Regel- en verantwoordingsdruk in het onderwijs en de jeugdzorg
Brief lid / fractie
Nummer: 2008D16696, datum: 2008-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.C.F.M. Depla, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S. Bouchibti, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.R.C. Sterk, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.J. (Jan Jacob) van Dijk, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Slob, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z07127:
- Gericht aan: W.G.J.M. van de Camp, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: P.M.M. Heijnen, voorzitter van de algemene commissie voor Jeugd en Gezin
- Indiener: G.C.F.M. Depla, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.J. (Jan Jacob) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.R.C. Sterk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Bouchibti, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Slob, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Volgcommissie: algemene commissie voor Jeugd en Gezin
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2008-11-27 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (š origineel)
BOR NOTITIE Onderwerp Verantwoordingsdruk (behorende bij BOR-notitie āPlan van aanpak āverantwoordingsdrukāā en āreader verantwoordingsdrukā) Te betrekken bij Algemeen overleg 11 april 2007 Ten behoeve van Verzoek aan vaste kamercommissies OCW en Jeugd Gesteld door Gert Jan de Vries, Laura Middelhoven, Ellen Naborn Nummer 08-BOR-N-085 Datum 8 september 2008 Toestel 070 - 318 2046 Email HYPERLINK "mailto:gj.dvries@tweedekamer.nl" gj.dvries@tweedekamer.nl Verantwoordingsdruk: beknopte analyse op basis van bestaande literatuur Samenvatting In deze notitie wordt uiteengezet dat het probleem rondom verantwoordingsdruk vooral ook als een sturingsprobleem is op te vatten, meer precies als een probleem dat voortkomt uit de wijze waarop āoverheidā en āsamenlevingā tot elkaar in verhouding staan en met elkaar omgaan. Niet alleen onder wetenschappers, maar ook bij maatschappelijke actoren en bij departementen wordt dat inzicht erkend en onderschreven. Tegelijkertijd lijken bestaande en eerdere operaties gericht op het terugdringen van regel- en verantwoordingsdruk en administratieve lasten er niet in te slagen om het niveau van het ākappen van dor houtā, een vrij kwantitatieve benadering van het regeldrukprobleem, te ontstijgen. De crux is dus niet ā of tenminste niet alleen ā gelegen in regels (en het afschaffen daarvan) als zodanig, maar vooral in de totaliteit van het politiek-bestuurlijke keuzeproces. Dat politici, bestuurders, kamerleden, ambtenaren anders leren omgaan met allerlei druk (maatschappelijke eisen omtrent gelijkheid, internationalisering, incidentalisme) en tegelijkertijd zich meer bewust zijn van de implicaties van hun keuzes. Decentralisatie van verantwoordelijkheden in zorg of onderwijs, om zo professionals te steunen, is Ć©Ć©n ding. Als dat vervolgens echter gepaard gaat met eisen en verplichtingen omtrent het afleggen van verantwoording, dan leidt het streven naar grotere professionele autonomie tot zijn tegendeel. Een aantal van de in de notitie aangehaalde mechanismen die regel- en verantwoordingsdruk veroorzaken en versterken gaan immers ook, of juist, de Tweede Kamer aan: de roep om controle en verantwoording, het eisen van maatregelen volgend op incidenten, het apaiseren van achterbannen, etc. Afgaand op de in deze notitie behandelde literatuur ligt het dan ook zeer voor de hand om als parlement daarop te reflecteren en te bezien hoe, in samenspraak met het kabinet, die mechanismen āomgebogenā kunnen worden. Inleiding Deze notitie vormt de inleiding van de reader, die is samengesteld ten behoeve van een te organiseren symposium in het voorjaar 2009 over āverantwoordingsdrukā. Deze notitie gaat over verantwoordingsdruk, de druk op āvooral- professionals, zoals artsen en onderwijzers om verantwoording af te leggen over wat zij doen en waartoe dat leidt. Over het onderwerp is inmiddels veel geschreven, zowel over het fenomeen als zodanig, als ervaringen met verantwoordingsdruk binnen specifieke sectoren, zoals de medische sector, de (thuis-)zorg en het onderwijs. In deze notitie concentreren wij ons op verantwoordingsdruk als min of meer algemeen optredend fenomeen, en willen we vooral, op basis van bestaande literatuur, een aantal mechanismen identificeren waardoor die druk ontstaat of wordt versterkt. Vervolgens zal er kort op de aanpak van verantwoordingsdruk worden ingegaan. Definitie van verantwoordingsdruk Voor het begrip verantwoordingsdruk gebruiken we de volgende definitie: de druk die op professionals wordt gelegd om aan regels te voldoen, en de vrijheidsbeperking die dit met zich brengt. Deze definitie is in analogie met de definitie van āregeldrukā, die in 2006 is opgesteld door een interdepartementale werkgroep in het kader van het programma āBruikbare rechtsordeā. Die definitie van regeldruk luidt āde investering en inspanning die burgers, bedrijven en instellingen moeten verrichten en de vrijheidsbeperking die ze ondergaan om zich aan regels te houdenā. De definitie gaat over een breder fenomeen dan alleen verantwoording. Bij verantwoording gaat het immers ook om het moeten voldoen aan een regel. Anderzijds legt de definitie de vinger op een problematisch aspect van regels en regeldruk: de druk die op burgers en bedrijven wordt gelegd om aan regels te voldoen, en de vrijheidsbeperking die dit met zich brengt. Het begrip verantwoordingsdruk wordt in de praktijk vaak gebruikt als synoniem voor het begrip administratieve lasten. āAdministratieve lasten zijn de kosten, die het bedrijfsleven ondervindt, om te voldoen aan de informatieverplichtingen voortvloeiend uit de wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatieā. Het huidige kabinet staat een administratieve lastenverlichting voor van 25% aan het eind van de kabinetsperiode. Administratieve lasten worden vooral gemeten in kosten. Aan het eind van de kabinetsperiode moet er een besparing van ā¬ 4,2 miljard euro zijn gerealiseerd. Naast de vermindering van administratieve lasten, wil het kabinet ook de nalevingkosten verminderen en de dienstverlening verbeteren. In de door de interdepartementale werkgroep gebruikte definitie van āregeldrukā valt een aantal zaken op: in de eerste plaats is dat de context waarin āregelsā worden geplaatst: de plicht om je in te spannen teneinde aan regels te voldoen, en de vrijheidsbeperking die met het volgen van regels gepaard gaat. Die context is er Ć©Ć©n waarin de negatieve duiding van de plicht je in te spannen om aan regels te voldoen, en de vrijheidsbeperking die er het gevolg van is, sterker wordt: de verondersteld onnodige of vermijdbare lasten van regelgeving. In de tweede plaats wordt niet zozeer de nadruk gelegd op (het bestaan van) regels als zodanig, maar veel meer op de druk die het naleven van regels met zich mee kan brengen. āAls we alle regels tegelijk toepassen resulteert maatschappelijke stilstand: de stiptheidactieā. Het probleem is dus niet alleen gelegen in het bestaan van regels, maar juist ook in (de plicht tot) naleving ervan. Dat laatste geldt voor verantwoording in versterkte mate. Verantwoording wordt niet alleen veroorzaakt doordat er regels bestaan die professionals daartoe dwingen, maar door de (veranderende) context waarin die professionals werken. Zo worden taken en verantwoordelijkheden in de zorg en in het onderwijs steeds meer gedecentraliseerd naar meer uitvoerende niveaus (instellingen, scholen). Vervolgens ontstaat er wel druk op die gedecentraliseerde of gedelegeerde uitvoering om verantwoording af te leggen over wat zij doen, waar dat toe leidt en in hoeverre dat in overeenstemming is met algemene doelstellingen van beleid. Dat kan per saldo leiden tot een vergroting van de verantwoordingsdruk op professionals. En dus, zoals in de definitie ook wordt gesteld, tot beperking van de handelingsvrijheid van die professionals. En daarom, om de vergroting van de handelingsruimte voor professionals te vergroten, was het nu juist begonnen. Andere auteurs benadrukken dat regels en verantwoording vaak iets voor mensen beogen te betekenen. āHet gaat om de kwaliteit van zorg, voedselkwaliteit, ontplooiing, gelijke toegang, vrijheid van meningsuiting, recht op arbeid, gelijke behandeling in gelijke gevallen, āschone luchtā, enzovoorts. Regels gaan niet primair over ādrukā en ālastā, maar over kwaliteit van zorg, een schone leefomgeving, een veilig verkeer, (ā¦). Regels zijn enerzijds āinstrumenten van overheidsbeleid, maar zijn anderzijds ook instrumenten ter bescherming van burgers tegen de overheid en zijn beleidāĀ·. Regels brengen niet alleen lasten, maar ook baten met zich. Cruciaal is daarmee de verdeling tussen baten en lasten. Die dient in evenwicht te zijn. Problematisch daarbij is echter, dat (1) baten en lasten niet altijd goed met elkaar zijn te vergelijken en (2) dat het bij baten en lasten vaak om perceptie gaat: wat voor de een van cruciaal belang is, kan voor de ander een trivialiteit zijn. Een professional in de zorg die zich geconfronteerd ziet met de (door regels of anderszins veroorzaakte) plicht verantwoording af te leggen wat hij doet, heeft minder tijd voor zijn primaire teken. Anderzijds biedt verantwoording voor de gebruiker en de betaler inzicht in de kwaliteit van het gebodene en mogelijke aangrijpingspunten voor verbetering. De vraag hoe baten en lasten van verantwoording gewogen moeten worden, waar het evenwicht ligt, is uiteindelijk een politieke. Meer auteurs benadrukken het intrinsiek politieke karakter van de discussie over verantwoordingsdruk. Niet alleen is het antwoord op de vraag of er sprake is van (te veel) verantwoordingsdruk politiek bepaald, want niet op objectieve gronden vaststelbaar. Maar ook het verminderen van die druk is afhankelijk van politieke keuzes. āDe administratieve lastenverlichting kan (ā¦) bekeken worden op drie niveaus. Het oppervlakkige niveau, waarbij alleen de lastendruk voor het bedrijfsleven en de administratieve verplichtingen die daarmee samenhangen in ogenschouw worden genomen. Het tweede niveau omvat het bredere beleidsdomein met het daarbij behorende administratieve systeem inclusief toezicht, controles en monitoring. Het derde betreft de sturingsrelaties. āDe administratieve lasten kunnen alleen omlaag als je bereid bent na denken over de relatie tussen overheid en samenleving, over hoe de politiek en de staat er anno 2005 uit zouden moeten zienā. In het navolgende bieden we eerst een inventarisatie ā overigens zonder enige aanspraak op volledigheid -, op basis van bestaande literatuur, van de mechanismen die verantwoordings- en regeldruk tot een probleem maken. Op basis van die inventarisatie willen we vervolgens zichtbaar maken, dat een goede ā dat is een op afname van regeldruk gerichte ā omgang met die regeldruk begint op het niveau van het politieke keuzeproces, niet in de laatste plaats in de Tweede Kamer. Vergroting of verkleining van regeldruk is vooral afhankelijk van keuzes die we maken op het fundamentele niveau van de omgang tussen overheid en samenleving. Mechanismen achter verantwoordingsdruk De plicht tot verantwoording wordt vaak in verband gebracht met het ontstaan en bestaan van teveel regels, ook wel regeldruk genoemd. Het bestrijden van verantwoordingsdruk wordt dan vooral opgevat als een streven om te komen tot minder regels, wat met min of meer ātechnischeā ingrepen (ā25% minder regelsā) ook zou kunnen. In die probleemdefinitie is regeldruk voor een probleem van teveel regels, en dus moet gesnoeid worden in die hoeveelheid. Bokhorst en Van Ommeren (2007) spreken in dit verband van de ākwantitatieve benaderingā van het regeldrukprobleem. āDe kwantitatieve benadering levert weliswaar beter zichtbare resultaten op, zoals de vermindering van de administratieve lasten met 25 procent (ā¬ 4,2 miljard) maar biedt slechts een beperkt deel van de oplossing voor het veel bredere regeldrukprobleemā. (ā¦) Om tot een merkbare vermindering van regeldruk te komen, moeten alles aspecten en oorzaken van regeldruk worden aangepakt. Daarvoor is allereerst een bredere probleemdefinitie- en analyse nodigā (Bokhorst en van Ommeren, 2007, p. 672). Van der Steen en van Twist (2008) spreken van ārekenkundige interventiesā. ā[Er] is een meer fundamentele aanpak van administratieve lastenvermindering vereist, waarin niet zozeer de lasten worden verplaatst, maar waarin de drukmiddelen zelf ā de regels, plichten, protocollen, etc. ā vervangen en veranderd wordenā (Van der Steen en Van Twist, 2008, p. 94: cursivering door de auteurs). Frissen (2007), tenslotte, pleit voor een strategie van āradicale ontregeling. āLoslaten en overlaten zijn de kernbegrippen van de sturing (politiek en bestuurlijk) die hier wordt beoogd. Loslaten en overlaten wil zeggen dat de werkelijkheid onkenbaar en onbeheersbaar blijft. Onbedoelde gevolgen zijn er altijd, ze kunnen nauwelijks worden voorkomen omdat er niet op te anticiperen valt en als we achteraf compenseren veroorzaken we uiteraard weer nieuwe onbedoelde gevolgenā (Frissen, 2007, p. 237). Om iets aan verantwoording- en regeldruk te kunnen doen is het, volgens deze auteurs, niet voldoende om het als een op zichzelf staand fenomeen te beschouwen. Het is noodzakelijk inzicht te krijgen in de achterliggende mechanismen. De aangehaalde auteurs bieden een opsomming opgenomen van de ā in hun ogen ā belangrijkste mechanismen. Van der Steen en Van Twist (2008) concentreren zich vooral op het āregelproductieā-aspect van regel- en verantwoordingsdruk. Zij destilleren uit de bestaande literatuur over regeldruk zes mechanismen van regelproductie: Ambtenaren maken regels: ambtenaren zijn professionele āregelmakers die voor problemen hun vaste repertoire aan oplossingen (āregelsā) inzetten; Kamerleden eisen regels: kamerleden brengen gebeurtenissen, misstanden en situaties in tijdens het politieke debat en vragen om actie of ondernemen die zelf; Bestuurders tonen daadkracht met regels: regels zijn een goedkoop en op het oog krachtig instrument om te laten zien dat een probleem wordt aangepakt of een belofte ingelost. Media stimuleren de roep om regels: media vergroten incidenten uit en richten zich in hun verslaggeving sterk op de reactie en interventie van de verantwoordelijke bestuurder. Die āmoetā daardoor wel iets ondernemen. Veldpartijen vragen om regels: vaste, duidelijke regels zijn voor veldpartijen niet zelden aantrekkelijker dan open normen en standaarden die ze zelf moeten uitwerken en waarvoor ze zelf dan ook verantwoordelijk zijn; Regels veroorzaken regels: regelsystemen hebben steeds meer aanvullende regels nodig om details, uitzonderingen en veranderingen te incorporeren. De auteurs haasten zich te erkennen dat āelk van de verklaringen op zich natuurlijk te simpel [is]. āAls we echter aannemen dat ze allemaal āeen beetje waar ā zijn en min of meer gelijktijdig aan de orde zijn, dan biedt dat wel een begin van een verklaring voor wat er rondom regels gebeurt. (ā¦) Met andere woorden als alle actoren (ambtenaren, kamerleden, bestuurders, media, veldpartijen (GJdV)) in de keten van regelproductie min of meer doen wat van hen verwacht kan worden, dan is niet regelreductie maar regelproductie het resultaatā. Het volstaat, met andere woorden, dus niet om simpelweg regels af te schaffen. Je zult ook iets moeten doen aan het gedrag van diegenen die met die regelproductie iets te maken hebben. Bokhorst en van Ommeren baseren zich op een essay uit 2006, dat is geschreven in het kader van een door het toenmalige kabinet georganiseerde conferentie over regeldruk (Bokhorst en van Ommeren, 2007, pp. 677-678). Het gaat bij hen niet meer om regelproductie als zodanig, maar om de meer maatschappelijke fenomenen die regel- en verantwoordingsdruk in de hand werken, en daarbij professionele, min of mee autonome, taakuitvoering steeds meer in de weg staan: De vraag om controle: de toename van het aantal regels komt zowel voort uit de neiging van overheden om het maatschappelijk leven tot in detail te willen regelen, als uit de maatschappelijke druk op de overheid om allerlei problemen op te lossen en risicoās in te perken; Bureaucratisering: verregaande specialisatie kan ertoe leiden dat organisaties versnipperen, verkokeren en langs elkaar heen gaan werken. Daarnaast kunnen opvattingen over fraude en de noodzaak van bureaucratische procedures om fraude tegen te gaan, in de tijd veranderen; De behoefte aan gelijkheid (in regels): Gelijke gevallen dienen zoveel mogelijk gelijk behandeld te worden. Wetgeving dient daartoe met allerlei verschillende situaties in uitzonderingen rekening te houden; Het zoeken naar draagvlak: De maatschappelijke acceptatie van regels stijgt over het algemeen na consultatie van betrokkenen, maar die consultatie leiden ook tot tragere besluitvorming en meer gedetailleerde regelgeving; De omgang met incidenten: bestuurders en politici vertonen bij incidenten niet zelden de reflex om direct met aanvullende, nieuwe of meer gedetailleerde regelgeving te komen, om herhaling te voorkomen; Internationalisering: doordat problemen steeds meer een grensoverschrijdend karakter hebben, komen er steeds meer internationale afspraken en regels tussen en vanuit allerlei supranationale en internationale (EU, NAVO, VN) verbanden. Er bestaat ook geen sluitende aanpak van regeldruk gericht op het bestrijden van alle oorzakenā (ibid, p. 678). Bovendien, zo geven de auteurs aan, kan het (gepercipieerde) belang van verschillende mechanismen in de tijd veranderen. Zo kunnen opvattingen over gelijkheid in de tijd veranderen (ibid, p. 677). Paul Frissen, tenslotte, ziet de oorzaak van der regelzucht vooral in het ā in zijn ogen ā naĆÆeve en soms zelfs gevaarlijke geloof in de maakbaarheid van de āgoede samenlevingā. Dus bedenken we regels omdat we denken dat een samenleving ordelijk functioneert dankzij regels; omdat we in maakbaarheid geloven; omdat we het beste met onze samenleving voorhebben; omdat goede bedoelingen keer op keer stuiten op de weerbarstigheid van onze samenleving; omdat we ongelijkheid en verschil verafschuwen; omdat de samenleving dubbelzinnig is (we willen veel vrijheid, maar de overheid krijgt de schuld als dat vervelende gevolgen heeft); omdat we dol zijn op transparantie en verantwoording (vgl. Ministerie van VWS, 2006, p. 17). Hoewel genoemde mechanismen niet inwisselbaar zijn, en deels ook betrekking lijken te hebben op verschillende niveaus van regeldruk (Van der Steen en Van Twist lijken zich vooral te concentreren op de āHaagse regelfabriekā) is de strekking van de analyse eensluidend: regels en regulering zijn te zien als een uitingsvorm van een aantal veel bredere fenomenen en ontwikkelingen (ideologie, internationalisering, toenemende aandacht voor incidenten, etc.) die er gezamenlijk toe leiden dat professionals en anderen steeds meer bezig zijn met regelopvolging, het afleggen van verantwoording en steeds minder met (bijvoorbeeld) het onderwijzen van kinderen en jongeren of het verlenen van medische zorg. De mechanismen laten ook zien dat verantwoordings- en regeldruk het gevolg zijn van een (inherent) politieke keuzes, hoewel die keuzes soms verborgen lijken te gaan achter het ānormaleā gedrag van politici en bestuurders, zoals Van der Steen en Van Twist laten zien. De kernvraag die aan de orde is, is of die wijze van sturing - overheidssturing via regel- en verantwoordingssystemen - nog de meest aangewezen weg is om publieke waarden te realiseren en te bestendigen. āDe overheid zou meer vertrouwen kunnen geven in plaats van wantrouwen te organiseren, de samenleving zou weer risicoās moeten accepteren ambtenaren zouden beter kunnen leren denken vanuit degenen op wie de regels van toepassing zijn. Bestuurlijke interventie zou meer gericht kunnen worden op het uitlokken van goed gedrag binnen het wettelijk kader, dan op het maken van almaar nieuwe regelsā (Bokhorst en Van Ommeren, 2007, p. 680). Dat sluit goed aan op de notie van āmaatschappelijke sturingā van Van der Steen en Van Twist. Frissen gaat het verst in zijn pleidooi voor een āamorele staatā (Frissen, 2007, p. 248). Het voorgaande leidt tot het volgende inzicht. Verantwoordingsdruk wordt als een ernstig probleem ervaren. De oorzaak van toenemende verantwoordingsdruk wordt vooral gezocht in het bestaan van steeds meer regels: regeldruk. De bestrijding van regeldruk wordt vooral opgepakt als een streven tot het verminderen van het aantal regels. Tegelijkertijd zien we dat (bestuurskundige en juridische) beschouwingen over het onderwerp er de nadruk op leggen dat de toename van regel- en verantwoordingsdruk vooral te wijten is aan de manier waarop overheid en samenleving met elkaar omgaan. De aard van de overheidssturing leidt āals vanzelfā tot steeds meer regels en regulering, en dus tot regeldruk. Hieronder gaan we kort nader in op de vraag hoe dit inzicht zich verhoudt tot de huidige omgang ā zowel door overheid als door maatschappelijke actoren ā met het fenomeen regeldruk. De aanpak van regeldruk: ervaringen en perspectieven Kabinetsbeleid Regeldruk wordt al lange tijd erkend als problematisch fenomeen, dat aanpak behoeft. Achtereenvolgende kabinetten hebben op uiteenlopende manieren gepoogd regeldruk en regelverdichting te bestrijden. Enkele voorbeelden illustreren dit (vgl. Bokhorst en van Ommeren (2007), Van Gestel en Hertogh (2006)): Commissie vermindering en vereenvoudiging van overheidsregelingen (āCommissie Geelhoedā, 1983), had vooral tot doel de rijksdienst te reorganiseren en te āontregelenā: te ontdoen van zoveel mogelijk regels; Commissie voor de toetsing van wetgevingsprojecten (āZicht op Wetgevingā, Ā± 1990) richtte zich sterker op de kwaliteit van wetgeving en ontwikkelde kwaliteitscriteria voor goede wetgeving. āMeer dan voorheen wordt in deze nota, naast de veeleisende en calculerende burger, ook de overheidscultuur zelf als oorzaak van regelverdichting aangemerktā(Van Gestel en Hertogh, 2006, p. 35; Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW, 1994-2002). Binnen MDW stond deregulering sterk in het teken van het streven naar meer marktwerking en het terugdringen van administratieve lasten voor bedrijven; Bruikbare rechtsorde (2004-2007) propageerde āruimtescheppende wetgevingā met open normen, een beter gebruik van bestaande wetgeving en alternatieve handhaving en sanctionering (zelfregulerende systemen en alternatieve geschillenbeslechting); Terugdringing van administratieve lasten en (departementale) herijkingsprogrammaās (kabinetten Balkenende, 2002 -). Gericht op het terugdringen van administratieve lasten door het ākappen van dor houtā (overbodige regels). Daarnaast departementale herijkingsprogrammaās gericht op het eenvoudiger, slimmer, beter (bruikbaar) maken van regelgeving. Hierboven introduceerden wij het onderscheid, door bestuurskundige Paul Frissen gemaakt, in drie niveaus waarop naar regeldruk kan worden gekeken: administratieve lasten voor het bedrijfsleven, het administratieve systeem op het niveau van beleidsdomeinen en het niveau van de sturingsrelatie tussen overheid en samenleving. In aanzet zien we, tenminste in een aantal van de beschreven programmaās, pogingen om ook tot het derde niveau door te dringen (bijvoorbeeld in de programmaās āZicht op wetgevingā en āBruikbare rechtsordeā). De resultaten van operaties als deze zijn echter vooral op het niveau van administratieve lastenvermindering zichtbaar. Zo zou de MDW-operatie tot een lastenverlichting ter hoogte van ā¬ 470 miljoen hebben geleid. De recente programmaās van de kabinetten Balkenende zouden tot een besparing van ā¬ 2,7 miljard hebben geleid. De nadruk die gelegd wordt op meetbare, āhardeā effecten van operaties gericht op administratieve lastenvermindering wordt ook zichtbaar in de doelen die het huidige kabinet zich heeft gesteld op dit vlak: Administratieve lasten moeten met nog eens 25 procent afnemen; Het moet voor ondernemers goedkoper worden om regels na te leven, zeker in verhouding met het algemeen belang dat deze regels dienen; De kwaliteit van het rijkstoezicht moet verbeteren; De lasten van rijkstoezicht moeten met gemiddeld 25 procent verminderen; De procedure van vergunningverlening moet sneller; Het aanvragen van alle subsidies moet eenvoudiger en sneller; De dienstverlening aan ondernemers moet sneller en beter worden; De informatievoorziening aan ondernemers moet verbeteren. Veranderingen in de aard en wijze van regelgeven, en daarmee van sturen, is veel minder evident, en blijven niet zelden beperkt tot pilot projecten en pleidooien voor een andere manier van sturing en regelgeving. Van der Steen en Van Twist onderscheiden drie clusters waarin de operaties gericht op administratieve lastenvermindering zijn onder te brengen: De technisch-juridische operatie: het kappen van dor hout De dienstverlenende-klantgerichte operatie: lasten worden lusten (bijvoorbeeld het deels vooringevulde belastingformulier); De politiek-bestuurlijke operatie: administratieve lastenverlegging (bijvoorbeeld regelgeving die door de (centrale) overheid bij derden wordt neergelegd (decentrale overheden, koepelorganisaties, etc.). Gemeenschappelijk kenmerk van dergelijke operaties is, dat ze weliswaar (tijdelijk of cosmetisch) bijdragen aan lastenverlichting, maar het wezenlijke probleem ā namelijk de observatie dat de wijze van overheidssturing op zichzelf tot steeds meer regels en regeldruk leidt ā niet wezenlijk veranderen. Literatuur Bokhorst, drs. A.M. & prof. mr. F.J. van Ommeren, Regeldruk ontrafeld, in: Nederlands Juristenblad 82 (2007), pp. 672-686 Commissie Fundamentele Verkenning transportbelemmeringen, Weg belemmeringen. Van red tape naar red carpet, Adviesrapport van de Commissie Fundamentele verkenning transportbelemmeringen, 11 juni 2008 http://www.wegbelemmeringen.nl/pdf/Adviezen_op_een_rij.pdf P.A. Donker van Heel, F. van Zutphen, C. Zoon, M. Pat en Mw. M. Stuivenberg, Regeldruk voor OCW-instellingen, ECORYS-NEI, Rotterdam, september 2004 (EE10907). http://www.minocw.nl/documenten/regeldrukvoorocw-inst.pdf Frissen, P.H.A., Een jaar later. Een pleidooi voor ontregeling, in: Bestuurskunde 12 (2003) 7 (nov), pp. 314-322 Frissen, Paul, Over regelzucht en ontregeling, in: Publiek Management juni 2004, p 17 Frissen, P.H.A., De staat van verschil. Een kritiek van de gelijkheid, Van Gennep Amsterdam, Amsterdam, 2007 Gestel, prof. mr. R.A.J. van, prof. dr. M.L.M. Hertogh, Wat is regeldruk? Een verkennende internationale literatuurstudie, Onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC), Tilburg/Groningen, juni 2006 http://www.justitie.nl/images/Wat%20is%20regeldruk_tcm34-27433.pdf Interdepartementale werkgroep regeldruk, In regels gevangen. Een verkenning van mogelijke oorzaken van regeldruk, Den Haag, februari 2006 http://www.justitie.nl/images/Essay%20In%20regels%20gevangen_tcm34-3861. pdf Ministerie van VWS, Een kwestie van vertrouwen. Over transparantie en verantwoorden in de zorg en het terugdringen van administratieve lasten, VWS-commissie administratieve lasten in de zorg, januari 2006 http://www.minvws.nl/rapporten/mc/2006/een-kwestie-van-vertrouwen.asp Steen, Martijn van der & Mark van Twist, Repertoires voor regelreductie. De goede bedoelingen voorbij, Een essay in opdracht van de Commissie Lemstra (Commissie Innovatie Openbaar Bestuur), 25 mei 2008 http://www.bzk.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/94924/publicat ierepertoiresregelreductie.pdf Tweede Kamer, Merkbaar minder. Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven, TK 2007-2008, 29515 nr. 244 (bijlage) HYPERLINK "http://www.minfin.nl/binaries/minfin/assets/pdf/actueel/bijlage-kamerst ukken/2008/05/rr08-206a.pdf" http://www.minfin.nl/binaries/minfin/assets/pdf/actueel/bijlage-kamerstu kken/2008/05/rr08-206a.pdf āIn regels gevangen? Een verkenning van mogelijke oorzaken van regeldrukā, werkgroep samengesteld door de ministeries van Justitie, FinanciĆ«n, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, februari 2006. Ibid., p. 4 Donker van Heel, van Zutphen, Zoon a.w., p.18. Paul Frissen, Over regelzucht en ontregeling, in: Publiek Management juni 2004, p. 17 Paul Frissen, āLaat de samenleving de problemen zelf oplossenā, (interview) in: Een kwestie van vertrouwen, rapport van de VWS-commissie administratieve lasten in de zorg, januari 2006. In regels gevangen? Een verkenning van mogelijke oorzaken van regeldrukā. Interdepartementaal essay, uitgave Ministerie van Justitie, Den Haag, 2006. Het is in beide gevallen niet zonder meer duidelijk hoe het bedrag aan besparingen is berekend. Zoals Van der Steen en Van Twist opmerken is āde techniek van het meten en tellen (ā¦) niet neutraal, maar uitermate politiekā (Van der Steen en Van Twist, 2008, p. 94). Bron: http://www.ez.nl/Onderwerpen/Verminderen_regeldruk/Vermindering_Regeldru k/Introductie?rid=157317 Datum 8 september 2008 Onderwerp Verantwoordingsdruk: beknopte analyse op basis van bestaande literatuur Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden. PAGE 2 Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden.