor inzamelaars. Na vaststelling van deze
richtlijn, is het voorstel de Wet milieubeheer en onderliggende
regelingen (zoals waarschijnlijk het Inrichtingen en
vergunningenbesluit) hierop aan te passen en de registratieverplichting
alleen voor gevaarlijk afval te laten gelden en voor be- en verwerking
van bedrijfsafval. Bedrijven die bedrijfsafval produceren worden dan
uitgesloten van de registratieverplichting. Hierdoor kan naar
verwachting een aanzienlijke lastenverlichting worden gecreëerd. 

Voordeel: lastenverlichting, alsmede 1 op 1 implementatie van de
herziene Kaderrichtlijn.

Nadeel: bemoeilijking toezicht en opsporing van milieudelicten.

3. Inrichtingen

3.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde reducties

Gerealiseerde reductiemaatregel	Realisatie	Administratieve reducties 

Activiteitenbesluit en intrekking huidige 8.40 AMvB's:

Hiermee zijn  twaalf bedrijfstakken onder algemene regels gebracht. Er
is een ICT-module ontwikkeld ter ondersteuning van de praktijk. Deze
Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) bleek bij inwerkingtreding
niet optimaal te werken. De afgelopen maanden is middels inzetten van
extra middelen de AIM sterk verbeterd en is nu betrouwbaar voor
gebruikers. Diverse bijeenkomsten en reacties van bevoegde gezagen en
bedrijfsleven hebben hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. In
september ‘08 is dit verbetertraject afgerond. Vervolgens wordt
gestart met het onderbrengen van deze tool onder de Landelijke
Voorziening Omgevingsloket (LVO).	1-jan-08	 €  198.740.497,-

Besluit lozingen afvalwater huishoudens	1-jan-08	 €         582.930,-

EU implementatie milieuaansprakelijkheid	31-dec-07	 €         90.937,-

Aanpassingsbesluit emissiehandel II	1-sep-07	 €      1.284.778,-

Exploitatiefase milieuvergunning (gefaseerde realisatie lastenreductie
van in totaal 35 mln. over 4 jaar)	1-jan-08	 €    8.750.000,- 



Vereenvoudiging regeling monitoring handel in emissierechten:

voor de kleinere bedrijven gelden er minder monitoringsverplichtingen,
zoals halvering van de meetfrequentie en het afschaffen van bepaalde
meetverplichtingen voor bepaalde ketels. 	1-sept-08	€    359.758,-



Gerealiseerde toename	Realisatie	Administratieve lasten

Implementatie van E-PRTR (European Pollutant Release and Transfer
Register)	15-maart-08	 €       1.245.138,- 

Aanpassingsregeling handel in emissierechten I	1-sept-2007	€      
691.122,-



3.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel 	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Exploitatiefase milieuvergunning	Begin januari 2008 is na gedegen
onderzoek een circulaire gestuurd aan B&W van gemeenten en Gedeputeerde
Staten van de provincies met daarin het verzoek om medewerking te
verlenen in het streven de jaarlijkse administratieve lasten in de
exploitatiefase van thans de milieuvergunning (en in toekomst de
omgevingsvergunning) met 10% te laten dalen. In de circulaire zijn 10
onderwerpen aangereikt waarbij het bevoegd gezag bij nieuwe vergunningen
of een voorgenomen wijziging kan bijdragen aan de realisatie van een
lastenreductie voor vergunningplichtige ondernemers. 

Maandelijkse registratie van energie- en water te vervangen door het
bewaren van de jaarnota.

Aansluiten bij het Gebruiksbesluit m.b.t. brandpreventievoorschriften

Het voorschrijven van afvalregistraties beperken tot wettelijke
vereisten, behoudens specifieke gevallen en zoveel mogelijk
standaardiseren

Terughoudend te zijn met voorschrijven van grondstoffen- of
waterbesparingsonderzoeken

Bij verkeer en vervoer aan te sluiten bij het Activiteitenbesluit,
d.w.z. alleen bij bedrijven met meer dan 500 medewerkers en als het niet
aannemelijk is dat het bedrijf  alle maatregelen getroffen heeft om de
nadelige gevolgen van vervoer door medewerkers tegen te gaan.

Geen afvalpreventieonderzoeken meer voor te schrijven

Bij verplicht stellen van energieonderzoek aan te sluiten bij
Activiteitenbesluit (50.000 kWh en 25.000 m3), 

Keuringsfrequentie van vloeistofdichte voorzieningen op 1 per 6 jaar, 

Aansluiten bij Activiteitenbesluit en een nulsituatieonderzoek bodem
alleen voorschrijven bij oprichting en verandering van een inrichting

Terughoudend te zijn met het voorschrijven van geluidscontrolemetingen. 

Met dit pakket is berekend een administratieve lastenreductie te
realiseren van 8,75 miljoen euro in 2008, 17,5 miljoen in 2009, oplopend
tot 35 miljoen euro per jaar in 2011.	jan-08 tot 2011

Tweede fase modernisering algemene regels (Activiteitenbesluit 2e fase)
In de tweede fase activiteitenbesluit zullen in 3 tranches nog meer
bedrijfstakken onder algemene regels gebracht worden (een eerste ruwe
schatting betreft 7000 bedrijven). Dit betekent dat voor deze branches
de milieuvergunningplicht zal komen te vervallen. 1e tranche: quick wins
en reparaties m.b.t. de eerste fase. 2e tranche: afvalgerelateerde
bedrijfstakken onder algemene regels. 3e tranche: moeilijkere
bedrijfstakken onder algemene regels. De verwachting is een reductie van
enkele tientallen miljoenen euro’s te kunnen realiseren. Nadere
berekening wordt in het najaar 2008 gestart.	1e tranche 01/2010

2e tranche 07/2010

3e tranche 10/2011

Intrekken van Besluit emissie-eisen NOx salpeterzuurfabrieken	Intrekking
van het Besluit omdat deze fabrieken onder het stelsel van de handel in
emissierechten zijn gebracht. De uit het Besluit voortkomende
administratieve lasten vervallen (202.743,- euro). Ontwerpfase wordt
meegenomen bij wijziging Bees-B.	juni-09

Schrappen Besluit financiële zekerheid	De praktijkervaringen met het
Besluit financiële zekerheid zijn in 2006 geëvalueerd. Uit het
evaluatieonderzoek komt de aanbeveling naar voren om het Besluit in
stand te houden. Hierbij is belangrijk dat de Europese Commissie in 2010
met een geharmoniseerde financiële zekerheidsplicht kan komen. Echter,
het Besluit wordt in de praktijk nauwelijks toegepast en het
bedrijfsleven (afvalbranches) is negatief over het Besluit en pleit voor
afschaffing. Onder druk van de Tweede Kamer is in mei 2008  besloten het
Besluit in te trekken (TK 2007-2008, 29383, nr. 104). Dit levert een
administratieve lastenverlichting van ca. 932.688,- euro op.	1-jan-10

Vereenvoudiging Milieujaarverslag (MJV) met de E-PRTR.	De integratie MJV
met de E-PRTR leidt tot een afname van administratieve lasten. Voor
inrichtingen gaat één rapportageplicht gelden (in plaats van de
huidige twee) en de inhoud van de huidige MJV wordt geactualiseerd,
waarbij de vraagstelling wordt beperkt tot informatie die de overheid
écht nodig heeft, waardoor bij een belangrijk deel van de inrichtingen
een kostenreductie wordt gerealiseerd (279.806 euro per jaar). Maar de
merkbaarheid zal vele malen hoger zijn omdat inrichtingen over het
algemeen over minder onderwerpen gegevens behoeven te verzamelen en/of
te rapporteren (dat is niet berekend). Daarnaast wordt de
dienstverlening verbeterd door de voorgenomen wijzigingen in het
elektronisch Milieujaarverslag. Waarschijnlijk wordt het e-MJV omgebouwd
tot een webbased applicatie.	1-jan-09 

Informatie Gestuurd Toezicht (IGT) bij deelnemende bedrijven aan CO2
Handelssysteem (ETS) en NOx handelssysteem

	Informatie Gestuurd Toezicht (IGT) betekent een selectie maken in het
aantal bedrijven dat voor een (reguliere)toezichtcontrole bezocht wordt.
Dat wil zeggen dat de aspecten (indicatoren) voor controle bepaald
worden op basis van (trend)analyses, kennis en op relevante
informatiebronnen en dat deze indicatoren gebruikt worden voor een
risicoanalyse op basis waarvan prioriteiten gesteld worden bij de keuze
van de te bezoeken bedrijven. Bedrijven met de hoogste risico’s worden
vaker belast met een toezichtonderzoek dan bedrijven met een laag
risico. Afname van de nalevinglasten bij goed presterende bedrijven kan
oplopen tot 200% (driejaarlijkse reguliere controle tot evt. steekproef
eens in de 10 jaar). De afname is individueel te bepalen en sterk
afhankelijk van het risico van het bedrijf, daarin wordt o.a. de omvang
van de emissie-uitstoot afgewogen. Gemiddeld genomen komt door een
toename van de bedrijven met 50% en een gelijkblijvend aantal
toezichthouders er een lastenverlichting van 33%.	Een traject van 3 jaar
van 1-jan-08 tot 31-dec-10.

Wijziging Wm inzake emissiehandel 	Daarnaast loopt het traject van de
aanpassing van de wet milieubeheer. Hierin zijn opgenomen: 

- het schrappen van de vergunningvoorschriften (zijn omgezet in algemene
regels)

- Door deze wijziging hoeven niet steeds alle emissievergunningen te
worden aangepast aan nieuwe regelgeving

- verlenging van de termijn van de bestuurlijke lus;

- vereenvoudiging van de procedure van de gecombineerde CO2 en NOx
vergunning;

- de mogelijkheid van het reserveren van rechten voor nieuwkomers.

 - uitbreiden van de mogelijkheid van emissiehandel voor de sector
glastuinbouw.

Welke effecten dit heeft op de administratieve lasten is nog niet
bekend. De Actal toets moet nog worden uitgevoerd.	jan-11



3.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve
lasten/nalevingkosten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties	Het besluit
emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer  B (Bees-B) wordt vervangen
door een afgeslankt besluit met meer en aangescherpte emissie-eisen. De
aanscherping is mogelijk en noodzakelijk i.v.m. het aan ons land
opgelegde plafond voor de emissie van SO2, NOx en fijnstof. Het gevolg
zal zijn een toename van meetverplichtingen t.b.v. het vaststellen van
de in het besluit vastgelegde emissie-eisen en dus een toename van
nalevingkosten (omgerekend circa € 184.866,- per jaar).	1-apr-09

Herziening IPPC-richtlijn	Actualisering en verduidelijking van
‘Europese richtlijn milieuvergunningen’ alsmede integratie en
afstemming met andere Europese regelgeving over industriële emissies.
Toename regeldruk als gevolg van toename reikwijdte en
rapportageverplichtingen (verantwoording naleving en voldoen aan Brefs).
Absolute en merkbare AL-toename is voorlopig berekend op 2,9 miljoen tot
3,7 miljoen jaarlijks (in AL-boekhouding opgenomen op 3,5 miljoen euro).
Daarnaast is er een initiële last van 1 tot 1,5 miljoen euro.	jan-12

Aanpassingsbesluit emissiehandel III	NOx opt out (Staatsblad, 2008, nr.
358). Toename van administratieve lasten van 412.994,- als gevolg van
aanscherping prestatienormen (psr).	jan-11



3.4 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie

3.4.1 Fundamentele verkenning verdergaande vereenvoudiging
registratiesystematiek

Uit de nieuwe nulmeting (2008) blijkt dat VROM/WWI voor 230 miljoen euro
registratie- en rapportageverplichtingen aan bedrijven oplegt (inclusief
registratieverplichtingen voor alle ontdoeners van bedrijfsafval en
gevaarlijk afval zoals genoemd in 2.4.3). Doel is het voldoen aan de
informatiebehoefte van de overheid t.b.v. monitoringsverplichtingen,
handhavingdoeleinden, beleidsontwikkeling en internationale
rapportageverplichtingen. Met de komst van het Activiteitenbesluit en de
circulaire exploitatievergunning is al een stap gezet de
registratieverplichtingen te versoberen. Daar alsnog een behoorlijk
bedrag aan registratieverplichtingen overblijft, ben ik voornemens een
fundamentele verkenning naar het nut en de noodzaak van de
registratieverplichtingen en vereenvoudigingmogelijkheden uit te voeren.
Ik ben voornemens inzicht te geven in de aard en omvang van de huidige
registratie- en rapportageverplichtingen en de mate waarin dit tot
ergernissen bij bedrijven leidt. Dan zal de verkenning de reden tot het
opleggen van de verplichtingen moeten achterhalen en meer inzicht geven
in het gebruik van de beschikbaar gekomen gegevens. Het eindresultaat
zijn aanbevelingen voor het vereenvoudigen van registratieverplichtingen
op basis van wet- en regelgeving en afspraken. Mijn uitgangspunt hierbij
is minimaal een gelijkblijvend milieubeschermingsniveau en voldoen aan
internationale verplichtingen. Daar waar mogelijk zal input worden
geleverd in EU-verband m.b.t. het verder stroomlijnen van meet- en
registratieverplichtingen.

3.4.2 Fundamentele verkenning verdergaande vereenvoudiging
keuringsystematiek

Uit de nieuwe nulmeting (2008) blijkt dat VROM/WWI voor 117 miljoen euro
keuringverplichtingen aan bedrijven oplegt. Hiervan is een deel in het
kader van de realisatie van het Activiteitenbesluit per 1 januari 2008
al gesaneerd (o.a. de keuring van vloeistofdichte vloeren van 1 keer per
jaar naar 1 keer per 6 jaar). Met de komst van het Gebruiksbesluit zal
tevens de keuringsfrequentie van brandblussers worden verlaagd. Daar
alsnog een behoorlijk bedrag aan keuringverplichtingen overblijft, ben
ik voornemens een fundamentele verkenning naar het nut en de noodzaak
van keuringen en vereenvoudigingmogelijkheden uit te voeren. Mijn
uitgangspunt hierbij is minimaal een gelijkblijvend
milieubeschermingsniveau, voldoen aan internationale verplichtingen,
uitgaan van vertrouwen en verkennen van mogelijkheden van meer
marktwerking door certificering. 

3.4.3 Voornemen tot reductie verkrijgingkosten MIA en Vamil

De fiscale regelingen MIA (Milieu Investeringsaftrek) en Vamil
(Willekeurige Afschrijving Milieu Investeringen) worden onder meer benut
om kassen en stallen te stimuleren die voldoen aan bovenwettelijke
duurzaamheidseisen. Het budget van de regelingen is 86M€ resp. 38M€.
Hiervan wordt 3/4 besteed in de land- en tuinbouwsector. Bij de
indieningsprocedure is het noodzakelijk nauwkeurig af te bakenen welke
onderdelen van de kas of stal in aanmerking komen voor
investeringsaftrek of willekeurige afschrijving. Hiertoe is vaak
gedetailleerde correspondentie met 

uitvoeringsorganisatie Senternovem noodzakelijk. Het voornemen is de
voorwaarden zodanig te versimpelen dat deze correspondentie niet langer
nodig is en dat de ondernemer sneller helderheid heeft over het
mogelijke fiscale voordeel. Hierover zijn VROM, LNV, Senternovem en de
Belastingdienst op het moment in overleg.

4. Externe veiligheid

4.1 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel 	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Besluit externe veiligheid transportroutes	Uitvoering geven aan de derde
pijler van het vast te stellen Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen, te
weten het in een algemene maatregel van bestuur vastleggen van het
toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van
transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, welke
transportroutes tezamen het Basisnet vormen. Geen directe
lastenverzwaring voor bedrijven of burgers; wel beperkingen voor de
vestigingsmogelijkheden voor bedrijven en woonfuncties in de directe
omgeving van deze transportroutes.	1-sept-09

Verbeteren vuurwerkbesluit n.a.v. evaluatie en met het doel de
handhaafbaarheid te vergroten	Een evaluatie van het vuurwerkbesluit
heeft 350 commentaarpunten opgeleverd. Momenteel worden deze
geanalyseerd en verwerkt tot een rapport van wijzigingsvoorstellen. Het
hanteren van de effectbenadering en praktische uitvoerbaarheid staat
hierbij niet ter discussie. Lastenreductie is ook onderwerp van
onderzoek. Digitalisering kan eventueel nog winst opleveren. Sector
vraagt om een erkenningsregeling en departementen beraden zich hierover.
Regeldruk verandert niet veel, er zijn wel makkelijkere
handhavingaangrijpingspunten.	1-sept-09



4.2 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve
lasten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Wijziging Vuurwerkbesluit ter implementatie EU richtlijn pyrotechnische
artikelen	Verplichting CE-keurmerk typekeuring voor alle vuurwerk
(professioneel en consumentenvuurwerk). Verwachte lastentoename bedraagt
€ 3.000.000,-.	4-jul-10

Besluit externe veiligheid buisleidingen	Nieuwe regelgeving voor de
ruimtelijke, technische en veiligheidsaspecten van buisleidingen. De
nalevingkosten stijgen en zijn voor de sector haalbaar en betaalbaar. De
administratieve lasten stijgen met € 200.000,- incidenteel en €
23.317,- jaarlijks bij 40 exploitanten. Gezien de geringe toename heeft
Actal, gegeven de selectiecriteria, besloten het besluit niet te
toetsen.	medio 2009



5. Water

5.1 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Integrale afvalwaterbepalingen voor niet-inrichtingen (Besluit lozingen
afvalwater buiten inrichtingen)	De individuele ontheffingsplicht voor
afvalwater op grond van de Wm, de Wbb en de Wvo zal waar mogelijk worden
vervangen door algemene regels. Hiervoor is ook een aanpassing op
wetsniveau (met name hoofdstuk 10, titel 5 van de Wm) nodig. Waar
mogelijk en doelmatig vindt samenvoeging plaats met besluiten en
regelingen op grond van de Wvo. De administratieve lastenverlichting
wordt berekend.	2010

Nieuwe zwemwaterwet en onderliggende regelgeving	Het Besluit hygiëne en
veiligheid bad- en zweminrichting bevat nog veel middelvoorschriften en
achterhaalde voorschriften. In de nieuwe zwemwaterwet wordt de
regelgeving opgeschoond en gestroomlijnd. Daarbij zal de regelgeving
meer gericht zijn op doelvoorschriften i.p.v. middelvoorschriften.
Daarbij wordt in overweging genomen het initiatief om te komen tot een
keurmerk voor zwembaden (zie onder voornemens).	2012

5.2 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve
lasten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Uitbreiding min. regeling chemicaliën en materialen	Als gevolg van de
Europese Drinkwaterrichtlijn moeten materialen die in contact komen met
drinkwater worden beoordeeld op risico’s voor de volksgezondheid. Deze
beoordeling verloopt in Nederland via een certificeringproces. Momenteel
geldt de ministeriële regeling voor  kunststoffen en
zuiveringschemicaliën. In 2009 wordt de regeling uitgebreid met overige
materialen. De (beperkte) lastentoename van deze uitbreiding wordt nog
nader bepaald.  

Op basis van de Bouwproductenrichtlijn wordt in Europees verband gewerkt
aan geharmoniseerde productnormen. Nederland wil uit oogpunt van
kwaliteitsbeheersing en kostenreductie naar een uniform systeem van
beoordelingscriteria en certificatieprocedures. Het Europees wettelijk
instrumentarium hiervoor wordt gevormd door de Drinkwaterrichtlijn, de
Bouwproductenrichtlijn en enkele andere productrichtlijnen. Nederland
zet zich in om hiertoe tot een wijziging van de Drinkwaterrichtlijn te
komen. De hiermee te bereiken lastenreductie is nog niet
gekwantificeerd. Parallel aan een totstandbrenging van een
geharmoniseerde Europese regeling, werkt Nederland in samenwerking met
Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk aan de afstemming van de
nationale beoordelingsprocedures met het oog op mutual recognition.    
Begin 2009 (nationaal) en 2012 (Europees)

Drinkwaterwet	De komst van de Drinkwaterwet zal leiden tot een toename
van inspectielasten en administratieve lasten (financieel jaarverslag,
jaarrekening, begroting en tarieven moeten ook naar VROM worden overlegd
en drinkwaterbedrijven moeten verplicht meewerken aan een benchmark). De
toename bedraagt 1.300.000,- euro per jaar.	1-jan-09



5.3 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie

5.3.1 Drinkwaterbesluit in ontwikkeling op onderdeel legionella

Het voorstel is de normstelling op legionella (vele verschillende
soorten) toe te spitsen op 1 soort, de Legionella pneumophila. Deze
soort geeft het grootste effect op de volksgezondheid en komt in ca. 20%
van de gevallen voor. De andere soorten komen in 80% van de gevallen
voor maar leveren weinig risico's voor de volksgezondheid op. De huidige
normstelling en de daaraan gekoppelde meet- en registratieverplichtingen
zijn gebaseerd op het voorkomen van alle soorten legionella. Het idee om
de normen van de overige soorten te laten vervallen en alleen op
pneumophila te reguleren is vorig jaar aan de TK (Kamerstukken, 26442,
nr. 31) voorgelegd. Als uit een (nog uit te voeren) RIVM onderzoek
blijkt dat dit voorstel niet tot onaanvaardbare risico's voor de
volksgezondheid leidt, kan het aanpassen van de normstelling leiden tot
een aanzienlijke reductie van nalevingkosten en administratieve lasten.
En het toezicht kan zich beperken tot de mogelijk gevaarlijke situaties.
Mogelijk dat het voorstel leidt tot 80% minder nalevinglasten en
administratieve kosten dan in huidige situatie. Een berekening moet nog
plaatsvinden nadat besluit is gevallen om dit idee om te zetten in
een aanpassing van de regelgeving. 

5.3.2 Verkenning van mogelijke rol keurmerk voor zwembaden

Op initiatief van de sector heeft de zwembadenbranche een keurmerk
voor zwembaden ontwikkeld, dat inmiddels aan ruim 100 zwembaden is
uitgereikt. Dat betekent meer eigen verantwoordelijkheid voor de sector
en een meer terugtredende overheid die het kader stelt (minimum
kwaliteitseisen). De verwachting is dat het draagvlak voor een
dergelijke maatregel bij de sector groot is.  Bij de voorbereiding
van de Zwemwaterwet wordt bezien in hoeverre het wenselijk en
mogelijk is het keurmerk te verbreden tot bijvoorbeeld
legionella-regelgeving. Op dit moment is er nog geen zicht op het effect
op regeldruk door het instellen van een keurmerk. Een keurmerk geeft
meer vrijheden hoe aan de gestelde eisen te voldoen, is een mogelijkheid
zich te onderscheiden en geeft ook de toezichthouder de kans
gedifferentieerd op te treden. Dat zal uiteindelijk leiden tot merkbaar
minder regeldruk voor zwembaden die het goed doen en evt. meer regeldruk
voor de achterblijvers. Begin 2009 zal een plan van aanpak gereed zijn.

6. Bodem

6.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde reductiemaatregel	Realisatie	Administratieve reducties 

Besluit en Regeling Uniforme saneringen	1-jul-07	€ 7.567.171,-

Besluit en Regeling Bodemkwaliteit

voor het toepassen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater en het
verspreiden van baggerspecie in oppervlaktewater (de natte toepassingen)

voor het toepassen van bouwstoffen en grond en baggerspecie op
landbodems	

1-jan-08

1-jul-08	€ 15.000.000,- 

betreft reductie nalevinglasten volgens nieuwe systematiek nulmeting

Vereenvoudiging formulieren en procedures voor erkenningen
bouwstofproducenten en bodemintermediairs	1-mei-08	Wordt nog berekend



6.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Regeling warmtekoudeopslag

	Het aantal warmtekoudeopslagsystemen kan toenemen door het wegnemen van
belemmeringen en bij keuze van locaties en aanleg van systemen zullen
minder irritaties optreden door verduidelijking van het beleid. Effect
op administratieve lasten is nog niet bekend. 	Circulaire in 2009 en
definitieve regeling in 2011

Regeling  gebiedsgerichte aanpak en beheer (grootschalig) ernstig
verontreinigd grondwater (inclusief grondslag Wbb)	In Toekomstagenda
Milieu is aangegeven dat voor heel Nederland 1 tot 3 miljard kan worden
bespaard op de verwachte kosten tot 2030 en ook de sanering aanzienlijk
kan worden versneld.	Concept-

wijziging gereed in 2010

Landelijk digitaal systeem bodemkwaliteit	De administratieve lasten voor
het grondverzet zullen flink dalen indien informatie over de kwaliteit
van de ontvangende bodem in een toegankelijk digitaal systeem kan worden
gevonden en niet door de toepasser van het grondverzet behoeft te worden
bepaald. Ook de bewijslast voor het aantonen van de kwaliteit van de toe
te passen grond vermindert sterk indien de grond afkomstig is van een
bodem waarvan de kwaliteit op de juiste wijze is bepaald en digitaal is
vastgelegd. 	Medio  2010 is systeem operationeel en toegankelijk 



Vervallen PBV-verklaring als bewijslast voor vloeistofdichte vloeren
Naar verwachting zullen de administratieve lasten die met de
PBV-verklaring samenhangen, worden verminderd met circa € 116.586,-
per jaar. (PBV=Plan Bodembeschermende Voorzieningen)	1-okt-08

Aanpassen proceduretermijnen bij integriteittoets en verklaringen
omtrent gedrag 	Lastenreductie wordt nog berekend	2009 / 2010

Verdergaande vereenvoudiging formulieren en procedures
bouwstofproducenten en bodemintermediairs	Lastenreductie wordt nog
berekend	1-jan-09



7. Landbouw

7.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde toename	Realisatie	Administratieve lasten

Wijziging Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij	1-apr-08	€
32.003,-



7.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Besluit landbouw activiteiten	Het is de bedoeling de huidige
8.40-amvb’s op het gebied van de landbouw en milieu gefaseerd samen
te voegen tot een nieuw "Besluit landbouwactiviteiten". De eerste fase
is afgerond (Besluit landbouw milieubeheer is in werking getreden en het
Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer en het Besluit
melkrundveehouderijen milieubeheer zijn ingetrokken). De volgende stap
is het samenvoegen tot één AMvB van het Besluit Landbouw milieubeheer,
Besluit glastuinbouw, Besluit mestbassins
milieubeheer, Lozingenbesluit Bodembescherming voor zover het
agrarische activiteiten betreft en het  Lozingenbesluit open teelt en
veehouderij.  Daarnaast wordt een groot deel van de intensieve
veehouderijbedrijven onder de werkingssfeer van het nieuwe besluit 
gebracht (algemene regels i.p.v. vergunningplicht). De
noodzakelijke afstemming met de regelgeving ten aanzien van
luchtkwaliteit (fijn stof) en de voorgenomen wijziging van het
Besluit MER hebben ertoe geleid dat intensieve veehouderijen op dit
moment niet onder algemene regels gebracht kunnen worden. Dat betekent
dat de samenvoeging en het vervangen van vergunningen door algemene
regels pas na toetsing aan luchtkwaliteitseisen en MER-eisen door
gemeenten kan gebeuren. Effect op adm. lasten van de integratie van de
algemene regels zal nog worden berekend. Naar verwachting eind 2008.
1-jan-10

Wijziging Besluit Glastuinbouw	Het Besluit glastuinbouw wordt
aangepast. De verbruiksdoelstellingen voor bestrijdingsmiddelen en voor
meststoffen in substraatteelt worden geschrapt. Voorts worden de
voorschriften met betrekking tot het gebruik van assimilatiebelichting
aangepast. Ook wordt voor bedrijven om een Bedrijfsmilieuplan op te
stellen geschrapt (voor zover bekend hebben bedrijven geen gebruik
gemaakt van deze  mogelijkheid zodat het schrappen van dit instrument 
in de praktijk weinig merkbaar zal zijn). Verder zullen voorschriften
m.b.t het registreren van bestrijdingsmiddelen, rapportage-onderdelen
uit de jaarrapportage en analyse grondmonster komen te vervallen.  In
totaal leidt de wijziging van het Besluit Glastuinbouw tot een
reductie van administratieve lasten van circa 5,5 mln. euro per
jaar. Dat is ongeveer 2 miljoen euro minder dan oorspronkelijk
voorzien. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat naar aanleiding van de
inspraak de registratieverplichting voor meststoffen (stikstof en
fosfaat) toch wordt gehandhaafd.	apr-09



8. Planprocedures

8.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde reductiemaatregel	Realisatie	Administratieve reducties 

Schadevergoeding/afschaffen fonds luchtverontreiniging	1-apr-08	 €    
      17.488,-



8.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Planprocedures	In de herijkingbrief (TK 2003-2004, 29 200 XI, nr. 7) is
het voornemen opgenomen om op alle bestuursniveaus de verplichting tot
het opstellen van milieubeleidsplannen te schrappen. Echter, niet alle
betrokken maatschappelijke geledingen zijn van mening dat dit ook moet
gebeuren. Daarenboven zijn de planstelsels voor andere beleidsterreinen,
zoals water en ruimtelijke ordening, sindsdien gewijzigd en worden
vanuit Europa wettelijke milieuplanverplichtingen vereist. Derhalve
vindt thans onderzoek plaats naar de wenselijkheid om de
planverplichtingen af te schaffen, dan wel aan te passen. De Tweede
Kamer wordt te zijner tijd per brief geïnformeerd over de resultaten
van dit onderzoek. Deze ontwikkelingen, maar ook onvoldoende personele
capaciteit, zijn aanleiding geweest tot bijstelling van de planning. Het
effect op bestuurlijke lasten is thans nog niet bekend.	Medio 2010

Herziening MER (fase 2)	In het kader van de implementatie van de
EU-richtlijn voor SMB (Strategische Milieubeoordeling) is per september
2006 een aantal overheidsplannen onder de werkingssfeer van de SMB
gebracht. In Nederland is de naam SMB veranderd in planmer, in verband
met de overeenkomsten met de merprocedure voor besluiten en projecten
(besluitmer). Vervolgens worden de procedures voor de planmer en de
besluitmer zo veel mogelijk geharmoniseerd volgens twee lijnen: 1. Het
zwaartepunt van het instrumentarium dient te liggen op het niveau van
kaderscheppende plannen, waarop doorgaans de meest verstrekkende
milieueffecten aan de orde zijn. 2. Deregulering, decentralisatie en
lastenverlichting waar mogelijk en verantwoord.

Fase 2 betreft de bovengenoemde harmonisering, vooral bestaand uit de
vernieuwing van de besluitmer. Beoogd wordt de doorlooptijd van
procedures en besluitvormingsprocessen te bekorten, het aantal
m.e.r.-plichtige gevallen terug te brengen en administratieve lasten te
reduceren (in totaal 411.898,- euro per jaar). In de brief van 28
januari 2005 over het toekomstige stelsel van milieubeoordeling
(Kamerstukken II 2004/05, 29 383, nr. 25) is reeds een schets gegeven
van de hoofdlijnen van dit nieuwe stelsel, waarbij in het bijzonder
wordt ingegaan op een vereenvoudigde opzet van de m.e.r.-regelgeving. Er
is een wetsvoorstel modernisering m.e.r. voorbereid dat in oktober 2007
in de MR is besproken. Daar is afgesproken dat twee onderdelen van dit
wetsvoorstel voor advies worden voorgelegd aan de Commissie Versnelling
Besluitvorming Infrastructurele Projecten. Deze Commissie heeft eind
april 2008 advies uitgebracht. Dit advies is verwerkt en het aangepaste
wetsvoorstel is eind juni 2008 wederom in de MR besproken. Het
wetsvoorstel ligt nu voor bij de Raad van State. 	31-dec-09



9. Geluid

9.1 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Vereenvoudiging Wet geluidhinder (fase 3): Swung	Gefaseerde
modernisering van de Wgh. Stap 1 en 2 gerealiseerd (Kamerstukken,
2007-2008, 29383, nr. 102).

Inmiddels zijn intensieve voorbereidingen gaande voor de derde stap, te
weten een wetsvoorstel (SWUNG II) dat de normstelling aanzienlijk
vereenvoudigt, een betere handhaving tot stand brengt door introductie
van het instrument geluidsproductieplafonds en het aantal en
complexiteit van artikelen terugbrengt en opneemt in de Wet Milieubeheer
en de Wet luchtvaart. Het geluidsproductieplafond is een maximaal
niveau, ca. 2 dB boven de thans heersende waarde, dat in de regelgeving
wordt vastgelegd. Dit niveau mag in de toekomst niet overschreden
worden, tenzij het bevoegd gezag daar een formeel besluit over neemt
dat open staat voor bezwaar en beroep. Dan dient overigens ook
tegelijkertijd bezien te worden welke geluidssaneringsmaatregelen
getroffen zullen worden. Dit systeem wijkt op een aantal punten
fundamenteel af van de Wgh, waarmee een aanmerkelijke vereenvoudiging
van de geluidregelgeving wordt gerealiseerd. Het wetsvoorstel is in
april 2008 voor advies aan de RvS voorgelegd. Het betreft alleen het
onderdeel rijksinfrastructuur (snelwegen en spoorwegen). Het
wetsvoorstel zal vermoedelijk in het najaar van 2008 de Tweede Kamer
bereiken en zal naar verwachting per 1 januari 2010 van kracht worden.
Het Actalonderzoek constateert kostenbesparingsmogelijkheden als gevolg
van minder procedures (62.956,- euro).	1-jan-10

Vereenvoudiging Wet geluidhinder (fase 4):	De vierde stap is de
fundamentele aanpassing van de Wgh voor de onderdelen industrielawaai en
overige infrastructuur alsmede volledig integratie van de Wgh in de Wm.
Onlangs zijn over dit traject gesprekken met IPO en VNG gestart. Streven
is begin 2009 een wetsvoorstel gereed te hebben, zodat het halverwege
2009 aan de Tweede Kamer kan worden toegezonden en wellicht halverwege
2010 of begin 2011 van kracht kan worden. Ook hier staan vereenvoudiging
van normen en het stelsel van handhaving alsmede de uitwerking van de
Wet geluidhinder centraal. Naar verwachting ontstaat met dit
wetsvoorstel een nieuw helder systeem, waarbij het onderwerp geluid bij
bestemmingsplannen procedureel gelijkgeschakeld wordt met andere
milieuaspecten zoals luchtkwaliteit en externe veiligheid. De thans
bestaande aparte procedure voor geluid (de zogenaamde "hogere
waarde-procedure") zal dan komen te vervallen. Op dit moment is het te
vroeg om op de effecten voor merkbaar minder regeldruk op vooruit te
lopen. 	2010/2011



10. Bouwen

10.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde toename	Realisatie	Nalevinglasten 

Verplichting Energielabel gebouwen	1-jan-08	Het gaat hierbij om een
toename van nalevinglasten à 27,8 mln. voor burgers en à 14,7 mln.
voor bedrijven



10.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Wijziging Bouwbesluit 2003 (pakket 3)	In het kader van het 3e
wijzigingspakket Bouwbesluit 2003 wordt gekeken naar:

1. mogelijkheden tot het schrappen van voorschriften die maatschappelijk
als overbodig worden ervaren 

2. voorschriften die weliswaar noodzakelijk zijn, maar waarvan de hoogte
van de grenswaarde in de praktijk tot ongewenste belemmeringen leidde,
zodat een vermindering van het niveau van eisen wenselijk is. 

3. voorschriften waarbij door een betere formulering
interpretatieverschillen kunnen worden voorkomen. 

4. de effecten van het onder 1 tot en met 3 genoemde op andere
regelgeving. 

Het 3e wijzigingspakket zal zoveel mogelijk beleidsneutraal zijn. Het
bouwbesluit veroorzaakt dan ook geen extra administratieve lasten.
Vereenvoudigingen in het bouwbesluit zullen dus met name leiden tot
vermindering van inhoudelijke nalevingkosten en mogelijk tot
vermindering van irritaties en knelpunten doordat regels en tabellen
eenvoudiger, en eenduidiger worden. De volgende stap, het integreren van
het Bouwbesluit 2003 met het Gebruiksbesluit (incl. fase 2) zal mogelijk
wel leiden tot vermindering bestuurlijke lasten. ACTAL-toets zal eind
2009 plaatsvinden.	2010

Brandveilig gebruik van bouwwerken (Gebruiksbesluit, fase 1)	Met het
Gebruiksbesluit fase 1 zijn de voorschriften brandveilig gebruik uit het
model bouwverordening van de VNG overgeheveld naar landelijke
regelgeving. Door de uniformering geldt er voortaan één set landelijke
voorschriften, zodat er een eind komt aan onnodige lokale verschillen en
meer rechtszekerheid en rechtsgelijkheid ontstaat. Bovendien zijn de
voorschriften van het Gebruiksbesluit beter afgestemd op het Bouwbesluit
2003 en de milieuregelgeving dan de huidige gemeentelijke voorschriften.
Doordat een voldoende brandveilig gebruik veelal reeds kan worden
bereikt door aan de algemene regels van het Gebruiksbesluit te voldoen,
wordt het aantal gebruiksvergunningplichtige bedrijven met circa 80%
verminderd. De komst van het Gebruiksbesluit zal jaarlijks leiden tot
een vermindering van administratieve lasten met € 26,3 miljoen en een
vermindering van verschuldigde leges met € 6.4 miljoen.	1-nov-08

Gebruiksbesluit (2e fase)	Samenvoegen van het Gebruiks- en het
Bouwbesluit tot één AMvB o.b.v. de Woningwet met als doel verdere
afstemming tussen bouwtechnische, installatie- en gebruiksvoorschriften.
Tevens aansturing NEN-normen en afstemming op certificeringregelingen.
Streven is dat ook voor de laatste 20% van de gevallen de
gebruiksvergunningplicht verdwijnt en dus voor alle gevallen kan worden
volstaan met algemene regels/meldingsplicht. Voordeel is een betere
afstemming van regels: eventuele overlap van voorschriften tussen
Bouwbesluit en Gebruiksbesluit wordt met het samenvoegen tot één AMvB
eruit gehaald. Hier zit ook de eventuele winst in termen van
vermindering AL (ACTAL-toets vindt najaar 2009 plaats).	31-dec-09

Verruiming vergunningsvrij bouwen (roadblock)	VROM werkt aan
substantiële verruiming in de regeling voor vergunningvrij bouwen, die
gelijk met de Wabo in werking treedt. De licht vergunningplichtige
bouwwerken zullen verdwijnen. Deze categorie wordt vergunningvrij of
vergunningplichtig. De bouwvergunningplichtige gevallen zullen in de
omgevingsvergunning integreren en de lijst van vergunningvrije
bouwwerken zullen worden opgenomen in het Besluit omgevingsrecht. Dit
leidt tot een lastenverlichting (vermindering vergunningplicht) en
aanscherping eigen verantwoordelijkheid. De lastenverlichting wordt
momenteel onderzocht (opdracht BZK) en zal worden verantwoord in het
Besluit Omgevingrecht (BOR) dat tegelijk met de Wabo in werking zal
treden.	Richtdatum 1-jan-10 (Wabo)

ICT tool bouwwijzer	Uit onderzoek dat door NEN op verzoek van VROM is
uitgevoerd blijkt dat omwille van optimalisatie van de toepassing van
normen, betere naleving van de bouwregelgeving en het verlagen van
administratieve lasten een vereenvoudiging van NEN-normen gewenst is.
VROM ondersteunt dit streven. Zo wordt door NEN op dit moment gewerkt
aan een instrument, waarmee op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld
op welke wijze bij eenvoudige bouwwerken kan worden voldaan aan de
bouwregelgeving. Deze zogenaamde bouwwijzer zal t.z.t. in de vorm van
een website vrij toegankelijk zijn.	2e kwartaal 2009



10.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van
administratieve lasten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Wet op de architectentitel	Architecten registratie- en
bijscholingsverplichting. Dit leidt tot een toename van 85.108,- euro
per jaar.	31-dec-08



10.4 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie

10.4.1 Onderzoek naar afschaffen van de ‘preventieve toets’ (= de
bouwvergunning) op het Bouwbesluit

Met het afschaffen van de gemeentelijke preventieve toets behoeven
bouwvergunningenaanvragen niet langer door de gemeenten aan het
Bouwbesluit 2003 te worden getoetst. Technische bouwplangegevens
behoeven niet meer te worden aangeleverd en de procedures gaan
sneller.  In het kabinetsstandpunt over de aanbevelingen van de
Commissie Dekker is aangekondigd dat met het afschaffen van de
preventieve toets eerst een praktijkproef zal worden uitgevoerd.

10.4.2 Onderzoek naar wettelijke verankering gecertificeerde
Bouwbesluittoets

De gecertificeerde Bouwbesluittoets is een privaat alternatief voor de
toetsing door de gemeente. In de praktijk kan nu al (op vrijwillige
basis) gebruik worden gemaakt van een bouwplantoets onder certificaat.
De intentie is om de gecertificeerde Bouwbesluittoets wettelijk te
verankeren in de Woningwet. Voor de aanvrager van een vergunning blijft
er dan de keuze om het "klassiek" te laten toetsen door de gemeente of
om een bouwplan onder certificaat bij de gemeente in te dienen. In dat
laatste geval mag de gemeente dan niet meer toetsen aan het Bouwbesluit
(dat is immers onder certificaat al door een private partij gedaan). NB:
de gecertificeerde Bouwbesluittoets kan dus een rol spelen in de huidige
praktijk tot het moment dat de preventieve toets (Commissie Dekker)
eventueel wordt afgeschaft.

10.4.3 Schrappen van de ‘wettelijke adviesverplichting door een
onafhankelijke welstandscommissie of stadsbouwmeester uit de
Woningwet’. 

Gemeenten krijgen hiermee in de toekomst meer flexibiliteit bij het
inrichten van de wijze waarop toetsing van bouwplannen aan
welstandsbeleid plaatsvindt. Hierdoor kunnen vergunningen voor
bouwplannen klantvriendelijker en sneller worden verstrekt. Het
kabinetsvoornemen wordt binnenkort aan het parlement aangeboden.

11. Huurwetgeving en corporaties

11.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde reductiemaatregel	Realisatie	Administratieve lasten 

Aanpassing Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh): Corporaties kunnen
nu één set gegevens aanleveren (voorheen 3 verschillende). 	31-dec-07
€ 1.165.860,-



11.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Fundamentele wijziging van het stelsel regelgeving woningbouwcorporaties
Naast de reeds gerealiseerde lastenverlichting (1,6 mln.) zal een meer
fundamentele wijziging van het stelsel regelgeving rond corporaties
(wijziging Woningwet) aan de orde komen. Het uitgangspunt daarbij is
‘van toezicht naar vertrouwen’. De verwachting is dat er dan in de
informatievoorziening nog een keer een lastenreductie kan plaatsvinden
(hoeveel wordt in 2010 bekend). Gegevens voor monitoring van de sector
en extern toezicht (prognoses, kerngegevens, salarisgegevens) worden
aangepast en gezamenlijk opgevraagd voor CFV/WSW en WWI. Tevens komt
informatie beschikbaar voor monitoren wijkontwikkeling.	

31-dec-11

Herziening Huisvestigingswet	In 2004 is de Huisvestingswet geëvalueerd
en in juni 2004 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29624, nr. 1) is
de Kamer geïnformeerd over de resultaten van deze evaluatie. Bij de
behandeling van de evaluatie in de Kamer is toegezegd dat de
Huisvestingswet op basis van de conclusies van de evaluatie en de
maatschappelijke ontwikkelingen zal worden herzien.  De invulling van
de herziening van de Huisvestingswet is als volgt:

Voorop staat de zelfredzaamheid van de burger. Er dienen dus
zwaarwegende redenen te zijn voor de lokale overheid om hierop in te
willen grijpen. De Huisvestingswet kan alleen daar waar noodzakelijk
worden gebruikt om zo de lasten van de burgers zo beperkt mogelijk te
houden. De kern van voorliggend wetsvoorstel is dat er een kleinere wet
ontstaat, waarbij vooral de gemeente aan zet is. De verwachting is dat
hierdoor een beter werkbaar systeem ontstaat:

Het is helder wanneer de wet wel en wanneer hij niet gebruikt kan
worden. 

De instrumenten zijn eenvoudig en doeltreffend. 

De bestuurlijke boete maakt de wet voor de gemeenten beter handhaafbaar.


De procesvereisten maken de toepassing van de wet voor de burger meer
transparant. 

Om te bezien of deze verwachtingen uitkomen, zal de wet 5 jaar na
wijziging worden geëvalueerd.

Gemeenten moeten specifiek onderbouwen voor welk segment, prijsklasse en
gebied zij een huisvestingsverordening in stellen. Dit zou in
vergelijking met de huidige situatie tot een vermindering van het
gebruik van de Huisvestingswet moeten leiden en daarmee tot een
vermindering van de lasten voor de burger. 	pm

Vereenvoudiging huurtoeslagregelgeving	Er wordt onderzocht hoe de
huurtoeslagregelgeving vereenvoudigd kan worden, ten einde zowel de
uitvoering door de Belastingdienst  (BD) te vergemakkelijken als de
transparantie voor de burger te vergroten. Zo zullen huurders een
eenvoudiger formulier in te vullen krijgen. Ook behoeven verhuurders
minder gespecificeerde gegevens op te leveren bij de jaarlijkse
huuruitwisseling met de BD.

Wat dit gekwantificeerd betekent, zal nog worden onderzocht in
samenwerking met de BD. 	1-jan-09



11.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van
administratieve lasten

In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect	Toelichting: 
Beoogde realisatie

Wet op het overleg huurders verhuurders	De verbeteringen in de regeling
met betrekking tot het overleg tussen huurder en verhuurder, die eerst
in de Woonwet zouden worden opgenomen, zullen in verband met het niet
doorzetten van die wet alsnog een plaats krijgen in de Wet op het
overleg huurders verhuurder. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet
op het overleg huurders verhuurder (verbetering positie en zeggenschap
huurders) is een voorstel voor uitbreiding van de rechten van
huurderorganisaties. Dit wetsvoorstel is op 22 januari 2008 door de
Tweede Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel ligt nu ter behandeling in de
Eerste Kamer (Kamerstukken I, 2007-2008, 30856, A). De verbeteringen
leiden tot een lastentoename van éénmalig van 815.400 euro voor alle
verhuurders,  structurele toename van 56.250 euro per jaar voor
woningcorporaties en 4.794.300 euro toename per jaar voor particuliere
verhuurders. 	1-jan-09



12. Ruimtelijke ordening

12.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten

Gerealiseerde reductiemaatregel 	Realisatie
Administratieve/bestuur-lijke lastenreducties 

Vereenvoudiging Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) (1e wijziging;
terugbrengen aantal besluitvormingsmomenten voor de vestiging van een
voorkeursrecht tot twee)	1-jul-08	€ 2,25 mln. reductie bestuurlijke
lasten

Nieuw Besluit op de ruimtelijke ordening	1-jul-08	€      23.877.600,-



12.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Vereenvoudiging Wet voorkeursrecht gemeenten (2e wijziging)	Met de Wet
voorkeursrecht gemeenten (Wvg) hebben overheden (gemeente, provincie en
het rijk) een betere uitgangspositie op de grondmarkt en kan speculatie
met gronden worden voorkomen. Met het wetvoorstel tot vereenvoudiging
van de Wet voorkeursrecht gemeenten (TK 2007/2008, 31285) worden een
aantal procedures uit de Wvg vereenvoudigd. Het betreft de
vereenvoudiging van de procedure voor aanbieding van met een
voorkeursrecht belaste gronden door bedrijven aan de overheid en de
vereenvoudiging van de rechterlijke procedures en een verbetering van
de kenbaarheid van het voorkeursrecht voor burgers en bedrijven door
aanpassing van de bekendmakings- en inwerkingtredingsprocedures . Dit
alles leidt tot een geschatte reductie van de administratieve lasten van
tussen € 83.000,- en € 99.000,- (geactualiseerd op € 115.420,-).	

2e helft 2009



12.2 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie

12.2.1 Onderzoek tot vereenvoudiging bestemmingsplannen (voorstel
Commissie Dekker)

Onderzoek naar precieze mate en achtergrond van detaillering
bestemmingsplan. Afhankelijk van de uitkomsten kan dan worden bezien wat
hieraan gedaan kan worden. Het aanreiken van een voorbeeldplan, waarmee
een verantwoorde balans is gevonden tussen rechtsbescherming van de
burger en ruimte voor initiatiefnemers, is wellicht een goede
mogelijkheid. In een dergelijk voorbeeldbestemmingsplan kunnen dan ook
uniformering- en transparantievoorbeelden worden meegenomen. Bij
voorkeur via handreikingen en bij voorkeur niet via wetgeving. De keuze
van wetgeving beperkt immers de flexibiliteit. Mogelijk resulteert dit
in meer en sneller duidelijkheid over de (on)mogelijkheid van
initiatieven van ondernemers op het terrein van gebieds- en
gebouw-ontwikkeling. En wellicht meer flexibiliteit voor de
initiatiefnemende ondernemer binnen het evenwicht tussen
rechtsbescherming voor de burger en ruimte voor initiatiefnemers.

Uw kamer wordt, zoals in de kabinetsreactie op commissie Dekker is
aangekondigd, binnenkort hierover nader geïnformeerd.

12.2.2 Decentralisatie-uitkering onder het gemeentefonds in het kader
van Nota Ruimtebudget

Er wordt onderzoek verricht naar de mogelijkheden om voor
gebiedsontwikkelingsprojecten in het kader van het Nota Ruimtebudget
gebruik te gaan maken van een decentralisatie-uitkering onder het
gemeentefonds, wanneer er door de MR een positief besluit is genomen
over een financiële bijdrage aan een project. Daarmee zou de
administratieve last voor de lagere overheden teruggedrongen kunnen
worden, o.a. omdat er nog maar één keer per jaar gerapporteerd hoeft
te worden en het hele verantwoordingstraject lichter wordt.

13. VROM/WWI brede projecten

13.1 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Omgevingsvergunning	In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zal
een groot aantal (circa 25) vergunning-, ontheffing- en andere
toestemmingstelsels van VROM en andere departementen en
overheden worden samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Daarbij
bevordert de omgevingsvergunning een betere afweging van alle
randvoorwaarden bij de realisatie van projecten met gevolgen voor de
fysieke leefomgeving. De omgevingsvergunning zal leiden tot een
vermindering van het aantal vergunningen met 200.000. Terugdringing van
de administratieve lasten wordt met name verwacht door vermindering van
het aantal aanvragen van een omgevingsvergunning en het uniformeren en
digitaliseren van de indieningvereisten. In aanvulling hierop is onlangs
onderzoek verricht naar de mogelijk aanvullende effecten van het Besluit
Omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor)
op de reductie van de administratieve lasten. Hierbij is een
herberekening gemaakt van de effecten van de omgevingsvergunning op de
administratieve lasten. Voor bedrijven nemen de administratieve lasten
in totaal af met € 84,5 miljoen (21%). Voor de burgers nemen de
externe kosten met circa € 9,5 miljoen (9%). De voornaamste oorzaken
voor de grotere besparing zijn: het aandeel van de indieningvereisten
dat vervalt met Mor is groter, reeds bekende gegevens hoeven niet langer
te worden ingediend, en digitaal ingediende aanvragen hoeven niet langer
te worden gekopieerd. 

Onlangs bent u geïnformeerd over de in gang gezette voorbereidingen met
betrekking tot de invoering van de Wabo en de in samenspraak met alle
betrokken nieuw vastgestelde nieuwe richtdatum van inwerkingtreding
(Kamerstukken II, 30844, nr. 42). 	Richtdatum 1-jan-10



14. Groot stedenbeleid

14.1 Lopende reductiemaatregelen (minder lasten voor bestuur)

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Grootstedenbeleid (GSB) en ISV	Ook wordt uitvoering gegeven aan de
decentralisatie van het huidige Grootstedenbeleid (GSB) III en het
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).  Gemeenten krijgen een
grotere beleidsvrijheid, en gaan minder verantwoorden aan het Rijk. Dit
houdt onder andere in het gebruik van algemene regels in plaats van
regels op detail en de vermindering van de bestuurlijke drukte.
Daarnaast worden (wettelijke) belemmeringen die een effectieve oplossing
van lokale problemen in de weg staan of bij het uitvoeren van
experimenten weggenomen. Ten aanzien van het ISV worden er met de
betrokken gemeenten afspraken op hoofdlijnen gemaakt met als gevolg
vermindering van bestuurlijke drukte.	pm



15. Integratie en Inburgering

15.1 Lopende reductiemaatregelen (minder lasten voor burgers en bestuur)

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting: 	Beoogde realisatie

Vereenvoudiging Wet Inburgering met één handhavingtermijn 	Verdere
vereenvoudiging van de wet Inburgering door een wetsvoorstel waarin
wordt geregeld dat er één handhavingtermijn voor alle
inburgeringsplichtigen (i.p.v. de huidige twee) komt en waarin
vrijwillige inburgering in de Wet inburgering wordt opgenomen. Dit
wetsvoorstel gaat momenteel naar de Raad van State. 	1-mrt-09

Oprichting van het Participatiefonds	Er wordt samen met SZW en OCW hard
gewerkt aan de oprichting van het Participatiefonds per 1-1-2009.
Hierdoor worden drie grote specifieke uitkeringen samengebracht en
ontschot, waardoor de administratieve voor burgers en bestuurlijke
lasten voor de gemeenten fors zullen dalen.	1-jan-09



16. Toepassing ICT

16.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde reducties

Gerealiseerde reductiemaatregel 	Realisatie	Administratieve reducties

Durp (digitale uitwisseling in ruimtelijke processen). Per 1.7.2008 is
ongeveer 1 miljoen lastenafname gerealiseerd omdat een aantal gemeenten,
provincies en departementen al plannen digitaal beschikbaar stellen. 
1-jul-08	€ 1.000.000,-

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb):
Zo zorgt de Wkpb ervoor dat het eenvoudiger wordt om volledige
informatie te krijgen over de rechtstoestand van een onroerende zaak op
een bepaald moment. De registratie van publiekrechtelijke beperkingen
bij onroerende zaken is tot op heden de verantwoordelijkheid van het
overheidsorgaan die de beperking oplegt. Zelfs binnen één
overheidsorgaan - bijvoorbeeld de gemeente - kan dat betekenen dat de
gegevens verspreid zijn en moeilijk te vinden. Voor iemand die wil weten
wat er met een bepaalde onroerende zaak aan de hand is, is dat niet
handig. Het betekent een zoektocht door alle instanties, waarbij het nog
maar de vraag is of alle juiste gegevens boven tafel komen. 	1-jul-07
Betere dienstverlening



16.2 Lopende reductiemaatregelen

In gang gezette reductiemaatregel	Toelichting:	Beoogde realisatie

Durp (digitale uitwisseling in ruimtelijke processen)	DURP was een
(stimulerings)programma tussen 2000 en 31 december 2007. Doel hiervan
was om gemeenten, provincies en departementen te stimuleren om alle
ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, streekplannen, PKB’s etc)
digitaal te maken en elektronisch beschikbaar te stellen. Op grond van
de nieuwe Wro is het vanaf 1 juli 2009 verplicht om alle nieuwe
planologische visies, plannen, besluiten, verordeningen en algemene
maatregelen van bestuur digitaal te maken en elektronisch beschikbaar te
stellen conform RO Standaarden. Deze plannen zullen tevens in digitale
vorm gebruikt kunnen gaan worden in processen en procedures, zoals
inspraak, en in interbestuurlijke relaties. Alle digitale Wro
instrumenten zullen ontsloten worden in RO-Online, het landelijke
portaal dat toegang geeft tot alle ruimtelijke plannen volgende de
nieuwe Wro. Onder de nieuwe Wro is zowel het papieren plan alsook het
digitale document rechtsgeldig. Vanaf 1 juli 2009 prevaleert het
digitale plan zelfs boven het papieren plan bij geconstateerde
verschillen. In het kader van de invoeringsbegeleiding nieuwe Wro worden
gemeenten en provincies gefaciliteerd bij het proces om te komen tot
digitale ruimtelijke plannen. 

Door nieuwe ruimtelijke plannen onder de Wro digitaal beschikbaar te
stellen zijn ze beter, sneller en gemakkelijker toegankelijk voor
burgers, bedrijven en medeoverheden. Bovendien wordt de bruikbaarheid
vergroot. Wanneer, op termijn, al deze plannen digitaal beschikbaar zijn
wordt het mogelijk om voor een bepaalde locatie of gebied in één keer
alle ruimtelijk beleid zichtbaar te maken van gemeente, provincie en
rijk dat voor die locatie of dat gebied geldt. De lastenreductie die
hiermee wordt bereikt, bedraagt 3,4 miljoen euro per jaar.	1-jul-09

Ontwikkeling branchewijzers	In samenwerking met de EVD en Regiegroep
Regeldruk worden diverse branchewijzers geactualiseerd en nieuwe gemaakt
en gedigitaliseerd beschikbaar gesteld op Antwoord voor bedrijven.
lopend

Basisregistratie van Adressen en Gebouwen (BAG)	Vergunningen verlenen,
huursubsidie toekennen of criminelen opsporen. Om haar werk te doen,
heeft de overheid gegevens nodig. Waarom zou je als burger of bedrijf in
alle contacten met de overheid steeds opnieuw al je gegevens moeten
geven? Die zijn toch al lang bekend! Met de basisregistraties worden de
gegevens gemakkelijk toegankelijk voor de overheidsinstanties die ze
voor hun taken nodig hebben. Sterker nog, het ‘vragen naar de bekende
weg’ mág straks niet meer. Alle overheidsorganisaties zijn verplicht
gebruik te gaan maken van de basisregistraties. Het verplichte gebruik
wordt vastgelegd in de wet. De administratieve lastenreductie voor
bedrijven bedraagt 812.604 euro per jaar.	Medio 2009

LVO (Landelijk Voorziening Omgevingsloket)	De Wet Algemene bepalingen
Omgevingsrecht gaat zorgen voor één loket en één procedure bij één
overheid voor tal van vergunningen die nodig zijn voor projecten met
fysieke consequenties. Via het Internet kan gezien worden of een
Omgevingsvergunning nodig is, kan deze elektronisch aangevraagd worden
en wordt elektronisch informatie ontvangen over de voortgang van de
behandeling. Hierbij worden 1600 formulieren samengevoegd tot één
landelijke elektronische aanvraagmodule. Het LVO komt in delen
beschikbaar. Op 1 januari 2009 voor o.a. de Bouw-, Reclame-, Inrit-,
Kap- en Sloopvergunning (BRIKS). Voornemen is de AIM en module
Gebruiksbesluit begin 2009 omgezet te hebben in de LVO.	In delen op
1-jan-09 

ICT Atlas Leefomgeving	Professionals en burgers spelen een belangrijke
rol in het zetten van concrete stappen naar een duurzame samenleving.
Bij het ontwerpen van steden, het opstellen van regelgeving, door de
keuze van hun woonplaats en middelen van transport. VROM wil via een
Atlas leefomgeving via het Internet informatie over de kwaliteit van de
leefomgeving en de gezondheid toegankelijk maken. Tal van overheden
beschikken over veel informatie, al dan niet ontsloten via de website.
Alle informatie wordt dan inzichtelijk en beter beschikbaar via het
Internet aan de hand van de postcode. Uitgangspunt van de Atlas is een
stapsgewijze ontwikkeling met tussentijdse evaluatie. Na besluitvorming
kan in het najaar 2009 een verdere verbreding van de Atlas plaatsvinden,
door uitbreiding met nieuwe datasets en opschaling naar andere
gemeenten, GGD’en en provincies.	Besluit-vorming begin 2009



Bijlage nieuwe nulmeting 2008 en top 10 irritaties

De nieuwe nulmeting zoals genoemd op blz. 5 e.v. in de
Voortgangsrapportage Regeldruk bedrijven, mei 2008 (Kamerstukken,
2007-2008, 29515, nr. 244) is uitgevoerd in een rijksbrede meting in
opdracht van de Regiegroep Regeldruk (ministeries Financiën en
Economische Zaken). Dit om, meer dan bij de vorige nulmeting die per
departement is uitgevoerd, meer vergelijkbare gegevens op totaal niveau
te krijgen.  

 

Uitgangspunten nulmeting 2008:

De ijkdatum van de nulmeting is 1 maart 2007 (de start van het kabinet).


De definitie van administratieve lasten, opgenomen in Meten is Weten, is
aangepast. 

Belangrijkste wijzigingen:

- er is een beter onderscheid gemaakt tussen administratieve lasten en
inhoudelijke nalevingkosten. 

- de informatieverplichtingen aan derden worden niet meer als
administratieve lasten gezien maar als inhoudelijke nalevingkosten. 

Niet alle wet- en regelgeving is opnieuw gemeten. 

Er is op basis van een aantal criteria (o.a. omvang bij vorige
nulmeting, wijzigingen doorgevoerd of in de planning) voor gekozen om
een deel van de wet- en regelgeving opnieuw te meten en de overige te
actualiseren. Bij actualiseren is het bedrag van de administratieve
lasten uit de vorige meting geïndexeerd op basis van groei BNP. 

Voor VROM is ongeveer 87% van (nieuwe) lasten gemeten en de overige 13%
is op basis van actualisatie tot stand gekomen. 

Tabel: Administratieve lasten in miljoenen euro’s per cluster van het
ministerie van VROM en WWI

Cluster	Nulmeting

1-3-2007	% van het totaal

Oude Nulmeting

31-12-2002	% van het totaal

1. Stoffen en producten	33	2,7%

40	2,4%

2. Afval	56	4,5%

69	4,1%

3a. Inrichtingen WM (8.40 AMvB's)	140	11,3%

203	12,0%

3b. WM milieuvergunning	631	50,8%

611	36,2%

3c. Inrichtingen overig	68	5,5%

138	8,2%

4. Planstelsels	3	0,2%

3	0,2%

5. Bodem	39	3,1%

86	5,1%

6. Landbouw	76	6,1%

74	4,4%

7. Geluid	0	0,0%

0	0,0%

8. Bouwen	92	7,4%

324	19,2%

9. Huurwetgeving en corporaties	38	3,0%

53	3,1%

10. Ruimtelijke regelgeving	62	5,0%

85	5,0%

11. Integratie & inburgering	3	0,2%



	Totaal	1.214 

excl. bedrijfs-eigen kosten	100,0%

1.688/later aangepast op 1.498 	100,0%



Naast een kwantitatieve meting is ook een kwalitatieve meting
uitgevoerd. Aan de bedrijven is gevraagd naar de beleving bij de
verschillende informatieverplichtingen door zeven stellingen over
regeldruk voor te leggen. Met deze stellingen wordt inzicht verkregen in
hoe de verplichting wordt ervaren. Het resulteerde in een top 10
irritaties van door bedrijfsleven als meest lastig ervaren
informatieverplichtingen.

Top 10 meest lastig beleefde informatieverplichtingen van VROM

Regeling	Informatieverplichting (q)	AL	Irritatie top 10	Oplossing

Wro	Aanvragen aanlegvergunning volgens bestemmingsplan	0,6 mln.	Nr. 1
Ja, met komst Wabo

Wm/Besluit landbouw milieubeheer	Melding oprichting inrichting	1,1 mln.
Nr. 2	Nee, melding blijft nodig

Wm/Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer	Melding oprichting
inrichting	3,9	Nr. 3	Nee, melding blijft ook in  Activiteiten-besluit

Bestrijdingsmiddelenwet	Melden nieuw bestrijdingsmiddel	27 mln.	Nr. 4
Zie voetnoot

Woningwet/bouwstoffenbesluit	Melden gebruik bouwstof in oppervlaktewater
(2016)	1,3 mln.	Nr. 5	Ja, Besluit Bodemkwaliteit

Woningwet/bouwstoffenbesluit	Melden van gebruik schone grond in
oppervlaktewater (2016)	1,3 mln.	Nr. 6	Nee, tot aan MR besloten dit te
handhaven

Woningwet/bouwstoffenbesluit	Melden gebruik bouwstof in bodem (8064)	5,3
mln.	Nr. 7	Ja, met komst Besluit Bodemkwaliteit 

Wro	Vrijstelling bestemmingsplan voor grote projecten, lange procedure
22 mln.	Nr. 8	Ja, met komst van nieuwe Wro

Wm/Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer	Aanvraag
vrijstelling voorschrift door beoordeling van mechanische ventilatie

Nr. 9	Ja, met komst van Activiteitenbesluit

Woningwet/bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterbescherming
Overleggen gegevens van bepaling/onderzoek isolatiemaatregelen bodem	-
Nr. 10.	Ja, deels



 De reductiebedragen (en toenames) zijn herberekend of geïndexeerd
n.a.v. nieuwe nulmeting (peildatum 1.3.2007)

 In oktober 2007 is de bestrijdingsmiddelenwet vervangen door de Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De toelatingsprocedure is op het
punt van aanvragen biocides niet veel gewijzigd. VROM is
verantwoordelijk voor biociden. Gewasbescherming valt onder LNV. Met de
gemeten informatieverplichting melden bestrijdingsmiddel wordt in de
nulmeting bedoeld aanvraag toelating biociden en
gewasbeschermingsmiddelen (150 per jaar). Het aantal zuivere aanvragen
voor biociden is 23 (jaarverslag CTGB) waardoor de berekende
administratieve last met 23/150 daalt voor wat betreft het
VROM-gedeelte. Gezien de EU-regels (biociderichtlijn) is er nauwelijks
ruimte om de toelatingsprocedure aan te passen met het doel de
administratieve lasten te verlagen. 

 betreft de mechanische ventilatie in een parkeergarage. Het voorschrift
bestaat nog wel in het activiteitenbesluit, maar de aanvraag tot
vrijstelling van het voorschrift niet meer. Dus theoretisch kan je
stellen dat het probleem is opgelost. Echter de mogelijkheid om
vrijstelling van dit voorschrift te krijgen is komen te vervallen, dus
iedereen zal aan dit voorschrift moeten voldoen.

 Is alleen nodig als bedrijf alternatief heeft op voorgeschreven
isolatiemateriaal. Bedrijf moet daarvan de kwaliteit kunnen aantonen.

Bijlage VROM/WWI werkprogramma Regeldruk: Slimmer, Beter, Minder	

 PAGE    

 PAGE   1