[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

Beschrijving van de optionele ESA voorstellen

Bijlage

Nummer: 2008D14734, datum: 2008-11-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Nadere invulling ruimtevaartbeleid en inzet ESA Ministersconferentie (2008D14731)

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijlage 3

Beschrijving van de optionele ESA voorstellen

Bijdragen aan de kennismaatschappij en ā€“economie

De exploratieprogrammaā€™s (Enhanced ExoMars, Mars Robotic Exploration
Preparation, ELIPS)

Het klimaatverandering initiatief (Climate Change Initiative) 

Toepassingen ten behoeve van de burgers

GMES Ruimtevaart deel 2 (GMES Space component - segment 2)

Het Meteosat Derde generatie programma (MTG)

Het Galileo Evolutie programma (GNSS Evolution)

Bevordering van geĆÆntegreerde applicaties (Integrated Applications
Promotion, IAP)

Competitieve en innovatieve industrieƫn

De nieuwe technologielijnen onder het telecommunicatie technologie
programma (ARTES)

Het Algemene technologie ondersteuningsprogramma (GSTP-5)

Onafhankelijkheid ontwikkelen om internationale samenwerking te
bevorderen

De bemande ruimtevaart: het ISS exploitation programma

Een programma gericht op het ontwikkelen van nieuwe Europese
capabilities voor bemande ruimtevaart (transport, maanlander)

De Europese veiligheids- en defensiebehoeften

Space Situational Awareness (SSA)

Toegang tot de ruimte

De programmaā€™s ten behoeve van de lanceervoertuigen Ariane 5 en Vega

Bijdragen aan de kennismaatschappij en -economie

1. De Exploratieprogrammaā€™s

Enhanced ExoMars: ExoMars is een programma dat in 2005 is gestart. In
dit programma wordt een robotische missie ontwikkeld voor Mars. In 2005
is voor dit programma ruim ingeschreven. Er werd voor meer dan het
gevraagde budget door de lidstaten ingeschreven. Vanaf 2006 is gestaag
gewerkt aan de precieze configuratie van deze missie en de definitieve
beslissing daarover zal eind 2008 plaatsvinden. De studies en de
toegenomen gebruikers- en missie-eisen in de tussenliggende periode
hebben ervoor gezorgd dat de missie is uitgebreid naar een zwaardere
missie. Dat is reden waarom er nu een zgn. Enhanced ExoMars programma
met een extra budget van ongeveer ā‚¬ 550 mln. voorligt. 

Mars Robotic Exploration Preparation: Dit programma is het
technologie(studie)programma voor toekomstige onbemande
exploratiemissies. EĆ©n van die missies is de zgn. Mars Sample Return
missie, waarvoor nu de eerste studies plaatsvinden. ESA stelt voor om
structureel met NASA samen te werken in dit programma.

ELIPS (ESA programme on Life and Physical Sciences): Met behulp van de
fondsen uit dit programma worden de experimenten gesteund die op,
primair, het ISS worden uitgevoerd. Deze experimenten hebben betrekking
op levens- en natuurwetenschappen. De lagere inschrijving van Nederland
op dit programma heeft tot gevolg dat de industriƫle component, het
leveren van hardware voor experimenten wordt ondersteund, maar niet meer
experimenten die door Nederlandse wetenschappers worden ingediend. De
verplichtingen onder het huidige ELIPS 2 programma lopen gewoon door. Er
zijn ook een groot aantal experimenten die vanuit dit programma
doorlopen naar derde periode. 

2. Climate Change initiative: In dit initiatief zal data verzameld over
de laatste 30 jaar op een dusdanig uniforme wijze worden verwerkt dat
wetenschappers en onderzoekers een eenduidige dataset hebben waarmee men
klimaatonderzoek kan doen. Deze dataset ontwikkeld door GCOS (Global
Climate Observating System) en IPCC (Intergovenrmental al Panel on
Climate Change) zal dienen als standaard om klimaatverandering te meten.
Op dit moment is sprake van losse sets data die niet of slecht
vergelijkbaar zijn en daarmee ook geen continuĆÆteit in
gegevensverzameling geven. Door deze manier van werken zal ook voor de
toekomst eenduidiger gegevensverzameling mogelijk worden. 

Toepassingen ten behoeve van de burgers

3. GMES Ruimtevaart deel 2 (GMES Space component - segment 2): Dit
programma is het vervolg en de uitbreiding op het eerste segment
waarvoor op de ESA-MC van 2005 werd ingeschreven. In deze programmalijn
zullen de satellieten en hun precursors (voorlopers) voor het invullen
van de vijf prioriteiten binnen GMES als geheel plaatsvinden. De
precursor missie voor de 5e Sentinel (samenstelling van de atmosfeer) is
van groot belang voor Nederland. Deze missie zal het platform leveren
waarop TROPOMI zou moeten worden gelanceerd. 

4. Het Meteosat Derde generatie programma (MTG). In dit programma wordt
de derde generatie meteorologische satellieten ontwikkeld. In de
samenwerking tussen ESA en EUMETSAT is gebruikelijk dat het eerste
exemplaar van nieuwe satellieten wordt ontwikkeld in het kader van ESA,
waarna overdracht plaatsvindt aan EUMETSAT die de vervolgopdrachten
verzorgd. 

5. Het Galileo Evolutie programma (GNSS Evolution): Het Galileo
programma komt nu goed op gang. Dat betekent dat tegelijkertijd ook
nagedacht gaat worden over de doorontwikkeling van de
navigatiesatellieten, nodig om continuĆÆteit en kwaliteit te garanderen
op lange termijn. 

6. Bevordering van geĆÆntegreerde applicaties (Integrated Applications
Promotion, IAP). Dit programma zal het ontwikkelen van applicaties met
behulp van ruimtesystemen, maar ook van aardse systemen stimuleren. Een
duidelijk doel is dat het een vraaggestuurd programma moet zijn waarbij
enerzijds potentiƫle gebruikers op de mogelijkheden wordt gewezen.
Anderzijds zal dit programma een demonstratielijn kennen waarin
dienstverlening wordt uitgeprobeerd samen met potentiƫle
dienstverleners, industrie en gebruikersinstituten. 

Competitieve en innovatieve industrieƫn

7. De (nieuwe) technologielijnen onder het telecommunicatie technologie
programma (ARTES): 

Dit programma wordt in verschillende deelprogrammaā€™s (elementen)
uitgewerkt. EĆ©n ervan is een algemeen element (element 1). Het is
verplicht daaraan bij te dragen wanneer ingeschreven is op het ARTES
programma. Hier wordt gezocht naar het afdekken van de financiering van
het laatste deel van fase 4.

Artes 2-5

Het CX2 project is voor de Nederlandse industrie een zeer interessant
project. In dit project dat eerder onder de naam ConeXpress vanuit
Nederland ondersteuning kreeg, wordt een platform voor kleine
geostationaire (telecom-) satellieten ontwikkeld. ESA heeft hiervoor in
het ARTES programma een apart programma ontwikkeld. Voor de ontwikkeling
van dit platform wordt gebruik gemaakt van de onbenutte ruimte in het
Ariane-5 lanceervoertuig tussen het vrachtruim (waarin de satellieten
worden vervoerd) en de rest van het voertuig. 

8. Het Algemene technologie ondersteuningsprogramma (GSTP-5)

De vijfde tranche van dit algemene technologie programma waarin algemene
technologie ontwikkeling centraal, zonder dat er daarvoor al een
duidelijk programma is geoormerkt. Dit programma kan als belangrijke
pijler worden gezien voor de ambities op infrastructuur domein. 

Onafhankelijkheid ontwikkelen om internationale samenwerking te
bevorderen

9. De bemande ruimtevaart: het ISS exploitation programma

Het ISS heeft in het afgelopen jaar 2008 belangrijke uitbreidingen
gekregen. Zowel het Europese (Columbus) als het Japanse
ruimtelaboratorium (Kibo) zijn aan het ISS gekoppeld. De ATV, het
ruimtevrachtschip, opereert succesvol, als het eerste volledig
automatisch gestuurd ruimtevaartuig dat kan dokken aan het ISS. Dat
betekent dat de komende jaren de exploitatie van het ISS een grote
vlucht kan nemen. De capaciteit voor de bemanning zal vanaf 2009 naar 6
astronauten groeien en Europese astronauten zullen zes maanden op het
ISS verblijven. Voor AndrƩ Kuipers kan dit betekenen dat hij mogelijk
in 2011 voor zes maanden op het ISS zal verblijven. In 2010 moet
internationaal besloten worden of het ISS ook na 2015 wordt
geƫxploiteerd. 

10. Een programma gericht op het ontwikkelen van een voertuig voor
bemand transport 

Europa heeft op dit moment geen zelfstandige capaciteit om astronauten
van en naar de ruimte te brengen. Wel heeft Europa met de ATV een
voertuig dat geschikt is om door mensen betreden te worden, wanneer de
ATV aan het ISS gekoppeld is dan kunnen astronauten er in werken. Volgen
ESA biedt dit kansen om de ATV verder te ontwikkelen tot een voertuig
voor bemande ruimtevaart, dat met de Europese Ariane-5 gelanceerd kan
worden. Op deze MC zal er een voorbereidend studieprogramma voorliggen
om meer duidelijkheid over de omvang en precieze inhoud van zoā€™n
programma te krijgen.

De Europese veiligheidsbehoeften

11. Space Situational Awareness (SSA)

In dit programma zal een Europese infrastructuur worden opgezet om
informatie, data en kennis op te bouwen van alles wat er zich in de
ruimte bevindt met een menselijke origine. Op dit moment is Europa
volledig afhankelijk van Amerikaanse infrastructuur. Het is de bedoeling
om ook de nationale diensten voor dergelijke informatievoorziening te
integreren in deze infrastructuur. 

Toegang tot de ruimte

12. De programmaā€™s ten behoeve van de lanceervoertuigen Ariane-5 en
Vega: Het gaat bij deze programmaā€™s om de voortzetting van de
ondersteuningsprogrammaā€™s en om twee nieuwe
ontwikkelingsprogrammaā€™s. De Ariane-5 zal voorlopig het werkpaard van
ESA blijven. Echter nieuwe ontwikkelingen op het gebied van materialen,
voortstuwing en de verwachte vraag uit de markt maken dat het
noodzakelijk wordt om na 2015 een vernieuwde Ariane-5 beschikbaar te
hebben. Een volledig nieuw lanceervoertuig is voorzien na 2025.
Voorbereidingen daarop geschieden in het FLPP programma dat nu zijn
derde verlenging krijgt.

Voor het nog te kwalificeren Vega lanceervoertuig zal een voorbereidend
programma worden opgestart. Zoals gebruikelijk is zeker bij een nieuw
lanceervoertuig de eerste jaren een doorontwikkeling voorzien. 

Science programma (2009 ā€“ 2013)

Het Science programma is de ā€œbackboneā€ van ESA. Het Science
programma geeft invulling aan de ESP doelstelling: ā€œHet streven naar
wetenschap van wereldklasse is cruciaal om de kennisbasis uit te
breiden, nieuwe technologieƫn en toepassingen te ontwikkelen en
jongeren voor wetenschap en techniek te interesseren.ā€

De periode 2009-2013 omvat voortzetting van al lopende projecten en
voorbereidingen van toekomstige missies. Relevante missies zijn Herschel
met het door Nederland geleverde PI-instrument HIFI (2009), LISA PF
(2010/11), GAIA, en de James Webb Telescope. Daarnaast zijn voorstudies
voor de in 2007 geselecteerde concepten uit Cosmic Vision 2015-2025 van
groot belang. Dit nieuwe Cosmic Vision programma is essentieel voor de
Nederlandse wetenschappelijke ambities voor hoge energie astrofysica
(XEUS missie) en THz/submm astrofysica (SPICA missie). Daarnaast biedt
het Science programma ook uitzicht op planetaire missies als LaPlace of
Tandem, die in de belangstelling staan bij de planetaire
onderzoeksgemeenschap in Nederland. Science missies leveren
mogelijkheden op voor hoogwaardige industrieel/technologische bijdragen.