Typering, belangrijkste resultaten en vervolgacties per vitale sector
Bijlage
Nummer: 2008D16833, datum: 2008-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgangsbrief Bescherming Vitale Infrastructuur 2008 (2008D16832)
Preview document (š origineel)
BIJLAGE (bij voortgangsbrief Bescherming Vitale Infrastructuur 2008) Typering, belangrijkste resultaten en vervolgacties per vitale sector 1. Energie Typering: Zekerheid omtrent de voorziening van energie is voor de maatschappij van groot belang. Binnen de sector energie is gekeken naar de voorzieningszekerheid van aardgas, elektriciteit en olie. Vrijwel alle vitale producten en diensten hebben een hoge mate van afhankelijkheid van ƩƩn of meer van deze energiedragers. De voorziening via de netwerken en infrastructuur van de sector energie is niet alleen belangrijk voor de nationale voorziening, maar ook van groot internationaal belang. Resultaten: Het Wetsvoorstel Informatie-uitwisseling ondergrondse netten is inmiddels van kracht geworden, en zal naar verwachting leiden tot een daling van het aantal graafincidenten met betrekking tot ondergrondse leidingen en kabels. Met partijen uit de sector olie en gas is in combinatie met de chemische sector verder onderzoek verricht naar de kwetsbaarheid van buisleidingen. Na afronding van de werkzaamheden zal het NAVI een rapport opstellen t.b.v. de betrokken ministeries van EZ en VROM. In mei 2008 is het convenant security sector olie en sector (petro)chemie ondertekend door de betrokken ministers en organisaties. De betreffende bedrijven in de sector olie hebben in samenwerking met het NAVI een begin gemaakt met de daarin afgesproken werkzaamheden om te komen tot de beoogde resultaten, zoals de Security management Systemen. De resultaten en ervaringen uit de verschillende oefeningen waaraan partijen uit de sector energie hebben deelgenomen hebben diverse vervolgactiviteiten tot gevolg om de bestaande afspraken, procedures en mogelijke maatregelen verder te verbeteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de operationele oefeningen van het Alerteringsysteem Terrorismebestrijding (het ATb van de NCTb), en de Emergency Response Exercise 4 van het Internationale Energie Agentschap. De Tweede Kamer is op de hoogte gebracht van de stand van zaken m.b.t. de werkzaamheden in het kader van de strategie Nationale Veiligheid t.a.v. de energievoorzieningszekerheid. Vervolgacties: Op basis van de verkregen inzichten uit de risicoanalyse security buisleidingen zal beoordeeld kunnen worden welke risicoās er m.b.t. de buisleidingen in de deelnemende sectoren aanwezig zijn. Deze resultaten zullen onder andere worden ingebracht in het kader van de op te stellen Security management Systemen bij de betrokken bedrijven. Waar nodig en zinvol zullen uiteraard aanvullende maatregelen worden genomen. In het kader van de strategie Nationale Veiligheid wordt in de werkgroep energievoorzieningszekerheid o.a. gewerkt aan de thematische verdieping van de energiescenarioās m.b.t. elektriciteitsuitval, gasuitval en olieaanvoerverstoringen. In EU kader wordt momenteel gewerkt aan voorstellen om te komen tot een nieuwe oliecrisis Richtlijn waarin verbeteringen zullen worden aangebracht t.a.v. de strategische olievoorraden, de aansluiting en afstemming met de IEA-systematiek, de controle en de beschikbaarheid van data. 2. Telecom/ICT Typering: De Telecommunicatie- en ICT-sector ontwikkelt zich in een sneltreinvaart en groeit (op delen) samen met de audiovisuele sector. Deze convergentie van sectoren vindt plaats op verschillende niveaus zoals infrastructuur, apparatuur en inhoud. Hierdoor treden ook veranderingen op in productie, distributie en gebruik op zowel nationaal als internationaal niveau. De betrouwbaarheid, beschikbaarheid en een veilig gebruik komen steeds meer onder druk te staan doordat criminele activiteiten zich verplaatsen naar deze netwerken. Voorbeelden hiervan zijn het infiltreren in netwerken, phishingsites en misbruiken van digitale identiteiten. Dit treft niet alleen burgers maar vooral vitale bedrijven en sectoren die gebruik maken van ICT-netwerken. Resultaten: De deelnemers van het Nationaal ContinuĆÆteitsoverleg Telecomsector (NCOT) hebben in 2008 deelgenomen aan verschillende workshops Intersectorale analyses voor de scenarioās grieppandemie en overstroming. In deze workshops is door de deelnemende partijen inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen zijn van deze scenarioās voor het functioneren van vitale producten en diensten. De onderlinge relaties en afhankelijkheid zijn in kaart gebracht en het sociale netwerk is uitgebreid c.q. verstevigd. In EU-verband Vitale Infrastructuur is door zowel publieke als private partijen deelgenomen aan diverse workshops (o.a. EPCIP). Binnen het NICC is vooral gewerkt aan het verder uitbouwen van het Informatie Knooppunt Cybercrime (IKC). Nieuwe sectoren hebben zich aangesloten zoals de multinationals en Schiphol. In het kader van SCADA heeft het NICC haar eerste Proces Control Security Event georganiseerd in aanwezigheid van verschillende sectoren uit het bedrijfsleven en de overheid. Partijen hebben via deze bijeenkomst kennis uitgewisseld over de risicoās en kwetsbaarheid van besturingssystemen alsmede de mogelijke preventiemaatregelen. Vervolgacties: Vanuit het NCOT wordt een onderzoek gestart hoe een risicoanalyse van de hele Telecom/ICT-sector het beste kan plaatsvinden. De toenemende convergentie van de sector Telecom/ICT en audiovisueel en de gevolgen hiervan voor de vitale sectoren als gebruiker wordt opnieuw in kaart gebracht. Indien nodig zal hier een nadere risicoanalyse plaatsvinden. Binnen het programma Nationale Veiligheid is een project ICT-verstoring gestart. Binnen dit project werken publieke en private partijen van diverse vitale sectoren samen aan de uitwerking van enkele ICT-dreigingscenarioās, waarna vervolgens wordt bezien of en zo ja hoe hiertegen opgetreden kan worden. In het najaar van 2008 vindt een onderzoek plaats naar de toekomstige en structurele borging van het IKC. Bezien wordt in hoeverre ā via het NCOT ā aansluiting kan worden gevonden door de Telecomsector op het IKC. In november 2008 vindt het 2e Proces Control Security Event plaats. Hier zullen de eerste resultaten van de opgerichte werkgroepen worden besproken. Verder zal de dialoog verder geĆÆntensiveerd worden. 3. Drinkwater Typering: Drinkwater is voor de mens een primaire levensbehoefte. Drinkwater wordt naast consumptie voor de mens tevens gebruikt voor andere huishoudelijke doeleinden, proceswater, bluswater en consumptiewater voor dieren. De continuĆÆteit en kwaliteit van de levering van drinkwater zijn sinds jaren goed geregeld. De Leveringsplannen van de waterbedrijven zijn hiervoor het beleidskader. Daarnaast is binnen de sector een basisniveau van beveiliging afgesproken, het zogenoemde GoedHuisVaderschap. De Leveringsplannen en het afgesproken niveau van beveiliging dekken de vitale belangen van de drinkwatervoorziening voldoende af. Resultaten: De drinkwatersector heeft deelgenomen aan, door de NCTb, georganiseerde oefeningen in het kader van het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb) en zal dat in de toekomst ook blijven doen Daarnaast is in het afgelopen jaar wederom zowel praktijkgericht als bestuurlijk geoefend. Zo zijn er oefeningen gehouden en heeft overleg plaatsgevonden met gemeenten, politie, Veiligheidsregioās, waterbeheerders en provincies. Verder is het ontwerp Drinkwaterwet door de Tweede Kamer worden aangenomen. In het hoofdstuk Leveringszekerheid zijn de kaders gegeven voor leveringszekerheid en continuĆÆteit. Het Drinkwaterbesluit, dat deze kaders nader concretiseert, zal begin 2009 gereed zijn. Vervolgacties: Vanaf medio 2003 heeft de sector fors geĆÆnvesteerd om het basisbeveiligingsniveau dat de sector heeft afgesproken, te implementeren. De sector voorziet daarmee in een totale beveiligingsaanpak waarbij een samenhangend pakket van technische, personele, organisatorische en ICT-maatregelen is geĆÆmplementeerd. Hierbij is een reĆ«el, proportioneel en haalbaar niveau bewerkstelligd. Het Drinkwaterbesluit wordt momenteel geschreven. Binnen dit traject wordt gekeken naar de wijze waarop het GoedHuisVaderschap door middel van zogenaamde referentiedreigingen wettelijk kan worden verankerd. Verder zullen eisen worden gesteld aan onder meer de oefenfrequentie, de nooddrinkwatervoorziening en de noodwatermaatregelen. Op grond van de rol van het Ministerie van VROM in de responsfase is besloten een zogenaamde Eenheid Planning en Advies drinkwater (EPAd) op te richten. Het responsplan voor deze EPAd is gereed en het implementatietraject is gestart. Verder zijn de drinkwaterbedrijven momenteel bezig met de noodzakelijke voorbereidingen voor aansluiting op het crisiscommunicatiesysteem (C2000) van de overheid. Bovendien hebben de drinkwaterbedrijven zich aangesloten bij het Informatieknooppunt Cybercrime en vormen daarbinnen een afzonderlijk informatieknooppunt, het zogenaamde Water-ISAC. In de nieuwe drinkwaterregelgeving zal het afgesproken niveau van beveiliging en crisisbeheersing juridisch worden vastgelegd. De bedrijven dienen hieraan invulling te geven via het Leveringsplan; Drinkwaterbedrijven - als zijnde crisispartner van de Veiligheidsregioās - starten momenteel de samenwerking met de Veiligheidsregioās op. Het betreft hier samenwerkingsafspraken over de preparatie en respons op drinkwater gerelateerde incidenten. De drinkwatersector stemt de wijze van opschaling af op het ATb. 4. Voedsel Ā Typering: De voedselvoorziening en meer specifiek de beschikbaarheid van ƩƩn of meer basisvoedingsmiddelen en de voorziening van ƩƩn of meer essentiĆ«le voedingsstoffen in Nederland, dient veilig gesteld te zijn. Elementen die bijdragen aan het zeker stellen van de voedselvoorziening, zoals voedselproductie - en distributie zijn dermate geografisch gespreid dat hieraan voor een belangrijk deel al wordt voldaan. In geen van de branches zal door het uitvallen van de grootste productielocatie de voedselvoorziening in gevaar komen en veel voedingsmiddelen kunnen in geval van nood vervangen worden door andere. Een speciaal punt van aandacht hierbij is de samenhang tussen voedselvoorziening en voedselveiligheid. De kwetsbaarheid van de voedselsector ligt vooral in onveilig voedsel dat door veel mensen wordt gebruikt waardoor maatschappelijke ontwrichting kan ontstaan. Verder is de voedselvoorziening voor de continuĆÆteit van andere vitale producten en diensten van groot belang. Ā Resultaten: Er heeft een oefening plaatsgevonden waarbij diverse destabiliserende factoren (samengevoegd in een scenario) doorlopen zijn in relatie tot voedselzekerheid in Nederland. Verschillende bedrijven zijn betrokken geweest bij de intersectorale afhankelijkheden workshops. Vervolgacties: Ondanks dat de sector Voedsel naar verwachting minder risico loopt op het gebied van security, zal het NAVI het komende jaar gesprekken voeren met de sector om dit verder te verdiepen. Komend jaar zalĀ er ook gekeken worden of het mogelijk is om met de sector een workshop te organiseren rondom enkele specifieke scenarioās gerelateerd aan voedselzekerheid en daarbij in te zoemen op de rol van de overheid versus de rol van de sector. 5. Gezondheid Typering: De gezondheidszorg is maatschappelijk een cruciaal product. Drie deelprocessen (spoedeisende medische hulpverlening, essentiĆ«le medische producten en sera en vaccins) zijn hierbij van groot belang. De sector gezondheidszorg kan problemen ondervinden door uitval in andere sectoren (energie, drinkwater, communicatie, transport) of door bewust menselijk handelen (terreur) en kent dus een belangrijke mate van afhankelijkheid van een aantal andere vitale sectoren. Het uitvallen van de gezondheidszorg heeft niet direct gevolgen op het niveau van āvitaalā voor de overige sectoren. Wel is de dreiging van een grieppandemie in de Nationale Risicobeoordeling (NRB) als grootste risico voor de nationale veiligheid naar voren gekomen. Een grieppandemie kan tot gevolg hebben dat 30 % van de beroepsbevolking uitvalt en heeft daarmee effect op vitale sectoren. Resultaten algemeen: In de afgelopen periode is een traject ter implementatie van ziekenhuisrampopvangplannen (Ziropās) afgerond. De minister van VWS heeft per 2008 10 miljoen euro structureel beschikbaar voor het opleiden, trainen en oefenen van de zorgsector. De wijze van verdeling is dat er per traumaregio jaarlijks een prioritering wordt afgesproken in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). In dit overleg zijn de betrokken partijen vertegenwoordigd. Multidisciplinair oefenen maakt onderdeel uit van dit traject. In oktober 2008 hebben de betrokken zorgpartijen een convenant hiertoe ondertekenen. In 2008 stellen de GGD-en en huisartsen een op de eigen sector gericht rampenopvangplan op. Vanaf 2009 hebben zij dan dezelfde uitgangssituatie als andere partijen in het ROAZ. Vanaf die periode zullen GGD-en en huisartsen volwaardig in het ROAZ participeren. Resultaten grieppandemie: In het gezamenlijke project Griep en Maatschappij van de ministeries van VWS en BZK zijn, voor de Nationale risicobeoordeling (NRB), de maatschappelijke effecten van een grieppandemie in kaart gebracht. In samenwerking met het Strategisch Overleg Vitale Infrastructuur (SOVI) zijn de gevolgen van een grieppandemie voor (de continuĆÆteit) van de vitale infrastructuur geĆÆnventariseerd. Voor de brede maatschappelijke voorbereiding op een grieppandemie zijn dit jaar de volgende documenten uitgebracht: draaiboek publiekscommunicatie bedoeld voor de overheden; checklists voor continuĆÆteitsmanagement en specifieke handleidingen voor centrale en decentrale overheden; voorlichtingsbrochure voor bedrijven, waarin suggesties zijn opgenomen over hoe het bedrijfsleven zich op een grieppandemie kan voorbereiden. Deze brochure is breed verspreid en een voorlichtingsbrochure voor de bevolking. Publieksvoorlichting wordt overigens pas verspreid als er sprake is van een reĆ«le dreiging. Vervolgacties: Op 10 december 2008 zullen de resultaten van het VWS/BZK project Griep & Maatschappij tijdens een conferentie worden gepresenteerd. In 2009 staat een nationale oefening āgrieppandemieā gepland. 6. Financieel Typering: De vitale infrastructuur van de financiĆ«le sector bestaat uit de kerninfrastructuur van het: toonbankbetalingsverkeer; massaal giraal betalingsverkeer; hoogwaardig betalingsverkeer tussen banken en effectenverkeer. Vanwege de hoge bedragen en de grote hoeveelheden transacties die in de financiĆ«le sector plaatsvinden, kunnen de financieel-economische gevolgen en het maatschappelijke ongemak bij uitval vrij snel hoog oplopen. Mensen- of dierenlevens zijn niet direct betrokken bij uitval of verstoring van de financiĆ«le sector. Keteneffecten treden vooral op bij grootschalige uitval van de pinfaciliteit in het toonbankbetalingsverkeer. Bij langer durende uitval van het massaal giraal betalingsverkeer kunnen ook keteneffecten optreden. Bedrijven kunnen dan bijvoorbeeld problemen krijgen met hun kredietpositie. Ook zal een toenemende groep burgers hun saldolimiet bereiken en niet meer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Uiteindelijk kan bij uitval van het betalingsverkeer ook immateriĆ«le schade optreden in de vorm van vermindering of verlies van vertrouwen in (onderdelen van) het financiĆ«le stelsel. Dit laatste kan bovendien economische gevolgen op langere termijn hebben. Resultaten: In het kader van het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb) zijn diverse bereikbaarheidstesten uitgevoerd. Tevens heeft er in november 2008 in dit kader een operationele oefening plaatsgevonden waaraan zowel door de NCTb en het Ministerie van FinanciĆ«n als door diverse financiĆ«le instellingen is deelgenomen. Implementatie van de verbeterpunten die naar voren zijn gekomen uit eerdere oefeningen. Zoals de aanscherping van procedures waardoor de bereikbaarheid verder is toegenomen en een grotere betrokkenheid van communicatieafdelingen bij crisismanagement. De financiĆ«le sector heeft actief deelgenomen aan workshops waarin afhankelijkheden met andere vitale sectoren in kaart zijn gebracht. De samenwerking tussen de diverse vitale sectoren is hierdoor verbeterd en de kennis over de afhankelijkheden vergroot. Vervolgacties: De Nederlandsche Bank organiseert in de eerste helft van 2009 een marktbrede oefening voor de sector. Het doel van deze oefening is een simulatie van een grote, wijdverspreide, operationele crisis in de Nederlandse financiĆ«le sector. De veelheid aan overheidsinitiatieven op diverse niveaus op het gebied van de bescherming van vitale infrastructuur is voor de financiĆ«le sector aanleiding geweest om een platform op te richten om de proactieve houding van de sector op een gestructureerde en gecoƶrdineerde wijze te kunnen blijven waarborgen. Dit platform staat onder voorzitterschap van De Nederlandsche Bank. 7. Keren en beheren oppervlaktewater Typering: Een belangrijke zorg van de overheid is de bescherming tegen overstroming en de aanwezigheid van schoon en voldoende water voor alle gebruikers. Bescherming tegen overstroming wordt gerealiseerd door het aanleggen en in stand houden van waterkeringen. Er wordt onderscheid gemaakt in vier categorieĆ«n: primaire keringen: bescherming tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJsselmeer en Markermeer. Het merendeel van de primaire keringen (ca 75%) wordt als vitaal aangeduid; regionale waterkeringen: bescherming tegen overstromingen vanuit regionale wateren. Een klein percentage van de regionale keringen (ca 10%) wordt als vitaal aangeduid; bemaling: bemalen van het achterland ten behoeve van beschermen tegen wateroverlast. Slechts een klein aantal (maximaal 10) gemalen moet als vitaal worden beschouwd; waterkwaliteit: voorkomen van grootschalige vervuiling van oppervlaktewater; wordt niet als vitaal aangemerkt. De keuze of iets als vitaal wordt aangemerkt, wordt gebaseerd op het criterium dat bij falen een gevolgschade ontstaat groter dan 5 miljard euro of een groot aantal dodelijke slachtoffers zal vallen. Resultaten: De Taskforce Management Overstromingen (TMO) heeft in november 2008 een grote oefening georganiseerd onder de naam āWaterproefā. De primaire waterkeringen zijn toegevoegd aan het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATB). In opdracht van het ministerie van V&W heeft het NAVI in 2008 een second opinion opgeleverd aan het ministerie over het basissecurityplan voor een waterkering Vervolgacties: Uit de case studies van de landelijke verkenning compartimentering blijkt dat voor een goed onderbouwd besluit tot wel of niet compartimenteren een brede afweging van kans- en gevolgbeperkende maatregelen noodzakelijk is. Voor Centraal Holland zal in het kader van het project Randstad Urgent een vervolgstudie worden uitgevoerd. Verder onderzoek zal ook plaatsvinden voor de Tieler- en Culemborgerwaarden, langs het Amsterdam-Rijnkanaal en het land van Heusden. De beveiliging van (vitale) objecten zal verder uitgebouwd worden. 8. Openbare orde en veiligheid (OOV) Typering: De primaire taak van de OOV-sector (brandweer, politie en geneeskundige hulpverlening en waar nodig ondersteuning door Defensie) is het handhaven van de openbare orde, het verlenen van hulp in noodsituaties en het zorgdragen voor de veiligheid in Nederland. Grootschalige en langdurige uitval van de sector of delen daarvan kan leiden tot ontwrichting van de Nederlandse samenleving. Alternatieven voor deze diensten die langdurig en op grote schaal inzetbaar zijn, zijn beperkt beschikbaar. Om deze redenen wordt de OOV-sector als vitaal beschouwd. Resultaten: De relatie tussen eigenaren en beheerders van andere vitale objecten/processen en de OOV diensten zal versterkt worden. Vanuit de Nationale overheid zijn alle daar voor in aanmerking komende burgemeesters en veiligheidsregio's (i.o.) geĆÆnformeerd over vitale objecten die zich binnen hun verzorgingsgebied bevinden. In verschillende politie en veiligheidregioās (i.o.) zijn trajecten gestart, waarbij vertegenwoordigers van deze OOV-diensten in overleg treden met eigenaren en beheerders van vitale objecten/processen over hoe men gezamenlijk potentiĆ«le crises rond vitale producten en diensten kan aanpakken. Er is gestart met het inzichtelijk maken van de continuĆÆteit van de OOV-sector inclusief Defensie ondersteuning ten tijden van een grieppandemie. Vervolgacties: De Veiligheidsregio's (i.o.) en gemeenten zullen nadere afspraken maken met de eigenaren/beheerders van vitale objecten die zich binnen hun verzorgingsgebied bevinden. De continuĆÆteit van de OOV diensten zal verder bekeken worden, waarbij ook gekeken wordt of de mogelijke Defensie inzet meegenomen kan worden. Hierbij wordt met het onderwerp grieppandemie begonnen. 9. Rechtsorde Typering: In geval van een calamiteit bestaat de justitiĆ«le verantwoordelijkheid daaruit dat de rechtsgang in voldoende mate kan plaatsvinden en dat āgeslotenā inrichtingen veilig kunnen blijven functioneren. In de sector worden drie subsectoren onderscheiden: Openbaar Ministerie; Raad voor de Rechtspraak; Dienst JustitiĆ«le Inrichtingen. Gebleken is dat deze sectoren weliswaar cruciale belangen en elementen kennen, maar dat deze bij uitval niet als āvitaalā te betitelen zullen zijn. Verder is gebleken dat de reeds genomen maatregelen van dien aard zijn dat er sprake is van een voldoende niveau van ābeveiligingā. Resultaten: Er is gestart met de voorbereiding van de totale Justitie organisatie inclusief de Dienst JustitiĆ«le Inrichtingen op een mogelijke grieppandemie. Vervolgacties: Er zijn op dit moment geen concrete vervolg acties voorzien. 10. Openbaar bestuur Typering: Het openbaar bestuur vervult een bijzondere positie in het project Bescherming Vitale Infrastructuur. Bij grootschalige calamiteiten als catastrofale terroristische aanslagen, natuur- en industriĆ«le rampen heeft de overheid - in casu het openbaar bestuur - de integrale zorg voor de openbare orde en veiligheid. De effecten van een verstoring in een willekeurige vitale sector raken daarmee per definitie aan de verantwoordelijkheid van het openbaar bestuur. Vitaal Openbaar Bestuur betekent in de kern: het beschermen van de continuĆÆteit van besluitvorming tijdens de respons op en herstel na uitval van vitale infrastructuur en het beschermen van de communicatiemiddelen voor de noodzakelijke informatie-uitwisseling tijdens (de dreiging van) ernstige calamiteiten tussen overheden en voor communicatie naar de bevolking Resultaten: In augustus 2008 is besloten om 'Cell broadcastingā (nieuwe naam: E-alert) landelijk in te voeren als instrument om burgers te alarmeren ten tijden van crisis. Hiervoor is een aanbesteding gestart. Na een inventarisatie inzake de behoefte aan een eventuele opvolger van het Nationaal Noodnet is besloten een aanbesteding te starten voor de realisering van de zgn. Noodcommunicatie Voorziening (NCV). Deze aanbesteding is in juli 2008 gestart. Er is in 2008 begonnen om de gehele nationale overheid inclusief uitvoeringsorganisaties op een mogelijke grieppandemie voor te bereiden. Hierbij wordt m.n. gekeken naar de continuĆÆteit van dienstverlening van de eigen organisaties. Vervolgacties: In 2009 zal een keuze gemaakt worden omtrent de levering van 'Cell broadcasting/ E-alert'. Begin 2009 wordt de gunning van de NCV verwacht. Gedurende het jaar vindt de opbouw van de NCV plaats, opdat eind 2009 overgestapt wordt op de NCV. Op basis van de resultaten van de voorbereiding van de nationale overheid op een grieppandemie zullen mogelijke vervolg acties worden ondernomen. In het licht van het vergrote inzicht in dreigingen voor de Nationale Veiligheid zal de continuĆÆteit van vitale onderdelen van de Nationale Overheid inclusief Kabinet nader tegen het licht worden gehouden. Bij deze continuĆÆteitsvraag wordt onder andere de toekomstige rol van de huidige ondergrondse noodzetels van Regering en ministeries meegenomen. 11. Transport Typering: Transport is een noodzakelijke voorwaarde voor de economie: personen reizen van en naar locaties waar economische activiteiten plaatsvinden. Toelevering van grondstoffen en distributie van producten vormen de bloedsomloop van de samenleving. Langdurige uitval van (belangrijke elementen binnen) de transportfunctie zou leiden tot grootschalige economische verstoring en daarmee tot maatschappelijke ontwrichting. Bovendien kan uitval van transport van bijvoorbeeld brandstoffen, voedsel en medicijnen, maar ook van personeel in vitale functies leiden tot ernstige keteneffecten. Over het algemeen is transport niet als kwetsbaar te beschouwen: het bestaan van dichte netwerken en verschillende modaliteiten naast elkaar maakt verstoring van de functionaliteit als geheel moeilijk voorstelbaar. Bij verstoring van enkele schakels in de netwerken zal de hinder in eerste instantie groot zijn; voor specifieke transportstromen voor vitale functies zullen echter snel alternatieven voor handen zijn. Vier specifieke elementen uit het transportsysteem vragen bijzondere aandacht in het kader van Bescherming van Vitale Infrastructuur, nl. de mainport Schiphol, de mainport Rotterdam, het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet. Deze vormen de ruggengraat van het landzijdig transportsysteem. Daarbinnen zijn specifieke schakels te onderscheiden die aanleiding kunnen vormen voor verstoring op āvitaleā schaal. Het spoor wordt gezien zijn aandeel in de transportfunctie als niet vitaal gezien. Er zijn voldoende andere transportmodaliteiten om deze transportfunctie te ondervangen. Wel worden enkele specifieke objecten in het spoorsysteem in de vitaal-analyse meegenomen, gezien het potentiĆ«le aantal slachtoffers. Resultaten: Rond de mainport Schiphol zijn in de afgelopen jaren aanvullende beheermaatregelen genomen op basis van een integraal advies. Tijdens dit traject zijn bovendien door sommige partijen zelfstandig additionele beheersmaatregelen getroffen. De definitieve rapportage is eind 2007 afgerond. Voor de mainport Rotterdam geldt dat in het afgelopen jaar op basis van het in 2007 door de minister van V&W goedgekeurde Port Security Plan is samengewerkt. Bescherming van de vitale infrastructuur in het mainport gebied is dan ook een regulier onderwerp in het overleg tussen de verschillen partijen. De vitale objecten in het hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet zijn aangesloten op het Alerteringsysteem Terrorismebestrijding (ATb) en generieke beveiligingsmaatregelen zijn getroffen. Tevens zijn detailanalyses voor deze objecten gemaakt, die hebben geleid tot diverse aanbevelingen voor aanvullende maatregelen. Voor het spoor is in de periode 2007-2008 het verhogen van de weerbaarheid een belangrijk item geweest en de spoorsector is in 2005 reeds aangesloten op het ATb. Vervolgacties: Met de betrokken stakeholders bij de mainport Schiphol wordt gemonitord in hoeverre de aanbevelingen zijn/worden geĆÆmplementeerd door de hiervoor verantwoordelijke partijen. Ook is een aanvullend project gestart voor het NS-station en de spoortunnel. Naar verwachting zal dit project eind 2008 zijn afgerond. Besluitvorming over aanvullende specifieke maatregelen voor de vitale objecten in het hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet vindt plaats ultimo 2008 afhankelijk van de urgentie en de beschikbare financiĆ«le ruimte. Begin 2009 wordt een kadernota over de aanpak van security spoor aan de TK aangeboden. Eind 2008 zal in het kader van Vitaal een actualisatie voor het spoorsysteem worden uitgevoerd. 12. Chemie en nucleaire industrie Typering: Door doelbewuste verstoring van de productie, opslag en transport van gevaarlijke stoffen kan de maatschappij ontwricht worden. Door deze verstoring kunnen bijvoorbeeld gifwolken of radioactieve besmetting ontstaan waardoor overal in het land vele slachtoffers kunnen vallen en gebieden tijdelijk onbewoonbaar zijn. De sector chemie bestaat uit een groot aantal bedrijven die o.a. onder de SEVESO richtlijnen van de EU vallen. Uitgangspunt om iets als een vitaal object/proces aan te merken is het feit, dat er mogelijk meer dan 10 doden buiten de poort kunnen vallen. De sector nucleair bestaat uit zes installaties met de daarbij behorende transporten die vallen onder de Kernenergiewet en onder andere het (onlangs gewijzigde) verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en kerninstallaties. Resultaten: Op 27 mei is met vertegenwoordigers uit de olie- en chemische industrie een convenant over de beveiliging van deze bedrijven ondertekend met de ministers van VROM en EZ en de staatssecretaris van BZK. De deelnemende bedrijven verplichten zich tot de invoering van een āsecurity managementsysteemā. In het kader van het security convenant over kunstmest voert de Minerale Meststoffen Federatie een meldingensysteem in zodat in september alle geregistreerde bedrijven in de database de verplichtingen van het convenant kunnen uitvoeren. Tevens is in de EU overeenstemming bereikt om voor particulier gebruik slechts 16% stikstof o.b.v. ammoniumnitraat toe te staan. Om de juridische basis voor fysieke beveiliging in de nucleaire sector te versterken worden de Kernenergiewet en een aantal onderliggende besluiten aangepast. Het wetsvoorstel ligt ter behandeling bij de TK. Voor de sector nucleair is een nationale referentiedreiging opgesteld, in samenwerking met de betrokken overheidspartijnen en de sector zelf. De referentiedreiging (Design Basis Threat) vormt de basis waarop de beveiliging kan worden ontworpen en geĆ«valueerd. De formele inwerkingtreding vindt plaats na de bekrachtiging van een nieuwe ministeriĆ«le regeling inzake de beveiliging. De nucleaire sector is aangesloten op het Alerteringsysteem Terrorismebestrijding en in 2007/2008 is hiermee door de sector en de betrokken overheden geoefend. Vervolgacties: De deelnemende partijen aan het convenant over de beveiliging van bedrijven uit de olie- en chemische industrie stellen een set scenarioās op. Deze set geeft een aantal mogelijke scenarioās weer waarlangs moedwillige verstoring bij een bedrijf mogelijk plaatsvindt. De deelnemende bedrijven dienen in elk geval beveiligingsmaatregelen te treffen om optreden van deze scenarioās tegen te gaan. In samenwerking met het ministerie van Verkeer en Waterstaat voert het NAVI een vertrouwelijke risicoanalyse uit van de security in de vervoersketen van gevaarlijke stoffen als input voor het maken van een dreigingsanalyse door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst voor het evaluatieonderzoek van de beveiligingsvoorschriften uit de internationale vervoerswetgeving. In opdracht van het ministerie van EZ en het ministerie van VROM voert het NAVI een vertrouwelijke risicoanalyse uit naar de beveiliging van buisleidingen in Nederland. TK 2006-2007, 26 643, nr. 83 TK 2006-2007, 26 643 en 26 956, nr. 89