[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoorden

Bijlage

Nummer: 2008D14650, datum: 2008-11-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Lijst van vragen en antwoorden over de aanwijzing van het Wierdense veld als natura 2000 gebied (2008D14649)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 1

1

Is het juist dat het schrappen van een eerder aangemeld gebied met
bepaalde natuurwaarden consequenties heeft voor Nederland, omdat daarmee
de netto doelen van de lidstaat voor die aangemelde natuursoort type in
gevaar komen? Met andere woorden als je ergens een Natura 2000-gebied
(deels) schrapt, moet dat elders gecompenseerd worden?

2

Zou daardoor het uitvoeren van de motie Schreijer mogelijk consequenties
hebben voor andere delen van het land?

 

Nederland is de verplichting aangegaan om voor de Natura 2000-soorten en
-habitattypen op landelijk niveau een gunstige staat van instandhouding
na te streven. Met het Natura 2000-netwerk wordt een belangrijk deel van
deze opgave gerealiseerd en juridisch geborgd. Elk gebied draagt bij aan
de landelijke doelstellingen. Het schrappen van een Natura 2000-gebied
heeft derhalve als consequentie dat het realiseren van de landelijke
doelen moeilijker wordt. Dit principe geldt ook voor het Wierdense veld.

  

3

Is de minister ervan op de hoogte dat vanuit verschillend oogpunt
meerdere bezwaarmakers zijn om het Wierdense veld niet aan te wijzen als
Natura 2000-gebied, zoals LTO, Vewin, Provincie Overijssel, Gemeente
Wierden, individuele omwonenden en landschap Overijssel (eigenaar van
het natuurgebied)?

Ja, ik ben op de hoogte van de zienswijzen die op het ontwerp-
aanwijzingsbesluit Wierdense veld in 2007 en bij de aanmelding in 2003
door meerdere partijen zijn ingediend. Overigens is Landschap Overijssel
als beheerder van het gebied, juist voorstander van de voorgenomen
aanwijzing. 

4

Is de minister bekend met de argumentatie van de bezwaarmakers dat zij
positief tegenover de aanwijzing zouden kunnen staan als het
waterwinningsprobleem is opgelost en de agrariërs hun bedrijven kunnen
behouden cq daar kunnen blijven wonen?

19 

Is in de afweging tot de aanwijzing van het Wierdense veld als Natura
2000-gebied, zoals aangemeld in Brussel, naast de ecologische aspecten
ook rekening gehouden met de economische aspecten?

De Europese richtlijnen verplichten tot het aanwijzen van gebieden op
ecologische gronden. Economische aspecten spelen als zodanig in de
aanwijzing geen rol, maar worden meegewogen bij het opstellen van het
beheerplan. In dat kader wordt bezien welke maatregelen nodig zijn en
hoe die in de tijd kunnen worden ingezet. De huidige gebruiksfuncties
van een gebied, in het geval van het Wierdense veld ook waterwinning en
agrarisch gebruik, worden zoveel mogelijk opgenomen in het beheerplan.

5

Is de minister ervan op de hoogte dat de agrariërs al vanaf de
aanmelding problemen ondervinden als gevolg van onduidelijke regelgeving
van de overheid?

Ja.

In juni 2008 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een voorstel tot
wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998. De Eerste Kamer rondt de
behandeling van het wetsvoorstel naar verwachting nog voor het einde van
dit jaar af.

Dat wetsvoorstel beoogt een einde te maken aan de directe werking van de
Habitatrichtlijn op Natura 2000-gebieden die in Brussel alleen zijn
aangemeld in het kader van de Habitatrichtlijn (zoals het Wierdense
veld) door de Natuurbeschermingswet 1998 met bijbehorend
vergunningenstelsel ook voor deze gebieden van toepassing te verklaren.
Daarmee komt een einde aan nu nog bestaande onduidelijkheid.

6

Waarom staat in de brief van 22 oktober 2008 (31700XIV, 11) niets
genoemd over de uitspraak van GS van Overijssel van 23 september 2008
(waarin GS heeft besloten het Wierdense veld niet aan te wijzen als
Natura 2000-gebied)?

De minister van LNV is bevoegd gezag voor het aanwijzen van Natura
2000-gebieden. In de aangehaalde brief heeft Gedeputeerde Staten van
Overijssel besloten pas een beheerplan voor het Wierdense veld op te
stellen nadat een definitief aanwijzingsbesluit voor het gebied genomen.
Ik ben voornemens dat definitieve besluit in de eerste helft van 2009 te
nemen. Daarna heeft de provincie nog drie jaar de tijd voor het
opstellen van het beheerplan.

7

Kan de minister aangeven of er een ecologische onderbouwing is voor de
doelen H 4010 (vochtige heide) H 4030 (droge heide) en H 7120 (aangetast
hoogveen) en dan specifiek voor het Wierdense veld? Zo ja, kan zij de
Kamer daarover informeren? Zo nee, waarom is het gebied het Wierdense
veld aangemeld voor de doelen H 4010 (vochtige heide) H 4030 (droge
heide) en H 7120 (aangetast hoogveen)?

De ecologische onderbouwing van de instandhoudingsdoelstellingen voor de
habitattypen Vochtige heiden (H4010), Droge heiden (H4030) en
Herstellende hoogvenen (H7120) in het Wierdense veld staat omschreven in
de toelichtingen bij de betreffende doelen in het
ontwerp-aanwijzingsbesluit. Deze toelichtingen zijn mede gebaseerd op
ecologisch onderzoek. Ook in de Knelpunten- en kansenanalyse (te
raadplegen via de website van mijn ministerie) wordt een onderbouwing
gegeven.

8

Zijn de drie habitattypen H 4010 (vochtige heide), H 4030 (droge heide)
en H 7120 (aangetast hoogveen) prioritair? Zo ja,waarom? Zo nee, waarom
niet?

Habitattypen zijn op Europees niveau prioritair verklaard als de habitat
uit Europa dreigt te verdwijnen en als een belangrijk deel van het
verspreidingsgebied in Europa ligt. De habitattypen Vochtige heiden
(H4010), Droge heiden (H4030) en Herstellende hoogvenen (H7120) behoren
niet tot deze “prioritaire typen natuurlijke habitats” zoals
gedefinieerd in artikel 1, lid d, van de Habitatrichtlijn en vastgelegd
in bijlage 1 van deze richtlijn. Deze habitattypen zijn wel van
communautair belang. 

Het relatieve belang van Nederland binnen Europa is voor Vochtige heiden
(H4010) en Herstellende hoogvenen (H7120) zeer groot en voor Droge
heiden (H4030) groot.



9

Waarom zegt het gebiedendocument dat het Wierdense veld als
belangrijkste gebied is aangemerkt voor H 4010 omwille van dopheide,
terwijl dat niet terug te vinden is in het lijstdocument en het
doelendocument?

Het gebiedendocument (2005) stelt dat het Wierdense veld van belang is
vanwege de natte heidevegetatie en hoogveenrestanten en dat er daarnaast
droge heide voor komt. In dit document wordt niet gesteld dat het
Wierdense veld als belangrijkste gebied is aangemerkt voor H4010. Ook in
het ontwerp-aanwijzingsbesluit staat niets van die strekking.

Het landelijke Natura 2000-doelendocument zegt niets over de
afzonderlijke waarde van een aangemeld Natura 2000-gebied. In het
Lijstdocument (2004) staat expliciet dat het Wierdense veld niet
kwalificeert bij de belangrijkste gebieden voor H4010. 

10

Zijn de drie belangrijkste gebieden met dopheide het Dwingelderveld,
Kampina en Oisterwijkse bossen en vennen en Boeterlerveld, en zijn deze
aangewezen voor H4010? Zo ja, is dat terug te vinden in het
lijstdocument, doelendocument en gebiedendocument? Zo nee, waarom niet?

De drie genoemde gebieden zijn in het Lijstdocument inderdaad genoemd
als de drie belangrijkste gebieden voor Vochtige heiden (H4010). In dat
document wordt dit nog geplaatst onder het kopje ‘Dopheiverbond’.
Inmiddels is het habitattype (op basis van de in het Lijstdocument
genoemde vegetatiekundige tweedeling) gesplitst in twee subtypen. Het
‘Dopheiverbond’ correspondeert met subtype A.

11

Het Wierdense veld levert vanwege het relatief kleine oppervlakte
slechts een geringe bijdrage aan dekkingsgraad. Ook vanwege geografische
spreiding is het niet nodig omdat Engbertsdijkvenen voor hetzelfde doel
H4010 zijn aangemeld. Waarom is dan toch voor het Wierdense veld gekozen
om deze aan te wijzen voor H4010? 

12

In het lijstdocument is aangegeven dat Wierdense veld (NL9801019) eerder
is aangemeld voor het type H7120, echter de conclusie was dat het gebied
zich niet kwalificeert om tot de belangrijkste gebieden te behoren
vanwege de kleinere oppervlakte in vergelijking met de geselecteerde
gebieden. Waarom is toch gekozen om het gebied aan te wijzen voor H7120?

15

Het Wierdense veld behoort niet tot de vijf belangrijkste gebieden waar
type H 4030 ontwikkeld zou kunnen worden. Waarom is dan toch voor het
Wierdense veld gekozen om deze aan te wijzen voor H 4030?

Het Wierdense veld is geselecteerd als Natura 2000-gebied vanwege het
voorkomen van habitattype H7120. Het Wierdense veld behoort tot de
belangrijkste gebieden in Nederland is voor dit habitattype. Op het
moment van aanmelding in 1998 was dit niet zo. Destijds is onvoldoende
rekening gehouden met de herstelpotentie van dit habitattype in het
Wierdense veld. Deze herstelpotentie is groot waardoor het gebied nu tot
de belangrijkste van Nederland kan worden gerekend. 

De Habitatrichtlijn vereist dat ook andere waarden die in het gebied
voorkomen, mits met een meer dan verwaarloosbare omvang, - maar waarvoor
het gebied niet primair is geselecteerd - ook worden opgenomen in het
aanwijzingsbesluit zodat de bescherming van deze soorten geborgd is.

Het gaat immers niet alleen om het behoud van afzonderlijke typen (en
soorten) maar ook om het behoud van een netwerk van internationaal
belangrijke natuurgebieden.

13

Klopt het dat door de aanpassing van de definities van het
Arcadisrapport (blz. 61) alle vegetaties als herstellend hoogveen zijn
aangemerkt, met als gevolg dat het Wierdense Veld wel als belangrijkste
gebied bestempeld kan worden?

Het Arcadis-rapport is gemaakt in opdracht van de provincie Overijssel
en geeft antwoord op vragen van de provincie over het al dan niet
terecht aanwijzen van het Wierdense veld als Natura 2000-gebied. Het
rapport concludeert dat de aanwijzing van Wierdense veld rommelig tot
stand is gekomen maar dat de aanwijzing wel terecht en conform de regels
plaatsvindt.

De definitie van Herstellend hoogveen is aangepast aan de Europese
definitie. Dat het gebied kwalificeert voor de belangrijkste gebieden
voor H7120 hangt niet alleen samen met het oppervlak maar in belangrijke
mate ook met de actuele kwaliteit en de herstelpotentie. 

14

Op welke termijn zou actief hoogveen in het Wierdense veld kunnen
voorkomen? Welke

investeringen/ aanpassingen in het gebied dienen dan te worden gedaan?
Is een kostenbaten-analyse beschikbaar?

Het habitattype Actieve hoogvenen zou zich weer kunnen vestigen  door
kwaliteitsverbetering van habitattype Herstellende hoogvenen (H7120). De
successie naar hoogveen verloopt langzaam en zal wellicht tientallen
jaren vergen. Het habitattype zal daarom voorlopig nog niet in het
gebied voorkomen. Een kosten-batenanalyse is niet voorhanden. 

16

Is de minister ervan op de hoogte dat de huidige drinkwaterwinning bij
het Wierdense Vvld ruim 7 miljoen kuub is? En dat in Wierden 4 x zoveel
water gewonnen wordt dan de Gemeente Wierden nodig heeft voor haar eigen
inwoners?

Ja. Overigens is het zo dat alle waterwinning, waar dan ook in
Nederland, altijd bestemd is voor het gehele verzorgingsgebied van het
betrokken waterbedrijf. 

17

Is de minister ervan op de hoogte dat het Wierdense Veld alleen
watertoevoer krijgt d.m.v. regenwater, alle afvoeren zijn afgedamd door
landschap Overijssel en de hele zomer het Wierdense veld droog staat
door waterwinning?

Ja, het is bekend dat er geen gebiedsvreemd water het natuurgebied wordt
binnengeleid. Door maatregelen lukt het steeds beter het water vast te
houden en verdroging tegen te gaan. 

   

18 

Is de minister ermee bekend dat het haalbaar en betaalbaar principe voor
het Wierdense veld met zich meebrengt dat met het verplaatsen van 12
melkveebedrijven tot een afstand van 400 meter voor “algemeen belang
Natura 2000-gebied Wierdense veld” een bedrag van 12 miljoen gemoeid
is, dat te weinig is en dat voor de drinkwaterverplaatsing nog een
pm-post staat? Kan de minister dit bekostigen. Zo ja, hoe en waaruit wil
de minister dat financieren? Hoeveel middelen wil de minister besteden,
als het Wierdense veld wordt aangewezen als Natura 2000-gebied?

20 

Wanneer bij het maken van het beheerplan mocht blijven dat de doelen die
gesteld zijn slechts met zeer hoge maatschappelijke kosten (refereert
aan betaalbaar en behaalbaar) gerealiseerd kunnen worden, vindt er dan
bijstelling in zowel aanwijzing als in doelstelling plaats? 

Natura 2000-gebieden worden aangewezen op basis van ecologische
criteria, maar daarbij wordt in de Nederlandse implementatie wel het
principe van ‘strategisch lokaliseren’ toegepast. Dat betekent dat
dĂ­e gebieden voor een soort of habitat worden geselecteerd waar de
instandhoudingdoelen met, naar verhouding, de minste extra inzet kunnen
worden gerealiseerd. Per gebied moet, ten behoeve van het beheerplan,
worden gekeken welke maatregelen nodig zijn en welke kosten die met zich
meebrengen. Omdat de Vogel- en Habitatrichtlijn geen termijn stellen
waarbinnen de instandhoudingsdoelen moeten worden gerealiseerd, kunnen
kosten voor een belangrijk deel in de hand worden gehouden door
maatregelen in tijd of ruimte te spreiden. U is eerder toegezegd dat,
als, bijvoorbeeld in het kader van het opstellen van het beheerplan, de
kosten van te nemen maatregelen disproportioneel zijn, kan worden bezien
of aanwijzingsbesluiten, waarin de instandhoudingsdoelen zijn opgenomen,
kunnen worden aangepast. In dat geval moet samen met het bevoegd gezag
en betrokkenen in een gebied naar oplossingen worden gezocht. Het
uitgangspunt is dat de Natura 2000-doelen met de bestaande budgetten
worden gerealiseerd.