[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2008D14985, datum: 2008-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag Ecofin van 3 en 4 november 2008 (2008D14984)

Preview document (šŸ”— origineel)


Kamerverslag Eurogroep en Ecofin 3 en 4 november 2008

Economische situatie

De Eurogroep en Ecofin Raad stond stil bij de najaarsvoorspellingen van
de Commissie. Deze cijfers laten een verslechtering zien van de
budgettaire situatie van veel lidstaten. De lidstaten gaven aan dat zij
zich over het algemeen kunnen vinden in de voorspellingen, evenals in de
constatering dat de risicoā€™s neerwaarts zijn gericht. 

In de najaarsvoorspellingen wordt voor Nederland de groei in 2009 naar
beneden bijgesteld. De totale groei in 2009 wordt geraamd op 0,4%
waarbij overloop uit 2008 slechts 0,1% bedraagt. De groei herstelt in
2010 enigszins naar 0,9%. De basis van dit herstel is de binnenlandse
vraag die stijgt als gevolg van dalende inflatie en minder strikte
kredietverlening. Het begrotingssaldo komt volgens de Commissie voor
Nederland uit op 1,2% BBP in 2008, 0,5% BBP in 2009 en 0,1% BBP in 2010.
De inflatie stijgt naar verwachting naar 3,0% in 2009. Dit lijkt aan de
hoge kant gegeven de recente olieprijsdalingen. De Commissie verklaart
deze waarde door te verwijzen naar de trage aanpassing van
energieprijzen en van de huren van huizen. In 2010 daalt de inflatie
naar 2,3%.

Voor de gehele EU en het Eurogebied wordt verwacht dat de economische
groei tot stilstand zal komen in 2009 (0,2% EU, 0,1% Eurogebied). De
Commissie verwacht dat verschillende lidstaten met een recessie te maken
zullen krijgen. In 2010 wordt licht herstel verwacht. Door de lagere
economische groei is de verwachting van de Commissie dat de inflatie wat
zal afnemen; de verwachting is dat de inflatie in de EU op 3,9% zal uit
komen in 2008 en op 2,4% in 2009 (2,2% in eurogebied). De Commissie gaat
er echter wel van uit dat de olieprijs op een hoog niveau zal blijven;
104 USD per vat in 2008, 86 USD in 2009 en 90 USD in 2010. Ook is de
verwachting dat de prijzen voor voedsel en metalen hoog zullen blijven. 

Tijdens zowel de Eurogroep als de Ecofin benadrukten de aanwezigen
eensgezind dat het SGP niet mag worden afgezwakt maar juist in deze
moeilijke tijden strikt gehandhaafd dient te blijven en dat, indien
mogelijk, gebruik gemaakt dient te worden van de automatische
stabilisatoren. Tevens bevestigden de lidstaten dat in lijn met de in
2005 herziene regels van het SGP gehandeld dient te worden. In bepaalde
gevallen kunnen de effecten op de begroting worden verklaard door de
uitzonderlijke omstandigheden; er kan sprake zijn van ā€œeen
ongebruikelijke gebeurtenis buiten invloed van de lidstaat met grote
gevolgen voor de financiĆ«le positie van de overheidā€. Aangezien deze
clausule een onderdeel vormt van het Stabilteits- en Groeipact (SGP)
moet het mogelijk zijn voor lidstaten om hier een beroep op te doen als
de crisis daartoe noopt. 

De Commissie deelde mee dat voor landen met een tekort boven de 3%, een
excessieve tekortprocedure (EDP) gestart zal worden. Op een case-by-case
basis zal vervolgens worden beoordeeld of er sprake is van
uitzonderlijke omstandigheden. Die omstandigheden kunnen ertoe leiden
dat lidstaten langer de tijd krijgen om uit EDP te komen. Tot slot
onderstreepte de Commissie dat in deze moeilijke tijden coƶrdinatie van
het grootste belang blijft. Minister Bos verklaarde het met deze
zienswijze van de Commissie met betrekking tot de werking van het Pact
eens te zijn.

Follow-up van de Europese Raad

Tijdens de Eurogroep en de Ecofin Raad sprak men ook over de situatie op
de financiƫle markten. Minister Lagarde lichtte hier het Franse
Voorzitterschapsdocument voor een internationale financiƫle
architectuur toe. Het Franse Voorzitterschap wil graag dat het
Voorzitterschapsdocument als basis dient voor discussie en dat die
discussie een bijdrage van de Ecofin Raad aan de Europese Raad vormt.
Vervolgens is het belangrijk om met Ć©Ć©n stem te spreken op de G20 top
in de Verenigde Staten. Over het algemeen bestond er een grote mate van
consensus over de hoofdthemaā€™s van het Voorzitterschapsdocument.

Minister Bos pleitte tijdens beide vergaderingen voor twee aanpassingen
aan het Voorzitterschapsdocument. De Minister maakte duidelijk dat er
zowel van een Europese als een mondiale aanpak sprake moet zijn, maar
dat een mondiale aanpak geen excuus mag zijn voor het achterwege laten
van een Europese aanpak. Daarnaast bepleitte de Minister, ten opzichte
van het Voorzitterschapsdocument, een zesde principe; namelijk het
garanderen van de juiste institutionele setting (zoals bijvoorbeeld het
IMF). 

Tijdens de verdere gedachtewisseling benadrukte de Europese Centrale
Bank dat de EU duidelijk ā€œahead of the gameā€ is. Verder was een
aantal lidstaten bang voor overregulering. Regels werden nodig geacht en
aanscherpingen waren wenselijk alleen moest dit niet te ver gaan. Het
Voorzitterschap dankte voor de discussie en gaf aan de input mee te
zullen nemen. Vervolgens is het Voorzitterschapsdocument aangeboden aan
de Europese Raad.

Multilaterale en EU-steun aan landen met betalingsbalansproblemen

Tijdens de Ecofin Raad is besloten tot het verlenen van steun aan
Hongarije in verband met de betalingsbalansproblemen van dit land. Dit
zal gebeuren in het kader van de faciliteit voor middellange termijn
assistentie, conform artikel 119 van het EG-verdrag. Tevens hebben de
lidstaten gedachten uitgewisseld over de ophoging van de faciliteit van
ā‚¬ 12 mrd naar ā‚¬ 25 mrd. Hierover bestond een grote mate van
consensus.

Verlaagde BTW-tarieven

In de Ecofin Raad is gekeken of men het eens kon worden over de
verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten, een uitbreiding van
de werkingssfeer naar restauratiediensten en of ook andere gebieden
onder het toepassingsgebied van de verlaagde tarieven gebracht konden
worden. De Ecofin Raad was duidelijk verdeeld in een groep van voor- en
tegenstanders van verlaagde tarieven. De tegenstanders waren van mening
dat eerst een fundamentele discussie plaats zou moeten vinden en dat
daarnaast een gemeenschappelijke aanpak het uitgangspunt zou moeten
zijn. De huidige aanpak was naar de mening van de tegenstanders te
onoverzichtelijk en de harmonisatie en rationalisering van tarieven zou
hierdoor juist afnemen. 

De voorstanders van verlaagde tarieven wezen er vooral op dat er geen
gevolgen zouden zijn voor de werking van de interne markt en dat de
toepassing optioneel is. Volgens veel van deze lidstaten was het
essentieel dat er dit jaar een oplossing gevonden wordt. Anders zouden
in een aantal landen de BTW-tarieven op arbeidsintensieve diensten
verhoogd moeten worden. 

Staatssecretaris De Jager gaf aan dat Nederland met verlaagde
BTW-tarieven kan instemmen zolang er sprake is van een mogelijkheid, en
niet een verplichting, deze te gebruiken. Daarnaast vroeg de
Staatssecretaris aandacht in de discussie voor het probleem dat er
bestaat ten aanzien van verschillende tarieven voor dezelfde informatie
afhankelijk van de drager ervan. Een boek kan in een laag tarief vallen,
terwijl voor hetzelfde boek in elektronische vorm (bijvoorbeeld op
CD-rom) een hoog tarief geldt. De Staatssecretaris benadrukte dat naar
de mening van Nederland aan deze ongelijkheid een einde moet worden
gemaakt. 

Het Voorzitterschap sloot de gedachtewisseling af met de constatering
dat op dit moment 18 landen het verlaagd tarief op arbeidsintensieve
diensten toepassen.  Daarnaast moest er snel rechtszekerheid komen over
de vraag of het experiment gecontinueerd kan worden. Zodoende wil het
Voorzitterschap nog Ć©Ć©n keer proberen om overeenstemming te bereiken
tijdens de Ecofin Raad van december. Het Voorzitterschap gaf aan goede
hoop te hebben de tegenstanders over de streep te kunnen trekken.

 

Bestrijding van fiscale fraude ā€“ Versnelling Opgaven ICL

Het doel van het voorstel, dat ertoe strekt dat een snellere opgave
plaatsvindt van Intracommunautaire leveringen, is om de mogelijkheden
voor carrouselfraude te verminderen. Tijdens de Ecofin Raad van juni
2007 werd afgesproken om sneller informatie tussen belastingdiensten te
gaan uitwisselen. Dit voorstel beoogt de aangiftetermijn van de levering
van BTW-goederen te verkorten van 3 maanden naar 1 maand, behalve voor
bedrijven met een omzet kleiner dan ā‚¬ 50.000. Hiervoor blijft de 3
maanden termijn gelden. 

Nederland kreeg als eerste het woord waarop Staatssecretaris de Jager
tijdens zijn interventie aangaf fraudebestrijding van groot belang te
vinden evenals de reductie van administratieve lasten. De Europese Raad
heeft immers een reductiedoelstelling van 25% afgesproken. De
Staatssecretaris benadrukte verder belang te hechten aan de garantie dat
belastingdiensten ook echt effectief van de gegevens gebruik gaan maken.
Om een akkoord mogelijk te maken, is Nederland bereid tot een compromis.
In dat kader presenteerde Nederland een compromisvoorstel waarbij tot
2012 de drempel wordt verhoogd tot een omzet van ā‚¬100.000. Kleine
bedrijven worden op deze manier ontzien wat betreft de administratieve
lasten. Voorts is onderdeel van het compromis dat in 2011 de Commissie
een evaluatierapport zal presenteren over het (effectieve) gebruik van
de maatregel. Pas indien de conclusie van dat rapport positief uitvalt,
zou de drempel moeten worden verlaagd naar ā‚¬50.000.

De Commissie bedankte Nederland voor de compromisbereidheid en gaf te
kennen akkoord te zijn met verdere uitwerking langs de lijnen van het
voorstel. De overige lidstaten stemden in met het Nederlandse compromis.
Wel werd geconstateerd dat er nog een lange weg te gaan is op het gebied
van BTW-fraudebestrijding. Er is overeengekomen dat Coreper het
compromis verder uitwerkt. 

Anti-fraude verdrag Liechtenstein

Op het laatste moment was het anti-fraude verdrag met Liechtenstein aan
de agenda van de Ecofin Raad toegevoegd. De Commissie lichtte het
akkoord met Liechtenstein dat is uitonderhandeld toe. Op dit moment is
er geen medewerking door Liechtenstein met betrekking tot de opsporing
van belastingontduiking. Het akkoord maakt deze medewerking wel
mogelijk. Het verdrag is dus van groot belang. De Commissie was van
mening dat het bankgeheim door dergelijke landen niet misbruikt mag
worden om geen medewerking te verlenen.

Een aantal landen gaf te kennen niet in te kunnen stemmen met het
onderhandelingsresultaat. De belangrijkste redenen van de tegenstanders
waren dat het onaanvaardbaar is dat burgers het idee hebben dat
grootverdieners hun geld veilig en buiten het zicht van lokale
belastingautoriteiten in dergelijke tax havens kunnen stallen. Daarnaast
gaat deze fraude ten koste van de belastingopbrengsten en als laatste
vindt er concurrentievervalsing plaats. Ook werd gevraagd waarom de VS
een strikter akkoord met Liechtenstein heeft kunnen sluiten.
Voorstanders van het verdrag waren van mening dat het verdrag een goede
eerste stap zou zijn en dat de EU zonder verdrag slechter af was. 

De Commissie pareerde de kritiekpunten met het argument dat anti-fraude
organisatie OLAF de onderhandeling had gevoerd en dat indien de
lidstaten meer bereikt willen hebben, er een ruimer mandaat nodig was.
Het Voorzitterschap concludeerde dat in Coreper verder gesproken zal
worden en dat de Commissie terug moet naar de onderhandelingstafel.
Tevens drongen de lidstaten er op aan dat er meer garanties moeten komen
dat het verdrag daadwerkelijk bijdraagt aan effectieve
informatieuitwiseling. Een nieuw mandaat werd niet nodig geacht. 

(mogelijk punt) Herziening accijnsrichtlijn 92/12/EEG

Omwille van de tijd is over dit punt slechts kort gesproken. De
Commissie verzocht de lidstaten zo snel mogelijk tot een akkoord te
komen omwille van de problematiek ten aanzien van tax free shops in het
intracommunautaire verkeer. Sloveniƫ gaf aan haar reserve niet op te
kunnen heffen omdat, door de recente verkiezingen, het nieuwe parlement
nog niet geĆÆnstalleerd was. Het Voorzitterschap constateerde dat de
Lidstaten hebben ingestemd met de inhoud van het voorstel en dat het
voorstel aanvaard is, zodra Sloveniƫ zijn voorbehoud heeft ingetrokken.


Voortgangsrapport economische gevolgen klimaatverandering en
stabilisatie prijzen onder ETS  

Bij dit agendapunt is enkel gesproken over de Poolse zorgen ten aanzien
van de prijsvorming binnen het ETS. De vrees van Polen is dat de door de
Commissie geschatte prijsvolatiliteit te laag is. Polen vroeg tijdens de
bespreking van dit agendapunt of het EFC een paper kan voorbereiden over
deze problematiek zodat het in de Ecofin Raad van december besproken kan
worden. Er bestond voldoende steun voor de Poolse oproep. Het
Voorzitterschap concludeerde vervolgens dat het EFC deze opdracht krijgt
en dat het resultaat in zowel de Ecofin Raad als de Milieu Raad
besproken dient te worden. 

Extra 

Door de recente verkiezingen in Sloveniƫ was dit de laatste Ecofin Raad
van de Sloveense minister van Financiƫn Andrej Bajuk. Minister Bajuk
werd bedankt voor zijn inzet, met name ook tijdens het afgelopen
Sloveense Voorzitterschap.