[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

bijlage 2

Bijlage

Nummer: 2008D15487, datum: 2008-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag en documenten JBZ-Raad van 24 oktober 2008 (2008D15481)

Preview document (šŸ”— origineel)






RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

Brussel, 16 oktober 2008

(OR. en)

Interinstitutioneel dossier:

2008/0078 (CNS)

13488/08

  DOCVARIABLE "LWCons_CoteSec"    





SIRIS 133

SCHENGEN 35

COMIX 692

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Betreft:	VERORDENING VAN DE RAAD over de migratie van het
Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem
van de tweede generatie (SIS II)



VERORDENING (EG) Nr. .../2008 VAN DE RAAD

van

over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+)

naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met
name op artikel 66,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)	Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van
de bepalingen van titelĀ IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter
uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux
Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op
14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke
afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen
("Schengenuitvoeringsovereenkomst" genoemd), en de verder uitgewerkte
versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing
van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het
kader van de Europese Unie.

(2)	De ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede
generatie (SIS II) is toevertrouwd aan de Commissie uit hoofde van
Verordening (EG) nr.Ā 2424/2001 van de Raad en van Besluit 2001/886/JBZ
van de Raad. Die rechtsinstrumenten vervallen op 31Ā decemberĀ 2008.
Deze verordening moet dan ook een aanvulling vormen op de genoemde
instrumenten tot een datum die door de Raad moet worden vastgesteld
overeenkomstig artikelĀ 55, lidĀ 2, van Verordening (EG) nr.Ā 1987/2006
van het Europees Parlement en de Raad van 20Ā decemberĀ 2006 betreffende
de instelling, de werking en het gebruik van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SISĀ II).

(3)	SIS II is opgezet bij Verordening (EG) nr.Ā 1987/2006 en Besluit
2007/533/JBZ van 12Ā juniĀ 2007 van de Raad betreffende de instelling,
de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II). Deze verordening laat die instrumenten
onverlet.

(4)	Bepaalde tests van SIS II zijn opgenomen in Verordening (EG) nr.
189/2008 en Besluit nr.Ā 2008/173/EG.

(5)	De ontwikkeling van SIS II moet worden voortgezet en voltooid in het
kader van de algemene planning voor SIS II die de Raad op 6 juni 2008
heeft goedgekeurd.

(6)	De lidstaten en de Commissie dienen gezamenlijk een integrale test
van SIS II uit te voeren, overeenkomstig de bepalingen van deze
verordening. De validering van de test dient zo spoedig mogelijk na de
voltooiing ervan plaats te vinden overeenkomstig Verordening (EG)
nr.Ā 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ.

(7)	De lidstaten dienen de uitwisseling van aanvullende informatie te
testen.

(8)	De Schengenuitvoeringsovereenkomst bepaalt dat SIS 1+ een technisch
ondersteunende functie omvat (C.SIS). Verordening (EG) nr.Ā 1987/2006 en
Besluit 2007/533/JBZ bepalen dat het centrale SISĀ II bestaat uit een
technisch ondersteunende functie en een uniforme nationale interface
(NI-SIS). De technisch ondersteunende functie van het centrale SIS II
wordt gevestigd in Straatsburg (Frankrijk), met een back-up in
St.Ā Johann im Pongau (Oostenrijk).

(9)	Om de eventuele problemen in verband met migratie van SIS 1+ naar
SIS II beter op te vangen, dient een tijdelijke migratiearchitectuur
voor het Schengeninformatiesysteem te worden opgezet en getest. De
tijdelijke migratiearchitectuur mag de operationele beschikbaarheid van
SIS 1+ niet beperken. De Commissie moet een converter ter beschikking
stellen. 

(10)	De signalerende lidstaat dient verantwoordelijk te zijn voor de
juistheid en de actualiteit van de gegevens, alsmede voor de rechtmatige
opneming van de gegevens in het Schengeninformatiesysteem. 

(11)	De Commissie is en blijft verantwoordelijk voor het centrale
SISĀ II en de communicatie-infrastructuur. Deze verantwoordelijkheid
omvat het onderhoud en de verdere ontwikkeling van SIS II en de
communicatie-infrastructuur, waarbij fouten altijd dienen te worden
gecorrigeerd. De Commissie dient voor coƶrdinatie en ondersteuning van
de gezamenlijke activiteiten te zorgen. De Commissie dient met name de
nodige technische en operationele ondersteuning aan de lidstaten te
verstrekken op het niveau van het centrale SISĀ II, onder meer door een
helpdesk beschikbaar te stellen.

(12)	De lidstaten zijn en blijven verantwoordelijk voor de ontwikkeling
en het onderhoud van hun nationale systemen (N.SISĀ II). 

(13)	Frankrijk blijft verantwoordelijk voor de technisch ondersteunende
functie van SIS 1+. Die verantwoordelijkheid is uitdrukkelijk vastgelegd
in de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

(14)	De vertegenwoordigers van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten
dienen hun maatregelen in het kader van de Raad te coƶrdineren. Voor
die organisatorische activiteit dient een kader te worden uitgezet.

(15)	De Commissie moet gemachtigd worden om taken die haar bij deze
verordening worden opgedragen en taken die verband houden met de
uitvoering van de begroting uit te besteden aan derden, zoals nationale
overheidsdiensten, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom),
nr.Ā 1605/2002 van 25Ā juniĀ 2002 houdende het Financieel Reglement van
toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Bij een dergelijke uitbesteding moeten de voor het SIS geldende
voorschriften betreffende gegevensbescherming en gegevensbeveiliging en
betreffende de rol van de betrokken gegevensbeschermingsautoriteiten, in
het bijzonder de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst en
van deze verordening in acht worden genomen.

(16)	Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad
van 18Ā decemberĀ 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke
personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de
communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer
van die gegevens, is van toepassing op de verwerking van
persoonsgegevens door de Commissie.

(17)	De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, die is benoemd
op grond van Besluit 2004/55/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 22Ā decemberĀ 2003 houdende benoeming van de in artikel 286 van het
EG-Verdrag voorziene onafhankelijke controleautoriteit, is bevoegd toe
te zien op de activiteiten van de instellingen en organen van de
Gemeenschap die verband houden met de verwerking van persoonsgegevens.
De Schengenuitvoeringsovereenkomst bevat specifieke bepalingen over de
bescherming en de beveiliging van persoonsgegevens.

(18)	Aangezien de doelstellingen, namelijk het opzetten van de
tijdelijke migratiearchitectuur en de migratie van SISĀ 1+ naar SISĀ II,
niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve
vanwege de omvang en de gevolgen van de geplande maatregel beter door de
Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap
overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde
subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in
hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze
verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te
verwezenlijken.

(19)	Deze verordening neemt de grondrechten in acht en gaat uit van de
beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de
Europese Unie zijn vastgelegd.

(20)	De Schengenuitvoeringsovereenkomst dient te worden gewijzigd om de
integratie van SISĀ 1+ in de tijdelijke migratiearchitectuur mogelijk te
maken. 

(21)	Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de
positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie
en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,
neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening; deze
is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.
Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis
overeenkomstig de bepalingen van titel IV van het derde deel van het
EG-Verdrag, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het
bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden na de
aanneming van deze verordening te beslissen of het dit instrument in
zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(22)	Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het
Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt,
overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000
betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van
Groot-Brittanniƫ en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de
bepalingen van het Schengenacquis. Het Verenigd Koninkrijk neemt
derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is
bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(23)	Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het
Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit
2002/192/EG van de Raad van 28Ā februariĀ 2002 betreffende het verzoek
van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis.
Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening
en deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze
lidstaat.

(24)	Deze verordening heeft geen gevolgen voor de regelingen voor de
gedeeltelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan het
Schengenacquis, als bepaald in respectievelijk Besluit 2000/365/EG en
Besluit 2002/192/EG.

(25)	Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een
ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van
de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek
IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en
Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de
ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied dat is
bedoeld in artikelĀ 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van
17Ā meiĀ 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die
Overeenkomst.

(26)	Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling
in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de
Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de
Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken
bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het
Schengenacquis, die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1,
onder G, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3, van Besluit
2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting
namens de Europese Gemeenschap van die Overeenkomst.

(27)	Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling
van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol
tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse
Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van
het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese
Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze
waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en
de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied
bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van
17 mei 1999, juncto artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad van
28Ā februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese
Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het
Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse
Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van
het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese
Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze
waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en
de ontwikkeling van het Schengenacquis.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Algemeen doel

1.	Het Schengeninformatiesysteem (SIS) dat is ingesteld op grond van de
bepalingen van titelĀ IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (SIS
1+), wordt vervangen door een nieuw systeem, het
Schengeninformatiesysteem II (SIS II), waarvan de instelling, de werking
en het gebruik wordt geregeld door Verordening (EG) nr. 1987/2006. 

2.	SIS II wordt overeenkomstig de in deze verordening bepaalde
procedures en taakverdeling door de Commissie en de lidstaten als Ć©Ć©n
enkel geĆÆntegreerd systeem ontwikkeld en operationeel gemaakt.

ArtikelĀ 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)	"centrale SISĀ II": de technisch ondersteunende functie van SISĀ II,
die een databank, de SISĀ II-databank, bevat, en een uniforme nationale
interface (NI-SIS); 

b)	"C.SIS": de technisch ondersteunende functie van SISĀ 1+, die de
referentiedatabank voor SIS 1+ bevat, en een uniforme nationale
interface (N.COM);

c)	"N.SIS": het nationale SISĀ 1+-systeem, bestaande uit de nationale
datasystemen die in verbinding staan met C.SIS;

d)	"N.SISĀ II": het nationale SISĀ II-systeem, bestaande uit de
nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SISĀ II;


e)	"converter": een technisch instrument dat een consistente en
betrouwbare verbinding tussen C.SIS en het centrale SISĀ II mogelijk
maakt, en de in artikelĀ 10, lidĀ 3, bepaalde functies waarborgt;

f)	"integrale test": de test bedoeld in artikelĀ 55, lid 3, onderĀ c),
van Verordening (EG) nr.Ā 1987/2006;

g)	"test betreffende aanvullende informatie": de functionele tests
tussen de Sirene-bureaus.

Artikel 3

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze verordening omschrijft de taken en verantwoordelijkheden van de
Commissie, Frankrijk en de andere lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ met
betrekking tot de volgende taken:

a)	het onderhoud en de verdere ontwikkeling van SIS II;

b)	een integrale test van SISĀ II;

c)	een test betreffende aanvullende informatie;

d)	de verdere ontwikkeling en het testen van een converter; 

e)	het opzetten en testen van een tijdelijke migratiearchitectuur;

f)	de migratie van SISĀ 1+ naar SISĀ II.

Artikel 4

Technische componenten van de migratiearchitectuur

Voor de migratie van SIS 1+ naar SISĀ II zijn de volgende componenten
nodig:

a)	het C.SIS en de verbinding met de converter; 

b)	de communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ waardoor het C.SIS kan
communiceren met het N.SIS;

c)	het N.SIS;

d)	het centrale SISĀ II, de NI-SIS en de communicatie-infrastructuur
voor SISĀ II waardoor het centrale SISĀ II kan communiceren met de
N.SISĀ II en de converter;

e)	het N.SISĀ II;

f)	de converter.

Artikel 5

Voornaamste verantwoordelijkheden in de ontwikkeling van SISĀ II

1.	De Commissie blijft het centrale SISĀ II, de
communicatie-infrastructuur en de converter ontwikkelen.

2.	Frankrijk stelt het C.SIS beschikbaar en laat het functioneren,
overeenkomstig de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

3.	De lidstaten blijven het N.SIS II ontwikkelen.

4.	De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten onderhouden het N.SIS
overeenkomstig de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

5.	De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten stellen de
communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ beschikbaar en laten deze
functioneren.

6.	De Commissie coƶrdineert de activiteiten en verstrekt de nodige
ondersteuning voor de uitvoering van de in de leden 1 tot en met 3
genoemde taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 6

Verdere ontwikkeling

De maatregelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van SIS II
als bedoeld in artikelĀ 5, lidĀ 1, met name de nodige maatregelen voor
het corrigeren van fouten, worden vastgesteld volgens de procedure van
artikel 17, lid 2.

De maatregelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van SIS II
als bedoeld in artikelĀ 5, lidĀ 3, worden voor zover het de uniforme
nationale interface betreft die zorgt voor de compatibiliteit van
N.SISĀ II met het centrale SISĀ II, vastgesteld volgens de procedure van
artikelĀ 17, lid 2.

ArtikelĀ 7

Voornaamste activiteiten

1.	De Commissie voert samen met de aan SISĀ 1+ deelnemende lidstaten een
integrale test uit.

2.	Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur opgezet, die door de
Commissie samen met Frankrijk en met de andere aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten word getest.

3.	De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten verrichten de
migratie van SIS 1+ naar SISĀ II.

4.	De aan SISĀ I+ deelnemende lidstaten testen de uitwisseling van
aanvullende informatie. 

5.	De Commissie verstrekt op het niveau van het centrale SISĀ II de
nodige ondersteuning voor de in de leden 1 tot en met 4 genoemde
activiteiten.

6.	De in de leden 1 tot en met 3 genoemde activiteiten worden
gecoƶrdineerd door de Commissie en door de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten in het kader van de Raad. 

Artikel 8

Integrale test

1.	Met de integrale test wordt niet begonnen dan nadat de Commissie
heeft verklaard dat volgens haar de mate van succes van de tests als
bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 189/2008 voldoende hoog is
om deze test aan te vatten.

2.	Er wordt een integrale test uitgevoerd, die ten doel heeft met name
te bevestigen dat de Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten in
technisch opzicht alles in gereedheid hebben gebracht voor de verwerking
van SIS II-gegevens, en dat het prestatieniveau van SIS II ten minste
gelijk is aan dat van SIS 1+.

3.	De integrale test wordt uitgevoerd door de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten voor hetĀ N.SISĀ II en door de Commissie voor het centrale SIS
II.

4.	De integrale test verloopt volgens een gedetailleerd schema dat door
de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, in
samenwerking met de Commissie is opgesteld.

5.	De integrale test is gebaseerd op de technische specificaties die
door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, in
samenwerking met de Commissie zijn opgesteld.

6.	De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van
de Raad, stellen de criteria vast om te bepalen of in technisch opzicht
alles in gereedheid is gebracht voor de verwerking van SIS II-gegevens
en het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS
1+.

7.	De testresultaten worden door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten,
in het kader van de Raad, en de Commissie geanalyseerd aan de hand van
de in lidĀ 6 vermelde criteria. De testresultaten wordt gevalideerd
overeenkomstig artikel 55, lidĀ 3, onderĀ c), van Verordening (EG) nr.
1987/2006.

8.	De lidstaten die niet deelnemen aan SISĀ 1+ mogen wel deelnemen aan
de integrale test. Hun resultaten hebben geen invloed op de algehele
validering van de test.

Artikel 9

Test betreffende aanvullende informatie

1.	De lidstaten die deelnemen aan SISĀ I+ voeren functionele
Sirene-tests uit. 

2.	De Commissie stelt het centrale SIS II en de
communicatie-infrastructuur daarvan beschikbaar tijdens de uitvoering
van de test betreffende aanvullende informatie. 

3.	De test betreffende aanvullende informatie verloopt volgens een
gedetailleerd schema dat door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in
het kader van de Raad, is opgesteld.

4.	De test betreffende aanvullende informatie is gebaseerd op de
technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten,
in het kader van de Raad, zijn opgesteld.

5.	De testresultaten worden door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in
het kader van de Raad, geanalyseerd.

6.	De lidstaten die niet deelnemen aan SISĀ 1+ mogen wel deelnemen aan
de test betreffende de aanvullende informatie. Hun resultaten hebben
geen invloed op de algehele validering van de test.

Artikel 10

Tijdelijke migratiearchitectuur

1.	Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur opgezet. De
converter verbindt het centrale SIS II en het C.SIS gedurende een
overgangsperiode. De N.SIS zijn verbonden met het C.SIS en de N.SIS II
met het centrale SIS II.

2.	De Commissie zorgt voor een converter, het centrale SISĀ II en de
communicatie-infrastructuur daarvan, als onderdeel van de tijdelijke
SIS-migratiearchitectuur.

3.	De converter converteert gegevens in twee richtingen tussen C.SIS en
het centrale SIS II en houdt C.SIS en het centrale SIS II synchroon. 

4.	De Commissie test de communicatie tussen het centrale SISĀ II en de
converter. 

5.	Frankrijk test de communicatie tussen C.SIS en de converter. 

6.	De Commissie en Frankrijk testen de communicatie tussen het centrale
SISĀ II en C.SIS via de converter. 

7.	Samen met de Commissie verbindt Frankrijk C.SIS via de converter met
het centrale SISĀ II.

8.	Samen met Frankrijk en de andere aan SIS 1+ deelnemende lidstaten
test de Commissie de tijdelijke SIS-migratiearchitectuur in haar geheel,
overeenkomstig een door de Commissie verstrekt testschema. 

9.	Indien nodig stelt Frankrijk gegevens voor testdoeleinden
beschikbaar.

Artikel 11

Migratie van SISĀ 1+ naar SISĀ II

1.	Voor de migratie van C.SIS naar het centrale SIS II stelt Frankrijk
de databank van SIS 1+ beschikbaar; de Commissie voert de databank van
SIS 1+ in het centrale SISĀ II in.

2.	De lidstaten die deelnemen aan SISĀ 1+ migreren uiterlijk 30
septemberĀ 2009 van N.SISĀ naar N.SISĀ II, met behulp van de tijdelijke
migratiearchitectuur en met ondersteuning van Frankrijk en van de
Commissie. Indien nodig kan deze datum worden gewijzigd volgens de in
artikel 17, lidĀ 2, bepaalde procedure.

3.	De migratie van het nationale systeem van SIS 1+ naar SIS II bestaat
uit de gegevenslading van N.SIS II, als dat N.SIS II een gegevensbestand
(een"nationale kopie") met een volledige of gedeeltelijke kopie van de
SISĀ II-databank moet bevatten, gevolgd door een overschakeling van
N.SIS naar N.SIS II voor elke lidstaat. De migratie verloopt volgens een
gedetailleerd schema dat wordt opgesteld door de Commissie en de aan SIS
1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad.

4.	De Commissie biedt bijstand ter coƶrdinatie en ondersteuning van de
gemeenschappelijke activiteiten tijdens de migratie.

5.	De in het migratieproces voorziene overschakeling wordt uitgevoerd na
de in artikelĀ 8, lidĀ 7, bedoelde validering.

Artikel 12

Materieel rechtelijk kader

Tijdens de migratie blijven de bepalingen van titel IV van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst van toepassing op het
Schengeninformatiesysteem.

Artikel 13

Samenwerking

1.	De Commissie en de lidstaten werken samen ten behoeve van de
uitvoering van alle door deze verordening bestreken activiteiten,
overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden. 

2.	De Commissie verstrekt met name de nodige ondersteuning op het niveau
van het centrale SISĀ II voor het testen en de migratie van N.SISĀ II.

3.	De lidstaten verstrekken met name de nodige ondersteuning op het
niveau van N.SISĀ II voor het testen van de tijdelijke
migratiearchitectuur.

Artikel 14

Registratie van verrichtingen in het centrale SISĀ II

1.	Onverminderd de desbetreffende bepalingen van titel IV van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst zorgt de Commissie ervoor dat elke
toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in het centrale SISĀ II
wordt geregistreerd, zodat kan worden nagegaan of de opzoeking
rechtmatig is en de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, de goede
werking van het centrale SISĀ II en de nationale systemen, en de
integriteit en de beveiliging van de gegevens kunnen worden bewaakt.

2.	De registers bevatten met name de datum en het tijdstip van de
gegevenstransmissie, de voor bevraging gebruikte gegevens, de verwijzing
naar de toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit
die met de verwerking van de gegevens is belast.

3.	De registers mogen alleen voor de in lidĀ 1 genoemde doeleinden
worden gebruikt en worden ten vroegste Ć©Ć©n jaar en uiterlijk
drieĀ jaar na de aanleg ervan verwijderd. 

4.	Registers kunnen langer worden bewaard indien zij nodig zijn in het
kader van lopende controleprocedures.

5.	De nationale autoriteiten die belast zijn met het nagaan of de
bevraging rechtmatig is, het bewaken van de rechtmatigheid van de
gegevensverwerking, de interne controle en de zorg voor de goede werking
van het centrale SIS II en de integriteit en de beveiliging van de
gegevens, hebben binnen de grenzen van hun bevoegdheid en op verzoek
toegang tot deze registers om ervoor te zorgen dat zij hun taken kunnen
vervullen.

Artikel 15

Kosten

1.	De kosten die voortvloeien uit de migratie, de integrale test, de
test betreffende de aanvullende informatie, onderhouds- en
ontwikkelingsmaatregelen op het niveau van het centrale SISĀ II en de
communicatie-infrastructuur komen ten laste van de algemene begroting
van de Europese Unie. 

2.	De kosten die voortvloeien uit de migratie, het testen, het onderhoud
en de ontwikkeling van de nationale systemen komen ten laste van de
betrokken lidstaat. 

3.	De kosten van de activiteiten op het niveau van SIS 1+, zoals extra
activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+,
worden verdeeld overeenkomstig artikel 119 van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst. 

Artikel 16

Wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst

De bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst worden als volgt
gewijzigd:

1.	Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"ArtikelĀ 92 bis

1.	Vanaf de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. ā€¦/2008 van de
Raad* en van Besluit nr. 2008/ā€¦/JBZ** van de Raad, en op basis van de
definities in artikelĀ 2 daarvan, kan de technische architectuur van het
Schengeninformatiesysteem worden aangevuld met:

a)	een bijkomend centraal systeem, bestaande uit:

een technisch ondersteunende functie (centrale SISĀ II), gelegen in
Frankrijk met een back-up centrale SISĀ II gelegen in Oostenrijk, die de
SISĀ II-databank en een uniforme nationale interface (NI-SIS) bevat;

een technische verbinding tussen C.SIS en het centrale SISĀ II via de
converter voor de conversie en synchronisatie van gegevens tussen C.SIS
en het centrale SIS II;

b)	een nationaal systeem (N.SISĀ II), bestaande uit de nationale
datasystemen die in verbinding staan met het centrale SISĀ II;

c)	een infrastructuur voor de verbinding tussen het centrale SISĀ II en
het met de NI-SIS verbonden N.SISĀ II.

2.	N.SISĀ II kan in de plaats komen van het in artikelĀ 92 van deze
overeenkomst bedoelde nationale deel; in dat geval hoeven de lidstaten
geen nationaal gegevensbestand aan te houden. 

3.	De centrale SIS II-databank is beschikbaar om op het grondgebied van
elk van de lidstaten geautomatiseerde bevraging mogelijk te maken. 

4.	Voor lidstaten die hun nationale deel vervangen door een N.SISĀ II
gaan de verplichte taken van de technisch ondersteunende functie ten
opzichte van dat nationale deel als bedoeld in artikelĀ 92, leden 2 en
3, over in verplichte taken ten opzichte van het centrale SISĀ II,
onverminderd de verplichtingen als bedoeld in Besluit ... van de Raad*
en in artikelĀ 5, lid 1, en artikel 10, leden 1, 2 en 3 van Verordening
(EG) nr.Ā ā€¦/2008 van de Raad**.

5.	Het centrale SISĀ II levert de diensten die nodig zijn voor het
invoeren en verwerken van SIS-gegevens, de onlinebijwerking van de
nationale kopieĆ«n van N.SISĀ II, de synchronisatie en de samenhang
tussen de nationale kopieĆ«n van N.SISĀ II en de centrale SIS
II-databank, en voor het proces voor de initialisering en het herstel
van de nationale kopieĆ«n van N.SISĀ II.

6.	Frankrijk, dat verantwoordelijk is voor de technisch ondersteunende
functie, de andere lidstaten en de Commissie werken samen om ervoor te
zorgen dat een opzoeking in de gegevensbestanden van N.SISĀ II of in de
SISĀ II-databank, een resultaat oplevert dat gelijkwaardig is aan het
resultaat van een opzoeking in het in artikel 92, lid 2 bedoelde
gegevensbestand van de nationale delen."

2.	Artikel 119, lid 1, eerste zin, wordt vervangen door:

"De kosten verbonden aan de inrichting en werking van de technisch
ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, met inbegrip
van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het
Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie en de
kosten voor activiteiten die verband houden met taken die Frankrijk
verricht overeenkomstig Besluit nr. 2008/ā€¦/JBZ* van de Raad en
Verordening (EG) nr. .../2008 van de Raad**, worden door de lidstaten
gemeenschappelijk gedragen."

3.	Artikel 119, tweede alinea, komt als volgt te luiden:

"Elke lidstaat draagt de kosten verbonden aan de inrichting en werking
van zijn nationale deel van het Schengeninformatiesysteem en aan de
taken die aan de nationale systemen zijn opgedragen bij Besluit
nr.Ā 2008/ā€¦/JBZ van de Raad en Verordening (EG) nr. ā€¦/2008 van de
Raad**"

Artikel 17

ComitƩ

1.	De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 51 van Verordening
(EG) nr.Ā 1987/2006 ingestelde comitĆ©.

2.	Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van
Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van
dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt
vastgesteld op drie maanden.

Artikel 18

Verslaglegging

De Commissie dient na afloop van iedere periode van zes maanden, en voor
het eerst na het eerste halfjaar van 2009, bij het Europees Parlement en
de Raad een voortgangsverslag in over de ontwikkeling van SIS II en de
migratie van SISĀ 1+ naar SISĀ II.

Artikel 19

Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van
haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. De
verordening vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld
overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006, en
onder geen beding later dan 30 juniĀ 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks
toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 

	Voor de Raad

	De voorzitter

	Advies van 24Ā septemberĀ 2008, nog niet bekendgemaakt in het
Publicatieblad.

	PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19.

	PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4.

	PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1.

	PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

	PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

	PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1.

	PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14.

	PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij
Verordening (EG) nr.Ā 1525/2007 van de Raad (PB LĀ 343 van 27.12.2007,
blz.Ā 9).

	PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

	PB L 12 van 17.1.2004, blz. 47.

	PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

	PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

	PB LĀ 176 van 10.7.1999, blz. 36.

	PB LĀ 176 van 10.7.1999, blz. 31.

	PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

	PB LĀ 53 van 27.2.2008, blz.Ā 1.

	PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3.

*	PB: = deze verordening.

**	PB: = document 13489/08.

*	PB: = document 13489/08.

**	PB: = deze verordening.

*	PB: = document 13489/08.

**	PB: = deze verordening.

13488/08		HD/mg	

	DG H 3B		NL

13488/08		HD/mg	  PAGE  \* MERGEFORMAT  25 

	DG H 3B		NL