[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwerp-Regeling Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Bijlage

Nummer: 2008D16378, datum: 2008-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Pilotprojecten in het kader van de zogenoemde kunst¬mestvervangers (2008D16377)

Preview document (🔗 origineel)


MINISTERIE VAN LANDBOUW, 

NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Ontwerp-Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur

en Voedselkwaliteit van …, TRCJZ/2008/3190,

houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

	DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,



Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op de artikelen 12, derde lid en 38, eerste lid en derde lid, van
de Meststoffenwet;

BESLUIT:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 35e en 35f komen te luiden:

Artikel 35e 

De landbouwer die op zijn bedrijf mineralenconcentraat gebruikt, is voor
wat betreft het gebruik van het mineralenconcentraat, voor de jaren 2009
en 2010 vrijgesteld van artikel 7 van de wet, voor zover het gebruik van
de totale hoeveelheid meststoffen op zijn bedrijf de
stikstofgebruiksnorm, bedoeld in artikel 8, onderdeel b, van de wet, en
de fosfaatgebruiksnorm, bedoeld in artikel 8, onderdeel c, van de wet,
niet overschrijdt, en indien is voldaan aan elk van de voorwaarden,
bedoeld in artikel 35f. 

Artikel 35f

De landbouwer heeft met een overeenkomstig artikel 35b aangewezen
producent van mineralenconcentraat een schriftelijke overeenkomst
gesloten tot afname van het mineralenconcentraat. 

Het desbetreffende bedrijf van de landbouwer is voor de toepassing van
artikel 35e uiterlijk op 31 januari van het desbetreffende jaar
elektronisch bij de Dienst Regelingen aangemeld, onder vermelding van
het door de Dienst Regelingen ter identificatie van het bedrijf
verstrekte relatienummer. 

Het mineralenconcentraat is rechtstreeks vanaf het bedrijf of de
onderneming van de in het eerste lid bedoelde producent op het bedrijf
van de landbouwer aangevoerd.

Het gewicht van en het stikstofgehalte en het fosfaatgehalte in de op
het bedrijf van de landbouwer aangevoerde hoeveelheid
mineralenconcentraat worden bepaald door middel van weging met behulp
van een weegwerktuig onderscheidenlijk door middel van analyse van een
uit de desbetreffende hoeveelheid genomen monster. Het nemen van dit
monster en de analyse van dit monster geschieden overeenkomstig de
artikelen 78 tot en met 81.

Op het vervoersbewijs dierlijke mest dat de desbetreffende aangevoerde
vracht vergezelt, is de in bijlage I voor mineralenconcentraat opgenomen
mestcode vermeld. 

De landbouwer houdt in de administratie, bedoeld in artikel 32 van het
besluit, de gegevens bij over de oppervlakte en de ligging van de
percelen van zijn bedrijf waarop mineralenconcentraat op of in de bodem
is gebracht.

De landbouwer verleent desgevraagd alle medewerking aan het in artikel
35a, eerste lid, bedoelde onderzoek.

Bij de bepaling van de in artikel 12, tweede lid, van de wet bedoelde
hoeveelheid meststoffen wordt voor het desbetreffende bedrijf de
hoeveelheid stikstof in het mineralenconcentraat voor 100 procent in
aanmerking genomen.

In artikel 122, derde lid, wordt "de in de artikelen 52, 57a en 58
bedoelde elektronische mededelingen en verstrekkingen van gegevens en de
in artikel 64 en 69a, bedoelde elektronische indiening van gegevens"
vervangen door: de in de artikelen 52, 57a en 58 bedoelde elektronische
mededelingen en verstrekkingen van gegevens, de in artikel 35f, tweede
lid, bedoelde elektronische aanmelding en de in artikel 64 en 69a,
bedoelde elektronische indiening van gegevens.

C.	In bijlage B wordt boven de laatste rij van de tabel als onderdeel
van het tabeldeel ‘Andere meststoffen en omstandigheden’, een rij
ingevoegd luidende: Mineralenconcentraat dat is geproduceerd door een
overeenkomstig artikel 35b aangewezen producent en dat wordt vervoerd
naar een in artikel 35f, eerste lid, bedoelde landbouwer, -, -, -, 100. 

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.

’s Gravenhage, …

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR

EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Toelichting voor de Staatscourant

§ 1. Algemeen

De onderhavige wijzigingsregeling strekt ertoe de Uitvoeringsregeling
Meststoffenwet (hierna: Uitvoeringsregeling) op een aantal onderdelen te
wijzigen. Deze wijzigingen betreffen de regels aangaande het gebruik van
het mineralenconcentraat boven de gebruiksnormen voor dierlijke
meststoffen (artikel I, onderdeel A), de wijze waarop de daartoe
voorgeschreven elektronische aanmelding van het bedrijf van de
landbouwer geschiedt (artikel I, onderdeel B) en de
werkingscoëfficiënt van mineralenconcentraat (artikel I, onderdeel C).

Het ontwerp van deze regeling is overeenkomstig artikel 43, eerste lid,
onderdeel c, van de Meststoffenwet bekendgemaakt in de Staatscourant
(2008, nr. PM) waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld zijn
zienswijze over het ontwerp naar voren te brengen. Op het ontwerp van
deze regeling zijn reacties ontvangen van PM.

De mogelijkheid om mineralenconcentraat aan te wenden boven de
gebruiksnormen voor dierlijke meststoffen, maakt deel uit van het
onderzoek naar de landbouw- en milieukundige effecten van de
grootschalige productie, de afzet en het gebruik van
mineralenconcentraat. De overige aspecten betreffende dit onderzoek,
waaronder de deelname van producenten waarmee een landbouwer een
overeenkomst tot afname van het mineralenconcentraat moet hebben
gesloten, worden in de Uitvoeringsregeling opgenomen door de wijziging
van de Uitvoeringsregeling van .. november 2008 (Stcrt. PM).

§ 2. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Door middel van de in onderdeel A opgenomen wijziging wordt in de
Uitvoeringsregeling een tweetal artikelen opgenomen.

Artikel 35e

Op grond van artikel 7 van de Meststoffenwet is het verboden in enig
kalenderjaar op een bedrijf meststoffen op of in de bodem te brengen.
Dit verbod geldt op grond van artikel 8 van de wet niet indien de op of
in de landbouwgrond gebrachte hoeveelheid meststoffen in het
desbetreffende jaar de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen, de
stikstofgebruiksnorm voor meststoffen en de fosfaatgebruiksnorm voor
meststoffen niet overschrijdt. Zoals is toegelicht in paragraaf 1 bij de
regeling van PM zal in lijn met de door de Tweede Kamer aangenomen motie
van het lid Van der Vlies c.s. (Kamerstukken II 2007–2008, 28 385, nr.
99) de mogelijkheid om mineralenconcentraat uit (on)vergiste dierlijke
meststoffen aan te wenden boven de gebruiksnormen voor dierlijke
meststoffen, deel uitmaken van het onderzoek. Om te onderzoeken in
hoeverre mineralenconcentraat een met kunstmest vergelijkbare werking
heeft, is het derhalve noodzakelijk dat gedurende de periode waarin het
onderzoek naar mineralenconcentraat wordt uitgevoerd, wordt voorzien in
een vrijstelling van het verbod van artikel 7 van de Meststoffenwet,
onder de voorwaarde dat het totale gebruik van meststoffen op het
bedrijf binnen de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat blijft.
Artikel 35e strekt hiertoe.

Zoals eveneens is toegelicht in paragraaf 1 bij de regeling van PM moet
mineralenconcentraat worden aangemerkt als dierlijke mest. Dit betekent
dat overigens – voor zover daarvan in de artikelen 35e en 35f niet
uitdrukkelijk wordt afgeweken - alle voorschriften gelden terzake van
dierlijke meststoffen ingevolge de Meststoffenwet, het Uitvoeringbesluit
Meststoffenwet (hierna: het besluit), de Uitvoeringsregeling en het
Besluit gebruik meststoffen, onverkort van toepassing zijn. Dit betreft
onder meer de bepalingen inzake de administratieve verantwoording, het
vervoer en de uitrijdbepalingen.

Artikel 35f

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen die ingevolge artikel 35e
zijn verbonden aan de vrijstelling, opgenomen in artikel 35e. De
voorwaarden gelden cumulatief. Als voorwaarde geldt op grond van het
eerste lid dat de landbouwer een schriftelijke overeenkomst moet hebben
gesloten met een aangewezen producent van mineralenconcentraat. De
overeenkomst vormt daarmee een indicatie dat de landbouwer het
mineralenconcentraat geleverd krijgt van een producent die aan het
onderzoek deelneemt.

Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen moet het bedrijf van de
landbouwer voorts ingevolge het tweede lid zijn aangemeld bij de Dienst
Regelingen. Deze aanmelding is nodig om met het oog op het toezicht op
de naleving van de gebruiksnormen, te weten welke bedrijven van de
vrijstelling gebruik maken. Het bedrijf van de landbouwer kan alleen
elektronisch worden aangemeld. De gekozen formulering van het tweede lid
staat er niet aan in de weg dat het bedrijf door een derde, bijvoorbeeld
een aangewezen producent, wordt aangemeld. Dit vanuit de wens dat
landbouwers de producent kunnen machtigen om bedrijven van de
landbouwers aan te melden. Omdat op internet wordt gepubliceerd welke
producenten deelnemen aan het onderzoek, kan de landbouwer controleren
of hij van doen heeft met een aangewezen producent. 

De aanmelding dient te geschieden voor 1 februari van het desbetreffende
jaar. De uiterste datum 31 januari is gekozen omdat het
mineralenconcentraat gelet op artikel 4 van het Besluit gebruik
meststoffen kan worden aangewend vanaf 1 februari, als gevolg waarvan de
vrijstelling voor het mineralenconcentraat gedurende de gehele
uitrijdperiode kan worden benut. 

Is het bedrijf van de landbouwer niet of niet tijdig aangemeld, dan
geldt de vrijstelling niet en is de gebruiksnorm voor dierlijke
meststoffen onverkort van toepassing.

Het in artikel 35f, derde lid, opgenomen voorschrift dient ertoe dat de
samenstelling van mineralenconcentraat geen wijziging ondergaat. Hiertoe
is voorgeschreven dat het mineralenconcentraat rechtstreeks aan de
landbouwer worden geleverd. De rechtstreekse levering is bedoeld om
zicht te hebben op de stromen mineralenconcentraat. Dit betekent dat het
niet is toegestaan het mineralenconcentraat tussentijds op te slaan. Bij
tussenopslag is immers niet eenduidig herleidbaar dat het concentraat
daadwerkelijk is geproduceerd door een aangewezen producent. In die
situatie bestaat voorts het risico dat de samenstelling van het
concentraat – bijvoorbeeld door menging – wordt gewijzigd, waardoor
het gelet op de in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling opgenomen
begripsomschrijving niet langer als mineralenconcentraat kan worden
aangemerkt. 

Voorts is het van belang dat de hoeveelheden stikstof en fosfaat in het
mineralenconcentraat zo exact mogelijk worden bepaald, gelijk is
toegelicht bij onderdeel D van de wijzigingsregeling van PM. Het
stikstof- en fosfaatgehalte van mineralenconcentraat dient hiertoe te
worden bepaald door middel van bemonstering en analyse. In dat licht is
het ten behoeve van de precisie van het onderzoek niet toegestaan de
hoeveelheden stikstof en fosfaat in het mineralenconcentraat
overeenkomstig de artikelen 84 tot en met 91 te bepalen op basis van de
in die artikelen bedoelde forfaitaire stikstofgehalten,
onderscheidenlijk fosfaatgehalten. Forfaitaire waarden kunnen slechts
worden gebruikt bij het onklaar raken van het desbetreffende monster.
Deze uitzondering geldt op grond van artikel 81, vijfde lid, dat via
artikel 77, derde lid, van toepassing is.

De in het vijfde en zesde lid opgenomen voorschriften vormen
aanvullingen op de administratieve voorschriften voor de landbouwer die
op grond van de Uitvoeringsregeling en het besluit gelden. Het vijfde
lid van artikel 35f voorziet in een aanvulling op de administratieve
verplichtingen die gelden terzake van het vervoer. Voor het vervoer
geldt op grond van artikel 50 van het besluit dat een vracht dierlijke
meststoffen tijdens het vervoer vergezeld gaat van een op de vracht
betrekking hebbend vervoersbewijs. Ingevolge artikel 53, eerste lid, van
het besluit moeten de leverancier, de vervoerder en de afnemer
gezamenlijk het vervoersbewijs invullen. In aanvulling daarop geldt op
grond van artikel 35f, vijfde lid, dat op het vervoersbewijs, waarvan de
aanvoer van het mineralenconcentraat vergezeld gaat, een aparte mestcode
voor mineralenconcentraat moet zijn ingevuld. Bij het overeenkomstig
artikel 53, zesde lid, van het besluit, ingediende vervoersbewijs
dierlijke meststoffen waarop die mestcode is ingevuld, zal worden
gecontroleerd of de producent en de afnemer als deelnemer aan het
onderzoek zijn geregistreerd.

Een ander relevant administratief voorschrift is opgenomen in het zesde
lid, op grond waarvan de landbouwer in zijn administratie gegevens
bijhoudt over de oppervlakte en de ligging van de percelen van zijn
bedrijf waarop mineralenconcentraat op of in de bodem is gebracht.
Gegevens over het gewas moeten al worden bijgehouden op grond van
artikel 32, tweede lid, onderdeel b, van het besluit. De plicht om deze
gegevens te administreren is nodig om inzicht te hebben in het aantal
hectare en de locaties waarop het mineralenconcentraat wordt gebruikt.
Dit is van belang gelet op de EU-randvoorwaarde dat het onderzoek
betrekking heeft op ten hoogste 20.000 hectaren. Bovendien is op deze
wijze uit de administratie af te leiden op welke gewassen het
mineralenconcentraat wordt gebruikt. Op deze wijze kan de
landbouwkundige werking van het mineralenconcentraat in de praktijk
worden gevolgd. 

Bij de medewerking aan het onderzoek, bedoeld in het zevende lid, gaat
het vooral om het verstrekken van informatie aan de
onderzoeksbegeleiders. Dit is van belang voor het onderzoek naar de
landbouwkundige en milieukundige effecten met betrekking tot de
productie, de afzet en het gebruik van mineralenconcentraat. 

Artikel I, onderdeel A, voor zover dat betrekking heeft op artikel 35f,
achtste lid, en artikel I, onderdeel C

Met het onderzoek naar mineralenconcentraat is onder meer beoogd te
onderzoeken of mineralenconcentraat een met kunstmest vergelijkbare
werking heeft. In principe is de stikstof in kunstmest voor 100 procent
werkzaam. Aannemende dat mineralenconcentraat in dit opzicht een met
kunstmest vergelijkbare werking heeft, wordt de werkingscoëfficiënt
van mineralenconcentraat in bijlage B gesteld op 100 procent. De
werkingscoëfficiënt van 100 procent geldt gedurende de hele pilot, dus
voor 2 jaren. 

De 100 procent geldt slechts voor het mineralenconcentraat, voor zover
dat wordt aangewend binnen het kader van het onderzoek.

Artikel II

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.
Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste
verandermomenten voor regelgeving die inhouden dat nieuwe regels slechts
op 1 januari of 1 juli ingaat en minimaal drie maanden daaraan
voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt. De reden
hiervoor is dat eerdere vaststelling van deze regeling niet mogelijk was
omdat de reactie van de Europese Commissie moest worden afgewacht. 

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR

EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

 PAGE   7 

 PAGE   7 

VERSIE 18 AUGUSTUS 2004

 PAGE   7 

 PAGE   7 

VERSIE 18 AUGUSTUS 2004