VROM/WWI werkprogramma Regeldruk: Slimmer, Beter, Minder periode 2007-2011
Bijlage
Nummer: 2008D13980, datum: 2008-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Werkprogramma Regeldruk VROM/WWI: Slimmer, Beter, Minder (2008D13595)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage: VROM/WWI werkprogramma Regeldruk: Slimmer, Beter, Minder periode 2007-2011 met gerealiseerde, lopende reductiemaatregelen en onderzoeksvoornemens (incl. toenames) Overzicht TOC \o "1-1" \h \z HYPERLINK \l "_Toc211071352" 1. Stoffen en producten PAGEREF _Toc211071352 \h 2 HYPERLINK \l "_Toc211071353" 2. Afval PAGEREF _Toc211071353 \h 3 HYPERLINK \l "_Toc211071354" 3. Inrichtingen PAGEREF _Toc211071354 \h 7 HYPERLINK \l "_Toc211071355" 4. Externe veiligheid PAGEREF _Toc211071355 \h 11 HYPERLINK \l "_Toc211071356" 5. Water PAGEREF _Toc211071356 \h 11 HYPERLINK \l "_Toc211071357" 6. Bodem PAGEREF _Toc211071357 \h 13 HYPERLINK \l "_Toc211071358" 7. Landbouw PAGEREF _Toc211071358 \h 14 HYPERLINK \l "_Toc211071359" 8. Planprocedures PAGEREF _Toc211071359 \h 14 HYPERLINK \l "_Toc211071360" 9. Geluid PAGEREF _Toc211071360 \h 16 HYPERLINK \l "_Toc211071361" 10. Bouwen PAGEREF _Toc211071361 \h 16 HYPERLINK \l "_Toc211071362" 11. Huurwetgeving en corporaties PAGEREF _Toc211071362 \h 18 HYPERLINK \l "_Toc211071363" 12. Ruimtelijke ordening PAGEREF _Toc211071363 \h 20 HYPERLINK \l "_Toc211071364" 13. VROM/WWI brede projecten PAGEREF _Toc211071364 \h 21 HYPERLINK \l "_Toc211071365" 14. Groot stedenbeleid PAGEREF _Toc211071365 \h 22 HYPERLINK \l "_Toc211071366" 15. Integratie en Inburgering PAGEREF _Toc211071366 \h 22 HYPERLINK \l "_Toc211071367" 16. Toepassing ICT PAGEREF _Toc211071367 \h 22 HYPERLINK \l "_Toc211071368" Bijlage nieuwe nulmeting 2008 en top 10 irritaties PAGEREF _Toc211071368 \h 25 1. Stoffen en producten 1.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde toename Realisatie Administratieve lasten Reach 1-jun-07 € 18.800.000,- 1.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Voorkomen van lekverliezen uit koelinstallaties overhevelen naar Schepenwetgeving van VenW Beperking van inhoudelijke voorschriften en overheveling daarvan naar de schepenwetgeving. Minder regels die daarboven in 1 document schepen zijn terug te vinden. Er wordt een reductie van administratieve lasten verwacht (hoogte nog niet bekend). jan-10 Besluit GGO's (Bggo) Het Besluit GGO wordt vereenvoudigd. Kern van de voorstellen is dat de vergunningplicht voor de twee laagste risicoklassen wordt omgezet in een meldingsplicht onder algemene regels. Een eerste concept van § 3 van het herziene Besluit GGO is in maart 2008 aan de doelgroep voorgelegd. Het eerste concept van § 2 van het herziene Besluit GGO ligt nu bij de doelgroep voor commentaar. De administratieve lastenreductie zal eind dit jaar worden berekend. 1-jul-10 Intrekking Besluit Typekeuring verwarmingstoestellen luchtverontreiniging stikstofoxiden en bijbehorende typekeuringregeling Afschaffen typekeuringeisen en overheveling emissie-eisen van verwarmings- en stookinstallaties van minder dan 1 Megawatt naar 1 besluit, het Besluit energieprestatie gebouwen (Kamerstukken II, 2007-2008, 29383, nr. 112). Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een belangrijk punt van kritiek van het bedrijfsleven op de regelgeving dat de voorschriften voor dezelfde producten, zoals in dit geval, voor verwarmings- en stookinstallaties, in verschillende regelingen zijn gegeven. De administratieve lastenreductie bedraagt 15.039,- euro per jaar. Afschaffing typekeuring-eisen: jun-09 Overheveling emissie-eisen: okt-09 Besluit Stralingsbescherming en min. regelingen In het huidige systeem van meldingen en vergunningen voor radioactieve stoffen en toestellen worden drie categorieën onderscheiden: vrijstelling, alleen melding of voorafgaande schriftelijke vergunning. In het beoogde vergunningstelsel zal een verfijning plaatsvinden, waarbij meer met algemene regels en meldingen zal worden gewerkt, naast standaard- en maatwerkvergunningen. Hierbij zal meer uitgegaan worden van de Europees rechtelijke mogelijkheden en te verwachten risico’s voor mens en milieu. Randvoorwaarden voor een keuze zijn dat het huidige stralingsbeschermingsniveau gehandhaafd moet blijven en dat het nieuwe systeem eenduidig, uitvoerbaar en handhaafbaar moet zijn. Het voorstel brengt een lastenreductie van circa 582.930,- euro per jaar met zich mee. tweede helft 2010 Besluit Detectie radioactief besmet schroot (Bdrs) Het Besluit detectie radioactief besmet schroot wordt vereenvoudigd door een versoepeling van de meetverplichting op de aanwezigheid van ioniserende straling voor al het schroot dat binnen de inrichting wordt gebracht. De omzetgrens voor roestvrij-staalschroot in artikel 2 van het Besluit is verhoogd van 100 naar 500 ton per kalenderjaar. Hierdoor vallen veel minder bedrijven onder het besluit, hetgeen een lastenverlichting oplevert. Daarnaast hebben bedrijven bij de invoering van het Besluit in 2003 investeringen moeten doen, die inmiddels zijn afgeschreven. Ook dit levert een lastenreductie op. De totale lastenreductie bedraagt 3.914.900 euro per jaar voor schroothandelaren. Medio ‘09 1.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Implementatie van de EU-richtlijn Ecodesign en bijbehorende uitvoeringsmaatregelen Uit oogpunt van energiebesparing, milieudrukvermindering, harmonisatie interne markt en ter stimulering van innovatie wordt de EU richtlijn ecodesign in voorlopig 20 uitvoeringsmaatregelen (UM) geïmplementeerd. De eerste UM is vastgesteld en zal waarschijnlijk 1.1.2010 in werking treden. Voor bedrijven zullen uit de UM voornamelijk informatieverplichtingen volgen m.b.t. de betreffende producten, die zij op EU grondgebied produceren en/of importeren. Nadere details over de informatieverplichtingen hangt af van de eisen per product (die nog nader vastgesteld moeten worden). Eerder is op basis van 14 UM een administratieve lastentoename van € 8,8 miljoen per jaar geschat. jan-10 en later Biobrandstoffen - minimum criteria In EU kader wordt nu onderhandeld over het richtlijnvoorstel Hernieuwbare Energie. Hierin zullen nieuwe eisen gesteld worden over de duurzaamheid van biobrandstoffen. De implementatie van de richtlijn zal tot een toename van de administratieve lasten leiden omdat bedrijven moeten aantonen dat de biobrandstoffen op een duurzame manier zijn geproduceerd. In hoeverre de lasten voor de ca. 30 bedrijven die motorbrandstoffen op de markt brengen, veranderen is nu nog niet bekend. Een lichte toename wordt verwacht. Het streven is de administratieve lasten zo klein mogelijk te houden, waarbij de betrouwbaarheid altijd voorop blijft staan. 2011 2. Afval 2.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde reducties Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve reducties Formatontwikkeling en mogelijkheid per email verplichte mededeling en jaarlijks monitoringverslag te sturen m.b.t. batterijen, verpakkingen, autobanden, autowrakken en elektrische apparaten sept-08 gerealiseerd voor alle besluiten, behalve autowrakken Betere dienstverlening Wijziging Besluit Beheer autowrakken en autobanden (verbetering regels) okt-07 € 99.331,- Afzien erkenning laboratoria analyse niet-reinigbaar straalgrit 1-apr-08 € 594.589,- Wijziging vijftal productenbesluiten (Verlengen geldigheidstermijn mededelingen batterijen, elektrische apparatuur, autowrakken, verpakkingen, autobanden) jul-08 € 277.475,- Aanpassing EVOA (o.a. onbeperkte geldigheid mededelingensystematiek (afname) en informatieverplichting niet langer vormvrij (toename)) 12-jul-07 geen 2.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Actualisering Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen Momenteel wordt een voorstel voorbereid voor een andere categorie-indeling. Dat houdt in dat het onderscheid in de categorieën gevaarlijke afvalstoffen die apart moeten worden gehouden, beter aan zal sluiten met andere regelgeving zoals de Europese Richtlijn gevaarlijke afvalstoffen en het in ontwikkeling zijnde nieuwe Landelijke Afvalbeheersplan. Dit zorgt voor duidelijkheid voor de normadressanten. Verder wordt het normadressaat uitgebreid met inzamelaars in het kader van Europese regelgeving. Gestreefd wordt tot een lastenreductie te komen. n.n.t.b. Voorgenomen wijzigingen Besluit Melden In 2007 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het Besluit melden, waarbij zowel handhaving als bedrijfsleven betrokken waren. Na afronding van de evaluatie is met handhaving en bedrijfsleven besproken welke wijzigingen het Besluit melden beter uitvoerbaar kon maken. Zowel vanuit handhaving als vanuit het bedrijfsleven bestaat thans – over het algemeen – consensus over de voorgenomen wijzigingen. Over de voorgenomen wijzigingen bent u bij nota nummer SAS/2007116799 van 23 november 2007 geïnformeerd. Wanneer hiervoor wordt gekozen blijft het Besluit melden – met de aangebrachte wijzigingen – voortbestaan. Alle wijzigingen tezamen hebben nagenoeg geen effect op de administratieve lasten. Een aantal wijzigingen zijn wel lastenverlagend en betreffen het uitzonderen van de meldplicht voor kunststoffen, banden en dierlijke bijproducten die onder de Europese Verordening 1774/2002 vallen en afvalstromen producentenverantwoordelijkheid (bijv. batterijen inzamelen via winkels) en het vereenvoudigen van de meldplicht voor afvalstoffen uit het publieke domein. Tot aan publieke- of private overslagplaats hoeft geen begeleidingsbrief bij transport (huisvuil, HDO afval en KCA afval) te zijn en hoeft overslagplaats geen ontvangstmelding te doen, het uitbreiden van de Inzamelaarregeling (alle afvalstoffen van hoofdstuk 17 EURAL, voorzover geen gevaarlijk afval) en afschaffen afgiftemelding van productiebedrijven. Lastenverhogend zullen onder meer zijn het uitbreiden van de Inzamelaarregeling en het onder meldplicht laten vallen van exploitanten van mobiele puinbrekers, kleine sorteerinrichtingen voor bouw- en sloopafval en kleine composteerderijen, waarvoor het bedrijfsleven, met het oog op een gelijk speelveld binnen de branches, zelf heeft verzocht. 1-jul-09 Wijziging hoofdstuk Afvalstoffen van de Wm m.b.t. diverse onderwerpen Het gaat om een wijziging van de Wm in het bijzonder op het punt van inzameling gft (meer vrijheid voor gemeenten), afstemming afvalstoffenregels met diervoerderregelgeving en aanpak zwerfafval. De lastenreductie bedraagt 1,86 miljoen euro. De reductie bestaat uit het weghalen van de overlap tussen het hoofdstuk afvalstoffen en de Kaderwet diervoeders. Dit betekent minder registraties van afgegeven afvalstoffen en minder registraties op een lijst van inzamelaars; minder vaak overleggen van gegevens over de afvalstoffen; minder begeleidingsbrieven aan transporteurs; minder vaak melden van de ontvangst bij het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. 1-jan-09 AMvB slopen De ontwikkeling van de AMvB Slopen, waarbij wordt gekeken naar de mogelijkheid van algemene regels, wordt in samenhang bezien met het Asbestverwijderingsbesluit, in het bijzonder de sloopvergunningplicht vanwege het (mede) verwijderen van asbest. De huidige bepalingen over het slopen van gebouwen die nu zijn opgenomen in gemeentelijke verordening vervallen met de inwerkingtreding van dit besluit. De lokale bouwverordening wordt grotendeels uitgekleed, aangezien de eisen daarin t.a.v. slopen eruit zullen verdwijnen. Richtdatum 1-jan-10 (Wabo) Wijziging Regeling EVOA over borgstelling Met de nieuwe borgsystematiek wordt beoogd de administratieve lasten te verminderen, maar hoeveel dat zal zijn is afhankelijk van de te kiezen methodiek, waarbij meer factoren spelen dan enkel reductie van administratieve lasten. 2009 Besluit Beheer Autobanden Verbetering regels autowrakken en autobanden vloeistofdichte vloeren. De administratieve lastenreductie bedraagt 438.363,- euro. 31-dec-08 Vrijstelling Melding- en verslagleggingsplicht verpakkingsmateriaal detailhandel VROM gaat bedrijven die minder dan 15.000 kg verpakkingen per jaar op de (Nederlandse) markt zetten uitzonderen van de mededelings- en verslagleggingsplicht uit het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. In plaats van 400.000 bedrijven gelden de administratieve verplichtingen dan nog slechts voor 8.000-10.000 bedrijven (die daar vervolgens weer op collectieve wijze uitvoering aan geven). Dit heeft geen effect op administratieve lasten. 1-jan-09 Inzamelvergunning omzetten naar algemene regels + melding Voor een drietal afvalstromen (scheepsafvalstoffen, klein gevaarlijk afval en voor afgewerkte olie) is in het Besluit inzamelen afvalstoffen een inzamelvergunning verplicht gesteld. Uit een analyse is gebleken dat er geen milieuhygiënische risico’s zijn te verwachten bij het vervangen van de vergunningplicht voor algemene regels. Bij afschaffing van de vergunningplicht wordt het algemene regime ten aanzien van ‘vermelding op de lijst van inzamelaars’ van kracht voor deze drie afvalstoffen, eventueel (indien noodzakelijk) aangevuld met algemene regels. Zodoende is de minister VROM voornemens de vergunningplicht af te schaffen. Momenteel wordt hierover een consultatieronde gehouden, waarna zij een definitief besluit neemt. Afschaffing van vergunningplicht betekent een wijziging van een AMvB (op basis van de Wm) en wordt inwerkingtreding niet voor medio 2009 verwacht. De lastenreductie is berekend op 46.634 euro per jaar. 2e helft 2009 2.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Intrekking en Vervanging Besluit Beheer Batterijen door Besluit/Regeling batterijen en accu's 2008 Het Besluit beheer batterijen wordt ingetrokken en vervangen door het Besluit beheer Batterijen en accu’s 2008. Dit besluit zal aansluiten bij de Regeling Batterijen en Accu’s 2008, die ter implementatie van de Europese richtlijn 2006/66/EG wordt opgesteld. Het Besluit bevat regels met betrekking tot de mededelingsplicht voor producenten en fabrikanten van batterijen en accu’s. De voorpublicatie van het ontwerpbesluit is gerealiseerd. Inwerkingtreding is op 28 september 2008. Het besluit heeft een toename van 888.047,- euro tot gevolg door toename van de reikwijdte. 28-sep-08 Besluit en Regeling acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen Ter implementatie van Beschikking 2003/33/EG (acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen) wordt een ontwerpbesluit gemaakt en de Regeling acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen op stortplaatsen aangevuld met Annex II-bepalingen. De naam van de regeling wordt dan gewijzigd in Regeling acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen. Hierin wordt met name geregeld hoe gevaarlijke afvalstoffen voorafgaand aan acceptatie getoetst moeten worden op uitloging. Dit leidt in de aanloopfase (2009/2010) tot een administratieve lastentoename van 1.006.200,- euro per jaar. Circa 75% van dat bedrag betreft de kosten voor het testen van afvalstoffen door de ontdoeners ervan. Omdat er later meer gegevens over de te storten afvalstoffen beschikbaar komen, en er dus minder getest behoeft te worden, zullen de administratieve lasten in de loop der jaren afnemen. 1-apr-09 2.4 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie 2.4.1 Knelpunten commissie Noordzij De commissie heeft een inventarisatie opgeleverd van knelpunten zoals die ervaren worden door ondernemers uit het verladende en vervoerende bedrijfsleven. Op het VROM-terrein zijn een 4-tal knelpunten geïnventariseerd, waarbij VROM bij het onderwerp ‘vervoer paardenmest’ ten onrechte als eerst verantwoordelijke is genoemd. Het valt onder de meststoffenwetgeving van LNV. De overige knelpunten op afvalgebied betreffen Registratie VIHB-lijst, Melding (hergebruikt) asfalt als afval en EVOA. Vóór het eind van 2008 zal de Kamer onder regie van V&W apart worden geïnformeerd op welk termijn maatregelen getroffen kunnen worden om de knelpunten aan te pakken. Daarbij wordt ook voor de gesignaleerde VROM-knelpunten de inzet en aanpak tegen het licht gehouden om te bezien of en hoe we deze problemen kunnen oplossen dan wel verminderen (Kamerstukken, 2007-2008, 29515, nr. 261). 2.4.2 Voorstel tot het mogelijk schrappen van de eisen van vakbekwaamheid, kredietwaardigheid en financiële draagkracht voor VIHB-lijst na bekendwording EU-eisen Het BIA en RIA stellen nadere voorwaarden voor de vermelding van inzamelaars op de VIHB-lijst (oftewel voor de inzamelvergunning): vakbekwaamheid, kredietwaardigheid en financiële draagkracht. Dit komt voort uit de richtlijn inzake wegvervoer die deze 3 eisen stelt aan wegvervoerders. Voor wegvervoerders gelden de nadere voorwaarden dus nu al vanwege de V&W wetgeving. Omdat de reikwijdte van de VIHB breder is dan wegvervoerders gelden de nadere voorwaarden nu ook voor andere groepen (vervoerders en inzamelaars via spoor, binnenwateren, handelaren en bemiddelaars). Volgens de huidige EU regels zijn die nadere voorwaarden niet nodig. Volstaan zou kunnen worden met de (bestaande) registratie bij de KvK. Of dat ook voldoende is na het op EU niveau formuleren van evt. EU eisen is nu niet te voorspellen. Ook wordt het normadressaat via de nationale regelgeving uitgebreid naar groepen waarvoor deze niet zijn opgesteld. Voorstel is om de eisen te schrappen van vakbekwaamheid, kredietwaardigheid en financiële draagkracht als voorwaarde om op de VIHB-lijst te komen en met het nemen van een besluit hierover te wachten tot duidelijk is wat de aangekondigde Europese regelgeving op dit punt zegt. Dit om jojo-effect te voorkomen. De Europese Commissie heeft hierbij het voortouw, er wordt niets meer verwacht in 2008, wellicht in 2009 een EU-voorstel. Voorgesteld wordt hierop te wachten en dan pas actie te ondernemen. 2.4.3 Voornemen vereenvoudiging registratieverplichting bedrijven In de Wet milieubeheer (art. 10.38) staat een registratieverplichting voor alle ontdoeners van bedrijfsafval en gevaarlijk afval met de verplichting te registreren: de datum van afgifte, naam en adres van degene die afval inzamelt, benaming en hoeveelheid afvalstof, plaats waar afvalstof wordt afgegeven, voorgenomen wijze van beheer van afvalstof. In de nieuwe nulmeting is deze registratieverplichting voor div. branches berekend op 87 mln. jaarlijks. De registratieverplichting is voor alle primaire ontdoeners van afval (de bakker om de hoek tot de afvalinzamelaar en verwerker)–voor wat betreft gevaarlijk afval- afkomstig uit de Richtlijn gevaarlijke afvalstoffen (91/689EEG). De wijze die de richtlijn voorschrijft waarop geregistreerd moet worden is vormvrij, echter als maar wel wordt voldaan aan het gestelde in artikel 10.38 Wet milieubeheer. Signalen uit de praktijk geven aan dat aan de registratieverplichting wordt voldaan door het bewaren van afgiftebonnen of facturen voor wat betreft bedrijven waarbij dit afval ontstaat. Deze worden op verzoek van het bevoegde gezag overlegd. In de nog vast te stellen herziening Kaderichtlijn Afvalstoffen (verwacht eind 2008) is de registratieverplichting voor bedrijfsafval alleen van toepassing voor be- en verwerkers en niet meer voor bedrijven die afval produceren en voor inzamelaars. Na vaststelling van deze richtlijn, is het voorstel de Wet milieubeheer en onderliggende regelingen (zoals waarschijnlijk het Inrichtingen en vergunningenbesluit) hierop aan te passen en de registratieverplichting alleen voor gevaarlijk afval te laten gelden en voor be- en verwerking van bedrijfsafval. Bedrijven die bedrijfsafval produceren worden dan uitgesloten van de registratieverplichting. Hierdoor kan naar verwachting een aanzienlijke lastenverlichting worden gecreëerd. Voordeel: lastenverlichting, alsmede 1 op 1 implementatie van de herziene Kaderrichtlijn. Nadeel: bemoeilijking toezicht en opsporing van milieudelicten. 3. Inrichtingen 3.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde reducties Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve reducties Activiteitenbesluit en intrekking huidige 8.40 AMvB's: Hiermee zijn twaalf bedrijfstakken onder algemene regels gebracht. Er is een ICT-module ontwikkeld ter ondersteuning van de praktijk. Deze Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) bleek bij inwerkingtreding niet optimaal te werken. De afgelopen maanden is middels inzetten van extra middelen de AIM sterk verbeterd en is nu betrouwbaar voor gebruikers. Diverse bijeenkomsten en reacties van bevoegde gezagen en bedrijfsleven hebben hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. In september ‘08 is dit verbetertraject afgerond. Vervolgens wordt gestart met het onderbrengen van deze tool onder de Landelijke Voorziening Omgevingsloket (LVO). 1-jan-08 € 198.740.497,- Besluit lozingen afvalwater huishoudens 1-jan-08 € 582.930,- EU implementatie milieuaansprakelijkheid 31-dec-07 € 90.937,- Aanpassingsbesluit emissiehandel II 1-sep-07 € 1.284.778,- Exploitatiefase milieuvergunning (gefaseerde realisatie lastenreductie van in totaal 35 mln. over 4 jaar) 1-jan-08 € 8.750.000,- Vereenvoudiging regeling monitoring handel in emissierechten: voor de kleinere bedrijven gelden er minder monitoringsverplichtingen, zoals halvering van de meetfrequentie en het afschaffen van bepaalde meetverplichtingen voor bepaalde ketels. 1-sept-08 € 359.758,- Gerealiseerde toename Realisatie Administratieve lasten Implementatie van E-PRTR (European Pollutant Release and Transfer Register) 15-maart-08 € 1.245.138,- Aanpassingsregeling handel in emissierechten I 1-sept-2007 € 691.122,- 3.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Exploitatiefase milieuvergunning Begin januari 2008 is na gedegen onderzoek een circulaire gestuurd aan B&W van gemeenten en Gedeputeerde Staten van de provincies met daarin het verzoek om medewerking te verlenen in het streven de jaarlijkse administratieve lasten in de exploitatiefase van thans de milieuvergunning (en in toekomst de omgevingsvergunning) met 10% te laten dalen. In de circulaire zijn 10 onderwerpen aangereikt waarbij het bevoegd gezag bij nieuwe vergunningen of een voorgenomen wijziging kan bijdragen aan de realisatie van een lastenreductie voor vergunningplichtige ondernemers. Maandelijkse registratie van energie- en water te vervangen door het bewaren van de jaarnota. Aansluiten bij het Gebruiksbesluit m.b.t. brandpreventievoorschriften Het voorschrijven van afvalregistraties beperken tot wettelijke vereisten, behoudens specifieke gevallen en zoveel mogelijk standaardiseren Terughoudend te zijn met voorschrijven van grondstoffen- of waterbesparingsonderzoeken Bij verkeer en vervoer aan te sluiten bij het Activiteitenbesluit, d.w.z. alleen bij bedrijven met meer dan 500 medewerkers en als het niet aannemelijk is dat het bedrijf alle maatregelen getroffen heeft om de nadelige gevolgen van vervoer door medewerkers tegen te gaan. Geen afvalpreventieonderzoeken meer voor te schrijven Bij verplicht stellen van energieonderzoek aan te sluiten bij Activiteitenbesluit (50.000 kWh en 25.000 m3), Keuringsfrequentie van vloeistofdichte voorzieningen op 1 per 6 jaar, Aansluiten bij Activiteitenbesluit en een nulsituatieonderzoek bodem alleen voorschrijven bij oprichting en verandering van een inrichting Terughoudend te zijn met het voorschrijven van geluidscontrolemetingen. Met dit pakket is berekend een administratieve lastenreductie te realiseren van 8,75 miljoen euro in 2008, 17,5 miljoen in 2009, oplopend tot 35 miljoen euro per jaar in 2011. jan-08 tot 2011 Tweede fase modernisering algemene regels (Activiteitenbesluit 2e fase) In de tweede fase activiteitenbesluit zullen in 3 tranches nog meer bedrijfstakken onder algemene regels gebracht worden (een eerste ruwe schatting betreft 7000 bedrijven). Dit betekent dat voor deze branches de milieuvergunningplicht zal komen te vervallen. 1e tranche: quick wins en reparaties m.b.t. de eerste fase. 2e tranche: afvalgerelateerde bedrijfstakken onder algemene regels. 3e tranche: moeilijkere bedrijfstakken onder algemene regels. De verwachting is een reductie van enkele tientallen miljoenen euro’s te kunnen realiseren. Nadere berekening wordt in het najaar 2008 gestart. 1e tranche 01/2010 2e tranche 07/2010 3e tranche 10/2011 Intrekken van Besluit emissie-eisen NOx salpeterzuurfabrieken Intrekking van het Besluit omdat deze fabrieken onder het stelsel van de handel in emissierechten zijn gebracht. De uit het Besluit voortkomende administratieve lasten vervallen (202.743,- euro). Ontwerpfase wordt meegenomen bij wijziging Bees-B. juni-09 Schrappen Besluit financiële zekerheid De praktijkervaringen met het Besluit financiële zekerheid zijn in 2006 geëvalueerd. Uit het evaluatieonderzoek komt de aanbeveling naar voren om het Besluit in stand te houden. Hierbij is belangrijk dat de Europese Commissie in 2010 met een geharmoniseerde financiële zekerheidsplicht kan komen. Echter, het Besluit wordt in de praktijk nauwelijks toegepast en het bedrijfsleven (afvalbranches) is negatief over het Besluit en pleit voor afschaffing. Onder druk van de Tweede Kamer is in mei 2008 besloten het Besluit in te trekken (TK 2007-2008, 29383, nr. 104). Dit levert een administratieve lastenverlichting van ca. 932.688,- euro op. 1-jan-10 Vereenvoudiging Milieujaarverslag (MJV) met de E-PRTR. De integratie MJV met de E-PRTR leidt tot een afname van administratieve lasten. Voor inrichtingen gaat één rapportageplicht gelden (in plaats van de huidige twee) en de inhoud van de huidige MJV wordt geactualiseerd, waarbij de vraagstelling wordt beperkt tot informatie die de overheid écht nodig heeft, waardoor bij een belangrijk deel van de inrichtingen een kostenreductie wordt gerealiseerd (279.806 euro per jaar). Maar de merkbaarheid zal vele malen hoger zijn omdat inrichtingen over het algemeen over minder onderwerpen gegevens behoeven te verzamelen en/of te rapporteren (dat is niet berekend). Daarnaast wordt de dienstverlening verbeterd door de voorgenomen wijzigingen in het elektronisch Milieujaarverslag. Waarschijnlijk wordt het e-MJV omgebouwd tot een webbased applicatie. 1-jan-09 Informatie Gestuurd Toezicht (IGT) bij deelnemende bedrijven aan CO2 Handelssysteem (ETS) en NOx handelssysteem Informatie Gestuurd Toezicht (IGT) betekent een selectie maken in het aantal bedrijven dat voor een (reguliere)toezichtcontrole bezocht wordt. Dat wil zeggen dat de aspecten (indicatoren) voor controle bepaald worden op basis van (trend)analyses, kennis en op relevante informatiebronnen en dat deze indicatoren gebruikt worden voor een risicoanalyse op basis waarvan prioriteiten gesteld worden bij de keuze van de te bezoeken bedrijven. Bedrijven met de hoogste risico’s worden vaker belast met een toezichtonderzoek dan bedrijven met een laag risico. Afname van de nalevinglasten bij goed presterende bedrijven kan oplopen tot 200% (driejaarlijkse reguliere controle tot evt. steekproef eens in de 10 jaar). De afname is individueel te bepalen en sterk afhankelijk van het risico van het bedrijf, daarin wordt o.a. de omvang van de emissie-uitstoot afgewogen. Gemiddeld genomen komt door een toename van de bedrijven met 50% en een gelijkblijvend aantal toezichthouders er een lastenverlichting van 33%. Een traject van 3 jaar van 1-jan-08 tot 31-dec-10. Wijziging Wm inzake emissiehandel Daarnaast loopt het traject van de aanpassing van de wet milieubeheer. Hierin zijn opgenomen: - het schrappen van de vergunningvoorschriften (zijn omgezet in algemene regels) - Door deze wijziging hoeven niet steeds alle emissievergunningen te worden aangepast aan nieuwe regelgeving - verlenging van de termijn van de bestuurlijke lus; - vereenvoudiging van de procedure van de gecombineerde CO2 en NOx vergunning; - de mogelijkheid van het reserveren van rechten voor nieuwkomers. - uitbreiden van de mogelijkheid van emissiehandel voor de sector glastuinbouw. Welke effecten dit heeft op de administratieve lasten is nog niet bekend. De Actal toets moet nog worden uitgevoerd. jan-11 3.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten/nalevingkosten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties Het besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B (Bees-B) wordt vervangen door een afgeslankt besluit met meer en aangescherpte emissie-eisen. De aanscherping is mogelijk en noodzakelijk i.v.m. het aan ons land opgelegde plafond voor de emissie van SO2, NOx en fijnstof. Het gevolg zal zijn een toename van meetverplichtingen t.b.v. het vaststellen van de in het besluit vastgelegde emissie-eisen en dus een toename van nalevingkosten (omgerekend circa € 184.866,- per jaar). 1-apr-09 Herziening IPPC-richtlijn Actualisering en verduidelijking van ‘Europese richtlijn milieuvergunningen’ alsmede integratie en afstemming met andere Europese regelgeving over industriële emissies. Toename regeldruk als gevolg van toename reikwijdte en rapportageverplichtingen (verantwoording naleving en voldoen aan Brefs). Absolute en merkbare AL-toename is voorlopig berekend op 2,9 miljoen tot 3,7 miljoen jaarlijks (in AL-boekhouding opgenomen op 3,5 miljoen euro). Daarnaast is er een initiële last van 1 tot 1,5 miljoen euro. jan-12 Aanpassingsbesluit emissiehandel III NOx opt out (Staatsblad, 2008, nr. 358). Toename van administratieve lasten van 412.994,- als gevolg van aanscherping prestatienormen (psr). jan-11 3.4 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie 3.4.1 Fundamentele verkenning verdergaande vereenvoudiging registratiesystematiek Uit de nieuwe nulmeting (2008) blijkt dat VROM/WWI voor 230 miljoen euro registratie- en rapportageverplichtingen aan bedrijven oplegt (inclusief registratieverplichtingen voor alle ontdoeners van bedrijfsafval en gevaarlijk afval zoals genoemd in 2.4.3). Doel is het voldoen aan de informatiebehoefte van de overheid t.b.v. monitoringsverplichtingen, handhavingdoeleinden, beleidsontwikkeling en internationale rapportageverplichtingen. Met de komst van het Activiteitenbesluit en de circulaire exploitatievergunning is al een stap gezet de registratieverplichtingen te versoberen. Daar alsnog een behoorlijk bedrag aan registratieverplichtingen overblijft, ben ik voornemens een fundamentele verkenning naar het nut en de noodzaak van de registratieverplichtingen en vereenvoudigingmogelijkheden uit te voeren. Ik ben voornemens inzicht te geven in de aard en omvang van de huidige registratie- en rapportageverplichtingen en de mate waarin dit tot ergernissen bij bedrijven leidt. Dan zal de verkenning de reden tot het opleggen van de verplichtingen moeten achterhalen en meer inzicht geven in het gebruik van de beschikbaar gekomen gegevens. Het eindresultaat zijn aanbevelingen voor het vereenvoudigen van registratieverplichtingen op basis van wet- en regelgeving en afspraken. Mijn uitgangspunt hierbij is minimaal een gelijkblijvend milieubeschermingsniveau en voldoen aan internationale verplichtingen. Daar waar mogelijk zal input worden geleverd in EU-verband m.b.t. het verder stroomlijnen van meet- en registratieverplichtingen. 3.4.2 Fundamentele verkenning verdergaande vereenvoudiging keuringsystematiek Uit de nieuwe nulmeting (2008) blijkt dat VROM/WWI voor 117 miljoen euro keuringverplichtingen aan bedrijven oplegt. Hiervan is een deel in het kader van de realisatie van het Activiteitenbesluit per 1 januari 2008 al gesaneerd (o.a. de keuring van vloeistofdichte vloeren van 1 keer per jaar naar 1 keer per 6 jaar). Met de komst van het Gebruiksbesluit zal tevens de keuringsfrequentie van brandblussers worden verlaagd. Daar alsnog een behoorlijk bedrag aan keuringverplichtingen overblijft, ben ik voornemens een fundamentele verkenning naar het nut en de noodzaak van keuringen en vereenvoudigingmogelijkheden uit te voeren. Mijn uitgangspunt hierbij is minimaal een gelijkblijvend milieubeschermingsniveau, voldoen aan internationale verplichtingen, uitgaan van vertrouwen en verkennen van mogelijkheden van meer marktwerking door certificering. 3.4.3 Voornemen tot reductie verkrijgingkosten MIA en Vamil De fiscale regelingen MIA (Milieu Investeringsaftrek) en Vamil (Willekeurige Afschrijving Milieu Investeringen) worden onder meer benut om kassen en stallen te stimuleren die voldoen aan bovenwettelijke duurzaamheidseisen. Het budget van de regelingen is 86M€ resp. 38M€. Hiervan wordt 3/4 besteed in de land- en tuinbouwsector. Bij de indieningsprocedure is het noodzakelijk nauwkeurig af te bakenen welke onderdelen van de kas of stal in aanmerking komen voor investeringsaftrek of willekeurige afschrijving. Hiertoe is vaak gedetailleerde correspondentie met uitvoeringsorganisatie Senternovem noodzakelijk. Het voornemen is de voorwaarden zodanig te versimpelen dat deze correspondentie niet langer nodig is en dat de ondernemer sneller helderheid heeft over het mogelijke fiscale voordeel. Hierover zijn VROM, LNV, Senternovem en de Belastingdienst op het moment in overleg. 4. Externe veiligheid 4.1 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Besluit externe veiligheid transportroutes Uitvoering geven aan de derde pijler van het vast te stellen Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen, te weten het in een algemene maatregel van bestuur vastleggen van het toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, welke transportroutes tezamen het Basisnet vormen. Geen directe lastenverzwaring voor bedrijven of burgers; wel beperkingen voor de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven en woonfuncties in de directe omgeving van deze transportroutes. 1-sept-09 Verbeteren vuurwerkbesluit n.a.v. evaluatie en met het doel de handhaafbaarheid te vergroten Een evaluatie van het vuurwerkbesluit heeft 350 commentaarpunten opgeleverd. Momenteel worden deze geanalyseerd en verwerkt tot een rapport van wijzigingsvoorstellen. Het hanteren van de effectbenadering en praktische uitvoerbaarheid staat hierbij niet ter discussie. Lastenreductie is ook onderwerp van onderzoek. Digitalisering kan eventueel nog winst opleveren. Sector vraagt om een erkenningsregeling en departementen beraden zich hierover. Regeldruk verandert niet veel, er zijn wel makkelijkere handhavingaangrijpingspunten. 1-sept-09 4.2 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Wijziging Vuurwerkbesluit ter implementatie EU richtlijn pyrotechnische artikelen Verplichting CE-keurmerk typekeuring voor alle vuurwerk (professioneel en consumentenvuurwerk). Verwachte lastentoename bedraagt € 3.000.000,-. 4-jul-10 Besluit externe veiligheid buisleidingen Nieuwe regelgeving voor de ruimtelijke, technische en veiligheidsaspecten van buisleidingen. De nalevingkosten stijgen en zijn voor de sector haalbaar en betaalbaar. De administratieve lasten stijgen met € 200.000,- incidenteel en € 23.317,- jaarlijks bij 40 exploitanten. Gezien de geringe toename heeft Actal, gegeven de selectiecriteria, besloten het besluit niet te toetsen. medio 2009 5. Water 5.1 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Integrale afvalwaterbepalingen voor niet-inrichtingen (Besluit lozingen afvalwater buiten inrichtingen) De individuele ontheffingsplicht voor afvalwater op grond van de Wm, de Wbb en de Wvo zal waar mogelijk worden vervangen door algemene regels. Hiervoor is ook een aanpassing op wetsniveau (met name hoofdstuk 10, titel 5 van de Wm) nodig. Waar mogelijk en doelmatig vindt samenvoeging plaats met besluiten en regelingen op grond van de Wvo. De administratieve lastenverlichting wordt berekend. 2010 Nieuwe zwemwaterwet en onderliggende regelgeving Het Besluit hygiëne en veiligheid bad- en zweminrichting bevat nog veel middelvoorschriften en achterhaalde voorschriften. In de nieuwe zwemwaterwet wordt de regelgeving opgeschoond en gestroomlijnd. Daarbij zal de regelgeving meer gericht zijn op doelvoorschriften i.p.v. middelvoorschriften. Daarbij wordt in overweging genomen het initiatief om te komen tot een keurmerk voor zwembaden (zie onder voornemens). 2012 5.2 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Uitbreiding min. regeling chemicaliën en materialen Als gevolg van de Europese Drinkwaterrichtlijn moeten materialen die in contact komen met drinkwater worden beoordeeld op risico’s voor de volksgezondheid. Deze beoordeling verloopt in Nederland via een certificeringproces. Momenteel geldt de ministeriële regeling voor kunststoffen en zuiveringschemicaliën. In 2009 wordt de regeling uitgebreid met overige materialen. De (beperkte) lastentoename van deze uitbreiding wordt nog nader bepaald. Op basis van de Bouwproductenrichtlijn wordt in Europees verband gewerkt aan geharmoniseerde productnormen. Nederland wil uit oogpunt van kwaliteitsbeheersing en kostenreductie naar een uniform systeem van beoordelingscriteria en certificatieprocedures. Het Europees wettelijk instrumentarium hiervoor wordt gevormd door de Drinkwaterrichtlijn, de Bouwproductenrichtlijn en enkele andere productrichtlijnen. Nederland zet zich in om hiertoe tot een wijziging van de Drinkwaterrichtlijn te komen. De hiermee te bereiken lastenreductie is nog niet gekwantificeerd. Parallel aan een totstandbrenging van een geharmoniseerde Europese regeling, werkt Nederland in samenwerking met Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk aan de afstemming van de nationale beoordelingsprocedures met het oog op mutual recognition. Begin 2009 (nationaal) en 2012 (Europees) Drinkwaterwet De komst van de Drinkwaterwet zal leiden tot een toename van inspectielasten en administratieve lasten (financieel jaarverslag, jaarrekening, begroting en tarieven moeten ook naar VROM worden overlegd en drinkwaterbedrijven moeten verplicht meewerken aan een benchmark). De toename bedraagt 1.300.000,- euro per jaar. 1-jan-09 5.3 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie 5.3.1 Drinkwaterbesluit in ontwikkeling op onderdeel legionella Het voorstel is de normstelling op legionella (vele verschillende soorten) toe te spitsen op 1 soort, de Legionella pneumophila. Deze soort geeft het grootste effect op de volksgezondheid en komt in ca. 20% van de gevallen voor. De andere soorten komen in 80% van de gevallen voor maar leveren weinig risico's voor de volksgezondheid op. De huidige normstelling en de daaraan gekoppelde meet- en registratieverplichtingen zijn gebaseerd op het voorkomen van alle soorten legionella. Het idee om de normen van de overige soorten te laten vervallen en alleen op pneumophila te reguleren is vorig jaar aan de TK (Kamerstukken, 26442, nr. 31) voorgelegd. Als uit een (nog uit te voeren) RIVM onderzoek blijkt dat dit voorstel niet tot onaanvaardbare risico's voor de volksgezondheid leidt, kan het aanpassen van de normstelling leiden tot een aanzienlijke reductie van nalevingkosten en administratieve lasten. En het toezicht kan zich beperken tot de mogelijk gevaarlijke situaties. Mogelijk dat het voorstel leidt tot 80% minder nalevinglasten en administratieve kosten dan in huidige situatie. Een berekening moet nog plaatsvinden nadat besluit is gevallen om dit idee om te zetten in een aanpassing van de regelgeving. 5.3.2 Verkenning van mogelijke rol keurmerk voor zwembaden Op initiatief van de sector heeft de zwembadenbranche een keurmerk voor zwembaden ontwikkeld, dat inmiddels aan ruim 100 zwembaden is uitgereikt. Dat betekent meer eigen verantwoordelijkheid voor de sector en een meer terugtredende overheid die het kader stelt (minimum kwaliteitseisen). De verwachting is dat het draagvlak voor een dergelijke maatregel bij de sector groot is. Bij de voorbereiding van de Zwemwaterwet wordt bezien in hoeverre het wenselijk en mogelijk is het keurmerk te verbreden tot bijvoorbeeld legionella-regelgeving. Op dit moment is er nog geen zicht op het effect op regeldruk door het instellen van een keurmerk. Een keurmerk geeft meer vrijheden hoe aan de gestelde eisen te voldoen, is een mogelijkheid zich te onderscheiden en geeft ook de toezichthouder de kans gedifferentieerd op te treden. Dat zal uiteindelijk leiden tot merkbaar minder regeldruk voor zwembaden die het goed doen en evt. meer regeldruk voor de achterblijvers. Begin 2009 zal een plan van aanpak gereed zijn. 6. Bodem 6.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve reducties Besluit en Regeling Uniforme saneringen 1-jul-07 € 7.567.171,- Besluit en Regeling Bodemkwaliteit voor het toepassen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater en het verspreiden van baggerspecie in oppervlaktewater (de natte toepassingen) voor het toepassen van bouwstoffen en grond en baggerspecie op landbodems 1-jan-08 1-jul-08 € 15.000.000,- betreft reductie nalevinglasten volgens nieuwe systematiek nulmeting Vereenvoudiging formulieren en procedures voor erkenningen bouwstofproducenten en bodemintermediairs 1-mei-08 Wordt nog berekend 6.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Regeling warmtekoudeopslag Het aantal warmtekoudeopslagsystemen kan toenemen door het wegnemen van belemmeringen en bij keuze van locaties en aanleg van systemen zullen minder irritaties optreden door verduidelijking van het beleid. Effect op administratieve lasten is nog niet bekend. Circulaire in 2009 en definitieve regeling in 2011 Regeling gebiedsgerichte aanpak en beheer (grootschalig) ernstig verontreinigd grondwater (inclusief grondslag Wbb) In Toekomstagenda Milieu is aangegeven dat voor heel Nederland 1 tot 3 miljard kan worden bespaard op de verwachte kosten tot 2030 en ook de sanering aanzienlijk kan worden versneld. Concept- wijziging gereed in 2010 Landelijk digitaal systeem bodemkwaliteit De administratieve lasten voor het grondverzet zullen flink dalen indien informatie over de kwaliteit van de ontvangende bodem in een toegankelijk digitaal systeem kan worden gevonden en niet door de toepasser van het grondverzet behoeft te worden bepaald. Ook de bewijslast voor het aantonen van de kwaliteit van de toe te passen grond vermindert sterk indien de grond afkomstig is van een bodem waarvan de kwaliteit op de juiste wijze is bepaald en digitaal is vastgelegd. Medio 2010 is systeem operationeel en toegankelijk Vervallen PBV-verklaring als bewijslast voor vloeistofdichte vloeren Naar verwachting zullen de administratieve lasten die met de PBV-verklaring samenhangen, worden verminderd met circa € 116.586,- per jaar. (PBV=Plan Bodembeschermende Voorzieningen) 1-okt-08 Aanpassen proceduretermijnen bij integriteittoets en verklaringen omtrent gedrag Lastenreductie wordt nog berekend 2009 / 2010 Verdergaande vereenvoudiging formulieren en procedures bouwstofproducenten en bodemintermediairs Lastenreductie wordt nog berekend 1-jan-09 7. Landbouw 7.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde toename Realisatie Administratieve lasten Wijziging Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij 1-apr-08 € 32.003,- 7.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Besluit landbouw activiteiten Het is de bedoeling de huidige 8.40-amvb’s op het gebied van de landbouw en milieu gefaseerd samen te voegen tot een nieuw "Besluit landbouwactiviteiten". De eerste fase is afgerond (Besluit landbouw milieubeheer is in werking getreden en het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer en het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer zijn ingetrokken). De volgende stap is het samenvoegen tot één AMvB van het Besluit Landbouw milieubeheer, Besluit glastuinbouw, Besluit mestbassins milieubeheer, Lozingenbesluit Bodembescherming voor zover het agrarische activiteiten betreft en het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Daarnaast wordt een groot deel van de intensieve veehouderijbedrijven onder de werkingssfeer van het nieuwe besluit gebracht (algemene regels i.p.v. vergunningplicht). De noodzakelijke afstemming met de regelgeving ten aanzien van luchtkwaliteit (fijn stof) en de voorgenomen wijziging van het Besluit MER hebben ertoe geleid dat intensieve veehouderijen op dit moment niet onder algemene regels gebracht kunnen worden. Dat betekent dat de samenvoeging en het vervangen van vergunningen door algemene regels pas na toetsing aan luchtkwaliteitseisen en MER-eisen door gemeenten kan gebeuren. Effect op adm. lasten van de integratie van de algemene regels zal nog worden berekend. Naar verwachting eind 2008. 1-jan-10 Wijziging Besluit Glastuinbouw Het Besluit glastuinbouw wordt aangepast. De verbruiksdoelstellingen voor bestrijdingsmiddelen en voor meststoffen in substraatteelt worden geschrapt. Voorts worden de voorschriften met betrekking tot het gebruik van assimilatiebelichting aangepast. Ook wordt voor bedrijven om een Bedrijfsmilieuplan op te stellen geschrapt (voor zover bekend hebben bedrijven geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid zodat het schrappen van dit instrument in de praktijk weinig merkbaar zal zijn). Verder zullen voorschriften m.b.t het registreren van bestrijdingsmiddelen, rapportage-onderdelen uit de jaarrapportage en analyse grondmonster komen te vervallen. In totaal leidt de wijziging van het Besluit Glastuinbouw tot een reductie van administratieve lasten van circa 5,5 mln. euro per jaar. Dat is ongeveer 2 miljoen euro minder dan oorspronkelijk voorzien. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat naar aanleiding van de inspraak de registratieverplichting voor meststoffen (stikstof en fosfaat) toch wordt gehandhaafd. apr-09 8. Planprocedures 8.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve reducties Schadevergoeding/afschaffen fonds luchtverontreiniging 1-apr-08 € 17.488,- 8.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Planprocedures In de herijkingbrief (TK 2003-2004, 29 200 XI, nr. 7) is het voornemen opgenomen om op alle bestuursniveaus de verplichting tot het opstellen van milieubeleidsplannen te schrappen. Echter, niet alle betrokken maatschappelijke geledingen zijn van mening dat dit ook moet gebeuren. Daarenboven zijn de planstelsels voor andere beleidsterreinen, zoals water en ruimtelijke ordening, sindsdien gewijzigd en worden vanuit Europa wettelijke milieuplanverplichtingen vereist. Derhalve vindt thans onderzoek plaats naar de wenselijkheid om de planverplichtingen af te schaffen, dan wel aan te passen. De Tweede Kamer wordt te zijner tijd per brief geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek. Deze ontwikkelingen, maar ook onvoldoende personele capaciteit, zijn aanleiding geweest tot bijstelling van de planning. Het effect op bestuurlijke lasten is thans nog niet bekend. Medio 2010 Herziening MER (fase 2) In het kader van de implementatie van de EU-richtlijn voor SMB (Strategische Milieubeoordeling) is per september 2006 een aantal overheidsplannen onder de werkingssfeer van de SMB gebracht. In Nederland is de naam SMB veranderd in planmer, in verband met de overeenkomsten met de merprocedure voor besluiten en projecten (besluitmer). Vervolgens worden de procedures voor de planmer en de besluitmer zo veel mogelijk geharmoniseerd volgens twee lijnen: 1. Het zwaartepunt van het instrumentarium dient te liggen op het niveau van kaderscheppende plannen, waarop doorgaans de meest verstrekkende milieueffecten aan de orde zijn. 2. Deregulering, decentralisatie en lastenverlichting waar mogelijk en verantwoord. Fase 2 betreft de bovengenoemde harmonisering, vooral bestaand uit de vernieuwing van de besluitmer. Beoogd wordt de doorlooptijd van procedures en besluitvormingsprocessen te bekorten, het aantal m.e.r.-plichtige gevallen terug te brengen en administratieve lasten te reduceren (in totaal 411.898,- euro per jaar). In de brief van 28 januari 2005 over het toekomstige stelsel van milieubeoordeling (Kamerstukken II 2004/05, 29 383, nr. 25) is reeds een schets gegeven van de hoofdlijnen van dit nieuwe stelsel, waarbij in het bijzonder wordt ingegaan op een vereenvoudigde opzet van de m.e.r.-regelgeving. Er is een wetsvoorstel modernisering m.e.r. voorbereid dat in oktober 2007 in de MR is besproken. Daar is afgesproken dat twee onderdelen van dit wetsvoorstel voor advies worden voorgelegd aan de Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten. Deze Commissie heeft eind april 2008 advies uitgebracht. Dit advies is verwerkt en het aangepaste wetsvoorstel is eind juni 2008 wederom in de MR besproken. Het wetsvoorstel ligt nu voor bij de Raad van State. 31-dec-09 9. Geluid 9.1 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Vereenvoudiging Wet geluidhinder (fase 3): Swung Gefaseerde modernisering van de Wgh. Stap 1 en 2 gerealiseerd (Kamerstukken, 2007-2008, 29383, nr. 102). Inmiddels zijn intensieve voorbereidingen gaande voor de derde stap, te weten een wetsvoorstel (SWUNG II) dat de normstelling aanzienlijk vereenvoudigt, een betere handhaving tot stand brengt door introductie van het instrument geluidsproductieplafonds en het aantal en complexiteit van artikelen terugbrengt en opneemt in de Wet Milieubeheer en de Wet luchtvaart. Het geluidsproductieplafond is een maximaal niveau, ca. 2 dB boven de thans heersende waarde, dat in de regelgeving wordt vastgelegd. Dit niveau mag in de toekomst niet overschreden worden, tenzij het bevoegd gezag daar een formeel besluit over neemt dat open staat voor bezwaar en beroep. Dan dient overigens ook tegelijkertijd bezien te worden welke geluidssaneringsmaatregelen getroffen zullen worden. Dit systeem wijkt op een aantal punten fundamenteel af van de Wgh, waarmee een aanmerkelijke vereenvoudiging van de geluidregelgeving wordt gerealiseerd. Het wetsvoorstel is in april 2008 voor advies aan de RvS voorgelegd. Het betreft alleen het onderdeel rijksinfrastructuur (snelwegen en spoorwegen). Het wetsvoorstel zal vermoedelijk in het najaar van 2008 de Tweede Kamer bereiken en zal naar verwachting per 1 januari 2010 van kracht worden. Het Actalonderzoek constateert kostenbesparingsmogelijkheden als gevolg van minder procedures (62.956,- euro). 1-jan-10 Vereenvoudiging Wet geluidhinder (fase 4): De vierde stap is de fundamentele aanpassing van de Wgh voor de onderdelen industrielawaai en overige infrastructuur alsmede volledig integratie van de Wgh in de Wm. Onlangs zijn over dit traject gesprekken met IPO en VNG gestart. Streven is begin 2009 een wetsvoorstel gereed te hebben, zodat het halverwege 2009 aan de Tweede Kamer kan worden toegezonden en wellicht halverwege 2010 of begin 2011 van kracht kan worden. Ook hier staan vereenvoudiging van normen en het stelsel van handhaving alsmede de uitwerking van de Wet geluidhinder centraal. Naar verwachting ontstaat met dit wetsvoorstel een nieuw helder systeem, waarbij het onderwerp geluid bij bestemmingsplannen procedureel gelijkgeschakeld wordt met andere milieuaspecten zoals luchtkwaliteit en externe veiligheid. De thans bestaande aparte procedure voor geluid (de zogenaamde "hogere waarde-procedure") zal dan komen te vervallen. Op dit moment is het te vroeg om op de effecten voor merkbaar minder regeldruk op vooruit te lopen. 2010/2011 10. Bouwen 10.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde toename Realisatie Nalevinglasten Verplichting Energielabel gebouwen 1-jan-08 Het gaat hierbij om een toename van nalevinglasten à 27,8 mln. voor burgers en à 14,7 mln. voor bedrijven 10.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Wijziging Bouwbesluit 2003 (pakket 3) In het kader van het 3e wijzigingspakket Bouwbesluit 2003 wordt gekeken naar: 1. mogelijkheden tot het schrappen van voorschriften die maatschappelijk als overbodig worden ervaren 2. voorschriften die weliswaar noodzakelijk zijn, maar waarvan de hoogte van de grenswaarde in de praktijk tot ongewenste belemmeringen leidde, zodat een vermindering van het niveau van eisen wenselijk is. 3. voorschriften waarbij door een betere formulering interpretatieverschillen kunnen worden voorkomen. 4. de effecten van het onder 1 tot en met 3 genoemde op andere regelgeving. Het 3e wijzigingspakket zal zoveel mogelijk beleidsneutraal zijn. Het bouwbesluit veroorzaakt dan ook geen extra administratieve lasten. Vereenvoudigingen in het bouwbesluit zullen dus met name leiden tot vermindering van inhoudelijke nalevingkosten en mogelijk tot vermindering van irritaties en knelpunten doordat regels en tabellen eenvoudiger, en eenduidiger worden. De volgende stap, het integreren van het Bouwbesluit 2003 met het Gebruiksbesluit (incl. fase 2) zal mogelijk wel leiden tot vermindering bestuurlijke lasten. ACTAL-toets zal eind 2009 plaatsvinden. 2010 Brandveilig gebruik van bouwwerken (Gebruiksbesluit, fase 1) Met het Gebruiksbesluit fase 1 zijn de voorschriften brandveilig gebruik uit het model bouwverordening van de VNG overgeheveld naar landelijke regelgeving. Door de uniformering geldt er voortaan één set landelijke voorschriften, zodat er een eind komt aan onnodige lokale verschillen en meer rechtszekerheid en rechtsgelijkheid ontstaat. Bovendien zijn de voorschriften van het Gebruiksbesluit beter afgestemd op het Bouwbesluit 2003 en de milieuregelgeving dan de huidige gemeentelijke voorschriften. Doordat een voldoende brandveilig gebruik veelal reeds kan worden bereikt door aan de algemene regels van het Gebruiksbesluit te voldoen, wordt het aantal gebruiksvergunningplichtige bedrijven met circa 80% verminderd. De komst van het Gebruiksbesluit zal jaarlijks leiden tot een vermindering van administratieve lasten met € 26,3 miljoen en een vermindering van verschuldigde leges met € 6.4 miljoen. 1-nov-08 Gebruiksbesluit (2e fase) Samenvoegen van het Gebruiks- en het Bouwbesluit tot één AMvB o.b.v. de Woningwet met als doel verdere afstemming tussen bouwtechnische, installatie- en gebruiksvoorschriften. Tevens aansturing NEN-normen en afstemming op certificeringregelingen. Streven is dat ook voor de laatste 20% van de gevallen de gebruiksvergunningplicht verdwijnt en dus voor alle gevallen kan worden volstaan met algemene regels/meldingsplicht. Voordeel is een betere afstemming van regels: eventuele overlap van voorschriften tussen Bouwbesluit en Gebruiksbesluit wordt met het samenvoegen tot één AMvB eruit gehaald. Hier zit ook de eventuele winst in termen van vermindering AL (ACTAL-toets vindt najaar 2009 plaats). 31-dec-09 Verruiming vergunningsvrij bouwen (roadblock) VROM werkt aan substantiële verruiming in de regeling voor vergunningvrij bouwen, die gelijk met de Wabo in werking treedt. De licht vergunningplichtige bouwwerken zullen verdwijnen. Deze categorie wordt vergunningvrij of vergunningplichtig. De bouwvergunningplichtige gevallen zullen in de omgevingsvergunning integreren en de lijst van vergunningvrije bouwwerken zullen worden opgenomen in het Besluit omgevingsrecht. Dit leidt tot een lastenverlichting (vermindering vergunningplicht) en aanscherping eigen verantwoordelijkheid. De lastenverlichting wordt momenteel onderzocht (opdracht BZK) en zal worden verantwoord in het Besluit Omgevingrecht (BOR) dat tegelijk met de Wabo in werking zal treden. Richtdatum 1-jan-10 (Wabo) ICT tool bouwwijzer Uit onderzoek dat door NEN op verzoek van VROM is uitgevoerd blijkt dat omwille van optimalisatie van de toepassing van normen, betere naleving van de bouwregelgeving en het verlagen van administratieve lasten een vereenvoudiging van NEN-normen gewenst is. VROM ondersteunt dit streven. Zo wordt door NEN op dit moment gewerkt aan een instrument, waarmee op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld op welke wijze bij eenvoudige bouwwerken kan worden voldaan aan de bouwregelgeving. Deze zogenaamde bouwwijzer zal t.z.t. in de vorm van een website vrij toegankelijk zijn. 2e kwartaal 2009 10.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Wet op de architectentitel Architecten registratie- en bijscholingsverplichting. Dit leidt tot een toename van 85.108,- euro per jaar. 31-dec-08 10.4 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie 10.4.1 Onderzoek naar afschaffen van de ‘preventieve toets’ (= de bouwvergunning) op het Bouwbesluit Met het afschaffen van de gemeentelijke preventieve toets behoeven bouwvergunningenaanvragen niet langer door de gemeenten aan het Bouwbesluit 2003 te worden getoetst. Technische bouwplangegevens behoeven niet meer te worden aangeleverd en de procedures gaan sneller. In het kabinetsstandpunt over de aanbevelingen van de Commissie Dekker is aangekondigd dat met het afschaffen van de preventieve toets eerst een praktijkproef zal worden uitgevoerd. 10.4.2 Onderzoek naar wettelijke verankering gecertificeerde Bouwbesluittoets De gecertificeerde Bouwbesluittoets is een privaat alternatief voor de toetsing door de gemeente. In de praktijk kan nu al (op vrijwillige basis) gebruik worden gemaakt van een bouwplantoets onder certificaat. De intentie is om de gecertificeerde Bouwbesluittoets wettelijk te verankeren in de Woningwet. Voor de aanvrager van een vergunning blijft er dan de keuze om het "klassiek" te laten toetsen door de gemeente of om een bouwplan onder certificaat bij de gemeente in te dienen. In dat laatste geval mag de gemeente dan niet meer toetsen aan het Bouwbesluit (dat is immers onder certificaat al door een private partij gedaan). NB: de gecertificeerde Bouwbesluittoets kan dus een rol spelen in de huidige praktijk tot het moment dat de preventieve toets (Commissie Dekker) eventueel wordt afgeschaft. 10.4.3 Schrappen van de ‘wettelijke adviesverplichting door een onafhankelijke welstandscommissie of stadsbouwmeester uit de Woningwet’. Gemeenten krijgen hiermee in de toekomst meer flexibiliteit bij het inrichten van de wijze waarop toetsing van bouwplannen aan welstandsbeleid plaatsvindt. Hierdoor kunnen vergunningen voor bouwplannen klantvriendelijker en sneller worden verstrekt. Het kabinetsvoornemen wordt binnenkort aan het parlement aangeboden. 11. Huurwetgeving en corporaties 11.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve lasten Aanpassing Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh): Corporaties kunnen nu één set gegevens aanleveren (voorheen 3 verschillende). 31-dec-07 € 1.165.860,- 11.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Fundamentele wijziging van het stelsel regelgeving woningbouwcorporaties Naast de reeds gerealiseerde lastenverlichting (1,6 mln.) zal een meer fundamentele wijziging van het stelsel regelgeving rond corporaties (wijziging Woningwet) aan de orde komen. Het uitgangspunt daarbij is ‘van toezicht naar vertrouwen’. De verwachting is dat er dan in de informatievoorziening nog een keer een lastenreductie kan plaatsvinden (hoeveel wordt in 2010 bekend). Gegevens voor monitoring van de sector en extern toezicht (prognoses, kerngegevens, salarisgegevens) worden aangepast en gezamenlijk opgevraagd voor CFV/WSW en WWI. Tevens komt informatie beschikbaar voor monitoren wijkontwikkeling. 31-dec-11 Herziening Huisvestigingswet In 2004 is de Huisvestingswet geëvalueerd en in juni 2004 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29624, nr. 1) is de Kamer geïnformeerd over de resultaten van deze evaluatie. Bij de behandeling van de evaluatie in de Kamer is toegezegd dat de Huisvestingswet op basis van de conclusies van de evaluatie en de maatschappelijke ontwikkelingen zal worden herzien. De invulling van de herziening van de Huisvestingswet is als volgt: Voorop staat de zelfredzaamheid van de burger. Er dienen dus zwaarwegende redenen te zijn voor de lokale overheid om hierop in te willen grijpen. De Huisvestingswet kan alleen daar waar noodzakelijk worden gebruikt om zo de lasten van de burgers zo beperkt mogelijk te houden. De kern van voorliggend wetsvoorstel is dat er een kleinere wet ontstaat, waarbij vooral de gemeente aan zet is. De verwachting is dat hierdoor een beter werkbaar systeem ontstaat: Het is helder wanneer de wet wel en wanneer hij niet gebruikt kan worden. De instrumenten zijn eenvoudig en doeltreffend. De bestuurlijke boete maakt de wet voor de gemeenten beter handhaafbaar. De procesvereisten maken de toepassing van de wet voor de burger meer transparant. Om te bezien of deze verwachtingen uitkomen, zal de wet 5 jaar na wijziging worden geëvalueerd. Gemeenten moeten specifiek onderbouwen voor welk segment, prijsklasse en gebied zij een huisvestingsverordening in stellen. Dit zou in vergelijking met de huidige situatie tot een vermindering van het gebruik van de Huisvestingswet moeten leiden en daarmee tot een vermindering van de lasten voor de burger. pm Vereenvoudiging huurtoeslagregelgeving Er wordt onderzocht hoe de huurtoeslagregelgeving vereenvoudigd kan worden, ten einde zowel de uitvoering door de Belastingdienst (BD) te vergemakkelijken als de transparantie voor de burger te vergroten. Zo zullen huurders een eenvoudiger formulier in te vullen krijgen. Ook behoeven verhuurders minder gespecificeerde gegevens op te leveren bij de jaarlijkse huuruitwisseling met de BD. Wat dit gekwantificeerd betekent, zal nog worden onderzocht in samenwerking met de BD. 1-jan-09 11.3 Lopende maatregelen die leiden tot een stijging van administratieve lasten In gang gezette maatregel met een lastenverhogend effect Toelichting: Beoogde realisatie Wet op het overleg huurders verhuurders De verbeteringen in de regeling met betrekking tot het overleg tussen huurder en verhuurder, die eerst in de Woonwet zouden worden opgenomen, zullen in verband met het niet doorzetten van die wet alsnog een plaats krijgen in de Wet op het overleg huurders verhuurder. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder (verbetering positie en zeggenschap huurders) is een voorstel voor uitbreiding van de rechten van huurderorganisaties. Dit wetsvoorstel is op 22 januari 2008 door de Tweede Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel ligt nu ter behandeling in de Eerste Kamer (Kamerstukken I, 2007-2008, 30856, A). De verbeteringen leiden tot een lastentoename van éénmalig van 815.400 euro voor alle verhuurders, structurele toename van 56.250 euro per jaar voor woningcorporaties en 4.794.300 euro toename per jaar voor particuliere verhuurders. 1-jan-09 12. Ruimtelijke ordening 12.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde projecten Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve/bestuur-lijke lastenreducties Vereenvoudiging Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) (1e wijziging; terugbrengen aantal besluitvormingsmomenten voor de vestiging van een voorkeursrecht tot twee) 1-jul-08 € 2,25 mln. reductie bestuurlijke lasten Nieuw Besluit op de ruimtelijke ordening 1-jul-08 € 23.877.600,- 12.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Vereenvoudiging Wet voorkeursrecht gemeenten (2e wijziging) Met de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) hebben overheden (gemeente, provincie en het rijk) een betere uitgangspositie op de grondmarkt en kan speculatie met gronden worden voorkomen. Met het wetvoorstel tot vereenvoudiging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (TK 2007/2008, 31285) worden een aantal procedures uit de Wvg vereenvoudigd. Het betreft de vereenvoudiging van de procedure voor aanbieding van met een voorkeursrecht belaste gronden door bedrijven aan de overheid en de vereenvoudiging van de rechterlijke procedures en een verbetering van de kenbaarheid van het voorkeursrecht voor burgers en bedrijven door aanpassing van de bekendmakings- en inwerkingtredingsprocedures . Dit alles leidt tot een geschatte reductie van de administratieve lasten van tussen € 83.000,- en € 99.000,- (geactualiseerd op € 115.420,-). 2e helft 2009 12.2 Voornemens tot onderzoek voor extra reductie 12.2.1 Onderzoek tot vereenvoudiging bestemmingsplannen (voorstel Commissie Dekker) Onderzoek naar precieze mate en achtergrond van detaillering bestemmingsplan. Afhankelijk van de uitkomsten kan dan worden bezien wat hieraan gedaan kan worden. Het aanreiken van een voorbeeldplan, waarmee een verantwoorde balans is gevonden tussen rechtsbescherming van de burger en ruimte voor initiatiefnemers, is wellicht een goede mogelijkheid. In een dergelijk voorbeeldbestemmingsplan kunnen dan ook uniformering- en transparantievoorbeelden worden meegenomen. Bij voorkeur via handreikingen en bij voorkeur niet via wetgeving. De keuze van wetgeving beperkt immers de flexibiliteit. Mogelijk resulteert dit in meer en sneller duidelijkheid over de (on)mogelijkheid van initiatieven van ondernemers op het terrein van gebieds- en gebouw-ontwikkeling. En wellicht meer flexibiliteit voor de initiatiefnemende ondernemer binnen het evenwicht tussen rechtsbescherming voor de burger en ruimte voor initiatiefnemers. Uw kamer wordt, zoals in de kabinetsreactie op commissie Dekker is aangekondigd, binnenkort hierover nader geïnformeerd. 12.2.2 Decentralisatie-uitkering onder het gemeentefonds in het kader van Nota Ruimtebudget Er wordt onderzoek verricht naar de mogelijkheden om voor gebiedsontwikkelingsprojecten in het kader van het Nota Ruimtebudget gebruik te gaan maken van een decentralisatie-uitkering onder het gemeentefonds, wanneer er door de MR een positief besluit is genomen over een financiële bijdrage aan een project. Daarmee zou de administratieve last voor de lagere overheden teruggedrongen kunnen worden, o.a. omdat er nog maar één keer per jaar gerapporteerd hoeft te worden en het hele verantwoordingstraject lichter wordt. 13. VROM/WWI brede projecten 13.1 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Omgevingsvergunning In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zal een groot aantal (circa 25) vergunning-, ontheffing- en andere toestemmingstelsels van VROM en andere departementen en overheden worden samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Daarbij bevordert de omgevingsvergunning een betere afweging van alle randvoorwaarden bij de realisatie van projecten met gevolgen voor de fysieke leefomgeving. De omgevingsvergunning zal leiden tot een vermindering van het aantal vergunningen met 200.000. Terugdringing van de administratieve lasten wordt met name verwacht door vermindering van het aantal aanvragen van een omgevingsvergunning en het uniformeren en digitaliseren van de indieningvereisten. In aanvulling hierop is onlangs onderzoek verricht naar de mogelijk aanvullende effecten van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) op de reductie van de administratieve lasten. Hierbij is een herberekening gemaakt van de effecten van de omgevingsvergunning op de administratieve lasten. Voor bedrijven nemen de administratieve lasten in totaal af met € 84,5 miljoen (21%). Voor de burgers nemen de externe kosten met circa € 9,5 miljoen (9%). De voornaamste oorzaken voor de grotere besparing zijn: het aandeel van de indieningvereisten dat vervalt met Mor is groter, reeds bekende gegevens hoeven niet langer te worden ingediend, en digitaal ingediende aanvragen hoeven niet langer te worden gekopieerd. Onlangs bent u geïnformeerd over de in gang gezette voorbereidingen met betrekking tot de invoering van de Wabo en de in samenspraak met alle betrokken nieuw vastgestelde nieuwe richtdatum van inwerkingtreding (Kamerstukken II, 30844, nr. 42). Richtdatum 1-jan-10 14. Groot stedenbeleid 14.1 Lopende reductiemaatregelen (minder lasten voor bestuur) In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Grootstedenbeleid (GSB) en ISV Ook wordt uitvoering gegeven aan de decentralisatie van het huidige Grootstedenbeleid (GSB) III en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Gemeenten krijgen een grotere beleidsvrijheid, en gaan minder verantwoorden aan het Rijk. Dit houdt onder andere in het gebruik van algemene regels in plaats van regels op detail en de vermindering van de bestuurlijke drukte. Daarnaast worden (wettelijke) belemmeringen die een effectieve oplossing van lokale problemen in de weg staan of bij het uitvoeren van experimenten weggenomen. Ten aanzien van het ISV worden er met de betrokken gemeenten afspraken op hoofdlijnen gemaakt met als gevolg vermindering van bestuurlijke drukte. pm 15. Integratie en Inburgering 15.1 Lopende reductiemaatregelen (minder lasten voor burgers en bestuur) In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Vereenvoudiging Wet Inburgering met één handhavingtermijn Verdere vereenvoudiging van de wet Inburgering door een wetsvoorstel waarin wordt geregeld dat er één handhavingtermijn voor alle inburgeringsplichtigen (i.p.v. de huidige twee) komt en waarin vrijwillige inburgering in de Wet inburgering wordt opgenomen. Dit wetsvoorstel gaat momenteel naar de Raad van State. 1-mrt-09 Oprichting van het Participatiefonds Er wordt samen met SZW en OCW hard gewerkt aan de oprichting van het Participatiefonds per 1-1-2009. Hierdoor worden drie grote specifieke uitkeringen samengebracht en ontschot, waardoor de administratieve voor burgers en bestuurlijke lasten voor de gemeenten fors zullen dalen. 1-jan-09 16. Toepassing ICT 16.1 Sinds 1 maart 2007 gerealiseerde reducties Gerealiseerde reductiemaatregel Realisatie Administratieve reducties Durp (digitale uitwisseling in ruimtelijke processen). Per 1.7.2008 is ongeveer 1 miljoen lastenafname gerealiseerd omdat een aantal gemeenten, provincies en departementen al plannen digitaal beschikbaar stellen. 1-jul-08 € 1.000.000,- Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb): Zo zorgt de Wkpb ervoor dat het eenvoudiger wordt om volledige informatie te krijgen over de rechtstoestand van een onroerende zaak op een bepaald moment. De registratie van publiekrechtelijke beperkingen bij onroerende zaken is tot op heden de verantwoordelijkheid van het overheidsorgaan die de beperking oplegt. Zelfs binnen één overheidsorgaan - bijvoorbeeld de gemeente - kan dat betekenen dat de gegevens verspreid zijn en moeilijk te vinden. Voor iemand die wil weten wat er met een bepaalde onroerende zaak aan de hand is, is dat niet handig. Het betekent een zoektocht door alle instanties, waarbij het nog maar de vraag is of alle juiste gegevens boven tafel komen. 1-jul-07 Betere dienstverlening 16.2 Lopende reductiemaatregelen In gang gezette reductiemaatregel Toelichting: Beoogde realisatie Durp (digitale uitwisseling in ruimtelijke processen) DURP was een (stimulerings)programma tussen 2000 en 31 december 2007. Doel hiervan was om gemeenten, provincies en departementen te stimuleren om alle ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, streekplannen, PKB’s etc) digitaal te maken en elektronisch beschikbaar te stellen. Op grond van de nieuwe Wro is het vanaf 1 juli 2009 verplicht om alle nieuwe planologische visies, plannen, besluiten, verordeningen en algemene maatregelen van bestuur digitaal te maken en elektronisch beschikbaar te stellen conform RO Standaarden. Deze plannen zullen tevens in digitale vorm gebruikt kunnen gaan worden in processen en procedures, zoals inspraak, en in interbestuurlijke relaties. Alle digitale Wro instrumenten zullen ontsloten worden in RO-Online, het landelijke portaal dat toegang geeft tot alle ruimtelijke plannen volgende de nieuwe Wro. Onder de nieuwe Wro is zowel het papieren plan alsook het digitale document rechtsgeldig. Vanaf 1 juli 2009 prevaleert het digitale plan zelfs boven het papieren plan bij geconstateerde verschillen. In het kader van de invoeringsbegeleiding nieuwe Wro worden gemeenten en provincies gefaciliteerd bij het proces om te komen tot digitale ruimtelijke plannen. Door nieuwe ruimtelijke plannen onder de Wro digitaal beschikbaar te stellen zijn ze beter, sneller en gemakkelijker toegankelijk voor burgers, bedrijven en medeoverheden. Bovendien wordt de bruikbaarheid vergroot. Wanneer, op termijn, al deze plannen digitaal beschikbaar zijn wordt het mogelijk om voor een bepaalde locatie of gebied in één keer alle ruimtelijk beleid zichtbaar te maken van gemeente, provincie en rijk dat voor die locatie of dat gebied geldt. De lastenreductie die hiermee wordt bereikt, bedraagt 3,4 miljoen euro per jaar. 1-jul-09 Ontwikkeling branchewijzers In samenwerking met de EVD en Regiegroep Regeldruk worden diverse branchewijzers geactualiseerd en nieuwe gemaakt en gedigitaliseerd beschikbaar gesteld op Antwoord voor bedrijven. lopend Basisregistratie van Adressen en Gebouwen (BAG) Vergunningen verlenen, huursubsidie toekennen of criminelen opsporen. Om haar werk te doen, heeft de overheid gegevens nodig. Waarom zou je als burger of bedrijf in alle contacten met de overheid steeds opnieuw al je gegevens moeten geven? Die zijn toch al lang bekend! Met de basisregistraties worden de gegevens gemakkelijk toegankelijk voor de overheidsinstanties die ze voor hun taken nodig hebben. Sterker nog, het ‘vragen naar de bekende weg’ mág straks niet meer. Alle overheidsorganisaties zijn verplicht gebruik te gaan maken van de basisregistraties. Het verplichte gebruik wordt vastgelegd in de wet. De administratieve lastenreductie voor bedrijven bedraagt 812.604 euro per jaar. Medio 2009 LVO (Landelijk Voorziening Omgevingsloket) De Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht gaat zorgen voor één loket en één procedure bij één overheid voor tal van vergunningen die nodig zijn voor projecten met fysieke consequenties. Via het Internet kan gezien worden of een Omgevingsvergunning nodig is, kan deze elektronisch aangevraagd worden en wordt elektronisch informatie ontvangen over de voortgang van de behandeling. Hierbij worden 1600 formulieren samengevoegd tot één landelijke elektronische aanvraagmodule. Het LVO komt in delen beschikbaar. Op 1 januari 2009 voor o.a. de Bouw-, Reclame-, Inrit-, Kap- en Sloopvergunning (BRIKS). Voornemen is de AIM en module Gebruiksbesluit begin 2009 omgezet te hebben in de LVO. In delen op 1-jan-09 ICT Atlas Leefomgeving Professionals en burgers spelen een belangrijke rol in het zetten van concrete stappen naar een duurzame samenleving. Bij het ontwerpen van steden, het opstellen van regelgeving, door de keuze van hun woonplaats en middelen van transport. VROM wil via een Atlas leefomgeving via het Internet informatie over de kwaliteit van de leefomgeving en de gezondheid toegankelijk maken. Tal van overheden beschikken over veel informatie, al dan niet ontsloten via de website. Alle informatie wordt dan inzichtelijk en beter beschikbaar via het Internet aan de hand van de postcode. Uitgangspunt van de Atlas is een stapsgewijze ontwikkeling met tussentijdse evaluatie. Na besluitvorming kan in het najaar 2009 een verdere verbreding van de Atlas plaatsvinden, door uitbreiding met nieuwe datasets en opschaling naar andere gemeenten, GGD’en en provincies. Besluit-vorming begin 2009 Bijlage nieuwe nulmeting 2008 en top 10 irritaties De nieuwe nulmeting zoals genoemd op blz. 5 e.v. in de Voortgangsrapportage Regeldruk bedrijven, mei 2008 (Kamerstukken, 2007-2008, 29515, nr. 244) is uitgevoerd in een rijksbrede meting in opdracht van de Regiegroep Regeldruk (ministeries Financiën en Economische Zaken). Dit om, meer dan bij de vorige nulmeting die per departement is uitgevoerd, meer vergelijkbare gegevens op totaal niveau te krijgen. Uitgangspunten nulmeting 2008: De ijkdatum van de nulmeting is 1 maart 2007 (de start van het kabinet). De definitie van administratieve lasten, opgenomen in Meten is Weten, is aangepast. Belangrijkste wijzigingen: - er is een beter onderscheid gemaakt tussen administratieve lasten en inhoudelijke nalevingkosten. - de informatieverplichtingen aan derden worden niet meer als administratieve lasten gezien maar als inhoudelijke nalevingkosten. Niet alle wet- en regelgeving is opnieuw gemeten. Er is op basis van een aantal criteria (o.a. omvang bij vorige nulmeting, wijzigingen doorgevoerd of in de planning) voor gekozen om een deel van de wet- en regelgeving opnieuw te meten en de overige te actualiseren. Bij actualiseren is het bedrag van de administratieve lasten uit de vorige meting geïndexeerd op basis van groei BNP. Voor VROM is ongeveer 87% van (nieuwe) lasten gemeten en de overige 13% is op basis van actualisatie tot stand gekomen. Tabel: Administratieve lasten in miljoenen euro’s per cluster van het ministerie van VROM en WWI Cluster Nulmeting 1-3-2007 % van het totaal Oude Nulmeting 31-12-2002 % van het totaal 1. Stoffen en producten 33 2,7% 40 2,4% 2. Afval 56 4,5% 69 4,1% 3a. Inrichtingen WM (8.40 AMvB's) 140 11,3% 203 12,0% 3b. WM milieuvergunning 631 50,8% 611 36,2% 3c. Inrichtingen overig 68 5,5% 138 8,2% 4. Planstelsels 3 0,2% 3 0,2% 5. Bodem 39 3,1% 86 5,1% 6. Landbouw 76 6,1% 74 4,4% 7. Geluid 0 0,0% 0 0,0% 8. Bouwen 92 7,4% 324 19,2% 9. Huurwetgeving en corporaties 38 3,0% 53 3,1% 10. Ruimtelijke regelgeving 62 5,0% 85 5,0% 11. Integratie & inburgering 3 0,2% Totaal 1.214 excl. bedrijfs-eigen kosten 100,0% 1.688/later aangepast op 1.498 100,0% Naast een kwantitatieve meting is ook een kwalitatieve meting uitgevoerd. Aan de bedrijven is gevraagd naar de beleving bij de verschillende informatieverplichtingen door zeven stellingen over regeldruk voor te leggen. Met deze stellingen wordt inzicht verkregen in hoe de verplichting wordt ervaren. Het resulteerde in een top 10 irritaties van door bedrijfsleven als meest lastig ervaren informatieverplichtingen. Top 10 meest lastig beleefde informatieverplichtingen van VROM Regeling Informatieverplichting (q) AL Irritatie top 10 Oplossing Wro Aanvragen aanlegvergunning volgens bestemmingsplan 0,6 mln. Nr. 1 Ja, met komst Wabo Wm/Besluit landbouw milieubeheer Melding oprichting inrichting 1,1 mln. Nr. 2 Nee, melding blijft nodig Wm/Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer Melding oprichting inrichting 3,9 Nr. 3 Nee, melding blijft ook in Activiteiten-besluit Bestrijdingsmiddelenwet Melden nieuw bestrijdingsmiddel 27 mln. Nr. 4 Zie voetnoot Woningwet/bouwstoffenbesluit Melden gebruik bouwstof in oppervlaktewater (2016) 1,3 mln. Nr. 5 Ja, Besluit Bodemkwaliteit Woningwet/bouwstoffenbesluit Melden van gebruik schone grond in oppervlaktewater (2016) 1,3 mln. Nr. 6 Nee, tot aan MR besloten dit te handhaven Woningwet/bouwstoffenbesluit Melden gebruik bouwstof in bodem (8064) 5,3 mln. Nr. 7 Ja, met komst Besluit Bodemkwaliteit Wro Vrijstelling bestemmingsplan voor grote projecten, lange procedure 22 mln. Nr. 8 Ja, met komst van nieuwe Wro Wm/Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Aanvraag vrijstelling voorschrift door beoordeling van mechanische ventilatie Nr. 9 Ja, met komst van Activiteitenbesluit Woningwet/bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterbescherming Overleggen gegevens van bepaling/onderzoek isolatiemaatregelen bodem - Nr. 10. Ja, deels De reductiebedragen (en toenames) zijn herberekend of geïndexeerd n.a.v. nieuwe nulmeting (peildatum 1.3.2007) In oktober 2007 is de bestrijdingsmiddelenwet vervangen door de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De toelatingsprocedure is op het punt van aanvragen biocides niet veel gewijzigd. VROM is verantwoordelijk voor biociden. Gewasbescherming valt onder LNV. Met de gemeten informatieverplichting melden bestrijdingsmiddel wordt in de nulmeting bedoeld aanvraag toelating biociden en gewasbeschermingsmiddelen (150 per jaar). Het aantal zuivere aanvragen voor biociden is 23 (jaarverslag CTGB) waardoor de berekende administratieve last met 23/150 daalt voor wat betreft het VROM-gedeelte. Gezien de EU-regels (biociderichtlijn) is er nauwelijks ruimte om de toelatingsprocedure aan te passen met het doel de administratieve lasten te verlagen. betreft de mechanische ventilatie in een parkeergarage. Het voorschrift bestaat nog wel in het activiteitenbesluit, maar de aanvraag tot vrijstelling van het voorschrift niet meer. Dus theoretisch kan je stellen dat het probleem is opgelost. Echter de mogelijkheid om vrijstelling van dit voorschrift te krijgen is komen te vervallen, dus iedereen zal aan dit voorschrift moeten voldoen. Is alleen nodig als bedrijf alternatief heeft op voorgeschreven isolatiemateriaal. Bedrijf moet daarvan de kwaliteit kunnen aantonen. Bijlage VROM/WWI werkprogramma Regeldruk: Slimmer, Beter, Minder PAGE PAGE 1