[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwerp besluit

Bijlage

Nummer: 2008D15835, datum: 2008-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voorhangprocedure wijziging Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen (2008D15834)

Preview document (🔗 origineel)


Ontwerp-besluit in het kader van de voorhangprocedure ex artikel 41,
derde lid, en artikel 59, derde lid, Wet op de rechterlijke organisatie

Besluit van

tot wijziging van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen
in verband met enkele gemeentelijke herindelingen, een statuswijziging
en uitbreiding van zittingsmogelijkheden

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van ***, nr. ***;

Gelet op artikel 41, tweede lid, en artikel 59, tweede lid, van de Wet
op de rechterlijke organisatie;

De Raad van State gehoord (advies van **, nr. **);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van **, nr. **;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen wordt gewijzigd
als volgt: 

A

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b vervalt.

2. De onderdelen c tot en met g worden geletterd b tot en met f. 

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt na “gerechtshof” ingevoegd: of het
ressortsparket.

2. In het tweede lid wordt na “rechtbank” ingevoegd: of het
arrondissementsparket.

C

De bijlage wordt gewijzigd als volgt: 

1. In het gestelde onder “Rechtbank ’s-Gravenhage” vervallen
“Alkemade” en “Jacobswoude” en wordt na “Hillegom”
ingevoegd: Kaag en Braassem. 

2. In het gestelde onder “Rechtbank Haarlem” vervalt: Bennebroek. 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. 

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. 

De Minister van Justitie,

Nota van toelichting

Met dit besluit worden drie wijzigingen aangebracht in het Besluit
nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen:

1. een voorziening op grond waarvan kan worden bewerkstelligd dat
strafzaken van medewerkers van een ressorts- of arrondissementsparket
worden behandeld in een ander ressort of arrondissement;

2. aanpassingen in verband met enkele gemeentelijke herindelingen;

3. herstel van een omissie.

Artikel I

Onderdeel A

De gemeente Haarlemmermeer is ingevolge de Veegwet modernisering
rechterlijke organisatie (Stb. 2004, 215) in de bijlage bij de Wet op de
rechterlijke organisatie aangewezen als nevenvestigingsplaats bij de
rechtbank Haarlem. Deze statuswijziging van nevenzittingsplaats in
nevenvestigingsplaats is destijds niet volledig verwerkt in het Besluit
nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen: artikel 6b is wel aangepast
(Stb. 2004, 288), maar artikel 3 niet. Met deze wijziging van artikel 3
van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen is deze
omissie hersteld.

Onderdeel B

De aanvulling in onderdeel B bestaat uit de mogelijkheid over te gaan
tot de aanwijzing van nevenzittingsplaatsen buiten het rechtsgebied van
de ressortsparketten of arrondissementsparketten voor de behandeling van
zaken waarbij een medewerker van het parket als verdachte in een
onderzoek wordt aangemerkt. 

Op grond van artikel 6 van het besluit was het reeds mogelijk om zaken,
waarbij het personeel van het gerechtshof of de rechtbank betrokken is,
te behandelen in een nevenzittingsplaats buiten het ressort of
arrondissement. Thans kunnen voorts zaken, waarbij een medewerker van
het parket als verdachte in een onderzoek wordt aangemerkt, worden
behandeld in een nevenzittingsplaats buiten het ressort of
arrondissement.

Voor de behandeling van dergelijke zaken worden nevenzittingsplaatsen in
een aangrenzend rechtsgebied aangewezen. Met deze regeling wordt beoogd
de behandeling van dergelijke zaken mogelijk te maken in een locatie
buiten de werkplek van betrokkene. Deze regeling heeft bovendien als
voordeel dat de feitelijke behandeling van de zaak kan plaatsvinden door
medewerkers van het openbaar ministerie die niet de directe collega’s
van betrokkene zijn. 

Opgemerkt zij dat een behandeling van de zaak in een nevenzittingsplaats
buiten het ressort of arrondissement niet inhoudt dat de zaak formeel
wordt overgedragen aan een ander gerecht.  

De regeling heeft geen betrekking op de strafrechtelijke vervolging van
rechterlijke ambtenaren in de gevallen waarin het openbaar ministerie
gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, die artikel 510 van het
Wetboek van Strafvordering biedt, om de Hoge Raad te verzoeken een ander
gerecht aan te wijzen voor de vervolging en de berechting van de zaak.

Onderdeel C

De bijlage bij het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen is
gewijzigd in verband met een tweetal gemeentelijke herindelingen in de
arrondissementen ’s-Gravenhage en Haarlem. 

Het betreft in het arrondissement Haarlem de samenvoeging van de
gemeenten Bennebroek en Bloemendaal (de Wet tot samenvoeging van de
gemeenten Bennebroek en Bloemendaal, Stb. 2008, 281), de naam van de
nieuwe gemeente is Bloemendaal. 

Voorts zijn in het arrondissement ’s-Gravenhage de gemeenten Alkemade
en Jacobswoude samengevoegd (de Wet tot samenvoeging van de gemeenten
Alkemade en Jacobswoude, Stb. 2008, 282), de naam van de nieuwe gemeente
is Kaag en Braassem. Via genoemde wetten is de Wet op de rechterlijke
indeling al aan de herindelingen aangepast. 

In de bijlage bij het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen
waren de gemeenten Alkemade en Jacobswoude verdeeld over twee
verschillende nevenvestingsplaatsen, respectievelijk Leiden en Alphen
aan den Rijn. In samenspraak met de Raad voor de rechtspraak is voor de
nieuwe gemeente Kaag en Braassem als nevenvestigingsplaats Leiden
aangewezen, omdat vanuit de meeste kernen Leiden beter bereikbaar is dan
Alphen aan den Rijn. 

Uit dit besluit vloeien geen administratieve lasten voor burgers of
bedrijven voort. De mogelijke kosten die uit deze wijzigingen
voortvloeien, worden opgevangen binnen de bestaande budgetten. 

De Minister van Justitie,