[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage

Bijlage

Nummer: 2008D16442, datum: 2008-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: VWS programma vermindering regeldruk (2008D16441)

Preview document (🔗 origineel)


VWS Programma vermindering regeldruk

Bijlage bij brief aan de	voorzitter van de TK

Het reductieprogramma van VWS is opgebouwd uit een aantal delen, te
weten

vermindering van administratieve lasten;

verminderen van ervaren regeldruk;

maatregelen op het terrein van nalevingskosten;

ontwikkelingen op het terrein van toezicht;

maatregelen in het kader van de kwaliteit voor dienstverlening.

Onderstaand een weergave van de ontwikkelingen op deze te onderscheiden
gebieden.

Vermindering administratieve lasten

De berekende administratieve lasten van het ministerie van VWS zijn in
geld uitgedrukt ca. € 452 miljoen, te weten:

AL VWS wet- en regelgeving                                     € 195
miljoen

20%-aandeel van ca. € 1,1 miljard AL van de 

      loonsomheffing voor de inning inkomensafhankelijke 

      bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw)                          
€ 218 miljoen

AL met een zuiver Europese oorsprong                        €  39
miljoen

Ad 1) AL VWS wet- en regelgeving                                        
  

Lopende regelgevingsdossiers 

Afnames

mln

Besluit houdende wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ in
verband met beperking van de aanspraak op extramurale ondersteunende
begeleiding  	Door de beperking van de aanspraken treedt een positief
effect op voor de administratieve lasten, omdat minder gebruik wordt
gemaakt van deze aanspraken	-4,00

Wet ambulancezorg 	Doel is kwaliteitsverbetering. Effect voor regeldruk
door terugbrengen van het aantal ambulanceposten van 72 naar 24 RAV's en
herformulering (deels schrappen) van informatieverplichtingen.	-3,00

Wet cliëntenrechten zorg 	In de nieuwe wet cliëntenrechten vindt met
het oog op belangen van cliënten vervanging en deregulering van aantal
wetten plaats (delen BW (WGBO), WTZi, Wmcz, Wkcz, Kwzi). 

	-2,90

Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling) 
Wijziging is mede gericht op deregulering.	-2,90

Vereenvoudiging vergunningenstelsel Drank- en Horecawet (meldingsplicht
ipv vernieuwen vergunning) 

-0,45









Toenames



Besluit zorgplan AWBZ-zorg  	Betreft de wettelijke verankering van
reeds bestaande praktijk. Oogmerk: cliënten extra mogelijkheden geven
om rechten uit te oefenen (opstellen zorgplan) 	8,80

Wijziging van de Zvw ivm verstrekking van bijdragen aan zorgaanbieders
die inkomsten derven wegens zorg aan illegalen en van de AWBZ met het
oog op verzekering van groepen minderjarigen 	toename	0,05

Besluit uitvoering en rapportage orgaandonatieprocedures 	toename	0,20

Wijziging van de regeling verpakkingen en gebruiksartikelen Warenwet
toename	0,30

Wijziging van de Zvw en de wet op zorgtoeslag ivm structurele
maatregelen wanbetalers Zvw (bronheffing)	toename	0,60

Wijziging van de Nadere regels attractie- en speeltoestellen	toename
1,50

Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg 	toename	2,50

Totaal lopende dossiers	toename	0,70









Reductiepotentieel





mln

Volledige afschaffing AO/IC	Op dit moment overleggen de veldpartijen,
verzekeraars, NZa en VWS op welke wijze de afschaffing van de nadere
regels van de NZa vormgegeven kan worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van de aanbevelingen van Actal om de overdracht van de
verantwoordelijkheden naar de veldpartijen goed te “regelen.” 
-32,00

Integratie nacalculatie in Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording
(JMV)	Instellingen in de care en cure hoeven door deze maatregel geen
separate gegevens meer aan te leveren t.b.v. nacalculatie (nodig voor
definitieve vaststelling van buddgetten). NZa beziet met VWS op welke
manier dit geïntegreerd kan worden in het Jaarverslag Maatschappelijke
Verantwoording. 

Het effect is overeenkomstig de gemeten administratieve lasten; wellicht
zal een deel als gemengde functie wel blijven bestaan.	-15,90

Verminderen regeldruk mbt productieafspraken	afname	-4,00

Invoeren XBRL voor de zorg	afname	-3,00

Melden doodsoorzaak in het kader van de Wet op de lijkbezorging door
middel van ICT.	afname	-0,40

                                                       Totaal
reductiepotentieel	afname	-60,30





Totaal lopende dossiers en reductiepotentieel	afname	-59,60



Ad 2)  Vereenvoudiging loonsomheffing; 20%-aandeel van ca. € 1,089
miljard AL van de loonsomheffing voor de inning inkomensafhankelijke
bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw)	

Het aandeel van VWS in de administratieve lasten van de loonsomheffing
maakt onderdeel uit van de berekende administratieve lasten in de
fiscaal-sociale sfeer. Maatregelen zullen leiden tot een
lastenverlichting voor werkgevers, onder meer door vereenvoudiging van
het loonbegrip en ondersteuning op ICT gebied, waaronder facilitering
van XBRL gebruik. Op dit moment is de verwachting dat voor het
VWS-aandeel een besparing zal plaatsvinden van ca. € 58 mln.

Ad 3)  AL met een zuiver Europese oorsprong                             


Het realiseren van een reductie van administratieve lasten die
voortvloeien uit Europese wet- en regelgeving ligt buiten het bereik van
een enkele lidstaat. Nederland zal samen met de andere lidstaten
voorstellen moeten ontwikkelen die leiden tot reductie. Dat is gelet op
de inbreng van verschillende lidstaten geen gemakkelijke opgave. 

Herkomst

Binnen VWS komt de AL uit Europese regelgeving uit geneesmiddelen- en
warenwetregulering. Hier zijn de volgende ontwikkelingen te melden.

Geneesmiddelenwet

Het belangrijkste instrument in de Geneesmiddelenwet is het
vergunningenstelsel. Het  reguleert de (gehele of gedeeltelijke)
vervaardiging, in- en uitvoer, groothandel en toelating tot de markt van
geneesmiddelen. Al deze activiteiten zijn zonder vergunning verboden. De
Geneesmiddelenwet regelt tevens de indeling van geneesmiddelen (naar
risico) in distributiekanalen (Uitsluitend recept –UR-, Uitsluitend
Apotheek –UA-, Uitsluitend Apotheek en Drogist –UAD-, Algemene
Verkoop –AV-), de terhandstelling van geneesmiddelen (door
apothekers), de geneesmiddelenreclame, de geneesmiddelenbewaking (het
systematisch verzamelen van gegevens over bijwerkingen, gebruik en
misbruik) en de handhaving door de IGZ. Dit leidt tot hoge mate van
bescherming binnen Europa van de consument aan de ene kant en
rechtszekerheid en een level playing field voor de industrie aan de
andere kant. De Geneesmiddelenwet is gebaseerd op Europese richtlijn
2001/83 en op (rechtstreeks werkende) verordeningen. Sommige van deze
verordeningen zijn uitwerking van afspraken tussen de EU, Japan en de VS
die zijn vastgelegd in de International Harmonisation Conference (IHC). 

Voor het aanvragen van een handelsvergunning is een uitgebreid dossier
noodzakelijk, waarin de veiligheid, de kwaliteit en werkzaamheid van
geneesmiddelen wordt aangetoond. Deze aanvraag staat als in de nulmeting
als grootste administratieve last van de Geneesmiddelenwet te boek
(€13 miljoen). Nationale procedures (registratie van een geneesmiddel
alleen in Nederland) vinden steeds minder plaats: er is veel  eerder is
sprake van Europese procedures van registratie. De last van €13
miljoen betreft dan ook een veel bredere scope dan alleen Nederland.

Een ander onderdeel van de Geneesmiddelenwet dat veel lasten genereert,
is het systeem van farmacovigilantie (geneesmiddelenbewaking). Houders
van handelsvergunningen moeten periodiek veiligheidsrapportages
uitbrengen (in een Europees systeem) en beroepsbeoefenaren (artsen en
apothekers) zijn verplicht om bijwerkingen van geneesmiddelen aan het
Nederlands bijwerkingencentrum Lareb te melden. Het systeem van
geneesmiddelenbewaking is grotendeels bepaald via EU regelgeving dan wel
via amendementen in de Geneesmiddelenwet verwerkt. 

De Europese regelgeving op het terrein van geneesmiddelen is sinds 1965
gestaag uitgebreid tot enkele tientallen richtlijnen. In 2001 heeft een
ingrijpende herziening van deze regelgeving plaatsgevonden door het
vervangen van al deze richtlijnen door één communautair wetboek voor
humane geneesmiddelen. Hiermee is de regelgeving aanzienlijk
vereenvoudigd en gestroomlijnd. Nederland heeft hieraan actief
meegewerkt. Een tweede ontwikkeling is de geleidelijke centralisatie van
de beoordeling van geneesmiddelen naar EMEA. Hierdoor krijgt de
industrie in één keer toegang tot de hele Europese Unie.

Ondernomen acties

VWS heeft samen met andere stakeholders (CBG, IGZ, CIBG) de
Geneesmiddelenwet bestudeerd op mogelijkheden om de lasten te
verminderen zonder afbreuk te doen aan het volksgezondheidsbelang en het
geneesmiddelen- en veiligheidsbeleid. 

Er is geen onderwerp gevonden dat zich nu leent voor een
lastenvermindering. Op lange termijn zien we wel mogelijkheden om de
toelating tot de markt anders te organiseren met behoud van veiligheid.
Dit hangt mede samen met het onderwerp convergentie van regelgeving voor
medische hulpmiddelen en geneesmiddelen. Nederland werkt zeer actief aan
het agenderen van de mogelijkheden tot convergentie. Dit is van belang
omdat zich steeds meer producten op de markt aandienen waarvan het niet
direct duidelijk is of het een geneesmiddel of een medisch hulpmiddel is
of het een combinatie van een medisch hulpmiddel en een geneesmiddel. 

De regelgevingregimes van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen
sluiten niet op elkaar aan. Het is dus lastig voor de betrokken
producenten omdat niet duidelijk is binnen welk regelgevingsregime een
bepaald product moet worden beoordeeld. Combinatieproducten moeten
voldoen aan de bepalingen van twee niet op elkaar aansluitende regimes.
Het is ook van belang omdat de verwachting is dat de Europese
regelgeving op het gebied van de medische hulpmiddelen de komende jaren
steeds meer bepalingen zal gaan bevatten die zijn gericht op vergroting
van de veiligheid. Dat zal gevolgen hebben voor de administratieve
lasten. VWS zal zich ervoor inzetten eventuele verzwaring van de
administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken.

Voor de kortere termijn werkt Nederland actief mee aan het EU
actieprogramma ter vermindering van AL betreffende het vereenvoudigen
van het opnemen van variaties in geneesmiddelen in handelsvergunningen.
Verder heeft Nederland recent diverse Europese consultaties benut om te
wijzen op mogelijkheden tot vermindering van de administratieve lasten
of tot het voorkomen van onnodige nieuwe administratieve lasten.

Verkenningen

De Europese Commissie presenteert op 30 oktober 2008 een
wetgevingspakket farmaceutische zorg. Dit pakket bestaat uit drie
onderdelen: geneesmiddelenbewaking, namaakgeneesmiddelen en informatie
aan patiënten over geneesmiddelen. VWS heeft de indruk dat het nieuwe
wetgevingspakket zal leiden tot uitbreiding van de administratieve
lasten. In lijn met de Nederlandse inbreng in de eerder genoemde
consultaties op deze gebieden zal VWS hier in de Raadswerkgroepen die
het wetgevingspakket gaan behandelen tegengas gaan geven.

Warenwet

Product- en voedselveiligheid in Nederland is van een hoog niveau. Een
niveau waar we trots op kunnen zijn en dat we willen behouden. Bij die
ambitie willen we ook rekenschap geven van de lasten voor het
bedrijfsleven die voortvloeien uit de regels en de handhaving van die
regels. 

Product- en voedselveiligheid is voor het overgrote deel (98%) Europees
geharmoniseerde wetgeving. Deels vanuit rechtstreeks toegepaste
verordeningen, deels in de Warenwet omgezette richtlijnen. De
harmonisatie van product- en voedselveiligheid is een groot goed. De
bijdrage van harmonisatie van de Europese markt is van onschatbare
waarde, ook voor bijvoorbeeld de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie
die sterk gericht is op de export. Harmonisatie van wetgeving betekent
ook dat er vooral binnen Europa moet worden gezocht naar een evenwicht
tussen het bieden van een hoog beschermingsniveau en lage lasten. Het
zoeken naar dat evenwicht in Europese context gaat natuurlijk niet
vanzelf, vooral omdat bij de besluitvorming zowel de Commissie als 27
lidstaten zijn betrokken. Nederland ondersteunt de Europese Commissie
bij reductievoorstellen en ziet er door op toe dat er
wetgevingsvoorstellen in het Raadstraject kritisch op hun
administratieve belasting worden beoordeeld. 

In het EU-actieprogramma ter vermindering van de regeldruk voor
bedrijven is voedselveiligheidswetgeving één van de prioritaire
gebieden. Hierin werd bijvoorbeeld de richtlijn etikettering
voedingsmiddelen genoemd als één van de richtlijnen waarop de Europese
Commissie vereenvoudingsvoorstellen moest doen. Zoals eerder al
aangegeven, bevat het nieuwe Commissievoorstel voedselinformatie (ter
vervanging van deze richtlijn) onvoldoende vereenvoudigingen zodat
binnen het domein van etikettering geen substantiële reductie van de
administratieve lasten voor het betrokken bedrijfsleven (met name het
MKB) wordt gerealiseerd. 

Op basis van de resultaten van de EU nulmeting administratieve lasten en
op basis van eerdere metingen in Nederland (Tweede Kamer, vergaderjaar
2006–2007, 29 515 en 26 991, nr. 172) zullen voorstellen worden
geformuleerd voor aanpak van administratieve lasten van zuivere EU
regelgeving. De Europese Commissie zal voorjaar 2009 een brief van het
kabinet krijgen met daarin concrete suggesties voor aanpak van Europese
Regeldruk op het terrein van voedselveiligheid.

Best practice

In 2007 heeft in Nederland de pilot ‘Eenvoudiger etiketteren in de
ambachtelijke sector’ bij 30 slagers en 30 bakkerijen plaatsgevonden.
Doel van de pilot was om te testen of het verstrekken van
productinformatie in deze sector, anders dan gebruikelijk via het
etiket, voldoet aan de behoefte van de winkelier en de consument. 

Daarnaast was het doel om één of meer alternatieven voor
productinformatie te ontwikkelen, die voor de ambachtelijke sector
werkbaar- en voor de Voedsel en Waren Autoriteit handhaafbaar is.

Het aanbod bij de ambachtelijke sector verandert. De sector verkoopt
steeds meer eigen voorverpakte producten, waardoor zij te maken krijgt
met andere etiketteringseisen. Er moet meer informatie op het etiket
beschikbaar komen dan dat zij bij onverpakte producten gewend waren te
verstrekken. De pilot liet zien dat alternatieve wijzen van
productinformatie bij bakkers en slagers (zoals een productboek of een
informatiezuil in de winkel) met alle verplichte informatie regelmatig
een betere en klantvriendelijke overdracht van informatie opleverde ten
opzichte van een overvol etiket. Met name het omzeilen van de het
stickeren van het etiket (voor de meeste ambachtelijke bedrijven
kostbaar handwerk) wordt door de sector als een verlichting van de last
ervaren. 

Onder voorwaarden, die moeten garanderen dat alle verplichte informatie
beschikbaar is voor de consument, wordt de pilot nu voortgezet voor
andere ambachtelijke bedrijven die hun eigen producten voor afzet in hun
eigen winkels verpakken. De VWA houdt toezicht op de naleving. De
resultaten van de pilot zijn en worden gedeeld met andere Europese
lidstaten in een poging meer flexibiliteit in de regelgeving te krijgen
waarmee de uitvoeringslast voor met name kleine bedrijven kan dalen.

Verminderen van ervaren regeldruk

Omdat in de vorige kabinetsperiode de vermindering van administratieve
lasten weliswaar volgens de definitie afnam, maar dit niet zo werd
ervaren door de partijen die dagelijks met deze regels werken, nam de
roep om merkbare maatregelen toe. Daarom is door VWS een begin gemaakt
met de aanpak van de beleefde lasten. 

Binnen de Warenwet ligt de nadruk bij het verminderen van ervaren
regeldruk vooral op het gebruik maken van bestaande kwaliteit- en
controlesystemen bij bedrijven, zoals dat verwoord is in hoofdtekst van
de brief.

Op het terrein van de AWBZ is een onderzoek uitgevoerd, om inzicht te
krijgen in ‘waar instellingen en professionals’ regeldruk ervaren.
Het gaat hierbij dus niet alleen – of juist 

niet - om regels die een wettelijke grondslag hebben, maar om nader
onderzoek gedaan naar lasten, regels en bureaucratie die instellingen en
professionals in de sector zelf als het meest belastend en
ergerniswekkend ervaren. In deze kabinetsperiode worden de inzichten
uitgewerkt en omgezet in concrete activiteiten, om zo de ervaren
regeldruk merkbaar te verminderen. 

AWBZ

Op 28 augustus 2007 is een plan van aanpak aan het parlement
toegezonden, genaamd AWBZ: naar eenvoud in uitvoering (kamerstuk 30 597
nr. 12). Daarin zijn acties geduid voor vermindering van de regeldruk,
bureaucratie en administratieve lasten in de AWBZ waarmee
zorginstellingen, de professional werkzaam in de zorg en de burger hun
voordeel kunnen doen.  

Goede zorg wordt in de eerste plaats vormgegeven in de relatie tussen
cliënt en de zorgverlener. Hiervoor zijn regels en protocollen
noodzakelijk om de rechtszekerheid van zowel de cliënt als van de
professional te waarborgen. De lasten die daarmee gemoeid zijn, zullen
we waar deze noodzakelijk zijn moeten dragen. Maar er zijn wel grenzen.
Het lijkt er soms op dat we door het woud van instituties en regels de
primaire relatie uit het oog zijn verloren. Sommige cliënten zien door
de bomen het bos niet meer, zorgverleners besteden een te groot deel van
hun tijd aan zaken (bureaucratie, administratieve lasten) waarvoor ze
niet voor het beroep hebben gekozenen processen duren soms erg lang. Dit
moet en kan anders.

Over de vermindering van de lasten die de burger ondervindt bij de
indicatiestelling is het parlement is in juli 2008 separaat een brief
naar de Tweede Kamer gezonden (kamerstuk 26 631, nr. 268), waarin de
voorgestane vereenvoudigingen worden beschreven. Kortheidshalve som ik
hieronder de aanvliegroutes op waarlangs vereenvoudigingen worden
doorgevoerd, te weten:

indicaties die eenvoudig van aard zijn, behoeven geen uitgebreide
beoordeling door het CIZ. In deze situatie kan meer vertrouwd worden op
de kennis die bij de zorgaanbieder/professional al aanwezig is over de
zorgbehoefte van de cliënt. Hier past een terughoudende toetsing
achteraf door het CIZ. Deze aanvliegroute leunt in belangrijke mate wel
op de medewerking die professionals/aanbieders hieraan verlenen en
impliceert dat ook de informatiesystemen dusdanig goed bijgehouden
worden, dat volstaan kan worden met een beperkte toetsing achteraf;

de aanwezigheid van een indicatiesteller van het CIZ in de grotere
gezondheidscentra levert een nadrukkelijke meerwaarde op. De lijnen
tussen de zorgprofessional en de indicatiesteller zijn kort, het
indicatiebesluit is daardoor sneller beschikbaar en de cliënt kan
sneller in zorg worden genomen;

de uitkomsten van de pilot over de indicatiestelling door de
huisartsenvoorziening zijn minder perspectiefrijk, zij het dat ook daar
op onderdelen wel winst te halen is. Er wordt de voorkeur aan gegeven om
complexe indicaties over te laten aan het CIZ, daarnaast worden
huisartsen extra geattendeerd op de mogelijkheden die reeds bestaande
protocollen voor spoedzorg en standaardindicatie bieden. Voor eenvoudige
indicatieadviezen door de huisarts wordt een aanmeldmodule
(door)ontwikkeld;

de pilot bij de Stichting Arduin waar een andere indicatiesystematiek
wordt gehanteerd, is gestart en zal naar verwachting eind 2008
uitkomsten laten zien. De pilots inzake zelfindicatie en die met
betrekking tot de ontwikkeling van risico- en cliëntprofielen zullen
nog - conform de planning - dit jaar starten.

Lastenreductie voor de instelling en de professional

Administratieve lastenreductie staat niet op zich, maar dient gelijke
tred te houden met de veranderingen die zich voltrekken in de AWBZ. Over
de inzet van deze veranderingen bent u geïnformeerd in de
Kabinetsreactie op het SER-advies, die op 13 juni 2008 aan de TK is
aangeboden (kamerstuk 30 597 nr. 15). 

Hierin is aangegeven dat het voor de zorginstelling en de professional
vooral van belang dat een samenhangende veranderagenda wordt aangeboden
in het kader van de AWBZ en dat deze tijdig aan de betrokkenen wordt
gecommuniceerd. De inzet is om alle instanties die bijdragen aan de AWBZ
zorgverlening intensief te betrekken zodat zij zich tijdig kunnen
voorbereiden. Inmiddels is er een afstemmingsoverleg met relevante
stake-holders geformeerd. Deze komen op gezette bij elkaar en worden
werkafspraken gemaakt over de onderwerpen waarover communicatie nodig is
en de momenten en de wijze waarop dit plaatsvindt. Aan dit
afstemmingsoverleg nemen zowel vertegenwoordigers vanuit de
uitvoeringsorganisaties deel, als ook branche- en
cliëntvertegenwoordigers.  

Het verminderen van de registratiedruk is een belangrijke opgave.
Hierbij zie ik goede mogelijkheden door:

het eenduidig gebruik van indicatoren als onderdeel van het
kwaliteitskader verantwoorde zorg. 

Dit gebeurt langs de lijnen van meten, verbeteren en borgen. De sector
heeft samen met de Inspectie en VWS een complete set indicatoren
opgesteld, het kwaliteitskader verantwoorde zorg voor verpleging,
verzorging en thuiszorgen gehandicaptenzorg. Doel van dit
kwaliteitskader is het transparant maken, toetsen, verantwoorden en
verder ontwikkelen van de geboden zorg. Deze set indicatoren heeft
betrekking op zowel zorginhoudelijke en professionele aspecten maar ook
op cliëntervaringen. Deze indicatorenset maakt het mogelijk dat de IGZ 

– naast het toezicht op procedures – nu ook meer toezicht kan houden
op uitkomsten. In de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg zijn de
indicatoren gemeten, waarbij de resultaten van alle verpleeg- en
verzorgingshuizen en 150 thuiszorginstellingen openbaar zijn gemaakt in
het jaardocument maatschappelijke verantwoording. De relevante
informatie die hieruit voortvloeit, is in begrijpelijke taal op  
HYPERLINK "http://www.Kiesbeter"  www.Kiesbeter  geplaatst. Voor de
gehandicaptensector is de pilot met indicatoren net afgerond en zal een
volledige meting mogelijk zijn – op zijn vroegst – in 2009;  

-	het gebruik van het elektronisch cliëntendossier (ECD).

In de langdurige zorg is een standaard ontwikkeld voor het gebruik van
een ECD. De pilot met deze standaard is geweest in de sector verpleging
en verzorging en afgerond. In hetzelfde systeem wordt nu een standaard
ontwikkeld voor de gehandicaptenzorg en de ggz. In een volgende
pilotronde zullen 50 instellingen meedoen met de toepassing van deze
standaard in de langdurige zorg. Het doel is op 1 plek relevante data
rondom een cliënt te registreren en te bewaren;

- 	de vereenvoudiging van de verantwoording door het centraal stellen
van het jaardocument maatschappelijk verantwoording.

Met ingang van het verslagjaar 2007 vullen alle zorginstellingen het
jaardocument maatschappelijke verantwoording in. Daarmee is een einde
gekomen aan een pilotperiode van enkele jaren waarbij een groot aantal
instellingen hebben proefgedraaid met dit nieuwe
verantwoordingsdocument. Het document is zorgbreed opgezet en integreert
alle verschillende bestaande verantwoordingsverplichtingen van
zorginstellingen. Uit de evaluatie is gebleken dat instellingen goed uit
de voeten kunnen met het nieuwe jaardocument. Bovendien laat het
onderzoek een forse reductie zien in lasten. De inhoud van het
jaardocument zal naar verwachting grotendeels stabiel blijven. Om in de
toekomst nog meer administratieve lastenvermindering te bereiken wordt
onderzocht of gegevens rechtstreeks vanuit de instellingsadministraties
afgetapt kunnen worden, zodat instellingen deze gegevens niet meer
hoeven over te typen;

-	de verdere ontwikkeling en verbetering van de AWBZ-brede
zorgregistratie (AZR). Waar het gaat om verbeteren is de inzet om de
mogelijkheden beter te benutten van de huidige AZR door: het uniformeren
van werkprocessen in de keten van de AWBZ, verhogen van de
betrouwbaarheid van de gegevens in de AZR, wegwerken intramurale
non-indicaties, invoeren van burgerservicenummer in de AZR (te
realiseren in 2008 en 2009). Waar het gaat om verder ontwikkelen is de
inzet om gegevens sneller uit te wisselen tussen ketenpartners, hoge
betrouwbaarheid, gegevens eenmalig vastleggen en meervoudig gebruiken,
meer inzicht in de werking van de keten en minder papieren formulieren.

Ook wordt gewerkt aan de vereenvoudiging van de bekostiging door
introductie van

extramurale zorgzwaartepakketten. In het najaar van 2008 wordt een plan
van aanpak

hiervoor gemaakt en besproken met stakeholders, waarna in de daarop
volgende jaren de

invulling en de implementatie ter hand kan worden genomen. Het kost
uiteraard wel tijd om

de zorgzwaarte van mensen in kaart te brengen, maar uiteindelijk zal de
bureaucratie

verminderen en de zorg beter toegesneden zijn op de cliënt. 

 Dit bedrag is gebaseerd op de administratieve lasten zoals deze in het
definitiedocument ‘Meten is Weten II, opgesteld door het ministerie
van Financiën, zijn vastgelegd. Dit document beschrijft de wijze waarop
deze lasten in beeld moeten worden gebracht en berekend.

 XBRL = eXtensible Business Reporting Language

 Tweede Kamer 2007-2008, 22 112, nr 623.

  IF   DOCPROPERTY "propArchiefkopie"  Fout! Onbekende naam voor
documenteigenschap.  = "Archiefkopie"   AUTOTEXT sysArchiefkopie 
AANGETEKEND  ""