Lijst van vragen gericht aan de regering inzake aanpak harde kern jeugdwerklozen; Begeleiding van bij CWI geregistreerde jongeren
Aanpak harde kern jeugdwerklozen; Begeleiding van bij CWI geregistreerde jongeren
Lijst van vragen
Nummer: 2008D17301, datum: 2008-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch.B. Aptroot, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.P.M. van de Wiel, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2008Z06247:
- Indiener: S.J. Stuiveling, president van de Algemene Rekenkamer
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-11-13 10:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2008-11-20 13:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-11-20 14:00: Rapport van de Algemene Rekenkamer 'Aanpak harde kern jeugdwerklozen' (31749) (Inbreng feitelijke vragen), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2008-12-18 10:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2009-01-20 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-02-03 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2012-04-24 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
31 749 Aanpak harde kern jeugdwerklozen Nr. LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld … 2008 De commissie voor de Rijksuitgaven heeft over het rapport “Aanpak harde kern jeugdwerklozen” van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31749, nrs. 1-2) de navolgende vragen ter beantwoording aan het kabinet voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van …. 2008 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Aptroot De adjunct-griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Van de Wiel Nr. Vraag Blz. van tot 1 Welk doel heeft het kabinet in de periode 2007-2011 ten aanzien van de jeugdwerkloosheid? 0 2 Is het juist dat uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) volgt dat het aantal jongeren tussen 15 en 23 jaar dat niet naar school gaat of werkt van 110.000 in 2003 is gedaald naar 72.000 in 2007? 7 3 Is het waar dat het aantal jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt is gedaald van 55.786 in 2003 tot 17.617 in 2007 en dat in verhouding tot de cijfers van het CBS gesproken kan worden van een constant verschil van (ongeveer) 55.000 jongeren? Betekent dit dat de groep jongeren die buiten het zicht van de overheid is, niet kleiner is geworden maar dus constant 55.000 is gebleven? 7 4 Wat is de verklaring voor het feit dat het percentage ingeschreven jongeren met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt, - als aandeel van de totale populatie bij CWI ingeschreven jongeren – tussen 2003 en 2006 is gestegen? 7 5 Hoe groot is de totale populatie werkloze jongeren? 7 6 Hoeveel staan niet ingeschreven bij het CWI en wat is het opleidingsniveau van deze jongeren? 7 7 Welk aandeel heeft het verminderen van de jeugdwerkloosheid in de besparingen die bij het UWV en CWI moeten worden gerealiseerd? 10 8 Is het kabinet voornemens om de op jongeren afgestemde dienstverlening in de toekomst uit te breiden? Zo ja, op welke wijze? 14 9 Waarom zijn de aanbevelingen die door de Algemene Rekenkamer zijn gedaan niet overgenomen door het Kabinet? 14 27 10 Zal er naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer meer afstemming plaatsvinden tussen de minister van Jeugd& Gezin en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid? 14 27 11 Is het doel van het kabinet om meer jongerenloketten te realiseren? Wat is hierbij de exacte doelstelling? 14 37 12 Hoe wordt de integrale dienstverlening geborgd in gemeenten zonder jongerenloket? 14 37 13 Is het kabinet bereid om richtlijnen op te stellen van welke organisaties het wenselijk is dat zij zijn vertegenwoordigd in een jongerenloket? 14 37 14 Voorziet de inzet van een jongerenloket de verbetering van de diagnosestelling, zoals in het rapport van de Algemene Rekenkamer wordt aanbevolen? 14 37 15 Welke maatregelen neemt het kabinet om deze diagnosestelling te optimaliseren? 14 37 16 Deelt het kabinet de mening van de Algemene Rekenkamer dat er meer instrumenten moeten worden ontwikkeld om jeugdwerkloosheid tegen te gaan? Kan het kabinet een nadere toelichting geven? 14 37 17 Is het kabinet van mening dat de beschikbaarheid en toegankelijkheid van specialistische voorzieningen kan worden verbeterd? 14 37 18 Wat vindt het kabinet van het idee om jongeren een vaste begeleider te geven? 14 37 19 Kan het kabinet een uiteenzetting geven van de instrumenten die zij voorziet ter voorkoming van schooluitval en jeugdwerkloosheid voor jeugd en jongeren, uitgesplitst naar verschillende leeftijdscategorieën? 14 37 20 Welke instrumenten dienen ter voorkoming van schooluitval en jeugdwerkloosheid? 14 37 21 Op welke wijze draagt de inzet van de verwijsindex, het JCID en het digitaal klantdossier tot betere afstemming tussen organisaties en instanties? 14 37 22 Waarom acht het kabinet prestatie-indicatoren voor samenwerking niet noodzakelijk? 14 37 23 Welke effecten verwacht het kabinet van de maatregel om samenwerking en regie te verbeteren (verwijsindex, verbreding DKD) en welke doelstellingen verbindt het kabinet hieraan? 14 37 24 Hoe gaat het kabinet de samenwerking tussen het UWV en het CWI verbeteren om nieuwe initiatieven te ontplooien voor verbetering van samenwerking tussen organisaties en instellingen? 14 37 25 De Algemene Rekenkamer stelt dat ketensamenwerking in de praktijk moeilijk van de grond kan komen door verkokering en gebrek aan tijd of capaciteit. Wat zijn de plannen van het kabinet om dit probleem op te lossen, hoe en wanneer worden deze gerealiseerd? 14 37 26 Waarom vindt het diagnosticeren van de jongere pas plaats op het moment dat de jongere zich meldt bij het CWI en niet eerder? 18 27 Ziet het kabinet mogelijkheden om eerder een diagnose te stellen zodat de opgedane kennis of informatie over de betrokken jongere doorgegeven kan worden in de keten? 18 28 Gaat het kabinet meer aandacht besteden aan de achterliggende problemen (verslavingsproblemen of psychische problemen) bij de jongeren om een betere diagnose te kunnen stellen? 18 29 De Algemene Rekenkamer beveelt in het rapport aan om meer op integrale dienstverlening in te zetten. Onderschrijft het kabinet deze aanbeveling? 23 30 Welke actie gaat het kabinet ondernemen naar aanleiding van de constatering dat de gebrekkige informatie-uitwisseling tussen de keten voor werk en inkomen en de zorg en hulpverlening vooral speelt als het gaat om jongeren met psychische, sociaal-emotionele of sociaal-maatschappelijke problemen? 24 31 Hoe verhoudt de sluiting van de jongerenloketten in onder andere Den Haag en Rotterdam zich tot het voornemen van het kabinet om meer jongerenloketten te realiseren? 29 32 Hoe denkt het kabinet de op jongeren specifiek afgestemde dienstverlening te continueren met sluiting van deze jongerenloketten? 29 33 Het kabinet is voornemens om meer te investeren op één op één begeleiding en op preventieve aanpak. Hiervoor stelt zij eenmalig financiële middelen beschikbaar. Hoeveel middelen worden hiervoor beschikbaar gesteld? 29 34 Is deze investering voldoende om de aanpak van jeugdwerkloosheid op de langere termijn te garanderen? 29 35 Welke doelstelling wordt aan de inzet van deze financiële middelen gehangen? 29 36 Hoe wordt concreet invulling gegeven aan de één op één begeleiding? 29 37 Wie gaan deze één op één begeleiding precies uitvoeren? 29 38 Het kabinet geeft prioriteit aan het ontwikkelen van instrumenten. Zij noemt hierbij de werkleerplicht en de campussen. Waarom kiest het kabinet voor deze instrumenten? 30 39 Wat is het bewezen nut van deze instrumenten? 30 40 Welke problemen wil het kabinet met deze instrumenten oplossen? 30 41 Hoe denkt het kabinet dat deze maatregelen zullen bijdragen aan terugdringing van de jeugdwerkloosheid en hoeveel? 30 42 Op welke wijze heeft het kabinet deze instrumenten geselecteerd? 30 43 Op welke wijze kunnen passende instrumenten door (lokale) uitvoeringsinstanties worden ingezet? 56 44 Kan het kabinet uiteenzetten welke instrumenten kunnen worden ingezet door (lokale) uitvoeringsinstanties? 56 45 Is het waar dat juist de toepassing dan wel uitvoering van een regeling moeilijker is dan zoals de regeling is bedoeld? 57 46 Is het waar dat in eerdere rapporten van de Algemene Rekenkamer is geconstateerd dat er een gebrekkige samenwerking bestaat tussen de ketenpartners? Is deze samenwerking inmiddels verbeterd? 62 63 PAGE 3 / NUMPAGES 3